Maatschappijleer H2 De Rechtsstaat
§1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat
Een rechtsstaat is een staat waarin je als burger met grondrechten wordt
beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
o In een autoritaire staat, bestaat deze bescherming niet. Een kleine groep
of 1 persoon heeft er alle macht.
o Nederland is een democratische rechtstaat, hierdoor mag je ok nog
meedoen aan vrije verkiezingen. Daardoor beslis je als burger indirect
mee. Nederland heeft ook een sociale rechtstaat, de overheid moet de
welvaart en het welzijn van de burgers beschermen
In een rechtsstaat heerst sociale cohesie (= het gevoel van
verbondenheid tussen mensen), er is vertrouwen en wederkerigheid
mensen hebben vertrouwen (mensen houden zich aan de wet in de
verwachting dat anderen dat ook doen)
Er is ook vertrouwen en wederkerigheid tussen de overheid en burgers,
de overheid verwacht dat mensen zich aan de wet houden en de
overheid houdt zich ook aan de wet. Hierdoor is er rechtszekerheid
(iedereen weet wat wel en niet mag)
Het idee van een rechtsstaat ontstond in de tijd van de verlichting, mensen
werden in deze tijd ongelijk behandeld, hier kwam veel kritiek op.
o Door de in de 15e eeuw uitgevonden drukpers kon nieuwe kennis worden
verspreid, met als gevolg dat het bestaande wereld -en mensenbeeld
begon te wankelen.
o In de 18e eeuw wilde men met de rede wetten achterhalen en voorwaarden
opstellen.
De eerste voorwaarde was vrijheid mensen zijn pas gelukkig als ze vrij
zijn; de macht van de vorst en staat moest hiervoor ingeperkt worden.
o Volgens de contractfilosofen moesten mensen een sociaal contract
sluiten, hierin sluiten de overheid en burgers een deal waarbij burgers
vrijheid inleveren voor bescherming.
De staat moest de veiligheid van burgers garanderen, daarom krijgen zij
een geweldsmonopolie (=alleen de overheid mag geweld gebruiken).
De staat misbruikt deze macht niet omdat de contractfilosofen
bedachten dat de staat zich ook aan wetten moet houden. De
contractfilosofen kwamen zo op de 4 grondbeginselen; grondrechten,
soevereiniteits- en democratie, legaliteit, trias politica.
De eerste rechtsstaten waren de VS en Frankrijk
o VS (1776), taak van de staat was de veiligheid en vrijheid van de burgers.
De grondrechten werden vastgelegd in de Bill of Rights. De
onafhankelijkheidsverklaring, grondwet en Bill of Rights maken samen de
Amerikaanse constitutie.
o Frankrijk (1789), na de Franse Revolutie werd de verklaring van de
rechten van de mens en burger ingevoerd, hierin werden de
grondrechten van de mens beschreven.
, In 1799 kwam Napoleon met de verlichte dictatuur hierin houdt de
machthebber rekening met de bevolking. Hij stelde de Code Civil in met
idealen van de rechtsstaat.
§2 Grondwet en grondrechten
De grondwet in Nederland:
o Legt fundamentele rechten van burgers vast;
o Begrenst de macht van de staat;
o Geeft aan hoe de belangrijkste organen van de staat zijn georganiseerd;
o Drukt de eenheid van de natie uit (burgers vormen binnen een staat een
eenheid)
De voorloper van de grondwet was de staatsregeling van de Bataafse
Republiek (1798) mensen hadden er onschendbare grondrechten, zoals
vrijheid van meningsuiting en drukpers.
o Na de val van Napoleon kwam in Nederland een constitutionele
monarchie dit is een koninkrijk met een grondwet (de eerste grondwet),
1814.
In 1848 werd er onder leiding van Thorbecke een grondwet geschreven, de
koning was hierin onschendbaar; zijn macht werd ingeperkt.
o Het censuskiesrecht werd ingevoerd: alleen een kleine groep mannen,
die veel belasting betaalden, mochten stemmen.
o Thorbecke vond dat de staat maar één taak had, de vrijheid van burgers
dienen. Hij vond dan ook dat de overheid zich alleen moest inzetten voor de
bewaking van de veiligheid van de burgers (=nachtwakersstaat)
Echter door deze nachtwakersstaat ontstond een klassenstrijd, men wilde
kiesrecht. In 1917 leidde de sociale onrust tot een wijziging van de grondwet
(algemeen mannenkiesrecht) en in 1919 voor vrouwen. Ook gelijke
financiering scholen etc.
In WOII eindigde de grondrechten, erna kwam de oude grondwet terug. In
1983 kwam een nieuwe grondwet, om te beschermen tegen discriminatie en
recht op sociale zekerheid.
In de Grondwet staan klassieke en sociale grondrechten. Grondrechten zijn
de belangrijkste rechten van burgers die de staat moet respecteren.
o Klassieke grondrechten zijn afdwingbaar bij de rechter
1) Gelijkheidsrechten (discriminatie)
2) Politieke rechten (kiesrecht)
3) Vrijheidsrechten (godsdienst)
o Sociale grondrechten zijn zaken waar de overheid zich voor moet
inzetten
1) Onderwijs
2) Huisvesting
3) Volksgezondheid
De klassieke rechtsstaat werd met het invoeren van sociale grondrechten
een sociale rechtsstaat ofwel een verzorgingsstaat
Een rechtsstaat draait om wederkerige erkenning, als je zelf vrijheid
neemt, moet je die van anderen ook accepteren én het uitoefenen van
vrijheidsrechten mag niet die vrijheid van een ander inperken.
