Blok 5 – week 5 – casus 10 – samenvatting
Auto-inflammatie
- Auto-inflammatie: een aangeboren defect in antigeen-onafhankelijke
immunologische mechanismen waardoor pro-inflammatoire cytokines
(zoals IL-1ß, TNF) worden geactiveerd of anti-inflammatoire cytokines
(zoals IL-10, IL-11, IL-13, IL-1RA) geremd
o Hier heeft een patiënt ontstekingsverschijnselen zonder duidelijke
reden
Activiteit immuunsysteem en kenmerken ontsteking
- Klinische ontstekingsverschijnselen: calor, dolor, rubor, tumor en
functio laesa
- Het immuunsysteem moet worden ingeschakeld, maar ook worden
uitgeschakeld om schade door overmatige activatie te voorkomen
o Bij een ontsteking stijgen de acutefase eiwitten (bijv. CRP, SAA,
ferritine, fibrinogeen en BSE) met > 25%
o Negatieve acutefase eiwitten (bijv. albumine en transferrine)
dalen
Biomarkers
- Biomarkers zijn objectief meetbare indicatoren die inzicht geven in
biologische of pathologische processen, of in de respons op een
behandeling
- Belangrijke rol bij het classificeren van ziekten, kiezen en evalueren van
therapie
- Ideale biomarker: betrouwbaar, specifiek en reproduceerbaar
o Bij voorkeur niet-invasief te verkrijgen, snel meetbaar en
gestandaardiseerd
o Daarnaast moet hij gevoelig zijn en beschikken over een breed
dynamisch bereik
- Biochemische biomarkers: zoals die in het bloed, zijn vaak
beïnvloedbaar en geven een momentopname van de toestand van het
lichaam
- Genetische biomarkers: zijn stabieler en minder beïnvloedbaar door
externe factoren, maar geven minder informatie over de actuele
ziekteactiviteit
Toepassing
- Prognostisch: geven informatie over het te verwachten verloop van een
ziekte
- Voorspellend: geven inzicht in de kans op respons op een bepaalde
therapie
- Farmacodynamische biomarkers: laten veranderingen zien als gevolg
van therapie
- Sommige biomarkers kunnen zelfs dienen als surrogaat eindpunten in
klinisch onderzoek
Voorbeelden
, - CRP, serum amyloïde A (SAA), IL-1, IL-6, TNF, fibrinogeen,
bezinkingssnelheid (ESR), complementfactoren, alpha-1-antitrypsine, NETs,
HESS100 en exosomen
Ontstekingspatroon
1. Initieel: neutrofielen
2. Later: monocyten, macrofagen resolutie
3. Cytokines regelen celcommunicatie
4. CRP stijgt binnen uren, fibrinogeen piekt later
Complicaties
- Amyloïdose bij chronisch verhoogd SAA, vooral nefrotisch syndroom
- Weefselbeschadiging bij langdurige of recidiverende ontsteking (bijv.
artritis, huidafwijkingen
Voorbeelden van ziekte
- Ziekte van Schnitzler: verworven, urticariële rash, IgM-monoklonaliteit
- VEXAS: Vacuolen, E1 enzym, X-gebonden, Auto-inflammatoir, Somatisch
o Therapie: ontstekingsremming + opruimen gemuteerde cellen
(chemotherapie)
Auto-inflammatie
- Auto-inflammatie: een aangeboren defect in antigeen-onafhankelijke
immunologische mechanismen waardoor pro-inflammatoire cytokines
(zoals IL-1ß, TNF) worden geactiveerd of anti-inflammatoire cytokines
(zoals IL-10, IL-11, IL-13, IL-1RA) geremd
o Hier heeft een patiënt ontstekingsverschijnselen zonder duidelijke
reden
Activiteit immuunsysteem en kenmerken ontsteking
- Klinische ontstekingsverschijnselen: calor, dolor, rubor, tumor en
functio laesa
- Het immuunsysteem moet worden ingeschakeld, maar ook worden
uitgeschakeld om schade door overmatige activatie te voorkomen
o Bij een ontsteking stijgen de acutefase eiwitten (bijv. CRP, SAA,
ferritine, fibrinogeen en BSE) met > 25%
o Negatieve acutefase eiwitten (bijv. albumine en transferrine)
dalen
Biomarkers
- Biomarkers zijn objectief meetbare indicatoren die inzicht geven in
biologische of pathologische processen, of in de respons op een
behandeling
- Belangrijke rol bij het classificeren van ziekten, kiezen en evalueren van
therapie
- Ideale biomarker: betrouwbaar, specifiek en reproduceerbaar
o Bij voorkeur niet-invasief te verkrijgen, snel meetbaar en
gestandaardiseerd
o Daarnaast moet hij gevoelig zijn en beschikken over een breed
dynamisch bereik
- Biochemische biomarkers: zoals die in het bloed, zijn vaak
beïnvloedbaar en geven een momentopname van de toestand van het
lichaam
- Genetische biomarkers: zijn stabieler en minder beïnvloedbaar door
externe factoren, maar geven minder informatie over de actuele
ziekteactiviteit
Toepassing
- Prognostisch: geven informatie over het te verwachten verloop van een
ziekte
- Voorspellend: geven inzicht in de kans op respons op een bepaalde
therapie
- Farmacodynamische biomarkers: laten veranderingen zien als gevolg
van therapie
- Sommige biomarkers kunnen zelfs dienen als surrogaat eindpunten in
klinisch onderzoek
Voorbeelden
, - CRP, serum amyloïde A (SAA), IL-1, IL-6, TNF, fibrinogeen,
bezinkingssnelheid (ESR), complementfactoren, alpha-1-antitrypsine, NETs,
HESS100 en exosomen
Ontstekingspatroon
1. Initieel: neutrofielen
2. Later: monocyten, macrofagen resolutie
3. Cytokines regelen celcommunicatie
4. CRP stijgt binnen uren, fibrinogeen piekt later
Complicaties
- Amyloïdose bij chronisch verhoogd SAA, vooral nefrotisch syndroom
- Weefselbeschadiging bij langdurige of recidiverende ontsteking (bijv.
artritis, huidafwijkingen
Voorbeelden van ziekte
- Ziekte van Schnitzler: verworven, urticariële rash, IgM-monoklonaliteit
- VEXAS: Vacuolen, E1 enzym, X-gebonden, Auto-inflammatoir, Somatisch
o Therapie: ontstekingsremming + opruimen gemuteerde cellen
(chemotherapie)