100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Behaviour and Communication in Organizations uitgebreide samenvatting van alle hoorcolleges en het boek!

Rating
-
Sold
-
Pages
101
Uploaded on
10-06-2025
Written in
2024/2025

Dankzij deze samenvatting heb ik een 9.4 gehaald voor mijn tentamen!!! Ik hoop jij nu ook! Het hele boek, Organizational Behaviour, én alle hoorcolleges zijn uitgebreid samengevat! Het is overzichtelijk te leren, dankzij het gebruik van geschikte afbeeldingen uit de literatuur!

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
June 10, 2025
Number of pages
101
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

LECTURE 1 – INTRODUCTIE

Wat is OB?
OB is een vakgebied dat onderzoek doet naar de impact die individuen, groepen en
structuren hebben op een organisatie, met als doel deze kennis toe te passen om de
effectiviteit van een organisatie te verbeteren. Organisaties zijn namelijk veel meer
geïnteresseerd in hoe ze ervoor kunnen zorgen dat ze de juiste mensen kunnen werven,
behouden en goed laten presteren.
Een nadruk op OB kan tevens leiden tot een beter begrip om ongewenst gedrag binnen
organisaties goed te managen.

Het overkoepelde doel van OB is het begrijpen van de voorspellers van gedrag in
organisaties. Dus het identificeren van de factoren die het gedrag van mensen binnen een
organisatie kunnen voorspellen of beïnvloeden.

Model error
Error prone situation = situatie waarin de kans op fouten groter is. Dit kan komen door
factoren als hoge werkdruk, onduidelijke instructies of stressvolle omgeving. Dus risicovolle
omstandigheden waarin fouten sneller ontstaan.

Error prevention = een proactieve strategie waarbij organisaties proberen fouten te
voorkomen voordat ze gebeuren. Door middel van training, duidelijke protocollen en betere
communicatie. Dus hier wordt er gericht op het voorkomen van fouten.

Error management = gaat over hoe organisaties omgaan met fouten nadat ze zijn gemaakt.
Het doel is niet alleen het corrigeren van fouten, maar ook het leren ervan om toekomstige
fouten te verminderen. Hier gaat het over het leren van fouten en het verbeteren van
systemen.




Dit model maakt onderscheid tussen fouten en bewuste overtredingen (violations), en laat
zien dat fouten verschillende gevolgen kunnen hebben:
 Fouten (error)
o Fout = een doel is niet bereikt

, o Het is geen kwestie van toeval, het had kunnen worden voorkomen
o Het gaat vaak om ‘goede intenties’ waarbij de actie mislukt
 Overtreding (violation)
o Violation = een bewuste beslissing om regels te overtreden
o Sprake van verkeerde intenties, maar dat betekent niet per se dat de actie
mislukt
 Gevolgen (consequences)
o Fouten kunnen zowel negatieve als positieve gevolgen hebben
 Negatief: verlies van tijd, kosten, ongelukken
 Positief: nieuwe inzichten, innovatie, leren van fouten en toekomstige
fouten voorkomen

Gig economy = een arbeidsmarkt waarin tijdelijke, flexibele banen en freelance-opdrachten
centraal staan, in plaats van vaste dienstverbanden.

Organizational behaviors
Hoe gedragen medewerkers zich binnen een organisatie en hoe beïnvloedt dit de prestaties.
 Productive behaviors  dit gedrag draagt bij aan de doelen van de organisatie. Het
verhoogt de efficiëntie, kwaliteit en samenwerking
o Helping co-workers
o Emotional work
o Ethical behavior
o Pro-activity
o Service orientation
o Creativity
o
 Non-productive behaviors  dit gedrag richt niet direct schade aan, maar voegt ook
geen waarde toe. Het draagt niet bij aan de organisatiedoelen en kan tijdsverspilling
zijn
o Loafing (lanterfanten)
o Absenteeism (vaker dan nodig opzettelijk afwezig op werk)
o Lateness (te laat komen)
o Turnover
 Counter-productive behaviors  dit gedrag is schadelijk voor de organisatie. Het
vermindert productiviteit, verstoort samenwerking of veroorzaakt kosten
o Workplace bullying
o Sexual or racial harassment
o Fraud
o Abusive supervision
o Theft
o Sabotage

What’s what & who’s who?
 Worker = een individu die bijdraagt aan het bereiken van collectieve doelen (gig
economy). Een medewerker is tegenwoordig veel autoniemer en onafhankelijker dan
vroeger

,  Manager = een individu die dingen gedaan krijgt door anderen (meestal werkers) in
organisaties
o Management activity: planning, organiseren, leiden en controleren
 Organization = een bewust gecoördineerde sociale eenheid die uit twee of meer
mensen bestaat en relatief continu functioneert om een gemeenschappelijk doel of
reeks doelen te bereiken

