Inleiding tot de rechtsfilosofie
4 rode draden doorheen collegecyclus
- De verhouding van recht en moraal (en godsdienst) en de verschillende filosofische
opvattingen die hierover ontwikkeld werden
- De legitimatie van de staatsmacht en de verschillende modellen die hierover
ontwikkeld werden
- De normatieve grondslagen van de democratische rechtsstaat en de binding van
machtsuitoefening aan recht
- Het moderne recht als een relatief autonoom en functioneel gedifferentieerd
maatschappelijk deelsysteem waarin normen primair procedureel gelegitimeerd
worden en niet meer berusten op een universele materieel-inhoudelijke consensus
over het goede leven
HOC 1 – Wat is rechtsfilosofie en Middeleeuwen
Thema’s
- De filosofische benadering
- Verschillen tussen juridische, rechtssociologische en rechtsfilosofische benadering
- Verschillen tussen recht, politiek, moraal en wetenschap
Wat is recht?
Juristen:
- Intern perspectief
- Geheel van regels die neerslag vinden in de bronnen van het recht (algemene
principes, wetten, gewoonten, etc.)
- Deze regels vinden toepassing in de praktijk van rechtspraak en rechtsleer
- Zoektocht binnen dit systeem naar meest adequate juridische oplossing van een
bepaald probleem (voorbeeld: euthanasie)
Sociologen:
- Gaat niet om de vraag wat geldend recht is
- Recht als sociaal fenomeen
- Recht heeft invloed op de maatschappij maar de maatschappij heeft ook invloed op
het recht
- Recht (nauw): maatschappelijke controle uitgeoefend door systematische
aanwending van macht
- Recht (breed): geheel van collectieve gedragingen en normen die het sociale leven
structureren
à in hoeverre is een bepaald probleem (euthanasie) juridisch reguleerbaar in de
maatschappelijke praktijk?
Filosofen:
- Dubbele betekenis van het woord recht
o Morele recht-vaardigheid – noodzakelijk verband tussen recht en moraliteit
§ Natuurrechtleer
1
, o Bestaand positief rechtsstelsel – een juridische ordening die feitelijk effectief
is binnen een bepaald grondgebied (bepaald door macht). Ordenende functie
van recht, ook bij onrechtvaardigheid
§ Rechtspositivisme
Recht en law zijn verschillend: rechtvaardig, recht heeft een morele connotatie, dit heeft het
Engelse woord law totaal niet.
à 2 grote stromingen in de rechtsfilosofie
Wat is rechtsfilosofie?
- Definities onbevredigend, leveren problemen op
- Tonen via voorbeelden: daadwerkelijk lezen van filosofische teksten
- Beeld van primaire teksten
Grondvragen van het recht:
- In hoeverre houdt recht verband met moraal en rechtvaardigheid?
- In hoeverre is recht louter een machtsinstrument?
- Hoe kun je juridische dwang rechtvaardigen?
- Wanneer moet men aan het recht gehoorzamen?
- Tot welke grens mag de overheid zich met het leven van haar burgers bemoeien?
Juristen buiten het kader:
- Strafrechter: is het strafrecht wel de geschikte manier om mensen te bewegen regels
na te leven?
- Wetgevingsjurist: welke zaken moeten wel en niet door de overheid geregeld
worden?
- Rechter: moet ik wetten toepassen die fundamenteel onrechtvaardig zijn of tot een
onrechtvaardige uitkomst leiden?
à Deze vragen zijn niet beantwoordbaar binnen het recht zelf.
Er moet een link zijn tussen de rechtspraktijk en de rechtsfilosofie. Omdat recht in praktijk
niet altijd het perfecte antwoord biedt.
