SAMENVATTING
EUROPEES RECHT
P. van Elsuwege
Elisa Drubbel
,Elisa Drubbel 2024-2025
EUROPEES RECHT 3
Inleiding 3
HOOFDSTUK 1: HOE IS DE EUROPESE UNIE GEËVOLUEERD ALS RECHTSSYSTEEM? 3
1.1 De verdieping van het Europees integratieproces 3
1.1.1 De eerste initiatieven tot intergouvernementele samenwerking in Europa 3
1.1.2 Oprichting van de Europese gemeenschappen 4
1.1.2.1 De verklaring van Schuman en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal 4
1.1.2.2 De Europese Defensiegemeenschap en de Europese Politieke Gemeenschap 5
1.1.2.3 De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie 5
1.1.2.4 De Europese Economische Gemeenschap 5
1.1.3 Van Europese Gemeenschappen naar Europese Unie 6
1.1.3.1 De politiek van de lege stoel en het compromis van Luxemburg 6
1.1.3.2 De Europese Akte: van Gemeenschappelijke Markt naar Interne Markt 6
1.1.3.3. Samenwerking buiten het kader van de Europese Gemeenschappen 7
1.1.3.4. Het Verdrag van Maastricht: een Europese Unie met drie pijlers 7
1.1.3.5. Het Verdrag van Amsterdam: een mislukte poging tot hervorming 8
1.1.3.6. Het Verdrag van Nice en het mislukken van een nieuw verdrag tot vaststelling van een
Grondwet voor Europa 9
1.1.3.7. Het Verdrag van Lissabon: een nieuw hervormingsverdrag 9
1.1.3.8. Een blik op de toekomst: wat is de procedure voor aanpassing van de EU-Verdragen? 10
1.2. De verbreding van het Europees integratieproces 10
1.2.1. Wat is de juridische procedure voor de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie?
10
1.2.2. Wat zijn de voorwaarden om toe te treden tot de Europese Unie? 10
1.2.3. De evolutie van het EU-uitbreidingsproces 11
1.2.3.1. De eerste uitbreidingsgolven 11
1.2.3.2. De ‘big bang’-uitbreiding 11
1.2.3.3. Uitbreiding naar de Westelijke Balkan en Oost-Europa: perspectieven voor de toekomst 12
1.3. Brexit als een bijzondere episode in het Europees integratieproces 12
1.3.1. Hoe kunnen lidstaten uit de Europese Unie treden? 12
1.3.2. Het verhaal van de Brexit 12
1.4. De Europese Unie als een gedifferentieerde rechtsorde 13
1.4.1. De eurozone 13
1.4.2. De Schengenzone: een ruimte zonder interne grenscontroles 13
1.4.3. De procedure tot nauwere samenwerking 14
1.4.4. Permanente Gestructureerde Samenwerking 14
1.4.5. Tijdelijke overgangsmaatregelen 14
HOOFDSTUK 2. WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE KENMERKEN VAN HET EU-RECHT? 15
2.1 Meer dan een samenwerkingsverband tussen lidstaten: directe werking en voorrang 15
2.1.1. Hoe verhoudt het EU-recht zich tot het nationaal grondwettelijk recht? 15
2.1.2 Hoe verhoudt het EU-recht zich tot het internationaal recht? 17
2.2. Een rechtsorde gebaseerd op gemeenschappelijke waarden 17
2.2.1. Het beginsel van wederzijds vertrouwen 17
2.2.2. Grenzen aan het beginsel van wederzijds vertrouwen: wat gebeurt er wanneer een lidstaat de
waarden van de Europese Unie niet langer respecteert? 18
2.2.2.1. De procedure van artikel 7 VEU: een ultieme stok achter de deur 18
2.2.2.2. Het Europees rechtsstaatmechanisme 18
2.2.2.3. Het financieel conditionaliteitsmechanisme voor de bescherming van de EU-begroting 19
2.2.2.4. Juridische controle op de naleving van de gemeenschappelijke waarden 20
2.3. Een rechtsorde gebaseerd op de bescherming van grondrechten 20
2.3.1. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie 20
2.3.2. De toetreding tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens 20
2.3.3. De algemene beginselen van EU-recht 21
2.4. Een rechtsorde gebaseerd op loyale samenwerking 21
1
,Elisa Drubbel 2024-2025
2.5. Een rechtsorde gebaseerd op gelijkheid tussen staten en burgers 21
HOOFDSTUK 3. WANNEER KAN DE EUROPESE UNIE WETGEVEND OPTREDEN? 26
3.1. Het principe van toegewezen bevoegdheden 26
3.1.1. De verschillende categorieën van EU-bevoegdheden 26
3.1.2. De keuze van de juiste rechtsgrond 26
3.2. De beginselen van subsidiariteit en evenredigheid 27
HOOFDSTUK 4. HOE KOMT HET RECHT VAN DE EUROPESE UNIE TOT STAND? 29
4.1 De instellingen van de Europese Unie 29
4.1.1. Het Europees Parlement 29
