Casus onderwijsgroep week 2.1
Centrale vraag :
Welke relatievorm is passend voor de situatie van client en welke rechten en plichten vloeien hieruit
voort?
Leerdoelen :
1. Welke relatievormen zijn er?
a. Samenwonen : Als een stel samen gaat wonen zonder een contract. Minderjarigen
mogen alleen samenwonen met toestemming van hun ouders (art. 1:234 lid 1 BW).
b. Samenlevingscontract : In een samenlevingscontract staat alles wat officieel is
afgesproken over samenwonen en uit elkaar gaan. Bij een samenlevingscontract staat u
niet in de burgerlijke stand geregistreerd als partners van elkaar, maar heb je afspraken
gemaakt over de verdeling van bezit, schulden en andere afspraken. Minderjarigen
mogen geen samenlevingscontract sluiten.
c. Huwelijk : Een huwelijk kan worden aangegaan door twee personen van verschillend of
van gelijk geslacht (Art. 1:30 lid 1 BW).
d. Geregistreerd partnerschap : in Nederland kan in beginsel iedereen een geregistreerd
partnerschap (samenlevingsvorm) aangaan. De meeste regels omtrent het huwelijk zijn
van overeenkomstige toepassing op het geregistreerd partnerschap (Art. 1:80a BW).
2. Welke vereisten worden er gesteld aan het huwelijk?
a. Minimumleeftijd
Om een huwelijk te mogen aangaan moeten een man en een vrouw de leeftijd van
achttien jaren hebben bereikt (Art. 1:31 BW).
b. Gestoorde geestesvermogens
Een huwelijk mag niet worden aangegaan, wanneer de geestvermogens van een partij
zodanig zijn gestoord, dat deze niet in staat is haar wil te bepalen of de betekenis van
haar verklaring te begrijpen (Art. 1:32 BW).
c. Monogamie
Een persoon kan tegelijkertijd slechts met één andere persoon door het huwelijk
verbonden zijn (Art. 1:33 BW). Bigamie en polygamie is strafbaar.
d. Ondercuratelestelling
1) Hij die wegens een gewoonte van drank- of drugsmisbruik onder curatele staat, mag
geen huwelijk aangaan zonder toestemming van zijn curator. Als die toestemming
niet wordt verleend, dan kan de onder curatele gestelde vervangende toestemming
van de kantonrechter vragen (Art. 1:37 BW).
2) Hij die wegens een zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat, mag
geen huwelijk aangaan zonder toestemming van de kantonrechter (Art. 1:38 BW).
e. Verwantschap
Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen eerste en tweede graad bloed en
aanverwanten, zoals ouders en kinderen of broer en zus of grootouder en kleinkind (Art.
1:41 lid 1 BW). Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen derde en vierde graad
bloed en aanverwanten, tenzij de aanstaande echtgenoten bij de ambtenaar van de
burgerlijke stand ieder een beëdigde verklaring hebben afgelegd, inhoudende dat zij hun
vrije toestemming tot het huwelijk geven (Art. 1:41a BW).
f. Geregistreerd partnerschap
, Zij die met elkander een huwelijk willen aangaan, mogen niet tegelijkertijd een
geregistreerd partnerschap zijn aangegaan.
g. Burgerlijk huwelijk
De wet beschouwt het huwelijk alleen in zijn burgerlijke betrekkingen (Art. 1:30 lid 2
BW). Een religieus huwelijk is toegestaan maar mag niet worden gesloten voor een
burgerlijk huwelijk.
h. Melding
Aanstaande echtgenoten moeten het voornemen om met elkaar te trouwen 14 dagen
voor het huwelijk melden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand (Art. 1:62 lid 1 BW).
i. Locatie
Een huwelijk wordt in beginsel in een gemeentehuis gesloten. Hierbij moeten er
minimaal 2 en maximaal 4 meerderjarige getuigen aanwezig zijn (Art. 1:63 lid 1 BW).
