100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Meten en Diagnostiek 1

Rating
-
Sold
-
Pages
53
Uploaded on
06-06-2025
Written in
2024/2025

Uitgebreide samenvatting van alle hoorcolleges van Meten en Diagnostiek 1. Cijfer behaald met deze samenvatting: 9.3.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 6, 2025
Number of pages
53
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hoorcollege 1 Introductie & Ethiek

Diagnostiek = het door en door leren kennen van een situatie met als een beslissing te kunnen
nemen. Oftewel het zorgvuldig begrijpen van een situatie, zodat een interventie of actie kan
plaatsvinden.

Psychodiagnostiek = specifieke tak van diagnostiek die gefocust is op het gebied van psychosociaal (=
focust zich op de interactie tussen psychologische (emoties, cognitie en gedrag) en sociale
(omgeving/maatschappelijke) factoren) functioneren. Bij psychosociale diagnostiek wordt vaak
vragenlijsten, interviews en observaties ingezet om een compleet beeld te krijgen van iemands
psychosociale situatie. Hierbij wordt er rekening gehouden met:

- Betrouwbare en valide beschrijving van psychosociale werkelijkheid.
- Mogelijke verklaringen voor problemen.
- Verklaringen toetsen -> kijken of diagnostiek accuraat en kloppend is (is de test
betrouwbaar/valide?).

Psychosociale diagnostiek is een wetenschappelijke diagnostiek. Dit houdt in dat de diagnostiek
idealiter herhaalbaar is (de test geeft op verschillende tijds momenten bij, herhaaldelijk gedrag,
dezelfde uitkomst. Als een patiënt depressie heeft, dan hoort de test dezelfde depressie te scoren te
geven op maandag als op vrijdag (mits het gedrag hetzelfde blijft, dus niet dat iemand opeens de
loterij wint of iets dergelijks) én dat de test idealiter de werkelijkheid nadert. Dit betekent dat de test
zo dichtbij de werkelijkheid probeert te komen. Bij beide punten benoemen we dat het idealiter is,
doordat meetfouten altijd gemaakt worden en niet te voorkomen zijn. Ondanks de meetfouten die
altijd gemaakt zijn, zien we toch dat wetenschappelijke diagnostiek een hogere betrouwbaarheid
heeft dan niet-gestandaardiseerde tests:

- 0-50% inter-rater betrouwbaarheid zien we bij niet-gestandaardiseerde interviews en tests.
- 60-70% inter-rater betrouwbaarheid bij gestandaardiseerde interviews en tests.

Bij wetenschappelijke diagnostiek worden vaak moeilijke en complexe constructen getest. Daarom is
het van belang om goede tests te ontwikkelen die herhaaldelijk het construct accuraat, betrouwbaar
en valide meten. Toch zijn er problemen die zich opdoen bij wetenschappelijke diagnostiek:

- Beperkte tijd niet iedereen kan uitgebreid onderzocht worden, door een gebrek aan tijd/geld
voor uitgebreid onderzoek.
- Confirmation bias neiging om nieuw bewijs te interpreteren als bevestiging van bestaande
overtuiging/theorie. Als je een hypothese hebt opgesteld, dan ben je geneigd om al het
bewijs dat vóór deze hypothese is te geloven en interpreteren als waar voor je hypothese.
- Beschikbaarheidsheuristiek neiging om te focussen op alleen die symptomen die verband
houden met hoog prevalente aandoeningen. Als iemand druk gedrag vertoont is het vaak
makkelijk en snel om diegene snel de diagnose ADHD te geven, doordat dit een hoog
prevalente aandoening is. Overigens moet er ook goed gekeken worden naar andere
symptomen, om te kijken of de diagnose wel echt kloppend is.

De diagnostische tests gaat als volgt:

1. Probleemanalyse identificeren en begrijpen van het probleem of klachten van een persoon.
2. Classificatie en diagnosestelling toewijzen van een diagnose op basis van gestandaardiseerde
criteria/uitkomst van tests, interviews en observaties.
3. Planning behandeling opstellen van een behandelplan op basis van diagnose en behoefte
patiënt.

, 4. Evaluatie behandeling tests en behandeling controleren op effect en kijken of aanpassingen
nodig zijn.
5. Zelfkennis zorgen dat patiënt inzicht krijgt in eigen gedrag, emoties en gedachten via
diagnostische tests.
6. Kennisvergaring wetenschappelijk onderzoek verder onderzoek naar tests en deze
verbeteren op basis van wetenschappelijke bevindingen en ontwikkelingen (niet altijd aan de
orde).

De voornaamste doelen waar diagnostiek voor wordt ingezet zijn het meten van intelligentie,
persoonlijkheid en neuropsychologie. Maar er zijn ook veel andere doelen waarvoor diagnostiek
ingezet wordt.

De belangrijkste vaardigheden als psycholoog zijnde, zijn:

1. Op de hoogte zijn van psychometrische waarde (kwaliteit, betrouwbaarheid, validiteit en
normering van de tests die je aflegt).
2. Op een ethische manier tests afnemen om kennis te vergaren.