4.1.1.1. Samenstelling 29
4.1.1.2. Bevoegdheden 29
4.1.1.3. Werkwijze 30
4.1.2. De Europese Raad 30
4.1.2.1. Samenstelling 30
4.1.2.2. Bevoegdheden 30
4.1.2.3. Werkwijze 31
4.1.3. De Raad 31
4.1.3.1. Samenstelling 31
4.1.3.2. Bevoegdheden 31
4.1.3.3. Werkwijze 32
4.1.4. De Europese Commissie 32
4.1.4.1. Samenstelling 32
4.1.4.2. Bevoegdheden 32
4.1.4.3. Werkwijze 33
4.1.5. Het Hof van Justitie van de Europese Unie 33
4.1.5.1. Samenstelling 33
4.1.5.2. Bevoegdheden 33
4.1.5.3. Werkwijze 33
4.1.6. De Europese Centrale Bank 35
4.1.6.1. Samenstelling 35
4.1.6.2. Bevoegdheden 35
4.1.6.3. Werkwijze 36
4.1.7. De Europese Rekenkamer 36
4.1.7.1. Samenstelling 36
4.1.7.2. Bevoegdheden 36
4.1.7.3. Werkwijze 36
4.1.8. Andere organen en instanties van de Europese Unie 36
4.2 De wetgevingsprocedures van de Europese Unie 36
4.2.1. De gewone wetgevingsprocedure 36
36
36
4.2.2. De bijzondere wetgevingsprocedures 37
4.3. De verschillende vormen van EU-recht 37
4.3.1. Overzicht van het primair recht 37
4.3.2. Overzicht van het secundair recht 37
4.3.2.1. Internationale akkoorden 37
4.3.2.2. Autonome rechtshandelingen 37
4.3.3. Welke andere vormen van EU-recht bestaan er? 39
8.3 De externe vertegenwoordiging van de EU: ‘who do I call if I want to speak to Europe?’ 39
2
,Elisa Drubbel 2024-2025
Europees recht
Inleiding
Recht van de EU
Eu is verantwoordelijk voor 85% van onze wetten (oud artikel)
→ hoeveel is niet precies, maar vele regels hebben een link met het niveau van de EU
Vb. Dopjes niet meer van flesjes → Europese wetgeving
Richtlijn: een van de vormen van bindend Europees recht
Verordening: maakt automatisch deel uit van nationale rechtsorde (ook bindend)
Gaat over veel domeinen
Vb. Erkenning van een streekproduct is vastgelegd in Europese wetgeving
Publicatieblad van de EU: BS van de EU
PJ vraag aan het HvJ van de Eu over de interpretatie van een wet/richtlijn/verordening
Vb. Is een speedpedelec een motorrijtuig of niet
EU= autonome rechtsorde: rechtssysteem gebaseerd op een aantal basisverdragen waarop het
functioneert (VWEU, VEU en Handvest van de EU → harde kern v/d Eu)
Geconsolideerde wetgeving: huidige versie van de amendementen van de oude verdragen (verdragen van
Rome, EGKS en EEG)
Beleidsdomein: gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (in VEU)
→ specifiek statuut: belangrijk, maar onderworpen aan specifieke regels (unanimiteit, i.p.v. meerderheid)
Vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal, interne markt zonder binnengrenzen (in VWEU)
→ EU kan enkel wetgeving aannemen als de lidstaten bevoegdheden hebben afgegeven aan de EU door
middel van de verdragen
Protocollen behandelen specifieke situaties en zijn toegevoegd aan verdragen
Handvest van de grondrechten is pas juridisch bindend sinds verdrag van Lissabon (laatste aanpassing
van de verdragen)
Wat in het handvest staat is het referentiepunt bij discussies waar de EU instellingen wetgevend
optreden, dat moet in overeenstemming zijn, anders kan het nietig worden verklaard.
EU heeft rechtspersoonlijkheid, de Unie kan in eigen naam optreden als specifieke internationale
organisatie. De Eu kan met haar eigen rechtssysteem/verdragen/instellingen meer doen dan gewoon 27
lidstaten die samenkomen. Het kan zelf optreden en is voor bepaalde domeinen exclusief bevoegd.
Vb. Handelsbeleid
HOOFDSTUK 1: HOE IS DE EUROPESE UNIE GEËVOLUEERD ALS
RECHTSSYSTEEM?
De evolutie verloopt volgens 2 grote krachtlijnen
1. Verdieping: soevereiniteit naar supranationale instellingen
2. Verbreding: steeds meer landen maken deel uit van het proces
1.1 De verdieping van het Europees integratieproces
1.1.1 De eerste initiatieven tot intergouvernementele samenwerking in Europa
Na het einde van WOII kwamen er initiatieven:
Benelux: (1944) onderlinge organisatie van België, Nederland en Luxemburg
O.a. een douane-unie opgericht: geen handelstarieven en grenzen met als doel vrij verkeer van goederen,
diensten, personen en kapitaal. Er zijn wel gemeenschappelijke grenzen ten aanzien van andere landen.