Een huwelijk kan in een bijzonder huis worden gesloten als er sprake is van een wettig
beletsel. Hierbij moeten er 6 meerderjarige getuigen aanwezig zijn (Art. 1:64 BW).
j. In persoon
De aanstaande echtgenoten zijn in beginsel verplicht in persoon voor de ambtenaar van
de burgerlijke stand te verschijnen bij de voltrekking van hun huwelijk (Art. 1:66 BW).
Een huwelijk kan door gewichtige redenen door een bijzondere bij authentieke akte
gevolmachtigde worden voltrokken, met toestemming van de minister van justitie (Art.
1:66 BW)
3. Welke vereisten worden er gesteld aan het geregistreerd partnerschap?
Ter zake van de partnerschapsregistratie zijn de artikelen 31, 32, 37 tot en met 39, 41, 41a,
44 tot en met 49, 58, en 62 tot en met 66 van overeenkomstige toepassing (Art. 1:80a lid 5
BW).
a. Monogamie
Een persoon kan tegelijkertijd slechts met één andere persoon van hetzelfde of andere
geslacht een geregistreerd partnerschap aangaan (Art. 1:80a lid 1 BW).
b. Huwelijk
Zij die een geregistreerd partnerschap aangaan, mogen niet tegelijkertijd gehuwd zijn
(Art. 1:80a lid 2 BW).
c. Registratie
Registratie van partnerschap geschiedt bij een akte van registratie van partnerschap
opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand (Art. 1:80a lid 3 BW).
4. Welke rechten en plichten vloeien voort uit het huwelijk?
a. Onderhoudsplicht
1) Zorgplicht echtgenoot (Art. 1:81 BW)
Echtgenoten zijn elkander getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd. Zij zijn verplicht
elkander het nodige te verschaffen.
a) Niet vermogensrechtelijk
1. Getrouwheid (huwelijkstrouw, trouw zijn aan elkaar)
2. Hulp en bijstand (immateriële zorg, het delen van lief en leed)
b) Vermogensrechtelijk
Het nodige verschaffen (materiele aspecten, op geld waardeerbaar,
levensonderhoud)
2) Zorgplicht kinderen (Art. 1:82 BW)
Centrale vraag :
Welke relatievorm is passend voor de situatie van client en welke rechten en plichten vloeien hieruit
voort?
Leerdoelen :
1. Welke relatievormen zijn er?
a. Samenwonen : Als een stel samen gaat wonen zonder een contract. Minderjarigen
mogen alleen samenwonen met toestemming van hun ouders (art. 1:234 lid 1 BW).
b. Samenlevingscontract : In een samenlevingscontract staat alles wat officieel is
afgesproken over samenwonen en uit elkaar gaan. Bij een samenlevingscontract staat u
niet in de burgerlijke stand geregistreerd als partners van elkaar, maar heb je afspraken
gemaakt over de verdeling van bezit, schulden en andere afspraken. Minderjarigen
mogen geen samenlevingscontract sluiten.
c. Huwelijk : Een huwelijk kan worden aangegaan door twee personen van verschillend of
van gelijk geslacht (Art. 1:30 lid 1 BW).
d. Geregistreerd partnerschap : in Nederland kan in beginsel iedereen een geregistreerd
partnerschap (samenlevingsvorm) aangaan. De meeste regels omtrent het huwelijk zijn
van overeenkomstige toepassing op het geregistreerd partnerschap (Art. 1:80a BW).
2. Welke vereisten worden er gesteld aan het huwelijk?
a. Minimumleeftijd
Om een huwelijk te mogen aangaan moeten een man en een vrouw de leeftijd van
achttien jaren hebben bereikt (Art. 1:31 BW).
b. Gestoorde geestesvermogens
Een huwelijk mag niet worden aangegaan, wanneer de geestvermogens van een partij
zodanig zijn gestoord, dat deze niet in staat is haar wil te bepalen of de betekenis van
haar verklaring te begrijpen (Art. 1:32 BW).
c. Monogamie
Een persoon kan tegelijkertijd slechts met één andere persoon door het huwelijk
verbonden zijn (Art. 1:33 BW). Bigamie en polygamie is strafbaar.
d. Ondercuratelestelling
1) Hij die wegens een gewoonte van drank- of drugsmisbruik onder curatele staat, mag
geen huwelijk aangaan zonder toestemming van zijn curator. Als die toestemming
niet wordt verleend, dan kan de onder curatele gestelde vervangende toestemming
van de kantonrechter vragen (Art. 1:37 BW).
