100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Methoden en onderzoek 1

Rating
-
Sold
-
Pages
36
Uploaded on
27-05-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting van 36 pagina's voor het vak Methoden en onderzoek 1 aan de Artevelde

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 27, 2025
Number of pages
36
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Methoden en onderzoeken
2. Basisconcept
Deductief redeneren: top-down, conclusie volgt uit veronderstelling dat iets waar is. Zijn
uitgangspunten voor syllogisme (logica of redenering afkomstig uit 3 proposities:
majorpremisse, minorpremisse en conclusie) of voorwaardelijk opgebouwde redenering.
Hierbij hoort bewijs!
Alle mensen zijn sterfelijk, ik ben mens DUS ik ben sterfelijk
Hippocrates is grondlegger van westerse geneeskunde en had de leer der humores
(lichaamssappen) geschreven.
- Bloed -> energiek
- Zwarte gal -> depressief, introvert
- Gele gal -> ambitieus
- Slijm -> kalm
Inductief redeneren: (=wetenschappelijk denken) bottom-up, het komen tot een theorie op
basis van waarnemingen. Ligt aan de grond van empirisch onderzoek. Vanuit hele reeks
waarnemingen bouwt men een theorie die niet met bepaalde zekerheid kan gezegd worden
dat zij de waarheid dicht benadert.
Eerste zwaan is wit, 2de ook, de nde zwaan ook ……… DUS besluit :alle zwanen zijn wit? ->
rol van toevalsfout


2.1 Karakteristieken van wetenschappelijk onderzoek
 Systematische manier
Systematische manier van probleemoplossing en uitbreiding persoonlijke kennis,
Systematisch, stap voor stap logisch te werk. Vertrekken vanuit probleemstelling, definiëren,
stellen onderzoeksplan op, verzamelt info om probleem te verklaren.

 Controle
Storende factoren moeten minimaal zijn. Proces moet controleerbaar en reproduceerbaar
zijn. Andere onderzoekers moeten het onderzoek op exact dezelfde manier moeten kunnen
herhalen.

 Generaliseerbaarheid
Resultaten moeten doorgetrokken kunnen worden naar alle mensen op wie het
onderzoeksonderwerp van toepassing is. Dit geeft de kwaliteit van het onderzoek mee,
generaliseerbaarheid kan nooit 100% zijn!
2.2 Doel wetenschappelijk onderzoek
Hoofddoel, algemene doel = kennis toenemen
4 specifieke doelen:

 Werkelijkheid beschrijven via observaties en dan ordenen. = beschrijvend onderzoek,
descriptief onderzoek

,  Exploratie gaat verder dan beschrijvend onderzoek. Gaan relaties ontdekken; welke
factoren invloeden hebben op elkaar, effect hebben….. Toont enkel relatie aan en niet
de causaliteit of oorzakelijkheid!
 Verklaren is belangrijk in opbouw theorieën, toont aan op welke manier fenomenen
met elkaar in verband staan. Door inferentiële analyses gebeurt dit! Onderlinge
verbanden worden gevonden.
 Toetsend onderzoek , toetst een idee of hypothese uit een theorie. Onderzoeker wil
weten of uitspraak fout is. Men gebruikt groter dan, meer dan….. Dit is een
vergelijking tussen mensen, dieren……
 Meta-analyserend onderzoek is een onderzoek waarbij resultaten van een eerder
uitgevoerd onderzoek samen worden genomen om een preciezere uitspraak te doen
over een bepaalde theorie/fenomeen.


2.3 Beperkingen van wetenschappelijk onderzoek
 Tijd en financiële middelen
Beschikbare tijd beperkt-> gevolgen voor totale aanpak onderzoek
Hoe meer geld, hoe groter de mogelijkheden. Zoals veel geld maar weinig tijd? We
zetten veel mensen in die op korte tijd veel doen.
 Omvang van onderzoeksteekproef
= Aantal mensen dat meedoet met het onderzoek. Deze mensen zijn representatief
voor groep waarop het onderzoek zich richt= populatie
 Ethische en morele beperkingen
Niet alle onderzoeksmethoden zijn acceptabel. Hoe kwetsbaarder de deelnemer, hoe
moeilijker het is om hem/haar goed te informeren en vrijwillig te laten deelnemen.
 Complexiteit van de mens
Is moeilijk zeker in onderzoek naar menselijk gedrag en attitudes


3 Onderzoeksopzet
3.1 Grote lijnen
Conceptdiagram van onderzoek vertrekt vanuit de inductieve redenering. Vanuit
observaties/waarneming worden hypotheses opgebouwd die voortdurend getoetst zullen
worden aan nieuwe observaties -> zo beslissen we of hypothese weg moet of niet.
De onzekerheid wordt gemeten en op basis van een vooraf gekozen zekerheidsdrempel
wordt de hypothese aanvaard of verworpen!
Het maken van de keuzes en klinische beslissingen wordt gebaseerd op
- Graad van onzekerheid bekomen uit wetenschappelijk onderzoek
- Hierop gebaseerde protocol (toepasbaarheid van dit protocol op patiënt of
patiëntengroep)
- Ervaring van de clinicus
Start met goede onderzoeksvraag EN eindig met antwoord op die vraag en zorg dat je het
juiste studiedesign kiest! Praktijkgericht vs fundamenteel + kwalitatief vs kwantiatief