→ Art. 350 VWEU
3
,Elisa Drubbel 2024-2025
Marshall plan: (1948-1961) hulpprogramma van de VS aan Europa na WOII
→ Belangrijke voorwaarde: landen die wensten gebruik te maken van de steun moesten zich onderling
organiseren zodat ze de hulp konden coördineren via de oprichting van een organisatie (OEES =
Organisatie voor Europese Economische Samenwerking).
Dit is vandaag de dag de OESO (= Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling)
Congres van Den Haag: (1948) belangrijke bijeenkomst
Komen samen onder leiding van de Britse premier Churchill, ze brainstormen om een nieuwe oorlog te
vermeiden en beter samen te werken, er was nood aan bevordering van de Democratie, de rechtstaat en
de Mensenrechten.
Resultaat is nieuwe organisatie: Raad van Europa (1949)
→ Is actief op uiteenlopende domeinen en wil vooral de eenheid tussen lidstaten bevorderen voor
internationale verdragen
→ Staat los van de EU (kenmerken van een supranationale organisatie)
→ Intergouvernementele organisatie
Intergouvernementeel Supranationaal
• Lidstaten als belangrijkste actor • Instellingen die onafhankelijk van de
• Beslissingen bij consensus of unanimiteit lidstaten opereren
(je kan niet gebonden worden tegen je wil) • Beslissingen bij meerderheid
• Bronnen van internationaal recht • Autonome rechtsorde met eigen
(verdragen, conventies, etc.) rechtsbronnen
• Rechtsgevolgen in nationale rechtsorde • Directe werking en voorrang (Eu recht >
worden bepaald door nationaal nationaal recht)
grondwettelijk recht
(cf. monisme vs. dualisme)
Raad van Europa Europese Unie
- 46 lidstaten - 27 lidstaten
- ° 1949 - ° 1950s
- Conventies (vb. EVRM, FCNM) - Verdragen van Rome +
- Belangrijkste instellingen amendementen
• Comité van Ministers - Belangrijkste instellingen
• Parlementaire assemblee • Europese Raad
• Commissaris voor • Commissie
Mensenrechten • Raad
• Europees Hof voor Rechten • Europees Parlement
van de Mens • Hof van Justitie
1.1.2 Oprichting van de Europese gemeenschappen
1.1.2.1 De verklaring van Schuman en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
Uit Franse hoek kwamen er initiatieven om naast intergouvernementeel ook supranationaal samen te
werken.
De founding fathers: Monnet (hoge Franse ambtenaar) en Schuman (minister van buitenlandse zaken van
Frankrijk, schumanplan en verklaring van Schuman)
→ Ze wouden vitale en strategische industrietakken van Frankrijk en Duitsland (steenkool, staal en ijzer)
onder supranationaal gezag plaatsen.
Verklaring van Schuman: (9 mei 1950) we moeten ervoor zorgen dat oorlog materieel onmogelijk wordt,
door te gaan samenwerken en alle bevoegdheden op vlak van kolen en staal over te dragen naar een
supranationale organisatie
→ Basis voor eerste supranationale instelling in Europa
4
,Elisa Drubbel 2024-2025
Verdrag van Parijs: (1951/1952)
Tussen 6 landen (Frankrijk, (West-)Duitsland, België, Nederland, Luxemburg, Italië)
Eerste supranationale instelling opgericht, staat los van lidstaten
→ EGKS (= Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) werd ondertekend, dit werd opgericht voor 50 jaar
en is gesloten in 2002.
Het EGKS verdrag voorzag in de oprichting van een Hoge Autoriteit met een:
- Gemeenschappelijke Vergadering: vertegenwoordigers nationale parlementen
- Raad van Ministers: vertegenwoordigers lidstaten
- Hof van Justitie: toezien op eerbiediging van het recht en toepassing van het verdrag
1.1.2.2 De Europese Defensiegemeenschap en de Europese Politieke Gemeenschap
Je kan dit niet loskoppelen van politieke context, na WOII kwam de koude oorlog (druk tot herbewapening
van West-Duitsland) op wat voor veel bezorgdheid zorgde.
→ Franse minister van buitenlandse zaken (R. Pleven) had een eigen plan
Pleven plan: (1950)
Laten we de organisatie van kolen en staal ook toepassen op defensie en veiligheid zodat Duitsland geen
eigen apart leger moet opbouwen, maar laten we het integreren in een Europees leger en een Politieke
Gemeenschap die beslist wanneer het wordt ingezet.
De EDG (= Europese Defensie Gemeenschap) werd ondertekend door de 6 EGKS -lidstaten, maar de EPG
(= Europese Politieke Gemeenschap) werd verworpen in het Franse Parlement omdat het diep in de
nationale soevereiniteit drong.
Dit verdrag is dus nooit in werking getreden en hierdoor werkte de EDG ook niet.
Vanaf dan heeft men besloten om de samenwerkingen in Europa pragmatischer aan te pakken door de
klemtoon te leggen op socio-economische integratie.
Alles wat te maken had met defensie werd vanaf dan buiten het Europees integratieproces gehouden
→ Quasi exclusief economische invulling
Conferentie van Messina: (1955)
Vertegenwoordigers van de 6 lidstaten van de EGKS ontmoeten elkaar en denken na hoe kunnen we het
succes verderzetten en samenwerken op andere vlakken van economische samenwerking (naast kolen
en staal).
