Leerpad C: maatschappelijke kwetsbaarheid
OPGELET: open vragen op examen, boekje kansendans
PPT
- Armoede= een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het
individuele en collectieve bestaan, in die mate dat men geen leven kan leiden dat voldoet aan de
menselijke waardigheid. Hierdoor ontstaat een kloof met de rest van de samenleving. Deze kloof,
die in de samenleving wordt ge(re)produceerd, kan en niet op eigen kracht overbruggen.
o Netwerk van sociale uitsluiting= 10 levensdomeinen
De buitenkant van het armoedeweb:
1. Onderwijs
2. Vrije tijd
3. Huisvesting/wonen
4. Gezondheid
5. Inkomen
6. Hulpverlening
7. Justitie
8. Sociale contacten
9. Arbeid en tewerkstelling
10. Gezin
10 levensdomeinen die met elkaar verbonden zijn en die elkaar beïnvloeden
o Meerdere gebieden= binnenkant van het armoedeweb
Is zeer sterk verbonden met buitenkant, als je opgroeit als kind of als
jongvolwassenen slechte huisvestiging, heel grote impact op gezondheid en ook
andere zaken
8 gebieden:
Uitsluiting
Woede
Niet kunnen
Niet kennen
Moedeloosheid
Schaamte
Negatief zelfbeeld
Schuldgevoel
Gedrag die mensen tonen komt voort uit gevoelens
o Hefbomen: zijn nodig om mechanisme in gang te houden
1. Huisvesting
2. Inkomen
3. Onderwijs
Zijn hefbomen die mensen in armoede krijgen, zodat we samen met mensen uit dat
web kunnen halen
Huisvesting en inkomen kan in beleid een verschil maken (onderwijs iets moeilijk):
dit zijn hefbomen waarin overheid keuzes kan maken, overheid kiest waar ze haar
geld in investeert
Regering geeft uitkeringen van sociale zekerheid, deze optillen tot Europese
armoedegrens, hervorming van groeipakket zodat inkomenskloof van mensen in
armoede verkleind worden
OPGELET: open vragen op examen, boekje kansendans
PPT
- Armoede= een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het
individuele en collectieve bestaan, in die mate dat men geen leven kan leiden dat voldoet aan de
menselijke waardigheid. Hierdoor ontstaat een kloof met de rest van de samenleving. Deze kloof,
die in de samenleving wordt ge(re)produceerd, kan en niet op eigen kracht overbruggen.
o Netwerk van sociale uitsluiting= 10 levensdomeinen
De buitenkant van het armoedeweb:
1. Onderwijs
2. Vrije tijd
3. Huisvesting/wonen
4. Gezondheid
5. Inkomen
6. Hulpverlening
7. Justitie
8. Sociale contacten
9. Arbeid en tewerkstelling
10. Gezin
10 levensdomeinen die met elkaar verbonden zijn en die elkaar beïnvloeden
o Meerdere gebieden= binnenkant van het armoedeweb
Is zeer sterk verbonden met buitenkant, als je opgroeit als kind of als
jongvolwassenen slechte huisvestiging, heel grote impact op gezondheid en ook
andere zaken
8 gebieden:
Uitsluiting
Woede
Niet kunnen
Niet kennen
Moedeloosheid
Schaamte
Negatief zelfbeeld
Schuldgevoel
Gedrag die mensen tonen komt voort uit gevoelens
o Hefbomen: zijn nodig om mechanisme in gang te houden
1. Huisvesting
2. Inkomen
3. Onderwijs
Zijn hefbomen die mensen in armoede krijgen, zodat we samen met mensen uit dat
web kunnen halen
Huisvesting en inkomen kan in beleid een verschil maken (onderwijs iets moeilijk):
dit zijn hefbomen waarin overheid keuzes kan maken, overheid kiest waar ze haar
geld in investeert
Regering geeft uitkeringen van sociale zekerheid, deze optillen tot Europese
armoedegrens, hervorming van groeipakket zodat inkomenskloof van mensen in
armoede verkleind worden