Een volgorde binnen de praktijk waarop diagnostiek vaak plaatsvindt:

1. Doorverwijzing huisarts er wordt door de patiënt/ouders van patiënt vragenlijsten ingevuld
om een eerste interpretatie van het probleem te constateren. Dit is een belangrijke stap. Als
het hier mis gaat, dan gaat het ook mis in vervolgonderzoek.
2. Intake polikliniek
3. Psychologie onderzoek
4. Psychiatrisch onderzoek mits medicatie noodzakelijk is.

Tests spelen een steeds grotere rol in onze maatschappij. We objectiveren mentale eigenschappen,
om er zo iets over te kunnen zeggen. Dit brengt overigens ook gevaren met zich mee binnen
testgebruik:

- Meet een test wat deze beoogt te meten? (validiteit).
- Hoe en onder welke omstandigheden moet een test worden afgenomen? (als je een kind test
in een stille ruimte, terwijl hij normaliter het problematische gedrag vertoont in een druk
klaslokaal, dan kan de test niet een juiste uitkomst geven -> betrouwbaarheid. Daarnaast
moet de onderzoeker objectief blijven (bijv. niet aardiger zijn naar de ene patiënt en de
andere patiënt anders behandelen) en moet de handleiding nauwkeurig opgevolgd worden
(iedereen moet dezelfde instructies krijgen).
- Is een verkorte versie van een test even betrouwbaar? (om tijd/budget redenen kan het soms
handig zijn om verkortere versies van tests in te zetten. Overigens moeten deze wel even
betrouwbaar en valide zijn).
- Hoe is de referentiegroep bepaald? (de controlegroep waar de score tegenover gezet wordt,
moet wel representatief zijn. Als je IQ van een IQ-test controleert met een controlegroep
waar alleen maar vwo’ers in zitten, dan heb je geen representatieve controlegroep).
- Hoeveel onderzoek is er gedaan? (op basis van 1 test kan vaak niet een duidelijk en coherente
diagnose gesteld worden/uitspraken worden gedaan over het gedrag van iemand. De score
van een test kan toeval zijn of omgevingsfactoren kunnen
van invloed zijn).

,Tests = gestandaardiseerde procedure voor het nemen van een steekproef van gedrag, beschreven in
categorieën of scores. Het belang van instrumenten is dan ook een beschrijving kunnen geven van
gedrag.

Gestandaardiseerd = vaste, uniforme manier om een test uit te voering. Afnameprocedure is gelijk,
score is objectief (er zijn vaste regels om antwoorden te beoordelen) en de resultaten kunnen
vergeleken worden (er zijn normen of referentiewaarden om resultaten te kunnen interpreteren).
Standaardisatie zorgt ervoor dat testen betrouwbaar en valide is en dat er dus een predictie van
gedrag gemaakt kan worden. Standaardisatie maakt de test herhaalbaar en hetzelfde voor iedereen.

Toch bevat elke test meetfouten. De klassieke formule voor testtheorie is: X =T + e . Hierbij is X
(testscore), T (ware score) en e (meetfout). De daadwerkelijke score weten we nooit precies.
Mogelijke meetfouten zijn:

- Veel psychologische concepten zijn niet perfect gedefinieerd. Wat is IQ? Iedereen heeft hier
een andere definitie van, waardoor het moeilijk is om dit precies te meten.
- Vragen worden verkeerd gelezen/geïnterpreteerd.
- Sociaal wenselijke antwoorden of context (voorbeeld gevangenis: als je aan een gevangenen
vraagt of hij in veel gevechten is geweest afgelopen week dan kan hij misschien zeggen nee.
In de gevangenis kunnen er dagelijks gevechten plaatsvinden en het kan zo zijn dat hij bijv.
maar in eentje mee heeft gevochten. Dit is voor een niet-gedetineerde misschien wel vaak,
maar voor de gedetineerde zelf niet). Om dit op te lossen moeten vragen duidelijk gesteld
worden (bijv. wat houdt vaak in?).
- Handleiding niet precies gevolgd. Onderzoekers die niet precies de handleiding afgaan.
Hierdoor kunnen resultaten tussen participanten verschillen.

