INHOUDSOPGAVE
1. Salto ..........................................................................................................................................2
2. Flik .............................................................................................................................................4
3. Rekstok: achterwaartse buikdraai .............................................................................................6
4. Werken met ondersteunende rollen binnen gymnastiek ............................................................8
5. Evalueren binnen gymnastiek .................................................................................................. 10
Lln → leerlingen
≠ → verschillende
# → aantal
Zwp → zwaartepunt
MT → minitrampoline
Aw → achterwaarts
Vw → voorwaarts
1
, 1. SALTO
WAAROM?
Eindtermen & leerplannen zijn heel open
o In het katholiek onderwijs worden rotaties rond breedte-, diepte- en lengteas &
trampoline gegeven
o → toch geen eindvorm vrije salto (soms wel in de sportrichtingen)
Niet aangeraden voor de gemiddelde lln
Er is geen horizontale aanloopsnelheid die omzet in verticale snelheid vereist op
een tuintrampoline → geen garantie om vrije salto te lukken in onderwijs
Helpersfunctie vraagt nodige timing
Toetssalto & salto met hoge mattenberg komt vanaf 2de graad meer aan bod
BEWEGINGSBESCHRIJVING
1) Aanloop & aansprong
o Aanloop: versnellend & explosief
o Aansprong (afstoot):
Verre aansprong voor de MT
Lichaamszwp achter afzetpunt, m.a.w. schouders/heupen achter voeten
Armen achter of thv heupen
2) Afstoot in de minitrampoline (MT)
o → horizontale snelheid wordt omgezet in verticale snelheid
o Armen gaan van achter tot opwaarts (net binnen gezichtsveld houden)
o Romp is rechtop tijdens stijgfase
3) Buiging
o Actief klein bolletje maken → vergroot rotatiesnelheid
o Handen gaan naar schenen
4) Strekking & landing
o Start als rotatie ¾ is
o Buig door benen om landing op te vangen
o Armen schuin opwaarts of voorwaarts
OPBOUW
Basisschool:
o Ervaring opdoen met diepspringen, op- en afspringen, aanspringen naar springplank of
MT
o Bank of plintdeel gebruiken voor MT
2
1. Salto ..........................................................................................................................................2
2. Flik .............................................................................................................................................4
3. Rekstok: achterwaartse buikdraai .............................................................................................6
4. Werken met ondersteunende rollen binnen gymnastiek ............................................................8
5. Evalueren binnen gymnastiek .................................................................................................. 10
Lln → leerlingen
≠ → verschillende
# → aantal
Zwp → zwaartepunt
MT → minitrampoline
Aw → achterwaarts
Vw → voorwaarts
1
, 1. SALTO
WAAROM?
Eindtermen & leerplannen zijn heel open
o In het katholiek onderwijs worden rotaties rond breedte-, diepte- en lengteas &
trampoline gegeven
o → toch geen eindvorm vrije salto (soms wel in de sportrichtingen)
Niet aangeraden voor de gemiddelde lln
Er is geen horizontale aanloopsnelheid die omzet in verticale snelheid vereist op
een tuintrampoline → geen garantie om vrije salto te lukken in onderwijs
Helpersfunctie vraagt nodige timing
Toetssalto & salto met hoge mattenberg komt vanaf 2de graad meer aan bod
BEWEGINGSBESCHRIJVING
1) Aanloop & aansprong
o Aanloop: versnellend & explosief
o Aansprong (afstoot):
Verre aansprong voor de MT
Lichaamszwp achter afzetpunt, m.a.w. schouders/heupen achter voeten
Armen achter of thv heupen
2) Afstoot in de minitrampoline (MT)
o → horizontale snelheid wordt omgezet in verticale snelheid
o Armen gaan van achter tot opwaarts (net binnen gezichtsveld houden)
o Romp is rechtop tijdens stijgfase
3) Buiging
o Actief klein bolletje maken → vergroot rotatiesnelheid
o Handen gaan naar schenen
4) Strekking & landing
o Start als rotatie ¾ is
o Buig door benen om landing op te vangen
o Armen schuin opwaarts of voorwaarts
OPBOUW
Basisschool:
o Ervaring opdoen met diepspringen, op- en afspringen, aanspringen naar springplank of
MT
o Bank of plintdeel gebruiken voor MT
2