PSYCHOLOGIE: INLEIDING
INLEIDING
WAT IS PSYCHOLOGIE NIET
- Magazines, bepaalde soorten boeken, testjes > is niet altijd gebaseerd op wetenschappelijk
onderzoek
- Exacte wetenschap
o Er is geen formule om tot een bepaalde uitkomst te komen
- Psycholoog is geen ziener/visionair
- Niet alleen bezig met psychische problemen of abnormale processen
- Pseudowetenschappen
o = Elke poging om fenomenen uit de natuurlijke wereld te verklaren die niet gebaseerd zijn
op empirische observatie of op wetenschappelijke methode
o Uitspraken over mensen zonder wetenschappelijke inzichten (Vb astrologie,
handlezen,...)
- Pure speculatie over de menselijke natuur
- Verzameling van volkswijsheden waarvan “iedereen weet dat ze waar zijn”
WAT IS PSYCHOLOGIE
= de empirische wetenschap van gedrag en mentale processen, de wetenschappelijke studie van
het gedrag en de mentale processen van het individu
- 48 erkende sub disciplines
- Psychologie ≠ enige wetenschap die focust op het gedrag van de mens
Wetenschap en intuïtie
Beiden doen uitspraken obv ervaringsgegevens
MAAR 2 grote verschillen
Wetenschap Intuïtie
Op vlak van verzamelen van Vooraleer men een uitspraak Vaak op weinig gegevens
gegevens doet, gaat men zeer veel gebaseerd (vaak 1 geval
gegevens verzamelen om veralgemenen)
uitspraak te staven.
Verwerken van data/gegevens Systematisch aan de slag gaan Meetfouten worden er niet altijd
en meetfouten verwijderen uitgehaald owv onvoldoende
gegevens > leidt tot onjuiste
verwerking van gegevens
METHODEN VAN ONDERZOEK
HET EXPERIMENT
EXPERIMENTELE GROEP VS CONTROLEGROEP
Experimentele groep
- Krijgen specifieke behandeling, worden blootgesteld aan factoren die ze beogen te meten
- Vb een kind krijgt een grote hoeveelheid suiker
1
,Controle groep
- Vergelijkingsgroep
- Worden niet blootgesteld aan die factoren, krijgen niks extra toegediend
- Vb kinderen krijgen een drankje zonder suiker (zonder dit te weten)
ONAFHANKELIJKE EN AFHANKELIJKE VARIABELE
Onafhankelijke
- Variabele die ze laten variëren, dit is de variabele die gemanipuleerd wordt door de onderzoekers
- Vb het aantal suiker
Afhankelijke
- Resultaat waar je interesse in hebt
- Vb het gedrag dat kinderen stellen
OORZAAK-GEVOLG
Experiment is zo gecontroleerd dat je kan spreken van oorzaak-gevolg resultaat
Suikerexperiment
o Controle door:
▪ Suiker op zelfde moment toe te dienen, placebo geven zodat proefpersonen niet
bewust of ze controle of experimentele groep zijn
o Controle zorgt voor een zo juist mogelijk resultaat
▪ Doordat beide groepen gelijkgesteld zijn, en je de onafhankelijke variabele
manipuleert, kan je zien of er een oorzaak-gevolg is tussen die variabele
CORRELATIEONDERZOEK
Experiment onderzoek ≠ altijd mogelijk (vb roken, gevolgen van mishandeling,...)
