Normatieve moment Het positieve recht, het recht dat op een
bepaalde tijd en plaats geldt. Het verschaft
normen voor menselijk gedrag. Het geeft
bevoegdheden, geboden en verboden.
Geheel van regels, beslissingen en
beginselen.
Ideële moment Geheel van ideeën, opvattingen en
waarden van mensen die een rol spelen,
oftewel de meest wenselijke gang van
zaken. Overtuigingen omtrent goed en
kwaad leiden juristen en justitiabelen.
Actuele moment De daadwerkelijke situatie op het moment
van plaatsvinden. Er ontstaat een botsing
tussen het positieve recht en andere zaken
die voortvloeien vanuit andere rechten.
Vage begrippen Begrippen die niet eenduidig aan de hand
van criteria kunnen worden vastgelegd.
Begrippen met open texture Definitie verschilt per toepassing. De
betekenis van begrippen evolueert en biedt
geen zekerheid voor de toekomst.
Essentially contested concepts Wezenlijk betwistbare begrippen. De
toepassing is afhankelijk van evaluatieve
criteria waarover men van mening kan
verschillen
Privaatrecht Het rechtsgebied dat de
rechtsverhoudingen tussen private partijen
(burgers, bedrijven) onderling regelt,
waarbij individuele belangen centraal staan.
Voorbeelden zijn vermogensrecht en
familierecht.
Publiekrecht Het rechtsgebied dat de verhouding tussen
de overheid en burgers regelt en zich richt
op het algemene belang. Voorbeelden zijn
het strafrecht, bestuursrecht, en
staatsrecht.
Objectief recht De verzameling van rechtsnormen. We
spreken van recht in objectieve zin wanneer
een bepaald recht/bepaalde rechten voor
iedereen in de samenleving gelden
Subjectief recht De rechten die rechtssubjecten ontlenen
aan regels van het objectieve recht. We
spreken van recht in subjectieve zin
wanneer een bepaald recht/bepaalde
, rechten enkel voor een individu of een
groep van de samenleving geldt.
Materieel strafrecht Omvat de regels over wanneer iemand
strafbaar bevonden kan worden.
Formele strafrecht Omvat de regels die bepalen wie mag
vaststellen dat iemand een strafbaar feit
heeft ondergaan en wanneer iemand
hiervoor veroordeeld mag worden.
Materieel privaatrecht Omvat de inhoud van het recht, oftewel de
rechten en plichten die burgers hebben en
moeten nakomen.
Formeel privaatrecht Omvat regels die aangeven hoe bepaalde
procedures moeten verlopen, oftewel hoe
een burger zich kan wenden tot een rechter.
Vermogensrecht Deel van het materiële privaatrecht dat op
geld waardeerbare rechten en plichten der
rechtssubjecten betreft. het geheel van
regels die het eigendom en de rechten op
vermogen in Nederland regelen.
Goederenrecht Regelt de rechtsverhouding tussen
personen en goederen. het goederenrecht
regelt de rechten op goederen (bijv.
eigendom, hypotheek). Het betreft
individuele belangen en relaties tussen
private partijen.
Verbintenissenrecht Het geheel van rechten die niet op geld
waardeerbaar zijn, niet overdraagbaar zijn
en waarbij afwijken niet mogelijk is.
Staasrecht Geheel van regels voor de organisatie van
de staat.
Bestuursrecht De ordening van de relatie tussen bestuur
en burger, waaronder de bescherming van
de burger tegenover de overheid.
Strafrecht Rechten die de overheid de bevoegdheid
geven tot negatieve sancties als gevolg van
een gepleegd strafbaar feit.
Functionele rechtsgebieden Zelfstandige rechtsgebieden die niet binnen
het privaat- of publiek recht vallen, maar op
basis van een onderwerp bij elkaar horen
en regels uit meerdere rechtsgebieden
omvatten (bijv. milieurecht)
Materieel recht Het materieel recht regelt alle inhoudelijke
rechten en plichten van (rechts)personen.
, Formeel recht Formeel recht betreft de wijze waarop
materieel recht wordt gehandhaafd.
Dwingend recht Het dwingend recht bestaat uit regels
waarvan men niet mag afwijken. Deze
regels zijn vaak bedoeld om bepaalde
belangen te beschermen.
Aanvullend/regelend recht Het aanvullend/regelend recht bestaat uit
regels die gelden als partijen samen niets
anders hebben afgesproken. Partijen
hebben de vrijheid om hiervan af te wijken
en zelf afspraken te maken.
Wetten in materiële zin Algemeen bindend voorschrift. Algemene,
abstracte, burgers bindende rechtsregel.
Bedoeld voor een onbepaalde groep
personen
Wetten in formele zin Besluit van de wetgever in formele zin.
Heeft betrekking op de vorm waarin een
besluit tot stand is gekomen. Bijna altijd een
regel/algemeen voorschrift (heel soms voor
een individu).
Grammaticale interpretatiemethode De rechter kan met behulp van de
grammaticale interpretatiemethode de
betekenis van een wettekst vaststellen door
na te gaan wat er letterlijk in de wettekst
staat geschreven, in normaal taalgebruik.
Wetshistorische interpretatiemethode Bij de wetshistorische interpretatiemethode
wordt gezocht naar de daadwerkelijke
bedoeling van de wetgever met zijn
bepaling.
Rechtshistorische interpretatiemethode In de rechtshistorische interpretatiemethode
wordt gekeken naar voorgangers van een
bepaling of het ontstaan van deze bepaling.
Systematische interpretatiemethode De systematische interpretatiemethode
houdt in dat de rechter op zoek gaat naar
een beter inzicht in de betekenis van een
bepaalde bepaling door deze te vergelijken
met omliggende bepalingen.
Teleologische interpretatiemethode De teleologische interpretatiemethode
houdt in dat de rechter nagaat wat de
daadwerkelijke strekking en/of het
daadwerkelijke doel is van een bepaling
door af te wijken van de letter van de wet.