Te bestuderen literatuur:
- Belastingrecht in Hoofdlijnen: H1, 2.1, 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3, 2.11
- Y.F. Feld, Notitie belastingdruk box 1
- Y.F. Feld, Notitie IB-illusie art. 2.10 Wet IB 2001
Hoorcollege 1: Inleiding tot het belastingrecht 09/04/2025
01 Belastingbegrip
Juridische definitie: elke heffing die de wetgever aanmerkt als belasting =
belasting
Klassieke definitie: belastingen zijn gedwongen betalingen, anders dan bij wijze
van straf, aan de overheid op grond van algemeen geldende regels,
waartegenover geen individuele tegenprestatie staat.
- Een belasting is een verplichte betaling aan de overheid
- De overheid levert geen individueel aanwijsbare tegenprestatie
- Het is geen straf
- Belasting berust op voor ieder geldende wetgeving
- Belastingen dienen ter bekostiging van overheidsuitgaven
Heffingen, belastingen en retributies:
02 Fiscale legaliteitsbeginsel
Art. 104 Gw – belastingen van het Rijk worden geheven uit kracht van een wet,
andere heffingen van het Rijk worden bij de wet geregeld
Waarom wordt de lat staatsrechtelijk zo hoog gelegd?
- Inbreuk op eigendomsrecht (belastingen zijn ingrijpend)
- Rechtszekerheid (fiscale zekerheid)
- Democratische legitimatie
Waarom staat er niks in de Grondwet over de draagkracht? De Grondwet bepaalt
niets inhoudelijk
03 Essentialia van een belasting
1. Subject
- Degene van wie de belasting wordt geheven
- VB: subject inkomstenbelasting = ‘natuurlijke persoon’ o.g.v. art. 1.1 Wet
IB 2001
, - Of het subject ook de belasting is verschuldigd, hangt af van de
heffingsmethode
- Of de belasting op het subject drukt, hangt af van prijsvorming
2. Object
- Grootheid waarover belasting wordt geheven
- VB: object inkomstenbelasting = ‘belastbaar inkomen’ o.g.v. art. 3.1 Wet IB
2001
- Object heeft betrekking op één van de drie economische grondslagen van
de belastingmix
o Arbeid
o Kapitaal
o Consumptie
3. Tarief (hoe hoog de belasting is)
- Tarief bepaalt in combinatie met object in beginsel de verschuldigde
belasting
o Object x tarief = verschuldigde belasting
- Soms nog correcties (taks credits) !!!
o VB: heffingskortingen en verrekenbare voorheffingen
- Let op: wettelijk tarief is niet hetzelfde als belastingdruk !!!
4. Heffingsmethode
- Wie moet de belasting betalen?
Materieel vs. formeel belastingrecht
Materieel: alle regels over de omvang van de belastingschuld (subject, object,
tarief)
Formeel: rechten en verplichtingen belastingplichtige/fiscus en alle regels over de
wijze waarop de belastingschuld wordt vastgesteld en ingevorderd (fiscaal
bestuursrecht, heffingsmethode)
> Let op: afbakening niet heel scherp
Materiële belastingschuld: het belastbare feit moet zich hebben voorgedaan en
een belastingplichtige moet zijn aan te wijzen
Formele belastingschuld: het bedrag dat de inspecteur via de aanslag vaststelt
en door toezending kenbaar maakt
Onderscheid directe en indirecte belastingen
Directe belastingen raken je draagkracht rechtstreeks (belasten jou)
, 04 Functies van belastingheffing
1. Budgettaire functie
- Verdeling budgettaire last o.a. op basis van fiscale verdelingsbeginselen
(rechtvaardigheidsbeginselen)
- Belastingen zijn nodig om overheidsuitgaven te financieren, waaronder
collectieve goederen
- Collectieve goederen: non-exclusief, non-rivaal
- Vanwege marktfalen produceert de overheid collectieve goederen die
worden gefinancierd door belastingen
2. Herverdelingsfunctie
- Een element van sociale ongelijkheid is distributieve ongelijkheid
- Via belastingheffing kan inkomen- en vermogen worden herverdeeld
(sociale rechtvaardigheid)
- In Nederland herverdelen belastingen sec per saldo niet (degressief
karakter premies sociale zekerheid en BTW > progressief karakter IB),
maar de overheidsuitgaven herverdelen wel (uitkeringen, toeslagen,
onderwijs en zorg)
3. Instrumentele functie
- Nevendoeleinden belastingheffing
- Belastingen stimuleren zaken die de maatschappij belangrijk vindt
- Belastingen ontmoedigen zaken die de maatschappij onwenselijk vindt
Gevolgen belasting
- Belastingdruk
- Sturend effect
05 Fiscale verdelingsbeginselen
a. Draagkrachtbeginsel (ability-to-pay)
Hoe meer draagkracht/betaalcapaciteit, hoe meer belasting progressief
- Fiscale oerbeginsel
- Uitwerking gelijkheidsbeginsel
- Natuurlijke tegenpool: koppengeld
- Startpunt inkomen > bestaansminimum
- Economische nutstheorie vormt (mede) een basis voor progressieve
belastingheffing naar draagkracht
b. Profijtbeginsel
Hoe meer profijt van publieke voorzieningen, hoe meer belasting
c. Buitenkansbeginsel
Hoe meer meevallers, hoe meer belasting zonnepanelen + mooi weer
06 Vier E’s voor een goed belastingstelsel
1. Eerlijk (rechtvaardig)
2. Effectief
3. Efficiënt (in welvaartstermen)
4. Eenvoudig (rechtszekerheid)
Doeleinden belastingheffing: