INCLUSIEF ONDERWIJS EN PASSENDE
ZORG
SAMENVATTING LESEMAN
INLEIDING
BEGRIPSBEPALING
Er is spraken van ongelijke onderwijskansen als de gemiddelde schoolprestaties van leerlingen uit een bepaalde
maatschappelijke groep achterblijven bij een bepaalde maatschappelijke norm. Er kunnen sociale, culturele en
eventueel genetische verklaringen voor zijn. Nu gaat de aandacht vooral naar sociaaleconomische status en
migratiegroep.
VERHEFFEN OF VERZORGEN?
Onderwijsachterstand staat in het teken van verheffen. De kinderen hebben het recht om allemaal hetzelfde
speelveld te hebben. Bij passend onderwijs gaat het juist om verzorgen.
ONGELIJKE ONDERWIJSKANSEN: STAND VAN ZAKEN
VERSCHILLEN IN ONDERWIJSKANSEN IN NEDERLAND
Kinderen van laagopgeleide ouders lopen na de basisschool nog steeds achter op reken en taalniveau. Terwijl
kinderen met een migratieachtergrond hier een inhaalslag doen en dit vrij wel bijhalen met uitzondering van
Marokkaanse kinderen minder sterk, en Turkse kinderen helemaal niet.
VROEGE EN VOREG TOENEMENDE VERSCHILLEN
Ongelijkheid is terug te vinden in de vroege kindertijd en zelfs tijdens de zwangerschap omdat migratie ouders/
ouders van laag sociaaleconomische status vaak te maken hebben met meer stress door armoede en andere
stressvolle omstandigheden. Dit beïnvloedt de ontwikkeling van cognitieve en emotionele ontwikkeling.
EFFECTEN VAN (VROEG) ONDERWIJS
Het onderwijs dempt vaak de toename van de verschillen maar zorgt er niet voor dat de verschillen
verminderen. Door deelname aan voorschoolse opvang kunnen deze verschillen kleiner worden. Op het
rekengebied is er meer inhaalslag zichtbaar en vooral bij Surinaamse, Antilliaanse en niet-Nederlandse
westerse migratieachtergronden maar minder bij Marokkaanse of Turkse.
TAAL VS REKENEN
Het is makkelijker om sociaaleconomische verschillen terug te dringen in het rekenonderwijs dan in het
taalonderwijs. Vooral begrijpend lezen blijft hardnekkig ten opzichte van technisch lezen. Het gaat vooral om
problemen bij academische woorden, complexe grammatica en betoogvormen. Dit zijn vormen die in het alle
daagse leven ook niet zo snel gebruikt worden.
Het verschil tussen taal en rekenen kan ontstaan zijn omdat voor rekenen voor veel kinderen nieuwe stof
wordt gegeven en bij taal niet.
ZORG
SAMENVATTING LESEMAN
INLEIDING
BEGRIPSBEPALING
Er is spraken van ongelijke onderwijskansen als de gemiddelde schoolprestaties van leerlingen uit een bepaalde
maatschappelijke groep achterblijven bij een bepaalde maatschappelijke norm. Er kunnen sociale, culturele en
eventueel genetische verklaringen voor zijn. Nu gaat de aandacht vooral naar sociaaleconomische status en
migratiegroep.
VERHEFFEN OF VERZORGEN?
Onderwijsachterstand staat in het teken van verheffen. De kinderen hebben het recht om allemaal hetzelfde
speelveld te hebben. Bij passend onderwijs gaat het juist om verzorgen.
ONGELIJKE ONDERWIJSKANSEN: STAND VAN ZAKEN
VERSCHILLEN IN ONDERWIJSKANSEN IN NEDERLAND
Kinderen van laagopgeleide ouders lopen na de basisschool nog steeds achter op reken en taalniveau. Terwijl
kinderen met een migratieachtergrond hier een inhaalslag doen en dit vrij wel bijhalen met uitzondering van
Marokkaanse kinderen minder sterk, en Turkse kinderen helemaal niet.
VROEGE EN VOREG TOENEMENDE VERSCHILLEN
Ongelijkheid is terug te vinden in de vroege kindertijd en zelfs tijdens de zwangerschap omdat migratie ouders/
ouders van laag sociaaleconomische status vaak te maken hebben met meer stress door armoede en andere
stressvolle omstandigheden. Dit beïnvloedt de ontwikkeling van cognitieve en emotionele ontwikkeling.
EFFECTEN VAN (VROEG) ONDERWIJS
Het onderwijs dempt vaak de toename van de verschillen maar zorgt er niet voor dat de verschillen
verminderen. Door deelname aan voorschoolse opvang kunnen deze verschillen kleiner worden. Op het
rekengebied is er meer inhaalslag zichtbaar en vooral bij Surinaamse, Antilliaanse en niet-Nederlandse
westerse migratieachtergronden maar minder bij Marokkaanse of Turkse.
TAAL VS REKENEN
Het is makkelijker om sociaaleconomische verschillen terug te dringen in het rekenonderwijs dan in het
taalonderwijs. Vooral begrijpend lezen blijft hardnekkig ten opzichte van technisch lezen. Het gaat vooral om
problemen bij academische woorden, complexe grammatica en betoogvormen. Dit zijn vormen die in het alle
daagse leven ook niet zo snel gebruikt worden.
Het verschil tussen taal en rekenen kan ontstaan zijn omdat voor rekenen voor veel kinderen nieuwe stof
wordt gegeven en bij taal niet.