Maatschappijleer H5 verzorgingsstaat
§1 wat is een verzorgingsstaat?
In een verzorgingsstaat bemoeit de overheid zich actief met de welvaart en
het welzijn van haar inwoners.
o Welvaart is de mate waarin mensen over voldoende middelen beschikken
om hun behoeften te vervullen en welzijn is de mate waarin mensen
tevreden zijn over hun gezondheid (onderwijs, ziekenhuizen). Voor het
welzijn financiert de overheid sport.
Hoe betaalt onze overheid de verzorgingsstaat?
1) Risico’s delen; solidariteit speelt daarin een grote rol (er moet in een
groep bereidheid zijn om risico’s met elkaar te delen). Er is sprake van
collectief belang, het kan iedereen overkomen.
2) Rechten, naast solidariteit is ook gelijkwaardigheid een belangrijke
waarde. Iedereen moet gelijke kansen hebben om een goed bestaan te
leiden (onderwijs). Deze waarden zie je terug in sociale grondrechten
(wetten waar de overheid haar best voor moet doen, niet afdwingbaar bij
rechter).
3) Plichten, je hebt recht op iets maar je moet ook iets hiervoor terug doen.
Vb. sollicitatieplicht bij werkeloosheid voor uitkering, belasting, leerplicht.
De 3 belangrijkste terreinen van de verzorgingsstaat zijn onderwijs,
gezondheidszorg en sociale zekerheid en hebben ieder een eigen paragraaf.
Belangrijke actoren binnen de verzorgingsstaat zijn de overheid en
individuele burgers. Ook vervullen het maatschappelijke middenveld en
bedrijven een grote rol.
o Het maatschappelijk middenveld zijn organisaties die tussen de
overheid en de individuele burger in staan en verschillende groepen
vertegenwoordigen. Ze regelen dingen die de overheid niet regelt (rode
kruis, Greenpeace) Dit is het particuliere initiatief (= activiteiten die niet
door de overheid of een bedrijf geregeld worden.
Tot het maatschappelijke middenveld horen sociale partners
(werknemers en werkgevers organisaties) ze willen beide voor hun
eigen belangen opkomen. De overeenkomsten die zij sluiten worden
vastgelegd in het cao (zoals loon). Het is een overeenkomst tussen
werkgevers en werknemers uit een bedrijfstak over de
arbeidsvoorwaarden.
De overheid bewaakt in alle gevallen het algemeen belang
Nederland staat bekend om haar compromissen en dit noemen we het
poldermodel
o Sommige zaken en diensten heeft de overheid uitbesteed aan bedrijven
en aan de vrije markt zoals bijvoorbeeld vervoer (NS) en zorgverzekeringen.
Marktwerking heeft:
Voordelen: lagere prijzen door concurrentie en kortere wachtlijsten bij
privéklinieken
Nadelen: krijg je nog wel de nodige zorg als een bedrijf winst wil
maken? Dan grijpt de overheid in met regels.
, Om verzorgingsstaten van verschillende landen te kunnen vergelijken,
onderscheid je 3 typen verzorgingsstaten
1) Liberale verzorgingsstaat; individuele vrijheid en eigen
verantwoordelijkheid zijn belangrijk. Er is een kleine rol van de overheid en
het niveau voor voorzieningen is dan ook laag. Doordat de overheid niks
doet zijn belastingen laag.
2) Sociaaldemocratische verzorgingsstaat: gelijkheid is belangrijk. De rol
van de overheid is groot en het niveau van de voorzieningen is hoog.
Hierdoor zijn belastingen ook hoog.
3) Corporatistische verzorgingsstaat: is een combi van de vorige twee,
door afspraken tussen het maatschappelijk middenveld en de overheid is
er een beperkte invloed. De belangrijkste waarde is dan ook
samenwerking. Overheid is aanvullend, niveau van voorzieningen
gemiddeld en belastingen hoog.
4) Geen verzorgingsstaat: als de overheid te weinig financiële middelen
heeft. Er is een grote ongelijkheid tussen arm en rijk en een lagere
levensverwachting.
Nederland had eerst een corporatistisch type tot 1960. Tegenwoordig hebben
we een sociaaldemocratische verzorgingsstaat.
