College aantekeningen journalistiek en informatie (S0N83a)

Journalistiek

JOURNALISTIEK
LES 1: INLEIDING EN NIEUWSECOLOGIE: NIEUWSMODELLEN, SPELERS IN HET VELD
EN MEDIACONCENTRATIE
Wat is nieuws: beginvraag

 Nieuwsapp
o Zowel vanuit linker of rechterflank (politiek) hebben ze een app
 Objectiviteit
o We gaan ervan uit dat nieuws onpartijdig zou moeten zijn
o Apps zijn in de appwinkel terug te vinden in categorie nieuws
 Voordelen nieuwsapps
o Je bepaald hoe het naar buiten gaat
o Hoe het verwoord wordt
 Geen check gebeurt
o Rechtstreekse interactie met potentieel kiespubliek
o Geen filterfunctie
 App voornamelijk om
o Kiezers omhoog te krijgen
o Info van kiezers te krijgen door het aanvinken van bepaalde zaken
o Verzamelen data
 Veel tussenvormen
o Veel verpakt als nieuws maar zijn eigenlijk advertenties
 We zijn niet altijd bewust bezig met nieuws
o Incidenteel nieuwsgebruik veel toegankelijker
o We hebben geen tabloids
 Wel populaire kranten
 Altijd verkoop aspect
o Boodschappen van algemeen nut (tv)

Communicatieproces = het proces waardoor een zender bewustzijnsinhoud overdraagt of tracht over
te dragen aan een of meer ontvangers en dit door middel van een kanaal, signalen en tekens
(Faucounnier)

 6 elementen
 Signalen
o Stroomstoten, impulsen
o Tekens worden hierdoor gestuurd
 Optisch, acoustisch, …
 We gaan veranderen aan boodschap
o Inleven in ontvanger
 Hoe de persoon denkt, wat die denkt,…
o Draagt betekenis

FASEN

4 fasen

1) Coderen
2) Tekens omzetten in signalen
a. Nodig om op maat van kanaal materiaal door te sturen
3) Door kanalen sturen naar ontvanger
a. Je kan juiste woorden gebruiken, maar kan verkeerd geïnterpreteerd w
1

,Journalistiek
4) Ontvanger decodeert en interpreteert

Problemen: ruis, onvolledige weergave van gedachte,…

 Niet overgekomen zoals bedoeld
 Ook zo bij nieuwsoverdracht
o Kan te maken hebben met vertaling journalist
o Bron is niet blij met hoe item aanbod komt in het nieuws

WAAR KAN HET MISGAAN

Selectief uitzenden

 Kan te maken hebben met standpunt van nieuwsredactie
 Hangt af van interesse onderwerp
 Je moet het vertalen zodat het het doelpubliek bereikt
 Ideologische achtergrond

Selectieve kennisname

 Ontvangerskant
 Er is information overload
o Selectief in zaken die we opnemen
o Kennisname komt niet helemaal over

Selectieve aandacht

 Niet altijd hyperfocus

Selectieve waarneming

 Eigen achtergrond en zaken op andere manier waarnemen dan andere
 Mensen die ideologische tinten nog hebben vatten dingen anders op

Selectief onthouden

 Er blijven wel fragmenten hangen
 Onthouden op lange termijn gebeurt op framing manier
o Nieuwe elementen aan vasthaken
o Onthouden uitbreiden
o Veel zaken die snel wegglijden

Selectief aanvaarden

 Hoe het publiek staat tov topics
 Journalistiek stuk  voor en tegens
 Eigen achtergrond

Selectief over dingen praten

 Dingen die opgevallen zijn




COMMUNICATIEMODELLEN



2

,Journalistiek




 Idee dat we perfect alles in het hoofd van mensen kunnen planten
o Utopie
 Almacht van mediatheorie klopt niet
o Altijd dingen niet doorgekomen

LES 2




Lasswell

 5 componenten
 Control research
 Content research
o Op welke manier een bericht gebracht wordt
 Medium research
o Kanaal zal bepalend zijn
o Hoe zaken aanbod komen
 Audience research
o Openbare omroep moet er zijn voor alle Vlamingen
 Staan richtcijfers in
o Kijken naar ontvanger
 Effect research
o Korte en lange termijn publiek info geven
o Info en kennis opbouwen
o Onthouden wat er gezegd is




3

, Journalistiek




Shannon en Weaver

 6 componenten
 Openbare omroep is enige die via overheid inkomen krijgt




Model Maletzke

 Communicator: begint met psychologisch element
o Hoe ziet hij zichzelf? Persoonlijkheidskenmerken?
o Journalisten: mensen om informatie vragen
 Hangt af met rolpercepties
 Hoe jij jezelf ziet in het veld
 Hangt af van team
 Zorgen ook voor bepaalde richtlijnen
 Zal zijn product moeten pitchen om het te mogen publiceren
 Hangt rond organisatie
 Hiërarchie
 Verschillende segmenten werken samen
 Organisatie moet beslissen wie wat uitwerkt
 Sociale omgeving
 Breder dan werkredactie
 Communicator heeft ook eigen achtergrond (los van werkomgeving)
 Publieke karakter
 Soms mensen tegen zichzelf beschermen
 Publieke druk
 Ontvanger: zelfbeeld ontvanger
o Gaat in contact komen met zender door feedback
o Wie ben ik zelf als gebruiker van nieuwsmedium?
 Veel macht over wat die ziet als goed nieuws
o Persoonlijkheidsstructuur

4