Spijsverteringsstelsel =(tractus digestivus)
Het spijsverteringskanaal is een lange buis, van mond tot
endeldarm (rectum). De zenuw die bijna alle gladde
spieren van het spijsverteringsstelsel prikkelt is de
nervus vagus (tiende hersenzenuw).
Wand spijsverteringskanaal door het hele kanaal
hetzelfde:
Het gastro-instestinale systeem is opgebouwd uit:
Mond
o Mondholte
Vestibulum oris = buiten het gebit
Cavitas/cavum oris = achter het gebit
o Van voor naar achteren:
Palatum durum
Palatum molle
Arcus palatoglossus = gehemeltebogen
Tonsilla palatina = keelamandel
Arcus palatopharyngeus (pharynxbogen)
Uvula
o Bekleding mondholte meerlagig niet-verhoornd, plaveiselepitheel
o Gebit (totaal 32 elementen):
8 dentes incisivi
4 dentes canines/cuspidatus
8 dentes premolares
12 dentes molares
o Speeksel uit de wangspeekselklier en de speekselklier onder de tong bevat het enzym
amylase. Amylase maakt een begin met de vertering van lange koolhydraatketens.
Oesophagus (slokdarm)
o Aan de bovenzijde afgesloten van de keel door bovenste oesophagussfincter.
o Aan de onderzijde afgesloten door de onderste oesophagussfincter, in een normale
situatie ongeveer ter hoogte van het diafragma.
o De motorische prikkels voor de slokdarm komen hoofdzakelijk via de nerves vagus.
o Hoofdfunctie: voortstuwen van doorgeslikt voedsel, vocht of speeksel vanuit de
farynx tot in de maag.
o Slikken volgens 3 fasen:
Orale fase, hierin wordt het voedsel of het vocht met de tong naar achteren
bewogen.
Faryngeale fase, hierin wordt het zachte gehemelte tegen de achterste
farynxwand gedrukt ter afsluiting van de neus en wordt de larynx naar boven
en naar voren verplaatst ter afsluiting van de luchtwegen. Hierna gaat de
toegang tot de slokdarm open door het openen van de bovenste
slokdarmsfincter.
Oesofageale fase, een peristaltische contractiegolf brengt het voedsel of het
vocht tot onder in de slokdarm. Op dat moment gaat de onderste
, slokdarmsfincter even open, waardoor het voedsel in de maag kan komen.
De onderste slokdarmsfincter hoort buiten de slikacties om gesloten te zijn
om het teruglopen van maaginhoud tot in de slokdarm te voorkomen.
Maag
o Ligt intraperitoneaal.
o Bestaat uit verschillende zones: cardia, fundus, corpus, antrum en pylorus.
o Functies:
Fundus: opslag- en reservoirfunctie
Antrum: het mixen, mengen en malen van voedsel tot 1-2 mm klein deeltjes
Antrum en pylorus: het gedoseerd afgeven van voedsel naar het duodenum
Pacemakercellen van Cajal, zijn betrokken bij de maaglediging. Afhankelijk
van het voedsel is de maag ongeveer drie uur na het eten weer leeg, vet
voedsel en fermenteerbare voedingsvezels vertragen de maagontlediging.
Het begin van de vertering (van eiwitten) en een bacteriostatisch effect van
het maagzuur.
Maagzuur wordt alleen geproduceerd in het corpus van de maag. Per 24 uur
wordt 1,5L maagsap geproduceerd (wel afhankelijk van of de patiënt een
normale voedingsinname heeft)
Eten is de belangrijkste fysiologische prikkel voor de maagzuursecretie, via
verschillende wegen:
Onder invloed van de nervus vagus
Door het hormoon gastrine, dat in het antrum van de maag wordt
geproduceerd na stimulatie door voedsel.
Door histamine dat in de mestcellen in de maagmucosa wordt
geproduceerd.
Maagzuur is nodig voor activeren van pepsinogeen in pepsine, dat betrokken
is bij de eiwitsplitsing. Deze eiwitsplitsing zo hoog in de maag is belangrijk,
omdat calcium, magnesium, ijzer en foliumzuur vanuit het duodenum in de
bloedbaan worden opgenomen en verder moet vitamine B12 vrijgemaakt
worden om te binden aan de intrinsic factor, die wordt afgescheiden door de
pariëtale cellen. Intrinsic factor bindt vitamine B12 in een complex. In het
ileum wordt vitamine B12 uit dit complex in de bloedbaan opgenomen.
De vetten worden in de maag geëmulgeerd.
Er is ook in de nuchtere situatie ook motorische activiteit, dit noemt men
Migrerend Motorisch Complex (MMC).
Alle kringsspieren van het maag-darmstelsel gaan openstaan en door
een krachtige peristaltische golf worden niet vermalen deeltjes
richting de anus-uitgang gestuurd en verwijderd + het voorkomt
bacteriële overgroei (‘knorrende’ geluid vlak voor etenstijd). Het
MMC werkt vaak niet bij hele zieke patiënten met beademing of
noodzakelijke sedatie.
Pyolorus, maagpoort voor overgang naar duodenum.
Duodenum (12-vingerige darm)
o In het duodenum descendens bevindt zich de Papil van Vater, hierin monden uit:
Ductus choledochus (galwegen)
Ductus pancreaticus (afvoergang pancreas)
o In het duodenum komen voedselbestanddelen die uit de maag zijn vrijgegeven in
contact met gal en pancreasvocht. De gal speelt een belangrijke rol bij de vertering
Het spijsverteringskanaal is een lange buis, van mond tot
endeldarm (rectum). De zenuw die bijna alle gladde
spieren van het spijsverteringsstelsel prikkelt is de
nervus vagus (tiende hersenzenuw).