Managementstudies: het enige doel hiervan is om te ontdekken hoe en waarom mensen
functioneren en zich gedragen in bepaalde situaties, zodat managers ze effectiever kunnen
benutten

Managementactiviteiten: het takenpakket van managers kan gecategoriseerd worden in vier
verschillende activiteiten:
1. Plannen = een proces waarbij doelen worden gedefinieerd, strategieën tot stand
komen en plannen worden ontwikkeld om activiteiten te coördineren.
2. Organiseren = bepalen welke taken moeten worden uitgevoerd
3. Leiden = motiveren van medewerkers, anderen helpen en eventueel conflicten
oplossen
4. Controleren = alles in de gaten houden om ervoor te zorgen dat alles naar behoren
verloopt

Managementrollen volgens Mintzberg  hij omschreef tien verschillende rollen die kunnen
worden gecategoriseerd in de volgende drie:
1. Interpersonal (interpersoonlijk)
a. Figurehead  Managers vervullen ceremoniële en symbolische taken, zoals
het uitreiken van diploma’s
b. Leader  Ze hebben een leiderschapsrol, waaronder het aannemen, trainen,
motiveren en disciplineren van werknemers
c. Liaison  Ze hebben ook een liaisonrol, waarbij ze relaties onderhouden met
anderen die waardevolle informatie verstrekken, zoals verkoopmanagers die
informatie verkrijgen van interne kwaliteitscontrolemanagers
2. Informational (informatief)
a. Monitor  ontvangt een breed scala aan informatie en fungeert als
zenuwcentrum voor interne en externe informatie van de organisatie
b. Disseminator (verspreider)  draagt informatie die van buitenaf of van
andere werknemers is ontvangen over naar leden van de organisatie
c. Spokesperson (woordvoerder)  draagt informatie over naar
buitenstaanders over de plannen, beleidsmaatregelen, acties en resultaten
van de organisatie. Degene fungeert als expert op het gebied van de industrie
van de organisatie
3. Decisional (beslissend)
a. Entrepeneur (ondernemer)  zoekt binnen de organisatie en haar omgeving
naar kansen en initieert projecten om veranderingen teweeg te brengen
b. Disturbance handler (verstoringsbeheerder)  verantwoordelijk voor
corrigerende maatregelen wanneer de organisatie geconfronteerd wordt met
belangrijke, onverwachte verstoringen

, c. Resource allocator (hulpbronnen toewijzer)  neemt of keurt belangrijke
organisatorische beslissingen goed
d. Negotiator (onderhandelaar)  verantwoordelijk voor het
vertegenwoordigen van de organisatie bij belangrijke onderhandelingen

Management skills
Een andere manier om te kijken naar wat managers doen is via hun skills.
 Technical skills
De vaardigheid om gespecialiseerde kennis of expertise toe te passen. Veel van deze
skills worden ontwikkeld op het werk (niet alleen op school)
 People skills
De vaardigheid om met mensen te kunnen werken, begrijpen en motiveren. Zowel in
groepen als individueel
 Conceptual skills
De vaardigheid om complexe situaties te analyseren en diagnosticeren

Effectieve versus succesvolle managers
Effectieve managers richten zich vooral op communicatie en succesvolle managers op het
netwerken.
 Traditioneel: besluiten maken, plannen en controleren
 Communicatie: uitwisselen van routinematige informatie en het verwerken van
papierwerk
 HR-management: motiveren, disciplineren, conflicten managen en training
 Networking: socialiseren en interactie met buitenstaanders




Gedrag van werknemers in een organisatie is redelijk voorspelbaar
 De drie factoren die het gedrag van mensen binnen organisaties beïnvloeden
o Individu, groep en structuur
 Systematische studie van gedrag/systematisch onderzoek
o Kijken naar relaties
o Om foutieve gevolgtrekkingen te verminderen
o Verhoogt de nauwkeurigheid van voorspellingen over gedrag
o Proberen oorzaken en effecten toe te schrijven
o Conclusies baseren op wetenschappelijk bewijs
 Evidence-based management (EBM)
o Meeste beslissingen worden nog steeds ad hoc genomen
o Door wetenschappelijk bewijs, kan het vakgebied verder gaan dan alleen
intuïtie. Intuïtie is niet per definitie incorrect, maar uit onderzoek blijkt dat
EBM in 10% van de gevallen meer accuraat is.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
MM1234 Vrije Universiteit Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
17
Member since
4 year
Number of followers
0
Documents
27
Last sold
5 days ago

4.3

3 reviews

5
1
4
2
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions