Samenvatting groepsdynamisch begeleiden Athina Beschuyt
GROEPSDYNAMISCH BEGELEIDEN
INLEIDING
Een model ≠ ‘de waarheid’
Model = manier van kijken naar groepen in een bepaalde situatie.
Begeleiden van een groep = begeleiden van een levend systeem, waarbij
jouw mindset bepaalt hoe je kijkt naar groepen en je jouw unieke manier van
begeleiden afstemt op de situatie van de groep.
DEEL 1: GROEPEN EN TEAMS
HOOFDSTUK 1. GROEPEN EN TEAMS
1.1 WAT IS EEN GROEP?
iedereen behoort tot verschillen groepen in zen leven, die veranderen
doorheen het leven.
Kenmerken van een groep:
Een gezamelijk doel
Een onderlinge afhankelijkheid
Interactie met elkaar en directe contacten met elkaar onderhouden
Een sociale eenheid die bestaat uit 2 of meer personen die zichzelf als lid
van groep beschouwen.
Wederzijdse beïnvloeding
Normen en rollen
Indien voldaan aan deze criteria spreekt men van een groep!
1.1.1 EEN DOEL
= Wanneer een verzameling mensen hetzelfde doel willen bereiken.
Mensen worden een groep als ze beseffen dat ze met de groep meer kans
maken om het doel te bereiken dan als ze dit alleen zouden proberen.
Bijvoorbeeld: Een groep vrijwilligers die instaat voor de maaltijdbedeling bij kansarmen
ervaart dagelijks dat dat niet haalbaar zou zijn indien elk lid deze taak als individu op zich
zou nemen. Allemaal hebben ze hetzelfde doel, namelijk kansarmoede voedsel geven.
1.1.2 EEN ONDERLINGE AFHANKELIJKHEID
= Een groep is een verzameling individuen die op een bepaalde manier van
elkaar afhankelijk zijn.
Als er een bepaalde gebeurtenis plaatsvindt, beïnvloedt dit niet alleen een
individu maar de hele groep.
Bijvoorbeeld: Een rode kaart lokt in het voetbal vaak ook reactie van andere spelers uit.
1
,Samenvatting groepsdynamisch begeleiden Athina Beschuyt
1.1.3 INTERACTIE
= Een groep is een verzameling individuen die directe contacten met elkaar
onderhouden. (er moet interactie aanwezig zijn tussen de groepsleden)
Bijvoorbeeld: De groepsleden kunnen iedereen aanspreken in een klasgroep. Ze
hebben direct contact met elkaar. Ze reageren op elkaar en interageren met
elkaar.
1.1.4 EEN SOCIALE EENHEID
= Een groep is een sociale eenheid die uit twee of meer personen bestaat die
zichzelf als lid van een groep beschouwen (moeten zichzelf dus zien als lid van
een groep).
Bijvoorbeeld: een aantal studenten die jaarlijks naar Hongarije trekken om daar te gaan
werken met personen met een verstandelijke beperking, zie je in de luchthaven in groep
verzamelen en ze dragen ook allemaal hetzelfde T-shirt, waardoor je in een oogopslag
kan zie wie al dan niet tot de groep behoort.
1.1.5 WEDERZIJDSE BEÏNVLOEDING
= Een groep is een verzameling individuen die elkaar beïnvloeden. Zonder
wederzijdse beïnvloeding kan je niet van een groep spreken.
Bijvoorbeeld: In de studentenclub bereiden de leden samen de studentendoop voor. De
nieuwe preses vindt dat het vooral leuk moet zijn. De schachtentemmer vindt dat er
sowieso bier moet worden gedronken. De groepsleden van de presidium beïnvloeden
elkaar tijdens de voorber. vergaderingen en daardoor krijgt die schachtendoop een uniek
karakter.
1.1.6 NORMEN EN ROLLEN
= Een groep is een verzameling individuen van wie de interacties door een aantal
normen en rollen gestructureerd worden. Die rollen en normen kunnen schriftelijk
of mondeling vastgelegd zijn.
Regels bepalen…
Welk gedrag goed of fout is.
Welk gedrag normaal of abnormaal is.