§1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat
Een rechtsstaat is een staat waarin je als burger met grondrechten wordt
beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
o In een autoritaire staat, bestaat deze bescherming niet. Een kleine groep
of 1 persoon heeft er alle macht.
o Nederland is een democratische rechtstaat, hierdoor mag je ok nog
meedoen aan vrije verkiezingen. Daardoor beslis je als burger indirect
mee. Nederland heeft ook een sociale rechtstaat, de overheid moet de
welvaart en het welzijn van de burgers beschermen
In een rechtsstaat heerst sociale cohesie (= het gevoel van
verbondenheid tussen mensen), er is vertrouwen en wederkerigheid
mensen hebben vertrouwen (mensen houden zich aan de wet in de
verwachting dat anderen dat ook doen)
Er is ook vertrouwen en wederkerigheid tussen de overheid en burgers,
de overheid verwacht dat mensen zich aan de wet houden en de
overheid houdt zich ook aan de wet. Hierdoor is er rechtszekerheid
(iedereen weet wat wel en niet mag)
Het idee van een rechtsstaat ontstond in de tijd van de verlichting, mensen
werden in deze tijd ongelijk behandeld, hier kwam veel kritiek op.
o Door de in de 15e eeuw uitgevonden drukpers kon nieuwe kennis worden
verspreid, met als gevolg dat het bestaande wereld -en mensenbeeld
begon te wankelen.
o In de 18e eeuw wilde men met de rede wetten achterhalen en voorwaarden
opstellen.
De eerste voorwaarde was vrijheid mensen zijn pas gelukkig als ze vrij
zijn; de macht van de vorst en staat moest hiervoor ingeperkt worden.
o Volgens de contractfilosofen moesten mensen een sociaal contract
sluiten, hierin sluiten de overheid en burgers een deal waarbij burgers
vrijheid inleveren voor bescherming.
De staat moest de veiligheid van burgers garanderen, daarom krijgen zij
een geweldsmonopolie (=alleen de overheid mag geweld gebruiken).
De staat misbruikt deze macht niet omdat de contractfilosofen
bedachten dat de staat zich ook aan wetten moet houden. De
contractfilosofen kwamen zo op de 4 grondbeginselen; grondrechten,
soevereiniteits- en democratie, legaliteit, trias politica.
De eerste rechtsstaten waren de VS en Frankrijk
o VS (1776), taak van de staat was de veiligheid en vrijheid van de burgers.
De grondrechten werden vastgelegd in de Bill of Rights. De
onafhankelijkheidsverklaring, grondwet en Bill of Rights maken samen de
Amerikaanse constitutie.
o Frankrijk (1789), na de Franse Revolutie werd de verklaring van de
rechten van de mens en burger ingevoerd, hierin werden de
grondrechten van de mens beschreven.
, In 1799 kwam Napoleon met de verlichte dictatuur hierin houdt de
machthebber rekening met de bevolking. Hij stelde de Code Civil in met
idealen van de rechtsstaat.
§2 Grondwet en grondrechten
De grondwet in Nederland:
o Legt fundamentele rechten van burgers vast;
o Begrenst de macht van de staat;
o Geeft aan hoe de belangrijkste organen van de staat zijn georganiseerd;
o Drukt de eenheid van de natie uit (burgers vormen binnen een staat een
eenheid)
De voorloper van de grondwet was de staatsregeling van de Bataafse
Republiek (1798) mensen hadden er onschendbare grondrechten, zoals
vrijheid van meningsuiting en drukpers.
o Na de val van Napoleon kwam in Nederland een constitutionele
monarchie dit is een koninkrijk met een grondwet (de eerste grondwet),
1814.
In 1848 werd er onder leiding van Thorbecke een grondwet geschreven, de
koning was hierin onschendbaar; zijn macht werd ingeperkt.
o Het censuskiesrecht werd ingevoerd: alleen een kleine groep mannen,
die veel belasting betaalden, mochten stemmen.
o Thorbecke vond dat de staat maar één taak had, de vrijheid van burgers
dienen. Hij vond dan ook dat de overheid zich alleen moest inzetten voor de
bewaking van de veiligheid van de burgers (=nachtwakersstaat)
Echter door deze nachtwakersstaat ontstond een klassenstrijd, men wilde
kiesrecht. In 1917 leidde de sociale onrust tot een wijziging van de grondwet
(algemeen mannenkiesrecht) en in 1919 voor vrouwen. Ook gelijke
financiering scholen etc.
In WOII eindigde de grondrechten, erna kwam de oude grondwet terug. In
1983 kwam een nieuwe grondwet, om te beschermen tegen discriminatie en
recht op sociale zekerheid.
In de Grondwet staan klassieke en sociale grondrechten. Grondrechten zijn
de belangrijkste rechten van burgers die de staat moet respecteren.
o Klassieke grondrechten zijn afdwingbaar bij de rechter
1) Gelijkheidsrechten (discriminatie)
2) Politieke rechten (kiesrecht)
3) Vrijheidsrechten (godsdienst)
o Sociale grondrechten zijn zaken waar de overheid zich voor moet
inzetten
1) Onderwijs
2) Huisvesting
3) Volksgezondheid
De klassieke rechtsstaat werd met het invoeren van sociale grondrechten
een sociale rechtsstaat ofwel een verzorgingsstaat
Een rechtsstaat draait om wederkerige erkenning, als je zelf vrijheid
neemt, moet je die van anderen ook accepteren én het uitoefenen van
vrijheidsrechten mag niet die vrijheid van een ander inperken.