Gebruik maken van zaken uit de natuurlijke wereld om op vlak daarvan uitspraken te doen
Vb na overlijden nagaan of die persoon veel gerookt heeft in leven
Ipv oorzaak-gevolg > verbanden/correlatie
WANT oorzaak-gevolg > niet alles in de hand
Vb sommige rokers leven in algemeen ongezond > roken is niet noodzakelijk de oorzaak van vroeg
overlijden
VERBAND/CORRELATIE
- Sterkte van een verband nagaan (wordt uitgedrukt in cijfers)
- Verschillende correlaties
o 0 correlatie
▪ Variabelen hangen niet samen met elkaar (vb studierichting en schoenmaat)
o Positieve correlatie
▪ Daling in ene variabele zorgt voor daling in andere variabele (hoe meer aanwezig
in de les, hoe hoger de slaagkans)
▪ 0 = geen verband
▪ +1 = perfecte correlatie
2
, o Negatieve correlatie
▪ Ene variabele stijgt en de andere daalt (vb hoe meer sigaretten je rookt, hoe
korter je levensduur)
GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE
Psychologie heeft een korte geschiedenis maar een heel ver verleden
DE VERRE VOORGESCHIEDENIS
Socrates
- Waarom vragen, stelt alles in vraag
Plato
- Wilde omvat begrip rond realiteit verkrijgen
- “wat is de realiteit?”
Aristoteles
- Empirische werkelijkheid
- Geen vragen stellen, maar kennis/theorievorming gebaseerd op ervaring of op bewijs uit de
praktijk
Galenus
- Lichaamssappen en persoonlijkheid
- Mens heeft 4 lichaamssappen, mate van elk lichaamssap bepaald de
karaktereigenschappen
Frenologie
Franz Joseph Gall
- Grondlegger frenologie
- Aanleg en karakter worden door de groei van bepaalde hersendelen bepaald,
karakter afleiden uit de vorm van de schedel
- Schedel wordt ingedeeld in verschillende vakjes (karaktereigenschappen)
o Veel ontwikkeld > bult in de schedel
▪ Bult op bepaald vakje > die karaktereigenschap had je
o Onder ontwikkeld > deuk in de schedel
o “wiskundeknobbel, taalknobbel”
- ≠ wetenschap, maar een THEORIE
19de Eeuw: structuralisme
Wilhelm Wundt
- Eerste ‘psycholoog’
- Nu pas psychologie als (nieuwe experimentele) wetenschap
- W: “alle dingen wetenschappelijk benaderen”
3
, - Legt enkel focus op bewuste waarneming (vb pijnprikkels, jeuk,..)
- Doel = structuur van de geest analyseren
o Dient prikkel toe > kijken welke weg die aflegt, wat de reactie veroorzaakt
o Vraagt proefpersonen deze weg te beschrijven (HEEL MOEILIJK)
- Methode = introspectie
o = jezelf naar binnen keren en beschrijven wat er in jouw lichaam plaatsvindt
- Onderzoekt de structuur van de geest en de elementaire deeltjes die ervoor zorgen dat wij tot
waarneming komen
o ≠ objectief
19de Eeuw: functionalisme
William James
- Tegenreactie op structuralisme
- Focus op functie en doelen van gedrag: hoe lossen mensen problemen op?
o Introspectie
▪ Andere invulling dan structuralisme
▪ Puzzel voorschotelen en proefpersoon moet stappen die hij doet luidop zeggen >
op die manier terug naar jezelf kijken, zodat onderzoeker daar toegang tot krijgt
o Externe observatie
▪ Observator kijkt mee welke stappen je onderneemt, of fouten die je maakt
o Eerste dierproeven
▪ Kijken naar gelijkenissen/verschillen tss oplossingsstrategieën van mensen en
dieren
20ste Eeuw: opkomst behaviorisme
John Watson
- Studie van enkel uiterlijk waarneembaar gedrag
o Want = objectief
- Klassieke conditionering (Pavlov)
- Watson = grondlegger
o Doet verder onderzoek naar KC
o Radicaal > enkel studie van uiterlijk waarneembare
- Innerlijke = buiten beschouwing
- Elk gedrag = Stimulus-Respons verbinding
- Geest = black box
o Je kan niet weten wat motivatie/verlangens van mensen zijn
o Mentale processen worden uitgeveegd
Gestaltpsychologie
1930, Duitsland
- Reactie op structuralisme
o “het geheel is meer dan de delen” bij perceptie
o Menselijke waarneming = gericht op gehelen (GESTALT)
o Mens is geprogrammeerd om gehelen waar te nemen, niet de aparte
delen
- Reactie op behaviorisme
4
INLEIDING
WAT IS PSYCHOLOGIE NIET
- Magazines, bepaalde soorten boeken, testjes > is niet altijd gebaseerd op wetenschappelijk
onderzoek
- Exacte wetenschap
o Er is geen formule om tot een bepaalde uitkomst te komen
- Psycholoog is geen ziener/visionair
- Niet alleen bezig met psychische problemen of abnormale processen
- Pseudowetenschappen
o = Elke poging om fenomenen uit de natuurlijke wereld te verklaren die niet gebaseerd zijn
op empirische observatie of op wetenschappelijke methode
o Uitspraken over mensen zonder wetenschappelijke inzichten (Vb astrologie,
handlezen,...)
