Gevolgenethiek
Deugdethiek
Zorgethiek
Ethische gevoeligheid
Morele ontwikkeling
Zondebokmechanisme
Beginselen ethiek:
Immanuel kant is een man die ethische ideeën had die aanslaan over de hele wereld. Hij schreef
werken over allerlei onderdelen binnen de filosofie waarvan de ethiek er slechts één was
Met zijn ethiek een van zijn meest invloedrijke filosofische theorie en tot op de dag van vandaag
handelen en redeneren mensen op de manier die hij voorschrijft.
De beginselen ethiek zo heet de ethiek van kant is dat het uitgaat van de hersencapaciteit van
mensen. Kant zegt dat alle mensen met elkaar in gemeen hebben dat ze kunnen nadenken en het is
precies dat nadenken dat ervoor zorgt dat we kunnen oordelen over goed en fout.
Vb. melding maken kindermishandeling-> wel of geen melding maken
Volgens kant moeten we ons eigen denkvermogen gebruiken. Dat klinkt vandaag de dag logisch, maar
voordat Immanuel kant leefde was het gebruikelijk dat je andere liet beslissen over goed en kwaad je
liet dat over aan bijvoorbeeld de kerk aan het dorpshoofd aan de koning. Volgens kant was dat geen
goede zaak. Mensen zijn ertoe in staat om zelf na te denken en daarom is het zelfs verplicht zegt de
kant. Daarom wordt zijn beginselen ethiek ook wel plicht ethiek genoemd.
Kant stelt dus dat we allemaal moeten nadenken over wat het goede is om te doen. Om uit te leggen
hoe je in het nadenken komt tot een besluit over het goede komt kant met het zogenaamde
categorisch imperatief dat klinkt moeilijk, maar is eigenlijk een vrij simpele stelregel die je helpt te
bepalen of je handeling goed is of niet en dat gaat als volgt ->
Bij een ethisch dilemma moet je zodanig handelen dat mijn handelen een algemene regel zou kunnen
zijn:
Vb: stel dat ik lekker ligt te chillen op het waalstrand. Ik heb net een biertje op en ik twijfel of ik op ga
staan om een blikje In de prullenbak te gooien of dat ik het gewoon in het zand weggooi. Als ik het
categorisch imperatief toepas dan redeneer ik als volgt: Als het een algemene regel zou zijn om je
lege blikje in het zand te gooien. Hoe zou dat dan uitpakken? Niet moeilijk voor te stellen dat
wanneer iedereen zijn lege blikjes in het zand gooit het waalstrand binnen no time op een vuilnisbelt
lijkt. Je moet dus wel tot de conclusie komen dat dat niet een algemene regel zou kunnen zijn en wat
als de algemene regels zou zijn dat mensen hun blikjes in de prullenbak gooien
-> Dan blijft het strand super schoon. Het is de ethische goede beslissing om het blikje te gooien in de
prullenbak. Bij het categorische imperatief kant heeft nauwelijks nog een stelregel namelijk dat je de
medemens ziet als doel en niet als middel. Stel dat je mensen moet behandelen op een manier die
ethisch is van zichzelf en niet om er iets anders mee gedaan te krijgen.
Vb: enorm aardig doen tegen mijn baas volgens dat categorisch imperatief zou dat ethisch goed zijn,
want als iedereen aardig doet tegen zijn baas dan wordt het een stukje gezelliger. Maar stel dat ik niet
,aardig tegen hem ben, omdat ik gewoon aardig wil zijn, maar omdat ik hoop dat hij mijn
loonsverhoging gaat geven eigenlijk kan ik mijn baas niet uitstaan, maar als ik net als of doe dan geeft
hij me vast meer geld.
In dit geval zegt kant dat je je baas aan het gebruiken bent als middel namelijk als middel om meer
geld te krijgen. Dat is niet ethisch juist want je moet mensen niet zien als middel maar als doel.