Groepen, wat ze doen oa:
Vergemakkelijken het samenwerken en de omgang met elkaar in de groep
omdat iedereen weet wat men van de andere groepsleden mag
verwachten en wat er van hem verwacht wordt. (cfr. Remmerswaal)
Groepen oefenen een actieve druk uit op de leden om zich te conformeren
aan de groepsnormen die ze ontwikkeld hebben. (een van belangrijkste
reden voor conformiteit en uniformiteit in groepen)
2
,Samenvatting groepsdynamisch begeleiden Athina Beschuyt
Definities:
Groepsnormen= zijn gedragsregels die voor ieder individu in de groep gelden.
Conformiteit= mate waarin groepsleden zich aanpassen aan de geldende
groepsnormen.
Uniformiteit= verwijst naar het met elkaar in overeenstemming zijn, de eenheid
of samenhang.
1.2 WAT IS EEN TEAM?
= Twee of meer individuen waartussen er sociale interactie is en die een of meer
gem. doelen hebben. (cfr. Kozlowski & Ilgen)
Zijn afhankelijk van elkaar.
Iedereen heeft eigen toegewezen specifieke rollen of functies.
Verschil tussen een groep en een team:
Team heeft zich geleerd te ‘verbinden’: samen te werken aan een bepaald
doel.
Binnen een team is bij de leden aanwezig dat ze door samen te werken in
staat zijn een doel te bereiken dat groter is dan ieders individuele kracht.
(gezamenlijk doel bindt en verbindt)
Een groep is een teams als:
Het teambelang voorgaat op het eigenbelang.
Er cohesie is.
Iedereen bijdraagt aan het gezamenlijk doel.
Er een goede samenwerking is.
Iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.
Iedereen elkaar waardeert.
De communicatie op een goede manier verloopt.
Successen een gezamenlijk resultaat zijn.
Definitie in de non-profit volgens psycholoog Jef Stevens aan KU Leuven:
Een team bestaat uit twee of meer leden die in onderlinge afhankelijkheid (1) en
door onderling overlegde uit te voeren taken verdelen en coördineren (2), met
het oog op of in functie van een gezamenlijke doel (3), binnen een breder
organisatorisch verband (4) + (5) extra.
(1) Twee of meer leden met onderlinge afhankelijkheid:
Vanaf 2 of meer.
Functioneert altijd in ruimer werkverband (al dan niet minder of meer
autonoom).
Op elkaar aangewezen om hun taak te kunnen uitvoeren om de
eenvoudige reden dat de volledige taak hun individuele mogelijkheden te
boven gaat.
3
, Samenvatting groepsdynamisch begeleiden Athina Beschuyt
(2) Een taak vervullen:
Teamleden zijn taakafhankelijk van elkaar
Als taakafhankelijkheid groot is, hebben teamleden elkaar in grote mate
nodig om hun eigen bijdrage te kunnen leveren.
Taakafhankelijkheid is de mate waarin een teamlid informatie, materialen en
ondersteuning nodig heeft en daarvoor afhankelijk is van andere teamleden om
zijn werk effectief te kunnen uitvoeren.
(3) Een gezamenlijk doel:
Je werkt samen naar een gezamenlijk doel of een eindresultaat.
Deze samenwerking vergroot het vertrouwen en verbetert de sfeer binnen
het team wanneer het team dichter bij zijn doel komt.
Gemeenschappelijk doel brengt team bij elkaar.
In functie van dit worden taken en verantwoordelijkheden gedeeld en
worden plannen en afspraken gemaakt om het doel te realiseren.
(4) Het organisatorische verband:
Maakt meestal uit van een breder verband.
Functioneert altijd binnen visie en missie van organisatie, regelgevingen
en procedures.
Team organisatie beïnvloedt elkaar wederzijds.
Jo Stevens: vluchtmisdrijf
Een team die zich aan die invloed (zie hierboven) probeert te onttrekken.
En zal zichzelf buitenspel zetten.
Gezicht van team en eigen doel moeten worden afgestemd op gezicht van
de organisatie en op haar globale doelstellingen.
Aanslag op zichzelf
Een organisatie die niet openstaat voor de eigenheid van elk team snijdt
de pas af voor creativiteit en persoonlijkheid bij het realiseren van de
uiteindelijke doelen aanslag op zichzelf.
(5) Een team heeft gedeelde waarden en normen:
Gemeenschappelijke waarden en normen zorgen voor gelijkheid in
opvattingen, doelstellingen en gedragingen.
Maken zo mogelijk om beslissingen te nemen vanuit wederzijds begrip.
