Geologie
1. Inleiding
Draagwijdte vd geologie
Subsystemen
- Geosfeer = gesteenten
- Atmosfeer = lucht
- Hydrosfeer = water
- Biosfeer = alle vormen van leven
Energie en materialen = knn overgaan van ene sfeer naar andere -> subsystemen = open
Aarde = gesloten systeem -> meteorieten komen van buitenaf, gassen uit atmosfeer ontsnappen
(geen geïsoleers systeem -> energie-uitwisseling -> zon)
Materiaal -> omgevormd in cycli binnen en tss subsystemen
- Invloed op cycli = reservoir en flux
3 grote cycli
- Hydrologische cyclus
• Water in atmosfeer, hydrosfeer en geosfeer
• 1- 1 miljoen jaar
- Gesteente cyclus
• Gesteenten w gevormd, omgevormd, afgebroken, vervoerd en hergebruikt
• 100 000- 1 miljard jaar
- Tektonische cyclus
• Beweging lithosferische platen
• 107-108 jaar
2 energiebronnen = geothermale energie, zonne-energie
Opbouw vd aarde
Kern = binnen (vast) en buiten (gesmolten)
Mantel = tss korst en kern, ondermantel en bovenmantel
1
,Korst = continentale (meer silica = lagere dichtheid) en oceanische
SiO2 = belangrijkste el in korst, mantel
Lithosfeer = korst + bovenste deel mantel, rigide plaat -> drijft
Asthenosfeer = onder lithosfeer, vervormt (lagere viscositeit) -> vloeit
Plaattektoniek
Lithosfeer = versch platen tov elkaar bewegen -> door creeëren en verdwijnen vd lithosfeer = plaattektoniek
è Nieuwe oceanische korst (mid-oceanische ruggen), verdwijnen (subductiezones)
Lithosferische platen = bewegen over aardbol
Asthenosfeer = horizontale en verticale richting bewegen -> door convectie
Warm materiaal = lagere dichtheid -> opstijgen -> afkoelen = dichtheid toenemen -> zinken
Oceanische korst gecreëerd = warm = licht -> drijven op asthenosfeer, afkoelen = dichtheid groter dan
asthenosfeer -> in asthenosfeer zinken
è Subductie
Mineralen
Gesteente = los/verhard aggregaat van mineralen, glas, plantaardig materiaal, andere natuurlijke vaste stoffen,
met heterogene samenstelling (aardkorst)
Mineraal = natuurlijke, anorganische, homogene, kristallijne vaste stof met een welbepaalde chemische
samenstelling en karakteristieke fysische eig
Kristallijn = atomen geordend in regelmatig 3D patroon
Opbouw mineralen
Bindingen en polyeders
Mineralen = haliet, diamant, goud, zirkoon, robijn, kwarts, ijs
Geen mineralen = glas, steenkool, water
Mineralen = ionische (haliet) en cov (ijs, diamant) bindingen
2
, Si-O = gedeeltelijk cov en ion
Van der waals binding = grafiet, zwakke binding = snel verbroken
Metallische binding = metalen (koper, goud)
Ionen, atomen = harde bollen, anionen en kationen = kationen in holtes tss anionen -> tetraëder, octaëder,
SiO4 = tetraëder
Eenheidcel en symmetrie
Eenheidscel = deel vh rooster dat parallelle zijden heeft en waarvan hele kristal geconstrueerd kan w door
translatie, symmetrie kristal uitdrukken, mineraalformule
= symmetrie operaties
= kristalklassen
P = primitief, I = inwendig gecentreerd, C = gecentreerd, F = vlak gecentreerd
Macroscopische kristallen: beschrijving kristalvlakken
Ideale kristalvormen vs echt
Wet van Steno = hoeken tss kristalvlakken blijven hetzelfde ookale verandert kristalvorm
3
1. Inleiding
Draagwijdte vd geologie
Subsystemen
- Geosfeer = gesteenten
- Atmosfeer = lucht
- Hydrosfeer = water
- Biosfeer = alle vormen van leven
Energie en materialen = knn overgaan van ene sfeer naar andere -> subsystemen = open
Aarde = gesloten systeem -> meteorieten komen van buitenaf, gassen uit atmosfeer ontsnappen
(geen geïsoleers systeem -> energie-uitwisseling -> zon)
Materiaal -> omgevormd in cycli binnen en tss subsystemen
- Invloed op cycli = reservoir en flux
3 grote cycli
- Hydrologische cyclus
• Water in atmosfeer, hydrosfeer en geosfeer
• 1- 1 miljoen jaar
- Gesteente cyclus
• Gesteenten w gevormd, omgevormd, afgebroken, vervoerd en hergebruikt
• 100 000- 1 miljard jaar
- Tektonische cyclus
• Beweging lithosferische platen
• 107-108 jaar
2 energiebronnen = geothermale energie, zonne-energie
Opbouw vd aarde
Kern = binnen (vast) en buiten (gesmolten)
Mantel = tss korst en kern, ondermantel en bovenmantel
1
,Korst = continentale (meer silica = lagere dichtheid) en oceanische
SiO2 = belangrijkste el in korst, mantel
Lithosfeer = korst + bovenste deel mantel, rigide plaat -> drijft
Asthenosfeer = onder lithosfeer, vervormt (lagere viscositeit) -> vloeit
Plaattektoniek
Lithosfeer = versch platen tov elkaar bewegen -> door creeëren en verdwijnen vd lithosfeer = plaattektoniek
è Nieuwe oceanische korst (mid-oceanische ruggen), verdwijnen (subductiezones)
Lithosferische platen = bewegen over aardbol
Asthenosfeer = horizontale en verticale richting bewegen -> door convectie
Warm materiaal = lagere dichtheid -> opstijgen -> afkoelen = dichtheid toenemen -> zinken
Oceanische korst gecreëerd = warm = licht -> drijven op asthenosfeer, afkoelen = dichtheid groter dan
asthenosfeer -> in asthenosfeer zinken
è Subductie
Mineralen
Gesteente = los/verhard aggregaat van mineralen, glas, plantaardig materiaal, andere natuurlijke vaste stoffen,
met heterogene samenstelling (aardkorst)
Mineraal = natuurlijke, anorganische, homogene, kristallijne vaste stof met een welbepaalde chemische
samenstelling en karakteristieke fysische eig
Kristallijn = atomen geordend in regelmatig 3D patroon
Opbouw mineralen
Bindingen en polyeders
Mineralen = haliet, diamant, goud, zirkoon, robijn, kwarts, ijs
Geen mineralen = glas, steenkool, water
Mineralen = ionische (haliet) en cov (ijs, diamant) bindingen
2
, Si-O = gedeeltelijk cov en ion
Van der waals binding = grafiet, zwakke binding = snel verbroken
Metallische binding = metalen (koper, goud)
Ionen, atomen = harde bollen, anionen en kationen = kationen in holtes tss anionen -> tetraëder, octaëder,
SiO4 = tetraëder
Eenheidcel en symmetrie
Eenheidscel = deel vh rooster dat parallelle zijden heeft en waarvan hele kristal geconstrueerd kan w door
translatie, symmetrie kristal uitdrukken, mineraalformule
= symmetrie operaties
= kristalklassen
P = primitief, I = inwendig gecentreerd, C = gecentreerd, F = vlak gecentreerd
Macroscopische kristallen: beschrijving kristalvlakken
Ideale kristalvormen vs echt
Wet van Steno = hoeken tss kristalvlakken blijven hetzelfde ookale verandert kristalvorm
3