Monnet: model van EGKS stapsgewijs toepassen op andere economische sectoren (transport, energie, …)
Beyen: streven naar een algemene economische integratie, niet opsplitsen in factoren, maar gewoon 1
gemeenschappelijke markt
Er werd een Comité van regeringsverantwoordelijkheden opgericht onder leiding van Paul-Henri Spaak.
Dit Comité moest een verslag voorbereiden over de oprichting van de gemeenschappelijke Europese
markt, het Spaakrapport.
Dit rapport leidde tot een intergouvernementele conferentie en deze leidde tot ondertekening van het
Verdrag ter oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (= EEG) en het Euratom-verdrag.
Deze twee verdragen noemen we de Verdragen van Rome.
1.1.2.3 De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Voor de sector van kernenergie werd een apart verdrag gesloten door de 6 EGKS-leden, het Euratom-
verdrag (1958).
Het is een technisch verdrag dat de ontwikkeling en totstandkoming van kernenergie-industrie civiel en
vreedzaam moet laten verlopen. Er was geloof dat kernenergie de toekomst was en dus wilden ze snel
evolueren.
1.1.2.4 De Europese Economische Gemeenschap
Dit verdrag had 1 doel: het creëren van 1 gemeenschappelijke markt om de levensstandaard in Europa te
verbeteren.
De gemeenschappelijke markt moet van andere vormen van economische integratie onderscheiden
worden.
5
, Elisa Drubbel 2024-2025
Vrijhandelszone Douane-unie Gemeenschappelijke of Economische en
interne markt monetaire unie
- Afschaffing - Gemeenschappelijk - Afschaffing van alle - Gemeenschappelijke
douaneheffingen extern tarief belemmeringen van munt
- Afschaffing quota - Als de intracommunautaire
- Vrij eigen douaneformaliteiten handelsverkeer
handelstarieven te vervuld zijn bevindt - Omstandigheden van
hanteren voor landen het goed zich in het binnenlandse markt
buiten de zone vrije verkeer zo veel mogelijk
benaderen
Het EEG-verdrag omvat vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal zodat de
productiefactoren op de meest efficiënte locatie kunnen worden ingezet.
Het EEG-verdrag voorzag ook in de bevoegdheid om een gezamenlijk beleid te voeren in verschillende
sectoren en in de regels over vrije concurrentie.
Een aantal Europese landen verenigden zich in een Europese Vrijhandelsassociatie (= EVA) (1960) als
alternatief voor en reactie op de EEG. (nu: 4 landen)
1.1.3 Van Europese Gemeenschappen naar Europese Unie
1.1.3.1 De politiek van de lege stoel en het compromis van Luxemburg
Met het fusieverdrag (1965) kregen de EGKS, Euratom en de EEG een gemeenschappelijke institutionele
structuur, snel werd de EEG de belangrijkste pijler van het integratieproces.
Frankrijk verzette zich hevig tegen de toepassing van meerderheidsbesluitvorming in het kader van
gemeenschappelijk landbouwbeleid, dit leidde tot de lege stoel crisis (1965). Frankrijk weigerde nog
aanwezig te zijn tijdens bijeenkomsten van de Raad van Ministers, dit werd pas na 7 maanden doorbroken
door het Akkoord van Luxemburg. Het akkoord bestond erin dat als een lidstaat een vitaal nationaal
belang inroept er geen beslissing bij meerderheid zou worden genomen, maar dat de lidstaten zouden
overleggen tot er een oplossing was.
Dit mechanisme blijft tot op de dag van vandaag een belangrijk referentiepunt in de praktijk van de EU-
besluitvorming.
→ Art. 31, lid 2 VEU, Art. 48 VWEU, Art. 82, lid 3 en 83 VWEU, Art. 86, lid 1 tweede alinea en 87, lid 3 VWEU
Bij deze domeinen ligt de meerderheidsbeslissing gevoelig door nationale soevereiniteit.
1.1.3.2 De Europese Akte: van Gemeenschappelijke Markt naar Interne Markt
Het EEG-verdrag voorzag een overgangsperiode van 12 jaar voor de realisatie van een
Gemeenschappelijke Markt, maar die is maar deels verwezenlijkt. De aanpassing van de wetgeving nam
veel tijd in beslag omdat alle lidstaten moesten instemmen.
De economische crisis van 1980 had ook diepe sporen nagelaten, waardoor de lidstaten
protectionistischer werden.
Er kwam een nieuwe voorzitter in de Europese Commissie (1985): J. Delors, hij zou belangrijke impulsen
aan het Europees integratieproces geven.
Heel belangrijk was het witboek over de voltooiing van de interne markt als officieel werkprogramma,
hierin stonden maatregelen om de interne markt te voltooien. Het concept werd als ruimte zonder
binnengrenzen beschreven.