Bij een gestandaardiseerde test (test waarbij iedereen dezelfde handleiding opvolgt, zodat dezelfde
conclusies getrokken kunnen worden) horen de volgende kenmerken:

1. Herhaalbaarheid mits het te meten construct gelijk blijkt, hoort de test dezelfde score te
geven (betrouwbaarheid).
2. Volledigheid bij sommige tests kunnen er maar een beperkt aantal items gevraagd worden.
Overigens bestaan sommige diagnoses uit verschillende aspecten en al deze aspecten
moeten wel gevraagd worden om een goede diagnose tot stand te kunnen brengen. Bijv.
depressie bestaat uit vijf aspecten, daarom moeten er minimaal vijf items zijn in een
vragenlijst over depressie.
3. Scores constructen uitdrukken in een getal. Na de test moet gekeken worden naar de globale
score van de test. Bijv. bij depressie: er moet gekeken worden naar alle vijf de aspecten en
dus niet alleen naar de score van één aspect.
4. Interpretatie scores uit de test komt een ruwe score (testscore). Interpretatie van deze score
kan op twee manieren gedaan worden:
a. Vergelijking met een afkapwaarde een waarde instellen waarna een probleem
vastgesteld wordt/een gedrag geconstateerd wordt. Bijv. bij een minimale score van
11 heeft iemand depressie. Dit wordt vaak gebruikt bij ontwikkelingspsychologie/bij
tests met kinderen.
b. Vergelijking met normgroep er is een referentiegroep waarmee de score/uitkomst
vergeleken wordt. Dit wordt vaak ingezet in de klinische praktijk.
5. Predictie non-test gedrag als er uit de test een bepaalde voorspelling komt, dan moet dit ook
gereflecteerd worden in het non-test gedrag van de participant/patiënt. Wanneer dit
overeenkomt, dan heeft de test een goede validiteit.

, Over het testgebruik in Nederland zijn verschillende instituten die testkwaliteit en beroepsethiek
waarborgen: NIP (Nederlands Instituut van Psychologen) en NVO (Nederlandse Vereniging van
Pedagogen en Onderwijskundigen).

Wanneer je als onderzoeker instrumenten wilt inzetten om bepaalde dingen te testen, dan moet dit
aan twee eisen voldoen:

1. Psychometrische eisen het moet voldoen aan de eisen van COTAN.
2. Ethisch gebruik er moet voldaan worden aan de algemene regels voor testgebruik.

COTAN = COmmissie Test Aangelegenheden Nederland. Zij informeren testgebruikers over de
kwaliteit van instrumenten en geven testmakers feedback over de kwaliteit van hun instrumenten. Er
zijn een paar punten waar zij naar kijken:

- Uitgangspunten testconstructie wat is de meetpretentie (= doel van de onderzoeker met de
test), doelgroep (kan iedereen van de doelgroep goed de test uitvoeren? Ouderen kunnen
bijv. minder goed met een IPad omgaan) en functie (wat is de praktijk gerichte functie van
deze test?) van de test.
- Standaardisatie kwaliteit van testmateriaal en handleiding.
- Normen representatieve vergelijkingsgroep/ een juiste afkapwaarde.
- Betrouwbaarheid consistentie/herhaalbaarheid in testscore.
- Validiteit meet een test wat deze beoogt te meten?

Het bestaan van de COTAN is belangrijk, gezien er in de klinische praktijk erg veel verschillende tests
zijn, waarvan er veel niet onderzocht zijn op kwaliteit. Dit was vooral vroeger een probleem. Toen
werd er veelal gebruik gemaakt van subjectieve tests, waarbij zelf gevoelens getekend moesten
worden. Als we kijken naar de scores, zien we dat er veel
theoretische achtergrond mist en dat er vaak weinig kwaliteit,
betrouwbaarheid en normen waren. Tegenwoordig wordt er
meer gebruik gemaakt van objectieve metingen die de focus
leggen op intelligentie en persoonlijkheid en getest zijn.
Validiteit blijft vaak lastig om te meten/onderzoeken, doordat
dit tijdsintensief is en dus veel geld kost.

Beroepsethiek/-code = geeft algemene standaard voor testgebruik. Onderzoekers moeten een
duidelijk doel hebben voor hun onderzoek (het onderzoek moet niet voor niets zijn), integer en
respectvol zijn en moeten rekening houden met de participanten. Hierbij hoort ook rekening houden
met eventuele beperkingen van participanten. Wanneer participanten moeite hebben met de test, is
het noodzakelijk voor de onderzoeker om ondersteunend en geduldig te zijn en hulp te bieden aan
de participant waar nodig is. Onderzoekers moeten voldoen aan de volgende eisen:

- Onderzoek moet relevant zijn.
- Afname van onderzoek moet gedaan worden door bevoegden.
- Respect voor psychische en lichamelijke integriteit.
- Geheimhoudingsplicht.
- Informed consent.
- Onafhankelijk en objectief oordeel.
- Rapportage/test zonder jargon (= moeilijke woorden). Hierdoor kan iedereen de
test/rapportage begrijpen.

De belangrijkste termen hierbij zijn: verantwoordelijk, integer, respectvol en deskundig.
$7.22
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
FLesagee

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
FLesagee Vrije Universiteit Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
3
Member since
8 months
Number of followers
0
Documents
14
Last sold
1 month ago
Psychologie Samenvatting & Verslagen

Vind je het moeilijk om te leren voor tentamens? Heb je geen idee hoe je moet beginnen met je verslagen? In mijn winkel heb je alles om jouw studie Psychologie een succes te maken! Met uitgebreide samenvattingen en hoog beoordeelde verslagen is jouw studiesucces een garantie!

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions