Week 1
Te bestuderen literatuur:
- Beknopte Geschiedenis: H1
- Prota: PFR 1, G 1-20, G 56, V 1, E 1
Hoorcollege 1: Eigendom en absolute rechten 08/04/2025
Waarom Romeins recht?
- Invloed Europese geschiedenis
- Wereldwijde juridische grammatica
- Het fenomeen ‘wetboek’
- Niet omdat het Romeins is, maar omdat het recht is
- Romeinse recht ligt ten grondslag aan privaatrecht
Praetor: hoge ministeriële magistraat (een daarvan belast met juridische
onderwerpen)
Eerst verlof van de praetor vereist om toegang te krijgen tot het rechterlijke
proces
PFR1
Objectief recht: geheel van rechtsregels bepaalde tijd en gemeenschap
(stellig/positief)
Subjectief recht: bevoegdheden die volgen uit objectieve recht (negatieve kant:
plichten)
- Drager subjectieve rechten: persoon
o Geheel van aan een persoon gebonden rechten en plichten:
vermogen
‘Een persoon heeft een eigen vermogen en is drager van op geld waardeerbare,
subjectieve rechten en plichten’
Romeins recht: niet ieder mens persoon en dus niet iedereen vermogen
- Servus caput non habet: de slaaf is geen rechtssubject
Keizer Justitianus: Ius gentium: het aan het menselijke ras gemene recht,
natuurrecht
Er zijn ook personen die geen mensen zijn: rechtspersonen
G1-20, 56, V1, E1
- Absolute/volstrekte rechten: rechten die ingeroepen kunnen worden
tegen de partij tegen wie men gehandeld heeft, maar ook tegen derden
- Relatieve/persoonlijke/betrekkelijke rechten: rechten die niet kunnen
worden ingeroepen tegen derden, maar uitsluitend tegen de partij met wie
men heeft gehandeld
Een absoluut recht onderscheidt zich van een relatief recht in de zin dat men het
kan handhaven tegen een opvolger onder bijzondere titel
- Opvolging onder algemene titel: overgang van gehele vermogen
- Opvolging onder bijzondere titel: overgang van één recht uit het
vermogen
Tussen relatieve en absolute recht: kwalitatieve recht
, - Persoonlijk recht, maar niet vast aan persoon, maar bijvoorbeeld aan
eigendom
Romeinse stelsel: gesloten stelsel subjectieve rechten; geen actie zonder formula
Ons stelsel: gesloten stelsel absolute rechten; open stelsel persoonlijke rechten
Zakelijke (absolute) rechtsvordering: zaak opeisen
Persoonlijke rechtsvordering: tegen degene die jegens ons verplicht is iets te
doen of te geven
Absoluut recht heeft:
1. Droit du suite (zaaksgevolg) het recht volgt de zaak waarop het berust
2. Droit de préférence (voorrangsrecht) de absoluut gerechtigde kan zijn
absoluut recht doen gelden alsof er geen faillissement is (separatist),
terwijl de relatieve gerechtigden voor een gelijk percentage (pro rate
parte) worden voldaan (paritas creditorium)
Bijzondere opvolging bij de Romeinen
- Persoonlijke rechten konden niet onder bijzondere titel worden
overgedragen
- Slechts zakelijke rechten voor afzonderlijke overdracht vatbaar (niet
allemaal)
- Gaius: schuldvernieuwing: rechtsbetrekkingen niet voor overdracht
vatbaar, derde moet betrokken zijn
Alle zaken samen met vermogensrechten vormen goederen; de actieve
bestanddelen vermogen
Onderscheid lichamelijke en onlichamelijke zaken
- Lichamelijke zaken (res corporales): eigendomsrechten op lichamelijke
zaken
o Strikt genomen zijn eigendomsrechten onlichamelijk
- Onlichamelijke zaken: vermogensrechten
Sommige zaken aan rechtsverkeer onttrokken godsdienstige redenen, bestemd
tot gebruik overheid
Onroerend is de grond en alles wat daarmee duurzaam verbonden is
Roerend zijn alle zaken die niet onroerend zijn met inbegrip van slaven en dieren
- Vervangbaar (soortzaken, genus zaken): bij getal, gewicht of maat bepaald
o Res quae numero pondere vel mensura constant
o Genus non perit: soort gaat niet teniet
- Onvervangbaar (species)
Res mancipi: grond in Italië, slaven, getemde dieren en landelijke
erfdienstbaarheid
- Overdracht door mancipatio
Res nec mancipi: alle andere zaken
- Overdracht door traditio (bezitsverschaffing)
Zaken zijn slechts deelbaar indien ze zo verdeeld kunnen worden dat de aard der
delen niet verschilt van de aard van het geheel: waarbij de delen dus wel in
omvang, maar niet in hoedanigheid van het geheel verschillen meerdere
zelfstandige zaken
Men kan een zaak ook onstoffelijk verdelen: recht op een zaak in meerdere
rechten splitsen
, Vruchten: natuurlijke en uit haar aard regelmatig terugkerende opbrengsten van
een zaak
Burgerlijke vruchten: uit hun aard regelmatig terugkerende opbrengsten van
vorderingsrechten zoals huurtermijnen en renten
Zolang de vrucht nog niet van de vruchtdragende zaak is afgescheiden, maakt zij
deel uit van die zaak
Heeft een vruchtgebruiker recht op de vruchten, dan verkrijgt hij de eigendom
van de vruchten niet eerder dan door inbezitneming (oogsten of plukken) =
Romeins
- Nederlands: ook zodra vruchten op de grond zijn gevallen
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan
hebben (onbeperkt)
- Toch beperkingen: burenrecht (afstand), hinder, dreigende instorting
(verwaarlozing)
o Cautio damni infecti: garantie schadevergoeding
- Ook beperkte rechten van privaatrechtelijke aard
1. Universeel: revindicatie, ongeacht type zaak
2. Absoluut: absoluut beschikkingsbevoegd
3. Geen eigendom onder termijn
4. Eigendom is iets anders dan bezit: eigendom = recht, bezit = feit (week
2)
Eigendom grond: genotsrecht ruimte boven en beneden bodemoppervlak
- Romeins: ook delfstoffen
Mede-eigendom
- Eigendom deelbaar (ook al is zaak ondeelbaar)
- Onverdeeld aandeel: pars pro indiviso
- Nemo plus-beginsel
- Over gehele recht eigendom zijn de deelgenoten slechts
beschikkingsbevoegd
o Zakelijke actie (bijv. revindicatio) door of tegen gezamenlijk
deelgenoten
- Bevoegdheid actio communi dividundo (actie van scheiding en deling)
o Adiudictio: vonnis scheiding en deling wijze van
eigendomsverkrijging
Eigendomsverkrijging
1. Originaire (oorspronkelijke) wijze: nieuw eigendomsrecht
a. Toe-eigening (occupatio)
Inbezitneming zaak dat geen eigenaar heeft (res nullius)
b. Schatvinding (thesaurus)
Verwerving gevonden schat
Eigen grond? Volledig eigenaar
Andermans grond? Allebei helft
c. Natrekking (accessio)
Ongeacht de wil van de verkrijger (door wet, lege)
Bestanddelen en hoofdzaken
d. Vermenging (commixtio)