+ Verschil kennen tussen groep, team en menigte.
4
GROEPSDYNAMISCH BEGELEIDEN
INLEIDING
Een model ≠ ‘de waarheid’
Model = manier van kijken naar groepen in een bepaalde situatie.
Begeleiden van een groep = begeleiden van een levend systeem, waarbij
jouw mindset bepaalt hoe je kijkt naar groepen en je jouw unieke manier van
begeleiden afstemt op de situatie van de groep.
DEEL 1: GROEPEN EN TEAMS
HOOFDSTUK 1. GROEPEN EN TEAMS
1.1 WAT IS EEN GROEP?
iedereen behoort tot verschillen groepen in zen leven, die veranderen
doorheen het leven.
Kenmerken van een groep:
Een gezamelijk doel
Een onderlinge afhankelijkheid
Interactie met elkaar en directe contacten met elkaar onderhouden
Een sociale eenheid die bestaat uit 2 of meer personen die zichzelf als lid
van groep beschouwen.
Wederzijdse beïnvloeding
Normen en rollen
Indien voldaan aan deze criteria spreekt men van een groep!
1.1.1 EEN DOEL
= Wanneer een verzameling mensen hetzelfde doel willen bereiken.
Mensen worden een groep als ze beseffen dat ze met de groep meer kans
maken om het doel te bereiken dan als ze dit alleen zouden proberen.
Bijvoorbeeld: Een groep vrijwilligers die instaat voor de maaltijdbedeling bij kansarmen
ervaart dagelijks dat dat niet haalbaar zou zijn indien elk lid deze taak als individu op zich
zou nemen. Allemaal hebben ze hetzelfde doel, namelijk kansarmoede voedsel geven.
1.1.2 EEN ONDERLINGE AFHANKELIJKHEID
= Een groep is een verzameling individuen die op een bepaalde manier van
elkaar afhankelijk zijn.
Als er een bepaalde gebeurtenis plaatsvindt, beïnvloedt dit niet alleen een
individu maar de hele groep.
Bijvoorbeeld: Een rode kaart lokt in het voetbal vaak ook reactie van andere spelers uit.
1
,Samenvatting groepsdynamisch begeleiden Athina Beschuyt
1.1.3 INTERACTIE
= Een groep is een verzameling individuen die directe contacten met elkaar
onderhouden. (er moet interactie aanwezig zijn tussen de groepsleden)
Bijvoorbeeld: De groepsleden kunnen iedereen aanspreken in een klasgroep. Ze
hebben direct contact met elkaar. Ze reageren op elkaar en interageren met
elkaar.
1.1.4 EEN SOCIALE EENHEID
= Een groep is een sociale eenheid die uit twee of meer personen bestaat die
zichzelf als lid van een groep beschouwen (moeten zichzelf dus zien als lid van
een groep).
Bijvoorbeeld: een aantal studenten die jaarlijks naar Hongarije trekken om daar te gaan
werken met personen met een verstandelijke beperking, zie je in de luchthaven in groep
verzamelen en ze dragen ook allemaal hetzelfde T-shirt, waardoor je in een oogopslag
kan zie wie al dan niet tot de groep behoort.
1.1.5 WEDERZIJDSE BEÏNVLOEDING
= Een groep is een verzameling individuen die elkaar beïnvloeden. Zonder
wederzijdse beïnvloeding kan je niet van een groep spreken.
Bijvoorbeeld: In de studentenclub bereiden de leden samen de studentendoop voor. De
nieuwe preses vindt dat het vooral leuk moet zijn. De schachtentemmer vindt dat er
sowieso bier moet worden gedronken. De groepsleden van de presidium beïnvloeden
elkaar tijdens de voorber. vergaderingen en daardoor krijgt die schachtendoop een uniek
karakter.
1.1.6 NORMEN EN ROLLEN
= Een groep is een verzameling individuen van wie de interacties door een aantal
normen en rollen gestructureerd worden. Die rollen en normen kunnen schriftelijk
of mondeling vastgelegd zijn.
Regels bepalen…
Welk gedrag goed of fout is.
Welk gedrag normaal of abnormaal is.
