Klinisch biologische psychologie
H1: Psychofysiologische regulatie en de huid als sociaal orgaan
Parasympatisch zs Het is dominant in rustige en ontspannen situaties. Het bevordert herstel en
energiebesparing ("rust-en-verteer")
à nervus vagus
à binnen het perifeer- autonoom zs
Sympathisch zs Het wordt actief in stressvolle, opwindende of gevaarlijke situaties. Het bereidt je lichaam
voor op actie ("vecht-of-vlucht").
à binnen het perifeer - autonoom zs
Centraal zs Het ontvangt informatie van alle delen van het lichaam, verwerkt deze, en stuurt vervolgens
signalen terug om acties en processen te sturen.
Zoals bewustzijn, vrijwillige bewegingen, zintuigelijke info, verwerking sensorische info,…
Psychofysiologie De studie van de relatie tussen psychologische en fysiologische gebeurtenissen, waarbij de
focus echt vooral ligt op het ANS, meer dan op puur enkel het CZS. Dus die rol van het ANS
wordt herwaardeerd.
Homeostase: Stabiliteit door gelijkheid, terugkeren naar vast evenwicht
Functie van stress- Constante milieu/hetzelfde niveau intern behouden; terugkeren naar de baseline; een
respons stabiele interne toestand handhaven
Vb. zweten om lichaam af te koelen wanneer je het warm hebt
Allostase: Stabiliteit door verandering, flexibel aanpassen aan veranderende omstandigheden
Functie van stress- Recenter idee; bereiken van dat evenwicht is een dynamisch proces → veronderstelt een
respons dynamische regulatie.
Vb. hartslag past zich aan de metabole vereisten van je lichaam aan (anders in rust dan
tijdens het lopen
Stressor Elke factor die de allostatische balans verstoort (en vereist dan aanpassing!):
Acuut = adaptief
Chronisch = maladaptief
Prefrontale cortex De regulator van ons stress systeem en zorgt dat alles in balans komt en dat de amygdala
niet overactiveert
HPA-ass De kern van onze stress reactie. Leidt van de hypothalamus tot het afgeven van cortisol in
de bijnieren.
Noradrenaline Aangemaakt in locus coeruleus, belangrijk voor je alertheid (arousal) en aandacht. Het helpt
je om gefocust te zijn op het gevaar.
Subcorticale routes Lopen door de hersengebieden onder de cortex ("sub" betekent "onder"). Deze gebieden
omvatten structuren zoals de amygdala (emoties), de hippocampus (geheugen), de basale
ganglia (beweging en beloning), en de thalamus (sensorische poort).
Zijn heel snel, vaak onbewust, automatisch,…
1
, Klinisch biologische psychologie
Corticale routes Lopen door de hersenschors (cortex), de buitenste, gerimpelde laag van je hersenen. Dit is
het deel van je hersenen dat betrokken is bij hogere denkprocessen, zoals bewustzijn, taal,
redeneren, planning en complexe besluitvorming.
Zijn veel trager, bewuster, gedetailleerd,…
à NIET: cortico centrische visie
Subcortical face Emotionele expressie (amygdala - basisemoties)
processing
Cortical face processing Identificatie (FFA), intenties interpreteren (PFC)
Vb. gesprek voeren met iemand die je niet in de ogen kijkt zal een veel minder doorleeft
gesprek zijn dan als iemand je wel in de ogen kijkt.
Ontogenese Ontwikkeling van het individu
Fylogenese Evolutionaire ontwikkeling van de soort
Amygdala Emoties, bedreiging detecteren
Subcorticaal
Hypothalamus HPA: oxytocine, vasopressine
Subcorticaal
Striatum Beloningssysteem
Subcorticaal
pSTS (posterieure Oogcontact, lichaamstaal, intenties herkennen
superieure temporale Corticaal
suclus)
ACC Integratie van cognitieve, emotie, autonoom reguleren; balans in autonoom functioneren,
sociale cognitie
Corticaal
Insula Integratie maken van subcorticaal & corticaal; koppelen van cognitie, emotie, en autonome
regulatie
Corticaal
mPFC ToM: denken over de gedachten van anderen
Corticaal
Regulatie De mogelijkheid of een skill van het menselijk lichaam om heel flexibel te reageren op
omgevingschallenges (= autonome flexibiliteit) à ontwikkelt zich doorheen je leven +
veerkracht
HRV = Heart rhythm Regelmatige onregelmatigheid in de hartslag
variability
Weergave van algemene autonome flexibiliteit, geeft balans tussen sympathische en
parasympatische activiteit weer (top-down regulatie van de PFC (via de nervus vagus) +
autonome regulatie)
2
, Klinisch biologische psychologie
RSA = Respiratory Directe maat voor parasympatische/vagale controle over het hart, want de variatie in de
Sinus Arrhythmia hartslag tijdens in- en uitademing wordt vrijwel volledig gestuurd door de nervus vagus
(subtype van HRV)
Hartslag dat vertraagt bij een uitademing en versnelt bij inademing
Hart en longen: functioneel, mechanisch en anatomisch gekoppeld
RSA = Ademhalingsfrequentie (fR) + RR-interval (RRI) – afgeleid uit ECG
Intrathoracale druk Het is de luchtdruk in de ruimte binnen je ribben en boven je middenrif
Inademen: Als je inademt, trekken je ademhalingsspieren samen, waardoor het volume van
je borstkas groter wordt. Hierdoor daalt de intrathoracale druk. Deze lagere druk zorgt
ervoor dat lucht van buiten (waar de druk hoger is) je longen in wordt gezogen.