De filosofische benadering
- Geen ander onderwerp dan juristen: bijvoorbeeld ook nadenken over recht en
milieu, euthanasie, alternatieve straffen
- Wel door andere benadering en ander perspectief kijken naar hetzelfde probleem
o Niet alleen een intern perspectief, vragen vanuit het terrein van het recht
o Maar een extern perspectief van buiten, van een afstand, over het recht
o Zinvol voor juristen om van tijd tot tijd de eigen activiteit kritisch van afstand
te bekijken
- Jurist: gaat kijken naar de regels om het probleem op te lossen – vanuit het recht
- Filosoof: neemt een extern perspectief, denkt meer na over de rol van het recht –
neemt een afstand van die materie
2
,Filosofie & wetenschap
- Wetenschap: bepaalde stabiele beschrijving of verklaring van de werkelijkheid (ook
sociologie of sociale wetenschap)
o Willen een oorzaak voor dingen waarom ze zo zijn
- Filosofie: bepaalde visie op de wereld voorstellen en daarvoor beargumenteren
o Willen een soort denken en kijken introduceren in de wereld
o Gebruiken als materiaal argumenten (debat)
- Verschillende benaderingen tussen filosofen (stromingen)
- Typisch: Debat tussen filosofen en kriYek op andere visies
- Filosofie als zoektocht naar grondslagen (basis)
o Ethiek: van morele oordelen over goed en kwaad
o Wetenschap: van wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke kennis
o Recht: van juridische en niet-juridische regels
Recht, ethiek en politiek
- Juridische regels als deelverzameling van sociale regels die zien op het samenleven
tussen mensen in de maatschappij (religieuze regels, etiquette, sociale regels,
gewoonte, morele regels)
- Recht deels als autonoom systeem is historische ontwikkeling: ontwikkeling van
aparte beroepsgroep met eigen taal, gebruiken, kleding en ceremonie
- Niet in isolatie te zien van andere praktijken en maatschappij, vragen van moreel en
politiek
Rechtsfilosofie: Een poging om enigszins geordend en systematisch na te denken over aard,
functie, rijkwijdte en legitimiteit van het recht (Westerman).
Deel 1: historische ontwikkeling van de rechtsfilosofie – van de Middeleeuwen tot de 20e
eeuw
Middeleeuwen: God & Recht
Relatie tussen God en het Recht
Thema’s:
- Verhouding van recht, moraal en godsdienst
- Hoger Recht
- (Goddelijk) Natuurrecht
- Grondslagen van de staat & legitimatie staatsmacht
- Soevereiniteit
Achtergrond:
- Historisch begrip van grondslagen van onze huidige democratische rechtstaat
- Inzicht in de legitimatie van staat en recht
- Terug naar de Middeleeuwen waar er heel anders over het doel van staat en recht
werd gedacht dan nu
- Geen basis in vrijheid en gelijkheid
3
, - 2 denkers: Augustinus & Thomas van Aquino
Feodalisme
- Chaos door ineenstorten maatschappelijke orde West-Romeinse rijk in vierde eeuw
- Consolidatie van 2 machten
• Wereldlijke macht bij de keizer
• Geestelijke macht bij Rooms-Katholieke kerk
- Feodale maatschappij opgedeeld in kleinere eenheden onder leiding van de adel
• Standenmaatschappij: geestelijken, adel, boeren & burgers
- Complex stelsel van wederzijdse verplichtingen tussen standen.
- In dit hiërarchisch systeem heeft individu zelf geen rechten en plichten
- Mens niet als autonoom individu, maar ontleent identiteit aan de stand waartoe men
behoort
- Vrijheidsrechten als groepsrechten van een stand: voorrechten van bepaalde groep
tegen opkomende centrale macht van vorst
- Verdragen als Magna Carta (1215): bescherming collectieve privileges van adel tegen
aanspraken koning
Res Publica Christiana (RPC)
- Internationale gemeenschap van Christelijke volkeren en staten
- Geestelijke macht beruste bij de Rooms-Katholieke kerk
- Augustinus van Hippo (354 – 430 na Christus) schrijft het boek Stad van God begin 5e
eeuw
- Introduceert het begrip res publica Christiana: de internationale gemeenschap van
christelijke volkeren en staten
• Bestuur is gebaseerd op rechtvaardigheid en welzijn van de mensen
- Christelijke kerk positief afgezet tegen de aanspraken van het Romeinse Rijk op de
res publica (re-publiek/publieke zaak als de gemeenschap en haar welzijn).