In dit voorbeeld zie je baas of doel als je aardig tegen hem bent, om het aardig zijn. Het aardig zijn is
dan niet een middel om geld te krijgen maar is een doel op zich
Gevolgen ethiek:
Utilisme is niet uitgevonden door John Stuart Mill. Maar wel de ethische theorie een stuk ontwikkeld
en beroemder gemaakt. Bedacht principe volledig vrij te zijn om te doen en laten wat je wil mits je
daarmee geen andere schaats. Principe wordt vandaag de dag nog gebruikt. Voorstander
vrouwenrechten.
Utilisme ethische theorie omdat het probeert uit te leggen welke handelingen goed zijn en welke
slecht.
Het utilisme is een ethische theorie, omdat het probeert uit te leggen welke handelingen goed zijn en
welke slecht. Het gebruikt daarbij de volgende stelregel: een handeling is ethisch juist als het meer
netto geluk oplevert dan elke andere mogelijke handeling.
Vb: dakloze heeft 1 euro nodig voor slapen, maar jij wilde die 1 euro besteden aan chips.
john Stuart mill zou zeggen dat je je moet afvragen wat het meeste geluk oplevert : jij die een zak
chips eet of de dakloze die 's nachts binnen kan slapen? Voor de daklozen is de euro veel meer waard
dan voor jou dus Het is ethisch het juiste om de euro af te staan.
Het utilisme gaat er dus vanuit dat je moet handelen op een manier die het grootste geluk oplevert
een belangrijk dat beseffen is dat handelingen die geluk opleveren voor meerdere mensen tegelijk
heel erg effectief zijn. Al het geluk van de verschillende mensen mag je namelijk bij elkaar optellen.
Daarom stelt het utilisme dat het forum farmaceutische bedrijf ethisch beter is om medium medicatie
te maken voor een ziekte waar veel mensen last van hebben dan voor een ziekte die heel erg
zeldzaam is. Als er meer mensen worden geholpen met het medicijn levert dat namelijk meer geluk
op dan wanneer er maar een paar mensen baat erbij hebben.
Het utilisme is daarmee een soort van wiskunde ethiek je telt al geluk om dat een handeling oplevert
en vergelijk dat met het totale geluk dat de andere handeling op het leven. Vervolgens kies je voor
een handeling die het meeste geluk oplevert.
Voor de utilistische houding moet er veel discipline zijn. Veel mensen zijn toch wel geneigd om de
handeling te kiezen die het meeste geluk oplevert voor zichzelf. (Natuurlijk is het heel fijn voor die
daklozen als ik hem die euro geef, maar ik heb echt zin in chips). Formeel is deze houding ethisch
verkeerd: Je moet handelen naar het grootste geluk voor de wereld als geheel en je eigen geluk krijgt
daarbij dus geen voorrang. John Stuart Mill is met zijn ethiek uitsluitend bezig met de gevolgen die
een handeling heeft.
,Het geluk dat een handeling oplevert is immers altijd een gevolg van die handel. Formeel zijn
handelingen daarmee nooit van zichzelf moreel goed of slecht enkel en alleen de gevolgen van die
handeling kunnen dat bepalen. Iemand vermoordde is volgens Mill bijvoorbeeld meestal ethisch
slecht, omdat het minder geluk oplevert dan iemand niet vermoorden, maar als je een terrorist die
op het punt staat om bom te laten ontploffen op een druk plein doodschiet is de moord wel ethisch
goed, Omdat je ermee voorkomt dat er veel meer andere slachtoffers worden vermoord. Volgens het
utilisme op zich dus niet slecht en dat geldt voor elke handeling. Je moet uitsluitend kijken naar de
gevolgen die de handeling met zich meebrengt. Het utilisme wordt daar ook wel de gevolgen ethiek
hoewel het utilisme wereldwijd veel aanhangers heeft, is er ook kritiek een van de belangrijkste
kritiekpunten: Utilisme is volledig principe loos en dat heeft een ironisch het ook klinkt grote
gevolgen Omdat handelingen door het utilisme nooit van zichzelf als fout worden beschouwd mag
alles mits het maar genoeg geluk oplevert en dit opent de deur voor allerlei handelingen die we
intuïtief verschrikkelijk vinden: martelen, afpersen, diefstal, fraude en een groepsverkrachting is
ethisch prima mits de verkrachters bij elkaar maar opgeteld meer geluk ervaren dan het ongeluk dat
wordt ervaren door degene die wordt verkracht en voor veel mensen gaat dit veel te ver. zij stellen
dat handelingen moeten niet ethisch worden beoordeeld op basis van de gevolgen maar in beginsel
al nog heel goed of slecht zijn.