Uitademen: Als je uitademt, ontspannen je ademhalingsspieren en wordt het volume van je
borstkas kleiner. Hierdoor stijgt de intrathoracale druk, waardoor de lucht uit je longen
wordt geperst.
Stress acceleration Vanaf de leeftijd van 8/9 jaar begint de connectiviteit tussen de amygdala en de prefrontale
hypothesis cortex naar boven te komen, MAAR kinderen die te veel vroegtijdige stress ervaren, gaat dat
proces opschuiven. De amygdala gaat functioneel sneller gaan reageren en de prefrontale
cortex gaat sneller die connectiviteit ontwikkelen.
Impact op emotieregulatie: Minder spontane exploratie en spel, meer piekerig, rigide
denkpatronen, minder veerkrachtig en flexibel (kleinere window of tolerance)
Touch Allereerste zintuig dat we ontwikkelen in de baarmoeder en vlak na de geboorte. En eerste
vorm van communicatie met de buitenwereld.
Algemene functie: temperatuur, pijn, jeuk, druk en aangenaamheid
AB afferenten Primaire systeem touch. Touch, discriminatie: waar, hoe en wat word aangeraakt en gaan info
doorspelen naar de somatosensorische cortex
Zijn snel: gemyeliniseerd
CT afferenten = Secundaire systeem touch: Emoties doorgeven
affective touch
Traag geleidende, ongemyelineerde, mechanosensitieve cutane zenuwvezels
Kenmerken: Hairy skin sites, Non-glabrous skin, Neutral skin temperature, Gentle, low force,
velocity 1-10cm/s à kenmerken van zachte interpersoonlijke aanraking
Insula, orbitofrontal cortex, aCC, TPJ, STS, striatum, amygdala
Hoge oxytocine, hoge serotonine, μ-opioïde system
Oxytocine Knuffelhormoon (CT afferent)
3
H1: Psychofysiologische regulatie en de huid als sociaal orgaan
Parasympatisch zs Het is dominant in rustige en ontspannen situaties. Het bevordert herstel en
energiebesparing ("rust-en-verteer")
à nervus vagus
à binnen het perifeer- autonoom zs
Sympathisch zs Het wordt actief in stressvolle, opwindende of gevaarlijke situaties. Het bereidt je lichaam
voor op actie ("vecht-of-vlucht").
à binnen het perifeer - autonoom zs
Centraal zs Het ontvangt informatie van alle delen van het lichaam, verwerkt deze, en stuurt vervolgens
signalen terug om acties en processen te sturen.
Zoals bewustzijn, vrijwillige bewegingen, zintuigelijke info, verwerking sensorische info,…
Psychofysiologie De studie van de relatie tussen psychologische en fysiologische gebeurtenissen, waarbij de
focus echt vooral ligt op het ANS, meer dan op puur enkel het CZS. Dus die rol van het ANS
wordt herwaardeerd.
Homeostase: Stabiliteit door gelijkheid, terugkeren naar vast evenwicht
Functie van stress- Constante milieu/hetzelfde niveau intern behouden; terugkeren naar de baseline; een
respons stabiele interne toestand handhaven
Vb. zweten om lichaam af te koelen wanneer je het warm hebt
Allostase: Stabiliteit door verandering, flexibel aanpassen aan veranderende omstandigheden
Functie van stress- Recenter idee; bereiken van dat evenwicht is een dynamisch proces → veronderstelt een
respons dynamische regulatie.
Vb. hartslag past zich aan de metabole vereisten van je lichaam aan (anders in rust dan
tijdens het lopen
Stressor Elke factor die de allostatische balans verstoort (en vereist dan aanpassing!):
Acuut = adaptief
Chronisch = maladaptief
Prefrontale cortex De regulator van ons stress systeem en zorgt dat alles in balans komt en dat de amygdala
niet overactiveert
HPA-ass De kern van onze stress reactie. Leidt van de hypothalamus tot het afgeven van cortisol in
de bijnieren.
Noradrenaline Aangemaakt in locus coeruleus, belangrijk voor je alertheid (arousal) en aandacht. Het helpt
je om gefocust te zijn op het gevaar.
Subcorticale routes Lopen door de hersengebieden onder de cortex ("sub" betekent "onder"). Deze gebieden
omvatten structuren zoals de amygdala (emoties), de hippocampus (geheugen), de basale
ganglia (beweging en beloning), en de thalamus (sensorische poort).