Interne markt Gemeenschappelijke markt
- Ruimte zonder binnengrenzen - Algemene doelstelling in EEG-Verdrag
- Vrij verkeer van 4 vrijheden volgens - Vrije mededinging en harmonisatie op andere
bepalingen van de verdragen beleidsdomeinen
6
EUROPEES RECHT
P. van Elsuwege
Elisa Drubbel
,Elisa Drubbel 2024-2025
EUROPEES RECHT 3
Inleiding 3
HOOFDSTUK 1: HOE IS DE EUROPESE UNIE GEËVOLUEERD ALS RECHTSSYSTEEM? 3
1.1 De verdieping van het Europees integratieproces 3
1.1.1 De eerste initiatieven tot intergouvernementele samenwerking in Europa 3
1.1.2 Oprichting van de Europese gemeenschappen 4
1.1.2.1 De verklaring van Schuman en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal 4
1.1.2.2 De Europese Defensiegemeenschap en de Europese Politieke Gemeenschap 5
1.1.2.3 De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie 5
1.1.2.4 De Europese Economische Gemeenschap 5
1.1.3 Van Europese Gemeenschappen naar Europese Unie 6
1.1.3.1 De politiek van de lege stoel en het compromis van Luxemburg 6
1.1.3.2 De Europese Akte: van Gemeenschappelijke Markt naar Interne Markt 6
1.1.3.3. Samenwerking buiten het kader van de Europese Gemeenschappen 7
1.1.3.4. Het Verdrag van Maastricht: een Europese Unie met drie pijlers 7
1.1.3.5. Het Verdrag van Amsterdam: een mislukte poging tot hervorming 8
1.1.3.6. Het Verdrag van Nice en het mislukken van een nieuw verdrag tot vaststelling van een
Grondwet voor Europa 9
1.1.3.7. Het Verdrag van Lissabon: een nieuw hervormingsverdrag 9
1.1.3.8. Een blik op de toekomst: wat is de procedure voor aanpassing van de EU-Verdragen? 10
1.2. De verbreding van het Europees integratieproces 10
1.2.1. Wat is de juridische procedure voor de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie?
10
1.2.2. Wat zijn de voorwaarden om toe te treden tot de Europese Unie? 10
1.2.3. De evolutie van het EU-uitbreidingsproces 11
1.2.3.1. De eerste uitbreidingsgolven 11
1.2.3.2. De ‘big bang’-uitbreiding 11
1.2.3.3. Uitbreiding naar de Westelijke Balkan en Oost-Europa: perspectieven voor de toekomst 12
1.3. Brexit als een bijzondere episode in het Europees integratieproces 12
1.3.1. Hoe kunnen lidstaten uit de Europese Unie treden? 12
1.3.2. Het verhaal van de Brexit 12
1.4. De Europese Unie als een gedifferentieerde rechtsorde 13
1.4.1. De eurozone 13
1.4.2. De Schengenzone: een ruimte zonder interne grenscontroles 13
1.4.3. De procedure tot nauwere samenwerking 14
1.4.4. Permanente Gestructureerde Samenwerking 14
1.4.5. Tijdelijke overgangsmaatregelen 14
HOOFDSTUK 2. WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE KENMERKEN VAN HET EU-RECHT? 15
2.1 Meer dan een samenwerkingsverband tussen lidstaten: directe werking en voorrang 15
2.1.1. Hoe verhoudt het EU-recht zich tot het nationaal grondwettelijk recht? 15
2.1.2 Hoe verhoudt het EU-recht zich tot het internationaal recht? 17
2.2. Een rechtsorde gebaseerd op gemeenschappelijke waarden 17
2.2.1. Het beginsel van wederzijds vertrouwen 17
2.2.2. Grenzen aan het beginsel van wederzijds vertrouwen: wat gebeurt er wanneer een lidstaat de
waarden van de Europese Unie niet langer respecteert? 18
2.2.2.1. De procedure van artikel 7 VEU: een ultieme stok achter de deur 18
2.2.2.2. Het Europees rechtsstaatmechanisme 18
2.2.2.3. Het financieel conditionaliteitsmechanisme voor de bescherming van de EU-begroting 19
2.2.2.4. Juridische controle op de naleving van de gemeenschappelijke waarden 20
2.3. Een rechtsorde gebaseerd op de bescherming van grondrechten 20
2.3.1. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie 20
2.3.2. De toetreding tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens 20
2.3.3. De algemene beginselen van EU-recht 21
2.4. Een rechtsorde gebaseerd op loyale samenwerking 21
1
,Elisa Drubbel 2024-2025
2.5. Een rechtsorde gebaseerd op gelijkheid tussen staten en burgers 21
HOOFDSTUK 3. WANNEER KAN DE EUROPESE UNIE WETGEVEND OPTREDEN? 26
3.1. Het principe van toegewezen bevoegdheden 26
3.1.1. De verschillende categorieën van EU-bevoegdheden 26
3.1.2. De keuze van de juiste rechtsgrond 26
3.2. De beginselen van subsidiariteit en evenredigheid 27
HOOFDSTUK 4. HOE KOMT HET RECHT VAN DE EUROPESE UNIE TOT STAND? 29
4.1 De instellingen van de Europese Unie 29
4.1.1. Het Europees Parlement 29
4.1.1.1. Samenstelling 29
4.1.1.2. Bevoegdheden 29
4.1.1.3. Werkwijze 30