Ander kritiekpunt op het utilisme is dan het In de praktijk lastig is om uit te voeren. Bij sommige
situaties is het vrij simpel om in te schatten welke handeling het meeste geluk oplevert, maar in veel
andere situaties is dit juist super complex. Het utilisme stelt namelijk dat alle gevolgen van de
handeling moeten worden meegenomen in de geluk berekening, maar eigenlijk is dat niet haalbaar
als ik bijvoorbeeld voor kies om mijn cliënt aan te spreken op het feit dat die te laat is gekomen doe ik
dat met het doel om hem voortaan op tijd te laten komen. Ik ga ervan uit dat dat uiteindelijk meer
geluk voor hem oplevert, omdat hij zo de tijd in het hulpverleningstraject veel beter benut en er
uiteindelijk dus veel meer aan heeft, maar misschien schiet de cliënt wel enorm in een weerstand van
het feit dat hij daarop wordt aangesproken dat hij te laat is en wil die niks meer met me te maken
hebben en misschien is het gevolg daarvan wel dat hij in de schulden raakt en dat hij uiteindelijk op
straat woont. Dat levert natuurlijk veel minder geluk op dan wanneer je ervoor kiest om er niet op
aan te spreken op zijn te laat komen, maar het is niet mogelijk om grote gevolgen van mijn kleine
handeling in te schatten. Daarom is een utilisme behoorlijk lastig toe te passen in de praktijk.
Moet je als sociaalwerker maatwerk moeten leveren? Sure de hulpverleningstrajecten met de
cliënten die we begeleiden worden daar beter van, maar het kost wel meer tijd. Een meer algemene
aanpak zou kunnen betekenen dat we veel meer cliënten kunnen begeleiden en dus meer mensen
kunnen helpen. Vind je dat je meer tijd en aandacht mag besteden aan een client die in de
problemen zit dan aan een client die het wel goed gaat? Of verdient iedere client evenveel aandacht?
En als een client tegen je zegt dat naast zijn uitkering zwart bij klust. Knijp je dan een oogje dicht
omdat hij anders in grote problemenkomt of ga je hem toch aangeven met als gevolgen dat hij alles
moet terugbetalen en dat hij daarmee niet uit de schulden komt. Of je het leuk vind of niet het
sociaal werk zit borden vol met dilemma’s en het is aan jou om het op te lossen. Hopelijk helpt het
utilisme een handje.
Deugde ethiek:
Aristoteles behoort samen met plato en socrates tot de meest invloedrijke denkers van de hele
klassieke oudheid. Die in 384 voor Christus werd geboren was de zoon van beroemd arts nico nagels
maar toen aristoteles zijn vader op jonge leeftijd verloor werd hij opgevoed door zijn oom op zijn 17e
, werd aristoteles leerling op platos beroemde Academie in Athene en gedurende zijn leven schreef
aristoteles naar schatting zo'n 200 filosofische werken waarvan er zon 31 zijn overgebleven deze
werken maken dat aristoteles vandaag de dag nog steeds een filosofische achteraf nog steeds een
filesofische celeberitie is, maar zijn er ook genoeg ook al aan in de periode doden dat u zelf nog
leefde aristoteles vond zelfs zo goed bekend dat hij door de koning van Macedonië werd gevraagd om
hun zoon Alexander les te geven een aristoteles deed dat en kleine Alexander zou uiteindelijk
uitgroeien tot Alexander de grote en ongeveer de halve wereldbol veroveren maar goed Dat is voor
een andere keer aristoteles schreef zoals gezegd vele werken en dat deed hij over allerlei
onderwerpen zoals metafysica cognitie filosofie en politieke theorie vandaag gaan we het echter
hebben over een ander onderwerp dat overigens ook zeer bekend is geworden aristoteles ethiek de
ethiek van afgesloten wordt de deugdethiek of deugd dun ethiek genoemd de tim deugd staat voor