Zijn heel snel, vaak onbewust, automatisch,…
1
, Klinisch biologische psychologie
Corticale routes Lopen door de hersenschors (cortex), de buitenste, gerimpelde laag van je hersenen. Dit is
het deel van je hersenen dat betrokken is bij hogere denkprocessen, zoals bewustzijn, taal,
redeneren, planning en complexe besluitvorming.
Zijn veel trager, bewuster, gedetailleerd,…
à NIET: cortico centrische visie
Subcortical face Emotionele expressie (amygdala - basisemoties)
processing
Cortical face processing Identificatie (FFA), intenties interpreteren (PFC)
Vb. gesprek voeren met iemand die je niet in de ogen kijkt zal een veel minder doorleeft
gesprek zijn dan als iemand je wel in de ogen kijkt.
Ontogenese Ontwikkeling van het individu
Fylogenese Evolutionaire ontwikkeling van de soort
Amygdala Emoties, bedreiging detecteren
Subcorticaal
Hypothalamus HPA: oxytocine, vasopressine
Subcorticaal
Striatum Beloningssysteem
Subcorticaal
pSTS (posterieure Oogcontact, lichaamstaal, intenties herkennen
superieure temporale Corticaal
suclus)
ACC Integratie van cognitieve, emotie, autonoom reguleren; balans in autonoom functioneren,
sociale cognitie
Corticaal
Insula Integratie maken van subcorticaal & corticaal; koppelen van cognitie, emotie, en autonome
regulatie
Corticaal
mPFC ToM: denken over de gedachten van anderen
Corticaal
Regulatie De mogelijkheid of een skill van het menselijk lichaam om heel flexibel te reageren op
omgevingschallenges (= autonome flexibiliteit) à ontwikkelt zich doorheen je leven +
veerkracht
HRV = Heart rhythm Regelmatige onregelmatigheid in de hartslag
variability
Weergave van algemene autonome flexibiliteit, geeft balans tussen sympathische en
parasympatische activiteit weer (top-down regulatie van de PFC (via de nervus vagus) +
autonome regulatie)
2
, Klinisch biologische psychologie
RSA = Respiratory Directe maat voor parasympatische/vagale controle over het hart, want de variatie in de
Sinus Arrhythmia hartslag tijdens in- en uitademing wordt vrijwel volledig gestuurd door de nervus vagus
(subtype van HRV)
Hartslag dat vertraagt bij een uitademing en versnelt bij inademing
Hart en longen: functioneel, mechanisch en anatomisch gekoppeld
RSA = Ademhalingsfrequentie (fR) + RR-interval (RRI) – afgeleid uit ECG
Intrathoracale druk Het is de luchtdruk in de ruimte binnen je ribben en boven je middenrif
Inademen: Als je inademt, trekken je ademhalingsspieren samen, waardoor het volume van
je borstkas groter wordt. Hierdoor daalt de intrathoracale druk. Deze lagere druk zorgt
ervoor dat lucht van buiten (waar de druk hoger is) je longen in wordt gezogen.
Uitademen: Als je uitademt, ontspannen je ademhalingsspieren en wordt het volume van je
borstkas kleiner. Hierdoor stijgt de intrathoracale druk, waardoor de lucht uit je longen
wordt geperst.
Stress acceleration Vanaf de leeftijd van 8/9 jaar begint de connectiviteit tussen de amygdala en de prefrontale
hypothesis cortex naar boven te komen, MAAR kinderen die te veel vroegtijdige stress ervaren, gaat dat
proces opschuiven. De amygdala gaat functioneel sneller gaan reageren en de prefrontale
cortex gaat sneller die connectiviteit ontwikkelen.
Impact op emotieregulatie: Minder spontane exploratie en spel, meer piekerig, rigide
denkpatronen, minder veerkrachtig en flexibel (kleinere window of tolerance)
Touch Allereerste zintuig dat we ontwikkelen in de baarmoeder en vlak na de geboorte. En eerste
vorm van communicatie met de buitenwereld.
Algemene functie: temperatuur, pijn, jeuk, druk en aangenaamheid
AB afferenten Primaire systeem touch. Touch, discriminatie: waar, hoe en wat word aangeraakt en gaan info
doorspelen naar de somatosensorische cortex
Zijn snel: gemyeliniseerd
CT afferenten = Secundaire systeem touch: Emoties doorgeven
affective touch
Traag geleidende, ongemyelineerde, mechanosensitieve cutane zenuwvezels
Kenmerken: Hairy skin sites, Non-glabrous skin, Neutral skin temperature, Gentle, low force,
velocity 1-10cm/s à kenmerken van zachte interpersoonlijke aanraking
Insula, orbitofrontal cortex, aCC, TPJ, STS, striatum, amygdala
Hoge oxytocine, hoge serotonine, μ-opioïde system
Oxytocine Knuffelhormoon (CT afferent)
3