4.1.2. De Europese Raad 30
4.1.2.1. Samenstelling 30
4.1.2.2. Bevoegdheden 30
4.1.2.3. Werkwijze 31
4.1.3. De Raad 31
4.1.3.1. Samenstelling 31
4.1.3.2. Bevoegdheden 31
4.1.3.3. Werkwijze 32
4.1.4. De Europese Commissie 32
4.1.4.1. Samenstelling 32
4.1.4.2. Bevoegdheden 32
4.1.4.3. Werkwijze 33
4.1.5. Het Hof van Justitie van de Europese Unie 33
4.1.5.1. Samenstelling 33
4.1.5.2. Bevoegdheden 33
4.1.5.3. Werkwijze 33
4.1.6. De Europese Centrale Bank 35
4.1.6.1. Samenstelling 35
4.1.6.2. Bevoegdheden 35
4.1.6.3. Werkwijze 36
4.1.7. De Europese Rekenkamer 36
4.1.7.1. Samenstelling 36
4.1.7.2. Bevoegdheden 36
4.1.7.3. Werkwijze 36
4.1.8. Andere organen en instanties van de Europese Unie 36
4.2 De wetgevingsprocedures van de Europese Unie 36
4.2.1. De gewone wetgevingsprocedure 36
36
36
4.2.2. De bijzondere wetgevingsprocedures 37
4.3. De verschillende vormen van EU-recht 37
4.3.1. Overzicht van het primair recht 37
4.3.2. Overzicht van het secundair recht 37
4.3.2.1. Internationale akkoorden 37
4.3.2.2. Autonome rechtshandelingen 37
4.3.3. Welke andere vormen van EU-recht bestaan er? 39
8.3 De externe vertegenwoordiging van de EU: ‘who do I call if I want to speak to Europe?’ 39
2
,Elisa Drubbel 2024-2025
Europees recht
Inleiding
Recht van de EU
Eu is verantwoordelijk voor 85% van onze wetten (oud artikel)
→ hoeveel is niet precies, maar vele regels hebben een link met het niveau van de EU
Vb. Dopjes niet meer van flesjes → Europese wetgeving
Richtlijn: een van de vormen van bindend Europees recht
Verordening: maakt automatisch deel uit van nationale rechtsorde (ook bindend)
Gaat over veel domeinen
Vb. Erkenning van een streekproduct is vastgelegd in Europese wetgeving
Publicatieblad van de EU: BS van de EU
PJ vraag aan het HvJ van de Eu over de interpretatie van een wet/richtlijn/verordening
Vb. Is een speedpedelec een motorrijtuig of niet
EU= autonome rechtsorde: rechtssysteem gebaseerd op een aantal basisverdragen waarop het
functioneert (VWEU, VEU en Handvest van de EU → harde kern v/d Eu)
Geconsolideerde wetgeving: huidige versie van de amendementen van de oude verdragen (verdragen van
Rome, EGKS en EEG)
Beleidsdomein: gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (in VEU)
→ specifiek statuut: belangrijk, maar onderworpen aan specifieke regels (unanimiteit, i.p.v. meerderheid)
Vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal, interne markt zonder binnengrenzen (in VWEU)
→ EU kan enkel wetgeving aannemen als de lidstaten bevoegdheden hebben afgegeven aan de EU door
middel van de verdragen
Protocollen behandelen specifieke situaties en zijn toegevoegd aan verdragen
Handvest van de grondrechten is pas juridisch bindend sinds verdrag van Lissabon (laatste aanpassing
van de verdragen)
Wat in het handvest staat is het referentiepunt bij discussies waar de EU instellingen wetgevend
optreden, dat moet in overeenstemming zijn, anders kan het nietig worden verklaard.
EU heeft rechtspersoonlijkheid, de Unie kan in eigen naam optreden als specifieke internationale
organisatie. De Eu kan met haar eigen rechtssysteem/verdragen/instellingen meer doen dan gewoon 27
lidstaten die samenkomen. Het kan zelf optreden en is voor bepaalde domeinen exclusief bevoegd.
Vb. Handelsbeleid
HOOFDSTUK 1: HOE IS DE EUROPESE UNIE GEËVOLUEERD ALS
RECHTSSYSTEEM?
De evolutie verloopt volgens 2 grote krachtlijnen
1. Verdieping: soevereiniteit naar supranationale instellingen
2. Verbreding: steeds meer landen maken deel uit van het proces
1.1 De verdieping van het Europees integratieproces
1.1.1 De eerste initiatieven tot intergouvernementele samenwerking in Europa
Na het einde van WOII kwamen er initiatieven:
Benelux: (1944) onderlinge organisatie van België, Nederland en Luxemburg
O.a. een douane-unie opgericht: geen handelstarieven en grenzen met als doel vrij verkeer van goederen,
diensten, personen en kapitaal. Er zijn wel gemeenschappelijke grenzen ten aanzien van andere landen.
→ Art. 350 VWEU
3
,Elisa Drubbel 2024-2025
Marshall plan: (1948-1961) hulpprogramma van de VS aan Europa na WOII
→ Belangrijke voorwaarde: landen die wensten gebruik te maken van de steun moesten zich onderling
organiseren zodat ze de hulp konden coördineren via de oprichting van een organisatie (OEES =
Organisatie voor Europese Economische Samenwerking).