- Pure speculatie over de menselijke natuur
- Verzameling van volkswijsheden waarvan “iedereen weet dat ze waar zijn”
WAT IS PSYCHOLOGIE
= de empirische wetenschap van gedrag en mentale processen, de wetenschappelijke studie van
het gedrag en de mentale processen van het individu
- 48 erkende sub disciplines
- Psychologie ≠ enige wetenschap die focust op het gedrag van de mens
Wetenschap en intuïtie
Beiden doen uitspraken obv ervaringsgegevens
MAAR 2 grote verschillen
Wetenschap Intuïtie
Op vlak van verzamelen van Vooraleer men een uitspraak Vaak op weinig gegevens
gegevens doet, gaat men zeer veel gebaseerd (vaak 1 geval
gegevens verzamelen om veralgemenen)
uitspraak te staven.
Verwerken van data/gegevens Systematisch aan de slag gaan Meetfouten worden er niet altijd
en meetfouten verwijderen uitgehaald owv onvoldoende
gegevens > leidt tot onjuiste
verwerking van gegevens
METHODEN VAN ONDERZOEK
HET EXPERIMENT
EXPERIMENTELE GROEP VS CONTROLEGROEP
Experimentele groep
- Krijgen specifieke behandeling, worden blootgesteld aan factoren die ze beogen te meten
- Vb een kind krijgt een grote hoeveelheid suiker
1
,Controle groep
- Vergelijkingsgroep
- Worden niet blootgesteld aan die factoren, krijgen niks extra toegediend
- Vb kinderen krijgen een drankje zonder suiker (zonder dit te weten)
ONAFHANKELIJKE EN AFHANKELIJKE VARIABELE
Onafhankelijke
- Variabele die ze laten variëren, dit is de variabele die gemanipuleerd wordt door de onderzoekers
- Vb het aantal suiker
Afhankelijke
- Resultaat waar je interesse in hebt
- Vb het gedrag dat kinderen stellen
OORZAAK-GEVOLG
Experiment is zo gecontroleerd dat je kan spreken van oorzaak-gevolg resultaat
Suikerexperiment
o Controle door:
▪ Suiker op zelfde moment toe te dienen, placebo geven zodat proefpersonen niet
bewust of ze controle of experimentele groep zijn
o Controle zorgt voor een zo juist mogelijk resultaat
▪ Doordat beide groepen gelijkgesteld zijn, en je de onafhankelijke variabele
manipuleert, kan je zien of er een oorzaak-gevolg is tussen die variabele
CORRELATIEONDERZOEK
Experiment onderzoek ≠ altijd mogelijk (vb roken, gevolgen van mishandeling,...)