Wand spijsverteringskanaal door het hele kanaal
hetzelfde:
Het gastro-instestinale systeem is opgebouwd uit:
Mond
o Mondholte
Vestibulum oris = buiten het gebit
Cavitas/cavum oris = achter het gebit
o Van voor naar achteren:
Palatum durum
Palatum molle
Arcus palatoglossus = gehemeltebogen
Tonsilla palatina = keelamandel
Arcus palatopharyngeus (pharynxbogen)
Uvula
o Bekleding mondholte meerlagig niet-verhoornd, plaveiselepitheel
o Gebit (totaal 32 elementen):
8 dentes incisivi
4 dentes canines/cuspidatus
8 dentes premolares
12 dentes molares
o Speeksel uit de wangspeekselklier en de speekselklier onder de tong bevat het enzym
amylase. Amylase maakt een begin met de vertering van lange koolhydraatketens.
Oesophagus (slokdarm)
o Aan de bovenzijde afgesloten van de keel door bovenste oesophagussfincter.
o Aan de onderzijde afgesloten door de onderste oesophagussfincter, in een normale
situatie ongeveer ter hoogte van het diafragma.
o De motorische prikkels voor de slokdarm komen hoofdzakelijk via de nerves vagus.
o Hoofdfunctie: voortstuwen van doorgeslikt voedsel, vocht of speeksel vanuit de
farynx tot in de maag.
o Slikken volgens 3 fasen:
Orale fase, hierin wordt het voedsel of het vocht met de tong naar achteren
bewogen.
Faryngeale fase, hierin wordt het zachte gehemelte tegen de achterste
farynxwand gedrukt ter afsluiting van de neus en wordt de larynx naar boven
en naar voren verplaatst ter afsluiting van de luchtwegen. Hierna gaat de
toegang tot de slokdarm open door het openen van de bovenste
slokdarmsfincter.
Oesofageale fase, een peristaltische contractiegolf brengt het voedsel of het
vocht tot onder in de slokdarm. Op dat moment gaat de onderste
, slokdarmsfincter even open, waardoor het voedsel in de maag kan komen.
De onderste slokdarmsfincter hoort buiten de slikacties om gesloten te zijn
om het teruglopen van maaginhoud tot in de slokdarm te voorkomen.
Maag
o Ligt intraperitoneaal.
o Bestaat uit verschillende zones: cardia, fundus, corpus, antrum en pylorus.
o Functies:
Fundus: opslag- en reservoirfunctie
Antrum: het mixen, mengen en malen van voedsel tot 1-2 mm klein deeltjes
Antrum en pylorus: het gedoseerd afgeven van voedsel naar het duodenum
Pacemakercellen van Cajal, zijn betrokken bij de maaglediging. Afhankelijk
van het voedsel is de maag ongeveer drie uur na het eten weer leeg, vet
voedsel en fermenteerbare voedingsvezels vertragen de maagontlediging.
Het begin van de vertering (van eiwitten) en een bacteriostatisch effect van
het maagzuur.
Maagzuur wordt alleen geproduceerd in het corpus van de maag. Per 24 uur
wordt 1,5L maagsap geproduceerd (wel afhankelijk van of de patiënt een
normale voedingsinname heeft)
Eten is de belangrijkste fysiologische prikkel voor de maagzuursecretie, via
verschillende wegen:
Onder invloed van de nervus vagus
Door het hormoon gastrine, dat in het antrum van de maag wordt
geproduceerd na stimulatie door voedsel.
Door histamine dat in de mestcellen in de maagmucosa wordt
geproduceerd.
Maagzuur is nodig voor activeren van pepsinogeen in pepsine, dat betrokken
is bij de eiwitsplitsing. Deze eiwitsplitsing zo hoog in de maag is belangrijk,
omdat calcium, magnesium, ijzer en foliumzuur vanuit het duodenum in de
bloedbaan worden opgenomen en verder moet vitamine B12 vrijgemaakt
worden om te binden aan de intrinsic factor, die wordt afgescheiden door de
pariëtale cellen. Intrinsic factor bindt vitamine B12 in een complex. In het
ileum wordt vitamine B12 uit dit complex in de bloedbaan opgenomen.
De vetten worden in de maag geëmulgeerd.
Er is ook in de nuchtere situatie ook motorische activiteit, dit noemt men
Migrerend Motorisch Complex (MMC).
Alle kringsspieren van het maag-darmstelsel gaan openstaan en door
een krachtige peristaltische golf worden niet vermalen deeltjes
richting de anus-uitgang gestuurd en verwijderd + het voorkomt
bacteriële overgroei (‘knorrende’ geluid vlak voor etenstijd). Het
MMC werkt vaak niet bij hele zieke patiënten met beademing of
noodzakelijke sedatie.
Pyolorus, maagpoort voor overgang naar duodenum.
Duodenum (12-vingerige darm)
o In het duodenum descendens bevindt zich de Papil van Vater, hierin monden uit:
Ductus choledochus (galwegen)
Ductus pancreaticus (afvoergang pancreas)
o In het duodenum komen voedselbestanddelen die uit de maag zijn vrijgegeven in
contact met gal en pancreasvocht. De gal speelt een belangrijke rol bij de vertering