Dit is vandaag de dag de OESO (= Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling)
Congres van Den Haag: (1948) belangrijke bijeenkomst
Komen samen onder leiding van de Britse premier Churchill, ze brainstormen om een nieuwe oorlog te
vermeiden en beter samen te werken, er was nood aan bevordering van de Democratie, de rechtstaat en
de Mensenrechten.
Resultaat is nieuwe organisatie: Raad van Europa (1949)
→ Is actief op uiteenlopende domeinen en wil vooral de eenheid tussen lidstaten bevorderen voor
internationale verdragen
→ Staat los van de EU (kenmerken van een supranationale organisatie)
→ Intergouvernementele organisatie
Intergouvernementeel Supranationaal
• Lidstaten als belangrijkste actor • Instellingen die onafhankelijk van de
• Beslissingen bij consensus of unanimiteit lidstaten opereren
(je kan niet gebonden worden tegen je wil) • Beslissingen bij meerderheid
• Bronnen van internationaal recht • Autonome rechtsorde met eigen
(verdragen, conventies, etc.) rechtsbronnen
• Rechtsgevolgen in nationale rechtsorde • Directe werking en voorrang (Eu recht >
worden bepaald door nationaal nationaal recht)
grondwettelijk recht
(cf. monisme vs. dualisme)
Raad van Europa Europese Unie
- 46 lidstaten - 27 lidstaten
- ° 1949 - ° 1950s
- Conventies (vb. EVRM, FCNM) - Verdragen van Rome +
- Belangrijkste instellingen amendementen
• Comité van Ministers - Belangrijkste instellingen
• Parlementaire assemblee • Europese Raad
• Commissaris voor • Commissie
Mensenrechten • Raad
• Europees Hof voor Rechten • Europees Parlement
van de Mens • Hof van Justitie
1.1.2 Oprichting van de Europese gemeenschappen
1.1.2.1 De verklaring van Schuman en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
Uit Franse hoek kwamen er initiatieven om naast intergouvernementeel ook supranationaal samen te
werken.
De founding fathers: Monnet (hoge Franse ambtenaar) en Schuman (minister van buitenlandse zaken van
Frankrijk, schumanplan en verklaring van Schuman)
→ Ze wouden vitale en strategische industrietakken van Frankrijk en Duitsland (steenkool, staal en ijzer)
onder supranationaal gezag plaatsen.
Verklaring van Schuman: (9 mei 1950) we moeten ervoor zorgen dat oorlog materieel onmogelijk wordt,
door te gaan samenwerken en alle bevoegdheden op vlak van kolen en staal over te dragen naar een
supranationale organisatie
→ Basis voor eerste supranationale instelling in Europa
4
,Elisa Drubbel 2024-2025
Verdrag van Parijs: (1951/1952)
Tussen 6 landen (Frankrijk, (West-)Duitsland, België, Nederland, Luxemburg, Italië)
Eerste supranationale instelling opgericht, staat los van lidstaten
→ EGKS (= Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) werd ondertekend, dit werd opgericht voor 50 jaar
en is gesloten in 2002.
Het EGKS verdrag voorzag in de oprichting van een Hoge Autoriteit met een:
- Gemeenschappelijke Vergadering: vertegenwoordigers nationale parlementen
- Raad van Ministers: vertegenwoordigers lidstaten
- Hof van Justitie: toezien op eerbiediging van het recht en toepassing van het verdrag
1.1.2.2 De Europese Defensiegemeenschap en de Europese Politieke Gemeenschap
Je kan dit niet loskoppelen van politieke context, na WOII kwam de koude oorlog (druk tot herbewapening
van West-Duitsland) op wat voor veel bezorgdheid zorgde.
→ Franse minister van buitenlandse zaken (R. Pleven) had een eigen plan
Pleven plan: (1950)
Laten we de organisatie van kolen en staal ook toepassen op defensie en veiligheid zodat Duitsland geen
eigen apart leger moet opbouwen, maar laten we het integreren in een Europees leger en een Politieke
Gemeenschap die beslist wanneer het wordt ingezet.
De EDG (= Europese Defensie Gemeenschap) werd ondertekend door de 6 EGKS -lidstaten, maar de EPG
(= Europese Politieke Gemeenschap) werd verworpen in het Franse Parlement omdat het diep in de
nationale soevereiniteit drong.
Dit verdrag is dus nooit in werking getreden en hierdoor werkte de EDG ook niet.
Vanaf dan heeft men besloten om de samenwerkingen in Europa pragmatischer aan te pakken door de
klemtoon te leggen op socio-economische integratie.
Alles wat te maken had met defensie werd vanaf dan buiten het Europees integratieproces gehouden
→ Quasi exclusief economische invulling
Conferentie van Messina: (1955)
Vertegenwoordigers van de 6 lidstaten van de EGKS ontmoeten elkaar en denken na hoe kunnen we het
succes verderzetten en samenwerken op andere vlakken van economische samenwerking (naast kolen
en staal).