,3.2 Stappen binnen onderzoekscyclus
Het onderzoek heeft tijdens proces vaste structuur. Begint met vraag en eindigt met
antwoord op deze vraag! Er zit een logische volgorde in deze stappen en geldt voor elk
onderzoek (praktijkgericht, fundamenteel, kwalitatief of kwantitatief)
1. Probleemstelling + formuleren van specifieke onderzoeksvraag/hypothese
Heeft vraag, ziet probleem, wil antwoord/oplossing. Er is een globale
onderzoeksvraag waaruit men een concrete vraag formuleert.
2. Literatuuronderzoek
Wat reeds gekend over probleem? Welke onderzoeken reeds gebeurd? Welke
resultaten bekomen?
3. Ontwerpen onderzoeksdesign
Op basis van onderzoeksvraag, middelen en tijd -> bepaalt men hoe het onderzoek
zal uitgevoerd worden en welk type men gaat gebruiken.
4. Populatie en steekproeftrekking
Omschrijving van betrokken onderzoekspopulatie is noodzakelijk om daarna te
bepalen hoe en welk deel van de populatie geselecteerd zal worden als steekproef
5. Gegevensverzameling
Het volledige onderzoek wordt uitgevoerd. Gegevens nodig om antwoord te krijgen
op onderzoeksvraag. Deze gegevens zullen de uitkomst bepalen en zullen de
oorzakelijke of beïnvloedende factoren vormen.
6. Gegevensverwerking
De gegevens worden geordend en afhankelijk van aard van de gegevens worden er
verschillende analysemethoden gekozen (kwantitatief voor cijfers of kwalitatief)
7. Interpretatie resultaten
Resultaten kritisch bekeken + vergeleken met andere gelijkaardige studies. Zo
kunnen ze dit op juiste wijze interpreteren. Hier kan eventueel nog een 2 de
literatuurstudie van te pas komen.
8. Trekken conclusies
Nagegaan in hoeverre de opgestelde hypothese ondersteund wordt door de
onderzoeksresultaten.
9. Publicatie
Bekendmaken van de resultaten en conclusies uit het onderzoek.
3.3 onderzoeksvraag en onderzoeksdoel

, Onderzoek vertrekt vanuit probleem of vraagstelling. Aanleiding tot vraag kan 4 verschillende
redenen hebben:
- Uit een klinisch probleem waarmee je als clinicus al meerdere keren mee
geconfronteerd bent. Hoe komt het dat oudere patiënten met gezonde dentitie cariës
ontwikkelen op blootliggende wortelvlakken?
- Door discussie in protocol van aanpak tijdens een multidisciplinair patiënten overleg.
Welke concentratie chloorhexidine gebruiken we bij patiënten die parodontale ingreep
hebben ondergaan?
- Door presentatie van nieuw diagnostisch middel met overtuiging gebracht door
vertegenwoordiger van dit product. Is dit een goed middel om interdentale cariës te
detecteren?
- Door lezen van vakliteratuur met onduidelijke resultaten. Klopt het nu dat spoelen na
het poetsen een negatief effect heeft op de werking van tandpasta?
Deze aanleidingen zetten aan om op onderzoek te gaan of zelf een onderzoek op te zetten!
3.3.1 van idee naar probleemstelling tot onderzoeksvraag

START globale omschrijving van vraag/probleem waarin men geïnteresseerd is OF vanuit
een idee dat ontstaan is door een ervaring.
Uit een globale onderzoeksvraag/probleemstelling gaat men een specifieke
onderzoeksvraag/probleemstelling ontwikkelen. Onderzoeksvraag moet helder, concreet en
eenduidig geformuleerd worden en heeft een hoofdvraag met deelvragen!
In het evidence-based denken is het belangrijk dat onderzoeksvraag de nodige elementen
bevat zodat deze specifiek is en op een duidelijke manier kan beantwoord worden.
PICO-acroniem helpt hierbij:
P= patiëntengroep/populatie, duidelijk omschreven probleem
I= interventie, duidelijke hypothetische oorzaak (verklarende factor)
C = Comparison, vergelijkende verklarende factor (vergelijkende interventie)
O= uitkomst, meetbaar verwacht gevolg (uitkomst)
Eventueel Tijdsfactor en dosis-respons factor
SMART-principe (Specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch, tijdsgebonden) kan je ook
nog gebruiken als toetsing en hulpmiddel om de doelstellingen te definiëren of om
onderzoeksvraag op te stellen.
- Onderzoeksvraag heeft goed omschreven patiënten populatie, duidelijke
hypothetische oorzaak, verwacht gevolg en een tijdsfactor!!!
Kenmerken onderzoeksvraag: onderzoekbaar, volledig, eenduidig (specifiek), enkelvoudig (1
vraag), relevant, eenvoudig en correct geformuleerd.




3.3.2 Hypothese
Vanuit de onderzoeksvraag wordt er een hypothese ontwikkeld.
$12.58
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
gozdebalci
2.0
(1)

Get to know the seller

Seller avatar
gozdebalci Arteveldehogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
2
Member since
6 months
Number of followers
0
Documents
14
Last sold
1 month ago

2.0

1 reviews

5
0
4
0
3
0
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions