W2: Algemeen en goed bestuur
Matser, I. A. (2010). Ondernemen in familiebedrijven. (H2 tot en met 3.3 & 3.6)
Matser, I., et al. (2013). Goed bestuur in MKB-familiebedrijven: Ondernemers over hun overwegingen
en keuzes. (H2 tot en met 2.4.1.)
Familiebedrijf:
De meerderheid van de zeggenschap, verbonden aan het eigendom, dat in handen is van
een natuurlijk persoon dan wel de familie. Deze meerderheid kan direct of indirect zijn.
Tenminste één familielid formeel betrokken is bij het bestuur van de onderneming.
Bij beursgenoteerde bedrijven: tenminste 25% van de zeggenschap in handen van de familie
is.
Neven en nichtenconsortium Als het over is gebracht naar 3 e generatie het gaat naar de
kinderen van de kinderen van de eerste eigenaar
Drie cirkel model
Eigendom: waardevermeerdering en winst
Familie: harmonie en gelijkwaardigheid
Bedrijf: winstgevendheid en productiviteit
Rolconflict Als je in verschillende rollen zit,
maar belangen die zijn tegenstrijdig je bent
broer en zus dus dan harmonie, maar als je in
bedrijf gaat werken dan is productiviteit belangrijk
dus degene die beste werkt krijgt promotie
4 belangrijke succesfactoren
Continuïteit lange termijn focus is centraal
Daadkracht snelheid en het durven
Gemeenschap steken tijd in het boeien en binden van personeel samenhorigheid
Verbinding goede relatie met de omgeving goede doelen
Ambivalente kenmerken van familiebedrijven sterk maar tegelijkertijd ook zwak aspect
Rol van oprichter eigenaar heeft bedrijf groot gemaakt, maar wat als zij opeens wegvalt?
sterke punt: het succes door haar, zwakte punt: de afhankelijkheid van haar
Communicatie je weet vaak na 1 woord al wat er wordt bedoeld, alleen hierdoor kan ook
over belangrijke zaken niet goed genoeg gesproken worden
Familiebelang en bedrijfsbelang conflicten onderling zorgt voor wellicht gezeik in het
bedrijf
, The three dimensional developmental model
Ontstaan van familiebedrijf in 3 stappen
Een DGA-bedrijf bedrijf is jong en
de directeur ook eigenaar is
Een familie geleid bedrijf bedrijf in
omvang is toegenomen en leiding en
de eigendom in handen zijn van één of
meerdere familieleden
Het familie gecontroleerde bedrijf
leiding in handen is van niet-
familieleden, waarbij de familieleden als eigenaar invloed houden op het bedrijf
Groeimodel van Greiner vaststellen welke ontwikkelfase bedrijf zit om te kijken welk
managementaanpak effectief is
5 ontwikkelfasen
Iedere fase heeft periode van groei
en crisis hieruit komt een nieuwe
aanpak waardoor bedrijf weer groeit
uiteindelijk weer crisis
Leeftijd en grootte van bedrijf
zeggen wat over in welke fase zich
bevindt
Fase 1
o Groei door creativiteit als
je start is de communicatie
naar werknemers informeel, ze werken hard voor een relatief kleine vergoeding.
bedrijf groeit, meer werknemers leiderschapscrisis je kan niet doorgaan zoals
je deed, je moet je bezighouden met dingen waar je geen tijd voor hebt, dus wie is
een goede leider om dit over te nemen?
Fase 2
o Groei door sturing het bedrijf wordt steeds formeler en formeler
autonomiecrisis afstand tussen top en werkvloer is te groot, middenmanagement
moet meer zeggenschap krijgen
Interne knelpunten ontstaat wanneer bedrijf niet mee ontwikkelt met groei stimuleert
professionele aanpak
Externe ontwikkelingen globalisering, ICT-mogelijkheden, de mondigheid van de
individuele burger en duurzaamheid stimuleert professionele aanpak
Sociaal-culturele context dynamisch proces