Groepen, wat ze doen oa:
Vergemakkelijken het samenwerken en de omgang met elkaar in de groep
omdat iedereen weet wat men van de andere groepsleden mag
verwachten en wat er van hem verwacht wordt. (cfr. Remmerswaal)
Groepen oefenen een actieve druk uit op de leden om zich te conformeren
aan de groepsnormen die ze ontwikkeld hebben. (een van belangrijkste
reden voor conformiteit en uniformiteit in groepen)
2
,Samenvatting groepsdynamisch begeleiden Athina Beschuyt
Definities:
Groepsnormen= zijn gedragsregels die voor ieder individu in de groep gelden.
Conformiteit= mate waarin groepsleden zich aanpassen aan de geldende
groepsnormen.
Uniformiteit= verwijst naar het met elkaar in overeenstemming zijn, de eenheid
of samenhang.
1.2 WAT IS EEN TEAM?
= Twee of meer individuen waartussen er sociale interactie is en die een of meer
gem. doelen hebben. (cfr. Kozlowski & Ilgen)
Zijn afhankelijk van elkaar.
Iedereen heeft eigen toegewezen specifieke rollen of functies.
Verschil tussen een groep en een team:
Team heeft zich geleerd te ‘verbinden’: samen te werken aan een bepaald
doel.
Binnen een team is bij de leden aanwezig dat ze door samen te werken in
staat zijn een doel te bereiken dat groter is dan ieders individuele kracht.
(gezamenlijk doel bindt en verbindt)
Een groep is een teams als:
Het teambelang voorgaat op het eigenbelang.
Er cohesie is.
Iedereen bijdraagt aan het gezamenlijk doel.
Er een goede samenwerking is.
Iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.
Iedereen elkaar waardeert.
De communicatie op een goede manier verloopt.
Successen een gezamenlijk resultaat zijn.
Definitie in de non-profit volgens psycholoog Jef Stevens aan KU Leuven:
Een team bestaat uit twee of meer leden die in onderlinge afhankelijkheid (1) en
door onderling overlegde uit te voeren taken verdelen en coördineren (2), met
het oog op of in functie van een gezamenlijke doel (3), binnen een breder
organisatorisch verband (4) + (5) extra.
(1) Twee of meer leden met onderlinge afhankelijkheid:
Vanaf 2 of meer.
Functioneert altijd in ruimer werkverband (al dan niet minder of meer
autonoom).
Op elkaar aangewezen om hun taak te kunnen uitvoeren om de
eenvoudige reden dat de volledige taak hun individuele mogelijkheden te
boven gaat.
3
, Samenvatting groepsdynamisch begeleiden Athina Beschuyt
(2) Een taak vervullen:
Teamleden zijn taakafhankelijk van elkaar
Als taakafhankelijkheid groot is, hebben teamleden elkaar in grote mate
nodig om hun eigen bijdrage te kunnen leveren.
Taakafhankelijkheid is de mate waarin een teamlid informatie, materialen en
ondersteuning nodig heeft en daarvoor afhankelijk is van andere teamleden om
zijn werk effectief te kunnen uitvoeren.
(3) Een gezamenlijk doel:
Je werkt samen naar een gezamenlijk doel of een eindresultaat.
Deze samenwerking vergroot het vertrouwen en verbetert de sfeer binnen
het team wanneer het team dichter bij zijn doel komt.
Gemeenschappelijk doel brengt team bij elkaar.
In functie van dit worden taken en verantwoordelijkheden gedeeld en
worden plannen en afspraken gemaakt om het doel te realiseren.
(4) Het organisatorische verband:
Maakt meestal uit van een breder verband.
Functioneert altijd binnen visie en missie van organisatie, regelgevingen
en procedures.
Team organisatie beïnvloedt elkaar wederzijds.
Jo Stevens: vluchtmisdrijf
Een team die zich aan die invloed (zie hierboven) probeert te onttrekken.
En zal zichzelf buitenspel zetten.
Gezicht van team en eigen doel moeten worden afgestemd op gezicht van
de organisatie en op haar globale doelstellingen.
Aanslag op zichzelf
Een organisatie die niet openstaat voor de eigenheid van elk team snijdt
de pas af voor creativiteit en persoonlijkheid bij het realiseren van de
uiteindelijke doelen aanslag op zichzelf.
(5) Een team heeft gedeelde waarden en normen:
Gemeenschappelijke waarden en normen zorgen voor gelijkheid in
opvattingen, doelstellingen en gedragingen.
Maken zo mogelijk om beslissingen te nemen vanuit wederzijds begrip.
+ Verschil kennen tussen groep, team en menigte.
4