§1 wat is een verzorgingsstaat?
In een verzorgingsstaat bemoeit de overheid zich actief met de welvaart en
het welzijn van haar inwoners.
o Welvaart is de mate waarin mensen over voldoende middelen beschikken
om hun behoeften te vervullen en welzijn is de mate waarin mensen
tevreden zijn over hun gezondheid (onderwijs, ziekenhuizen). Voor het
welzijn financiert de overheid sport.
Hoe betaalt onze overheid de verzorgingsstaat?
1) Risico’s delen; solidariteit speelt daarin een grote rol (er moet in een
groep bereidheid zijn om risico’s met elkaar te delen). Er is sprake van
collectief belang, het kan iedereen overkomen.
2) Rechten, naast solidariteit is ook gelijkwaardigheid een belangrijke
waarde. Iedereen moet gelijke kansen hebben om een goed bestaan te
leiden (onderwijs). Deze waarden zie je terug in sociale grondrechten
(wetten waar de overheid haar best voor moet doen, niet afdwingbaar bij
rechter).
3) Plichten, je hebt recht op iets maar je moet ook iets hiervoor terug doen.
Vb. sollicitatieplicht bij werkeloosheid voor uitkering, belasting, leerplicht.
De 3 belangrijkste terreinen van de verzorgingsstaat zijn onderwijs,
gezondheidszorg en sociale zekerheid en hebben ieder een eigen paragraaf.
Belangrijke actoren binnen de verzorgingsstaat zijn de overheid en
individuele burgers. Ook vervullen het maatschappelijke middenveld en
bedrijven een grote rol.
o Het maatschappelijk middenveld zijn organisaties die tussen de
overheid en de individuele burger in staan en verschillende groepen
vertegenwoordigen. Ze regelen dingen die de overheid niet regelt (rode
kruis, Greenpeace) Dit is het particuliere initiatief (= activiteiten die niet
door de overheid of een bedrijf geregeld worden.
Tot het maatschappelijke middenveld horen sociale partners
(werknemers en werkgevers organisaties) ze willen beide voor hun
eigen belangen opkomen. De overeenkomsten die zij sluiten worden
vastgelegd in het cao (zoals loon). Het is een overeenkomst tussen
werkgevers en werknemers uit een bedrijfstak over de
arbeidsvoorwaarden.
De overheid bewaakt in alle gevallen het algemeen belang
Nederland staat bekend om haar compromissen en dit noemen we het
poldermodel
o Sommige zaken en diensten heeft de overheid uitbesteed aan bedrijven
en aan de vrije markt zoals bijvoorbeeld vervoer (NS) en zorgverzekeringen.
Marktwerking heeft:
Voordelen: lagere prijzen door concurrentie en kortere wachtlijsten bij
privéklinieken
Nadelen: krijg je nog wel de nodige zorg als een bedrijf winst wil
maken? Dan grijpt de overheid in met regels.
, Om verzorgingsstaten van verschillende landen te kunnen vergelijken,
onderscheid je 3 typen verzorgingsstaten
1) Liberale verzorgingsstaat; individuele vrijheid en eigen
verantwoordelijkheid zijn belangrijk. Er is een kleine rol van de overheid en
het niveau voor voorzieningen is dan ook laag. Doordat de overheid niks
doet zijn belastingen laag.
2) Sociaaldemocratische verzorgingsstaat: gelijkheid is belangrijk. De rol
van de overheid is groot en het niveau van de voorzieningen is hoog.
Hierdoor zijn belastingen ook hoog.
3) Corporatistische verzorgingsstaat: is een combi van de vorige twee,
door afspraken tussen het maatschappelijk middenveld en de overheid is
er een beperkte invloed. De belangrijkste waarde is dan ook
samenwerking. Overheid is aanvullend, niveau van voorzieningen
gemiddeld en belastingen hoog.
4) Geen verzorgingsstaat: als de overheid te weinig financiële middelen
heeft. Er is een grote ongelijkheid tussen arm en rijk en een lagere
levensverwachting.
Nederland had eerst een corporatistisch type tot 1960. Tegenwoordig hebben
we een sociaaldemocratische verzorgingsstaat.