Monnet: model van EGKS stapsgewijs toepassen op andere economische sectoren (transport, energie, …)
Beyen: streven naar een algemene economische integratie, niet opsplitsen in factoren, maar gewoon 1
gemeenschappelijke markt
Er werd een Comité van regeringsverantwoordelijkheden opgericht onder leiding van Paul-Henri Spaak.
Dit Comité moest een verslag voorbereiden over de oprichting van de gemeenschappelijke Europese
markt, het Spaakrapport.
Dit rapport leidde tot een intergouvernementele conferentie en deze leidde tot ondertekening van het
Verdrag ter oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (= EEG) en het Euratom-verdrag.
Deze twee verdragen noemen we de Verdragen van Rome.
1.1.2.3 De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Voor de sector van kernenergie werd een apart verdrag gesloten door de 6 EGKS-leden, het Euratom-
verdrag (1958).
Het is een technisch verdrag dat de ontwikkeling en totstandkoming van kernenergie-industrie civiel en
vreedzaam moet laten verlopen. Er was geloof dat kernenergie de toekomst was en dus wilden ze snel
evolueren.
1.1.2.4 De Europese Economische Gemeenschap
Dit verdrag had 1 doel: het creëren van 1 gemeenschappelijke markt om de levensstandaard in Europa te
verbeteren.
De gemeenschappelijke markt moet van andere vormen van economische integratie onderscheiden
worden.
5
, Elisa Drubbel 2024-2025
Vrijhandelszone Douane-unie Gemeenschappelijke of Economische en
interne markt monetaire unie
- Afschaffing - Gemeenschappelijk - Afschaffing van alle - Gemeenschappelijke
douaneheffingen extern tarief belemmeringen van munt
- Afschaffing quota - Als de intracommunautaire
- Vrij eigen douaneformaliteiten handelsverkeer
handelstarieven te vervuld zijn bevindt - Omstandigheden van
hanteren voor landen het goed zich in het binnenlandse markt
buiten de zone vrije verkeer zo veel mogelijk
benaderen
Het EEG-verdrag omvat vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal zodat de
productiefactoren op de meest efficiënte locatie kunnen worden ingezet.
Het EEG-verdrag voorzag ook in de bevoegdheid om een gezamenlijk beleid te voeren in verschillende
sectoren en in de regels over vrije concurrentie.
Een aantal Europese landen verenigden zich in een Europese Vrijhandelsassociatie (= EVA) (1960) als
alternatief voor en reactie op de EEG. (nu: 4 landen)
1.1.3 Van Europese Gemeenschappen naar Europese Unie
1.1.3.1 De politiek van de lege stoel en het compromis van Luxemburg
Met het fusieverdrag (1965) kregen de EGKS, Euratom en de EEG een gemeenschappelijke institutionele
structuur, snel werd de EEG de belangrijkste pijler van het integratieproces.
Frankrijk verzette zich hevig tegen de toepassing van meerderheidsbesluitvorming in het kader van
gemeenschappelijk landbouwbeleid, dit leidde tot de lege stoel crisis (1965). Frankrijk weigerde nog
aanwezig te zijn tijdens bijeenkomsten van de Raad van Ministers, dit werd pas na 7 maanden doorbroken
door het Akkoord van Luxemburg. Het akkoord bestond erin dat als een lidstaat een vitaal nationaal
belang inroept er geen beslissing bij meerderheid zou worden genomen, maar dat de lidstaten zouden
overleggen tot er een oplossing was.
Dit mechanisme blijft tot op de dag van vandaag een belangrijk referentiepunt in de praktijk van de EU-
besluitvorming.
→ Art. 31, lid 2 VEU, Art. 48 VWEU, Art. 82, lid 3 en 83 VWEU, Art. 86, lid 1 tweede alinea en 87, lid 3 VWEU
Bij deze domeinen ligt de meerderheidsbeslissing gevoelig door nationale soevereiniteit.
1.1.3.2 De Europese Akte: van Gemeenschappelijke Markt naar Interne Markt
Het EEG-verdrag voorzag een overgangsperiode van 12 jaar voor de realisatie van een
Gemeenschappelijke Markt, maar die is maar deels verwezenlijkt. De aanpassing van de wetgeving nam
veel tijd in beslag omdat alle lidstaten moesten instemmen.
De economische crisis van 1980 had ook diepe sporen nagelaten, waardoor de lidstaten
protectionistischer werden.
Er kwam een nieuwe voorzitter in de Europese Commissie (1985): J. Delors, hij zou belangrijke impulsen
aan het Europees integratieproces geven.
Heel belangrijk was het witboek over de voltooiing van de interne markt als officieel werkprogramma,
hierin stonden maatregelen om de interne markt te voltooien. Het concept werd als ruimte zonder
binnengrenzen beschreven.
Interne markt Gemeenschappelijke markt
- Ruimte zonder binnengrenzen - Algemene doelstelling in EEG-Verdrag
- Vrij verkeer van 4 vrijheden volgens - Vrije mededinging en harmonisatie op andere
bepalingen van de verdragen beleidsdomeinen
6