2) Hij die wegens een zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat, mag
geen huwelijk aangaan zonder toestemming van de kantonrechter (Art. 1:38 BW).
e. Verwantschap
Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen eerste en tweede graad bloed en
aanverwanten, zoals ouders en kinderen of broer en zus of grootouder en kleinkind (Art.
1:41 lid 1 BW). Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen derde en vierde graad
bloed en aanverwanten, tenzij de aanstaande echtgenoten bij de ambtenaar van de
burgerlijke stand ieder een beëdigde verklaring hebben afgelegd, inhoudende dat zij hun
vrije toestemming tot het huwelijk geven (Art. 1:41a BW).
f. Geregistreerd partnerschap
, Zij die met elkander een huwelijk willen aangaan, mogen niet tegelijkertijd een
geregistreerd partnerschap zijn aangegaan.
g. Burgerlijk huwelijk
De wet beschouwt het huwelijk alleen in zijn burgerlijke betrekkingen (Art. 1:30 lid 2
BW). Een religieus huwelijk is toegestaan maar mag niet worden gesloten voor een
burgerlijk huwelijk.
h. Melding
Aanstaande echtgenoten moeten het voornemen om met elkaar te trouwen 14 dagen
voor het huwelijk melden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand (Art. 1:62 lid 1 BW).
i. Locatie
Een huwelijk wordt in beginsel in een gemeentehuis gesloten. Hierbij moeten er
minimaal 2 en maximaal 4 meerderjarige getuigen aanwezig zijn (Art. 1:63 lid 1 BW).
Een huwelijk kan in een bijzonder huis worden gesloten als er sprake is van een wettig
beletsel. Hierbij moeten er 6 meerderjarige getuigen aanwezig zijn (Art. 1:64 BW).
j. In persoon
De aanstaande echtgenoten zijn in beginsel verplicht in persoon voor de ambtenaar van
de burgerlijke stand te verschijnen bij de voltrekking van hun huwelijk (Art. 1:66 BW).
Een huwelijk kan door gewichtige redenen door een bijzondere bij authentieke akte
gevolmachtigde worden voltrokken, met toestemming van de minister van justitie (Art.
1:66 BW)
3. Welke vereisten worden er gesteld aan het geregistreerd partnerschap?
Ter zake van de partnerschapsregistratie zijn de artikelen 31, 32, 37 tot en met 39, 41, 41a,
44 tot en met 49, 58, en 62 tot en met 66 van overeenkomstige toepassing (Art. 1:80a lid 5
BW).
a. Monogamie
Een persoon kan tegelijkertijd slechts met één andere persoon van hetzelfde of andere
geslacht een geregistreerd partnerschap aangaan (Art. 1:80a lid 1 BW).
b. Huwelijk
Zij die een geregistreerd partnerschap aangaan, mogen niet tegelijkertijd gehuwd zijn
(Art. 1:80a lid 2 BW).
c. Registratie
Registratie van partnerschap geschiedt bij een akte van registratie van partnerschap
opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand (Art. 1:80a lid 3 BW).
4. Welke rechten en plichten vloeien voort uit het huwelijk?
a. Onderhoudsplicht
1) Zorgplicht echtgenoot (Art. 1:81 BW)
Echtgenoten zijn elkander getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd. Zij zijn verplicht
elkander het nodige te verschaffen.
a) Niet vermogensrechtelijk
1. Getrouwheid (huwelijkstrouw, trouw zijn aan elkaar)
2. Hulp en bijstand (immateriële zorg, het delen van lief en leed)
b) Vermogensrechtelijk
Het nodige verschaffen (materiele aspecten, op geld waardeerbaar,
levensonderhoud)
2) Zorgplicht kinderen (Art. 1:82 BW)