een goede eigenschap die je hebt verloren gedurfd ethiek stelt dan ook dat we ethisch goed leven Als
we ons deugden eigen maken of met andere woorden in staat zijn om deugdelijke eigenschappen In
de praktijk te brengen dan worden we gelukkig zegt aristoteles kenmerkend voor aristoteles is dat hij
stelt dat wij Mensen in alles wat wij doen een doel nastreven dat kan heel simpel zijn Als ik naar de
supermarkt loop doe ik dat met het doel om een broodje te koop en met het kopen van een broodje
heb ik het doel om het broodje te eten en met het opeten van het broodje bereik ik het doel om mijn
trek te stillen en Als je zo door blijft gaan kom je volgens aristoteles altijd uit of het uiteindelijke doel
in het leven gelukkig worden het maakt daarvoor niet uit over welke handeling Het gaat of aan wie je
het vraagt gelukkig worden Dat is het ultieme doel van elke mens kenmerkend voor dit ultieme doel
en daarmee voor het leven als geheel is volgens aristoteles dat het de vorm aanneemt van de Praxis
daarmee bedoelt hij dat geluk en dat geldt ook voor de deugden waarmee we dat kunnen bereiken
zitten In de praktijk oftewel in het handelen het goede leven is daarmee geen doel dat wanneer je het
eenmaal hebt bereikt Je kunt uitrusten maar is iets dat je altijd en overal moet blijven doen de vraag
wie er dan Natuurlijk overblijft is welke eigenschappen dan precies deugdelijk zijn aristoteles zegt
hierover elke deugd is een middenweg en hiermee bedoelt u dat deugt er nooit liggen in
extremiteiten maar juist in gematigdheid een belangrijke deugd voor een Jager is bijvoorbeeld
dapperheid een Jager die extreem lang ver is zal nooit een dier vangen want die durft nauwelijks zijn
huis uit maar Jager die extreem onbezonnen is zal enorme risicos nemen met gevaarlijke beesten en
dat zal op den duur ertoe leiden dat hij zelf wordt opgegeten dapperheid is dus een middenweg
tussen lafheid en onbezonnenheid en is voor een Jager een deugd en zoals dapperheid een
gematigde eigenschap is die tussen twee extremen ligt is elke deugd een gematigde eigensch wel
stelt aristote dus dat de precieze middenweg kan verschillen per situatie dapperheid is voor een Jager
bijvoorbeeld wat anders dan voor een mensenrechtenactivist de middenweg is niet zomaar een
rekensommetje waarvan de uitkomst ongeacht de omstandigheden precies hetzelfde is het verschilt
per situatie hoewel de precieze middenweg tussen de extremen dus verschilt zijn er wel deugde die
volgens aristoteles het belangrijkste zijn deze deugden die ook wel de kardinale deugden worden
genoemd zijn prudentia oftewel verstandigheid justitia oftewel rechtvaardigheid voor tudo oftewel
moet en temperance ja oftewel zelfbeheersing de oude Grieken stelden dat alle deugden voldoen aan
al deze 4 kardinale deugden vriendelijkheid is bijvoorbeeld in principe deugt maar Als je zo vriendelijk
bent dat je een overvaller helpt met het bedrijven van de cassière strookt je vriendelijkheid niet met
de kardinale deugd rechtvaardigheid en meen je dus ethisch niet goed bezig zoals haar belangrijke
kardinale deugden zijn zijn er ook klassieker ondeugden en deze zijn trots die jaloezie boosheid
luiheid hebzucht gulzigheid en wellust en Het is vast niet moeilijk voor te stellen Waarom deze
eigenschappen volgens aristoteles ethisch onjuist maar toch moet je ook niet proberen om de
extreme andere kant van deze eigenschappen na te streven Als je bijvoorbeeld extreem niet trots
bent ga je jezelf overdreven bekritiseren en ook dat leidt Natuurlijk niet tot geluk zorg dat je het in je
ontknoopt zoek die gulden middenweg hoewel de ethiek van aristoteles tot op de dag van vandaag