Gebruik maken van zaken uit de natuurlijke wereld om op vlak daarvan uitspraken te doen
Vb na overlijden nagaan of die persoon veel gerookt heeft in leven
Ipv oorzaak-gevolg > verbanden/correlatie
WANT oorzaak-gevolg > niet alles in de hand
Vb sommige rokers leven in algemeen ongezond > roken is niet noodzakelijk de oorzaak van vroeg
overlijden
VERBAND/CORRELATIE
- Sterkte van een verband nagaan (wordt uitgedrukt in cijfers)
- Verschillende correlaties
o 0 correlatie
▪ Variabelen hangen niet samen met elkaar (vb studierichting en schoenmaat)
o Positieve correlatie
▪ Daling in ene variabele zorgt voor daling in andere variabele (hoe meer aanwezig
in de les, hoe hoger de slaagkans)
▪ 0 = geen verband
▪ +1 = perfecte correlatie
2
, o Negatieve correlatie
▪ Ene variabele stijgt en de andere daalt (vb hoe meer sigaretten je rookt, hoe
korter je levensduur)
GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE
Psychologie heeft een korte geschiedenis maar een heel ver verleden
DE VERRE VOORGESCHIEDENIS
Socrates
- Waarom vragen, stelt alles in vraag
Plato
- Wilde omvat begrip rond realiteit verkrijgen
- “wat is de realiteit?”
Aristoteles
- Empirische werkelijkheid
- Geen vragen stellen, maar kennis/theorievorming gebaseerd op ervaring of op bewijs uit de
praktijk
Galenus
- Lichaamssappen en persoonlijkheid
- Mens heeft 4 lichaamssappen, mate van elk lichaamssap bepaald de
karaktereigenschappen
Frenologie
Franz Joseph Gall
- Grondlegger frenologie
- Aanleg en karakter worden door de groei van bepaalde hersendelen bepaald,
karakter afleiden uit de vorm van de schedel
- Schedel wordt ingedeeld in verschillende vakjes (karaktereigenschappen)
o Veel ontwikkeld > bult in de schedel
▪ Bult op bepaald vakje > die karaktereigenschap had je
o Onder ontwikkeld > deuk in de schedel
o “wiskundeknobbel, taalknobbel”
- ≠ wetenschap, maar een THEORIE
19de Eeuw: structuralisme
Wilhelm Wundt
- Eerste ‘psycholoog’
- Nu pas psychologie als (nieuwe experimentele) wetenschap
- W: “alle dingen wetenschappelijk benaderen”
3
, - Legt enkel focus op bewuste waarneming (vb pijnprikkels, jeuk,..)
- Doel = structuur van de geest analyseren
o Dient prikkel toe > kijken welke weg die aflegt, wat de reactie veroorzaakt
o Vraagt proefpersonen deze weg te beschrijven (HEEL MOEILIJK)
- Methode = introspectie
o = jezelf naar binnen keren en beschrijven wat er in jouw lichaam plaatsvindt
- Onderzoekt de structuur van de geest en de elementaire deeltjes die ervoor zorgen dat wij tot
waarneming komen
o ≠ objectief
19de Eeuw: functionalisme
William James
- Tegenreactie op structuralisme
- Focus op functie en doelen van gedrag: hoe lossen mensen problemen op?
o Introspectie
▪ Andere invulling dan structuralisme
▪ Puzzel voorschotelen en proefpersoon moet stappen die hij doet luidop zeggen >
op die manier terug naar jezelf kijken, zodat onderzoeker daar toegang tot krijgt
o Externe observatie
▪ Observator kijkt mee welke stappen je onderneemt, of fouten die je maakt
o Eerste dierproeven
▪ Kijken naar gelijkenissen/verschillen tss oplossingsstrategieën van mensen en
dieren
20ste Eeuw: opkomst behaviorisme
John Watson
- Studie van enkel uiterlijk waarneembaar gedrag
o Want = objectief
- Klassieke conditionering (Pavlov)
- Watson = grondlegger
o Doet verder onderzoek naar KC
o Radicaal > enkel studie van uiterlijk waarneembare
- Innerlijke = buiten beschouwing
- Elk gedrag = Stimulus-Respons verbinding
- Geest = black box
o Je kan niet weten wat motivatie/verlangens van mensen zijn
o Mentale processen worden uitgeveegd
Gestaltpsychologie
1930, Duitsland
- Reactie op structuralisme
o “het geheel is meer dan de delen” bij perceptie
o Menselijke waarneming = gericht op gehelen (GESTALT)
o Mens is geprogrammeerd om gehelen waar te nemen, niet de aparte
delen
- Reactie op behaviorisme
4