Week 1
- Overeenkomst MER en T-shaped Jurist
T-Shaped Jurist: een jurist die beschikt over diepgaande kennis van een
specifieke juridische discipline (staander T) gecombineerd met een
bredere kennis van andere relevante wetenschappen en vaardigheden
(ligger T). Recht staat steeds meer in contact met verschillende
maatschappelijke en wetenschappelijke problemen, op deze manier kan
jurist beter inspelen op complexe maatschappelijke vraagstukken.
Nadelen:
1) Extra werkdruk. Er wordt meer kennis en vaardigheden verwacht,
voorkomen door investeringen doen zoals trainingen en
ondersteuners.
2) Rolverwarring: door de combinatie van juridische en niet-juridische
elementen in oordeelsvorming. Onduidelijk wanneer rechter optreedt
als bemiddelaar of als besluitvormer.
MER: Het streven om de rechtspraak daadwerkelijk problemen van
rechtszoekenden op te lossen. Gaat de twee tekortkoming van het huidige
recht tegen: in plaats van alleen het juridische geschil, ook het
onderliggende probleem oplossen. Problemen die vaker voorkomen
aanpakken.
Overeenkomst:
Volgens beiden moeten maatschappelijke problemen vanuit de
bredere, complete (holistische) visie worden aangepakt. De rechter
moet bewust zijn van de institutionele omgeving en weten wanneer
hij beter kan doorverwijzen naar mediation.
Volgens beiden moet juridisch dogmatische kennis worden
gecombineerd met andere gebieden zoals psychologie en economie.
De rechter moet oog hebben voor de mens achter het juridische
geschil.
- Rechtsvragen en vragen over het recht
Rechtsvragen: gaan over wat het recht betekent in een concreet
geval. Kan worden uitgelegd aan de hand van het geldende recht,
past bij de juridische invalshoek. Voorbeeld: is er sprake van
onrechtmatige daad?
Vragen over het recht: gaan over wat het recht betekent. Moet
worden beantwoord met een andere discipline dan de juridische.
Voorbeeld: is een rechter wel begrijpelijk voor gemiddelde NL
persoon. Contextuele invalshoek.
- Verschil juridische en contextuele invalshoek
Juridische: op basis van het geldende recht wordt beredeneerd hoe
een geschil in elkaar zit.
Contextueel: op basis van een andere invalshoek dan de juridische
wordt beredeneerd wat het recht in een concreet geval betekent.
- Verschil descriptief en normatief overlapt
, Descriptief: zonder waardeoordeel; hoe de stand van zaken is,
objectief.
Contextueel: met waardeoordeel; hoe zou het moeten zijn. Rechter
stelt niet alleen feiten vast maar oordeelt over de rechtvaardigheid
en de gepaste consequentie.
~overlapt omdat rechter beide moet toepassen om tot een oordeel
te komen.
- 4 soorten vragen:
Empirisch: richt zich op het vaststellen van feiten dmv zintuigelijke
waarneming en systematisch onderzoek. Ze proberen nieuwe
objectieve informatie te verkrijgen over de werkelijkheid. Biedt een
objectieve basis waar de rechter oordeel op kan baseren.
Conceptueel: richt zich op analyseren en verduidelijken van
begrippen. Proberen te begrijpen wat bepaalde termen precies
betekenen, algemene betekenis.
Interpretatief: gericht op vaststellen betekenis van teksten zoals
juridische documenten, wet- en regelgeving of jupru. Probeert de
achterhalen wat de juiste interpretatie is van bepaalde juridische
tekst. Begrippen worden toegepast op het concrete geval.
Normatief: gaat over hoe dingen zouden moeten zijn, bevat een
waardeoordeel. Richt zich op gewenste situatie volgends bepaalde
normen en waarden. Bijvoorbeeld of iets rechtvaardig is om te
verbieden.
- Elaine Mak emoties
Emoties spelen rol in rechterlijke oordeelsvorming, rechters
kunnen zich beter inleven. De hot-cold empathy gap;
psychologisch fenomeen waarbij de inschatting van nood van de
een verschilt is afhankelijk of men zich inleeft in het perspectief
van de ander. Rechters kunnen zo een betere inschatting maken
van de impact van de zaak op hen.
- Elaine Mak juridisch onderwijs en weerbaarheid van de rechtsstaat
Kwalificatie: verwerving kennis, vaardigheden en een
professionele houding
Socialisatie: integratie in professionele omgeving en het
ontwikkelen van begrip voor rechtsstatelijke kwaliteit van die
omgeving.
Persoonsvorming: ontwikkeling van professionele identiteit en
autonomie, en moraal, die helpt bij het maken van ethische
afwegingen in moeilijke situaties.
- Weerbaarheid van de rechtsstaat
1) Het in stand houden van de rechtsstaat als basis voor vrede,
vrijheid, veiligheid en welzijn van burgers,
2) Het bieden van tegenwicht aan pogingen om gerealiseerde
niveaus van bescherming van rechtsstatelijke uitgangspunten af
te breken.