*** Inleiding in de filosofie – De kalme zonneschijn van de geest, Ba 2 RECHTEN – 2024 – 2025 ***
Studiewijzer bij Hoofdstuk VI. De verwerkelijking van de Verlichting
I. Studeervragen
1. Welke 3 tendensen onderscheid je in de filosofie van de 19de eeuw?
- Ideaal van de Verlichting wordt verdergezet. Vooruitgang van de samenleving via
wetenschap & techniek. Secularisering zet zich door (scheiding kerk en staat). Vanaf
de 19e eeuw zie je heel duidelijk politieke stromingen die zich afzetten tegen de
religie. (vb. comte, positivisme, Bentham en Mill, utilitarisme)
- Kritiek op vooruitgangsoptimisme van de Verlichting. Het onverdeelde geloof in de
verlichte rede. Bijvoorbeeld de poging tot een synthese van Verlichting en
Romantiek onder invloed van Kants Filosofisch project. Romantiek: denkstroming
waarbij fundamenteel een kritische houding ten aanzien van de Verlichting
voortkomt. (Nietzsche en Schopenhauer)
- Poging tot totaalfilosofie; de verwerkelijking van de geschiedenis. Hoe moeten wij
in de geschiedenis die verdere rationalisering en die triomf van de rede een plaats
geven? (Kant, Hegel en Marx)
2. Leg uit: Hegel werd beïnvloed door het ideaal van Bildung van Kant en
Mendelssohn.
Voor Kant en Mendelssohn is de Verlichting de verheffing (Bildung) van de hele mens.
Niet alleen gericht op welzijn maar ook op morele en geestelijke perfectie/ verheffing
door autonomie en rede. Bildung is dus een proces waarin de mens zichzelf bevrijdt uit
onmondigheid en zichzelf als redelijk wezen leert te leiden.
Hegel breidt dit uit in zijn absoluut idealisme. Hij ziet de metafysica als Geest die tot
zichzelf komt.
Bildung is niet alleen een individuele opdracht maar maakt deel uit van een groter
historisch proces waarin de Geest zichzelf ontwikkelt en bewust wordt via arbeid, kunst,
religie, opvoeding en filosofie.
3. Waarom is voor Hegel de filosofie de hoogste wetenschap? Welke taak
heeft de filosofie?
Filosofie staat boven de wetenschap voor Hegel. Hegel ziet filosofie als de ultieme
bestemming van de geest.
De objectieve geest is de cultuur. Dit is de manifestatie van de geest in religie, politiek,
kunst, wetenschappen en filosofie.
De objectieve geest ontplooit zich volgens een strikte wetmatigheid, namelijk de
dialectiek (these-synthese-antithese). De verlichting is hiervan een voorbeeld.
De burgerlijke samenleving begin 19e eeuw is het ideaal van de verwerkelijking van de
vrijheid en de opheffing van de vervreemding van de mensheid.
Het is de taak van de filosofie om dit proces te denken, namelijk om inzicht te bieden in
de rationele ontwikkeling van de geest en zo verzoening met de werkelijkheid mogelijk
te maken. De Filosofie denkt dus het proces waarin een deel van de Wereldziel tot
zichzelf komt.
Studiewijzer bij Hoofdstuk VI. De verwerkelijking van de Verlichting
I. Studeervragen
1. Welke 3 tendensen onderscheid je in de filosofie van de 19de eeuw?
- Ideaal van de Verlichting wordt verdergezet. Vooruitgang van de samenleving via
wetenschap & techniek. Secularisering zet zich door (scheiding kerk en staat). Vanaf
de 19e eeuw zie je heel duidelijk politieke stromingen die zich afzetten tegen de
religie. (vb. comte, positivisme, Bentham en Mill, utilitarisme)
- Kritiek op vooruitgangsoptimisme van de Verlichting. Het onverdeelde geloof in de
verlichte rede. Bijvoorbeeld de poging tot een synthese van Verlichting en
Romantiek onder invloed van Kants Filosofisch project. Romantiek: denkstroming
waarbij fundamenteel een kritische houding ten aanzien van de Verlichting
voortkomt. (Nietzsche en Schopenhauer)
- Poging tot totaalfilosofie; de verwerkelijking van de geschiedenis. Hoe moeten wij
in de geschiedenis die verdere rationalisering en die triomf van de rede een plaats
geven? (Kant, Hegel en Marx)
2. Leg uit: Hegel werd beïnvloed door het ideaal van Bildung van Kant en
Mendelssohn.
Voor Kant en Mendelssohn is de Verlichting de verheffing (Bildung) van de hele mens.
Niet alleen gericht op welzijn maar ook op morele en geestelijke perfectie/ verheffing
door autonomie en rede. Bildung is dus een proces waarin de mens zichzelf bevrijdt uit
onmondigheid en zichzelf als redelijk wezen leert te leiden.
Hegel breidt dit uit in zijn absoluut idealisme. Hij ziet de metafysica als Geest die tot
zichzelf komt.
Bildung is niet alleen een individuele opdracht maar maakt deel uit van een groter
historisch proces waarin de Geest zichzelf ontwikkelt en bewust wordt via arbeid, kunst,
religie, opvoeding en filosofie.
3. Waarom is voor Hegel de filosofie de hoogste wetenschap? Welke taak
heeft de filosofie?
Filosofie staat boven de wetenschap voor Hegel. Hegel ziet filosofie als de ultieme
bestemming van de geest.
De objectieve geest is de cultuur. Dit is de manifestatie van de geest in religie, politiek,
kunst, wetenschappen en filosofie.
De objectieve geest ontplooit zich volgens een strikte wetmatigheid, namelijk de
dialectiek (these-synthese-antithese). De verlichting is hiervan een voorbeeld.
De burgerlijke samenleving begin 19e eeuw is het ideaal van de verwerkelijking van de
vrijheid en de opheffing van de vervreemding van de mensheid.
Het is de taak van de filosofie om dit proces te denken, namelijk om inzicht te bieden in
de rationele ontwikkeling van de geest en zo verzoening met de werkelijkheid mogelijk
te maken. De Filosofie denkt dus het proces waarin een deel van de Wereldziel tot
zichzelf komt.