Ventilatie – Manon Schramme
LES 1
Inleiding & normering
Waarom ventileren?
Om…
• Zuurstof toe te voeren à a.d.h.v. het meten van CO2 - concentratie
• Vochtigheid af te voeren à a.d.h.v. het meten van % RV om schimmels te
vermijden
• Warmte af te voeren à door temperatuur te meten
• Geuren af te voeren
• Polluenten af te voeren à = luchtvervuilende stoffen
Bv.:
o Partikels fijn stof (PM) = belangrijkste!
o Fysische polluenten = vezels
o Biologische contaminanten = bacteriën, virussen, schimmels, …
o Gasvormige polluenten = vluchtige organische stoffen (VOS)
o Emissies van bouwmaterialen, meubilair, …
DUS = HYGIËNISCHE VENTILATIE
Want wat als dit niet gedaan wordt?
Er zullen zich meerdere problemen voordoen door teveel vochtproductie.
Bij een hoge vochtigheid > 70-80% zal er schimmel ontstaan t.h.v. koude bruggen. Dit brengt schade
aan het gebouw en aan onze gezondheid
Hoe gaan we om met ventileren?
1. Risico verwijderen door te ventileren
2. Risico verplaatsen door …
3. Mensen isoleren
4. Werkmanier aanpassen
5. Speciale apparatuur voorzien
Bij ventileren is het ook belangrijk dat meerdere zaken worden gecombineerd om zo optimaal
resultaat te krijgen, elk systeem heeft fouten maar als door ze te layeren creëer je succes
1. RELATIEVE VOCHTIGHEID
Verhouding tussen Formule:
• aanwezige dampdruk (p) RV = 100 x p/p’
• verzadigingsdampdruk (p’)
=… %
bij dezelfde temperatuur = relatieve vochtigheid (RV in %)
,DUS:
RV = maatstaaf voor hoeveelheid waterdamp de lucht bevat, uitgedrukt als percentage van de
max. hoeveelheid waterdamp die lucht bij een bepaalde temperatuur kan bevatten voordat deze
verzadigd raakt.
• ventilatiesysteem D meest geschikt om RV te doen dalen
• tussen 30 & 55% RV veel minder bacteriën in de lucht
2. LUCHTSNELHEID
De relatie tussen temperatuur, luchtsnelheid & comfort loopt als
volgt:
• Hoe kouder het is, hoe liever we minder luchtsnelheid (of
ventilatie) hebben
• Hoe warmer het is, hoe liever we meer luchtsnelheid (of
ventilatie) hebben
3. THERMISCHE BEHAAGLIJKHEID/COMFORT
Een optimaal comfort is het best te omschrijven als:
“Een toestand waarin nagenoeg niemand iets over zijn omgeving te klagen heeft”
= onmogelijk: altijd 1-2% niet tevreden MAAR het is
dus ideaal als je niet voelt of je omgeving te warm of te koud is
ideaal voor ons lichaam is:
• Luchtsnelheid 0,13 – 0,22 m/sec
• Vochtigheid 35 – 65% RV
• Luchtkwaliteit 350 – 1500 ppm CO22
• Geluid 30 – 70 dB/A
• Temperatuur 18 – 22°C
• Licht 100 – 3000 lux
• Luchtdruk 890 – 1030 hPa
Uiteindelijk was het P. Ole Fanger die kon voorspellen welke temperatuur mensen in een bepaalde
situatie comfortabel zouden vinden.
Hij maakte hiervoor een vergelijking waaruit kan berekend worden bij welke temperatuur het
metabolisme, kledingsweerstand, lichaamstemperatuur & ruimtetemperatuur in evenwicht zijn.
Valt te vergelijken met warmteverliesberekening van een gebouw maar dan voor lichaam
,De waardes die hij daarbij uitkwam waren de à 95% van de klant was hier mee tevreden
‘Voorspelde gemiddelde voorkeur’ (P.M.V.)
Berekende ook hoeveel gebruikers een afwijking op de temp. nog zullen weten te appreciëren
= P.P.D.
D P.M.V. (afwijking op P.M.V.) Appreciatie P.P.D.
-3 Koud
-2 Koel 76.4%
-1 Frisjes 26.8%
+0 Neutraal 5%
+1 Warmpjes 36.4%
+2 Warm 75.7%
+3 Heet
!! Fanger stelde dat zijn grafieken enkel gelden bij:
• relatieve vochtigheid tss 30% - 70%
• luchtsnelheid maximaal 0.35 m/s
• na een verblijf in de ruimte circa 1 uur
+3, +2, +1 à geen graden Kelvin of Celcius à gewoon parameter om afwijking aan te tonen
Er bestaan wel meer gedetailleerde grafieken die voor elk temperatuur-afwijking een
overeenkomende afwijking van de 5% PPD kan aantonen = afh/v luchtsnelheid, kleding, activiteit, …
Op basis van dit allemaal zijn curves ontworpen voor alle mogelijke situaties waarmee een
ontwerper aan de slag kan: bepaalt samen met opdrachtgever het volgende:
• de verwachtte activiteitsgraad van de medewerkers
• de verwachtte CLO-index
• maximaal toegelaten luchtsnelheid
• hoeveel ontevredenen toelaatbaar zijn
Normatief kader
1. ARAB
= codex voor welzijn op het werk inzake de binnenluchtkwaliteit in werklokalen = voor werknemers
Dus enkel voor werkplekken = kantoren
• CO2 concentraties moeten lager zijn dan 900 ppm
OF
• Er moet een minimum ventilatiedebiet van 40 m3/h/persoon zijn
2. BINNENMILIEUBESLUIT: GRO
= opdeling o.b.v. categorieën volgens PPM/PMV (Fanger)
• GRO = de duurzaamheidsmeter voor gebouwen van de overheid
• Gaat dus over NIET-residentiële gebouwen
, • Bij klasse A is 6% ontevreden
• Bij klasse B is 10% ontevreden
• Bij klasse C is 15% ontevreden
3. IDA KLASSEN
= ‘indoor air quality’ (IAQ), opdeling o.b.v. debieten (hoeveelheid CO2 in ruimte)
4. EPB
= regelgeving voor residentiële en niet-residentiële toepassingen
• Residentieel
• Niet – residentieel = bijlage X
• 22 m3/h/persoon
WELKE REGELGEVING WANNEER GEBRUIKEN?