- Betwisting legitimiteit van Rome als staat omdat het rijk was veroverd met geweld en
niet door rechtvaardigheid
- Christelijke kerk wel als echte res publica, opgericht voor welzijn van mensheid.
RPC als denkkader impliceerde:
- Geloofseenheid
- Erkenning van het overkoepelend geestelijk gezag van de Paus
- Het heilige recht van de kerk om ketterij, desnoods te vuur en te zwaard, te
bestrijden en de wereldlijke overheid te verplichten daaraan mee te werken.
Soevereiniteit
- Augustinus introduceert de notie soevereiniteit
- Augustinus ook vaak geassocieerd met doctrine van goddelijke soevereiniteit
- Soevereiniteit: het recht om het hoogste gezag uit te oefenen, zonder
verantwoording aan anderen.
4
4 rode draden doorheen collegecyclus
- De verhouding van recht en moraal (en godsdienst) en de verschillende filosofische
opvattingen die hierover ontwikkeld werden
- De legitimatie van de staatsmacht en de verschillende modellen die hierover
ontwikkeld werden
- De normatieve grondslagen van de democratische rechtsstaat en de binding van
machtsuitoefening aan recht
- Het moderne recht als een relatief autonoom en functioneel gedifferentieerd
maatschappelijk deelsysteem waarin normen primair procedureel gelegitimeerd
worden en niet meer berusten op een universele materieel-inhoudelijke consensus
over het goede leven
HOC 1 – Wat is rechtsfilosofie en Middeleeuwen
Thema’s
- De filosofische benadering
- Verschillen tussen juridische, rechtssociologische en rechtsfilosofische benadering
- Verschillen tussen recht, politiek, moraal en wetenschap
Wat is recht?
Juristen:
- Intern perspectief
- Geheel van regels die neerslag vinden in de bronnen van het recht (algemene
principes, wetten, gewoonten, etc.)
- Deze regels vinden toepassing in de praktijk van rechtspraak en rechtsleer
- Zoektocht binnen dit systeem naar meest adequate juridische oplossing van een
bepaald probleem (voorbeeld: euthanasie)
Sociologen:
- Gaat niet om de vraag wat geldend recht is
- Recht als sociaal fenomeen
- Recht heeft invloed op de maatschappij maar de maatschappij heeft ook invloed op
het recht
- Recht (nauw): maatschappelijke controle uitgeoefend door systematische
aanwending van macht
- Recht (breed): geheel van collectieve gedragingen en normen die het sociale leven
structureren
à in hoeverre is een bepaald probleem (euthanasie) juridisch reguleerbaar in de
maatschappelijke praktijk?
Filosofen:
- Dubbele betekenis van het woord recht
o Morele recht-vaardigheid – noodzakelijk verband tussen recht en moraliteit
§ Natuurrechtleer
1
, o Bestaand positief rechtsstelsel – een juridische ordening die feitelijk effectief
is binnen een bepaald grondgebied (bepaald door macht). Ordenende functie
van recht, ook bij onrechtvaardigheid
§ Rechtspositivisme
Recht en law zijn verschillend: rechtvaardig, recht heeft een morele connotatie, dit heeft het
Engelse woord law totaal niet.
à 2 grote stromingen in de rechtsfilosofie
Wat is rechtsfilosofie?
- Definities onbevredigend, leveren problemen op
- Tonen via voorbeelden: daadwerkelijk lezen van filosofische teksten
- Beeld van primaire teksten
Grondvragen van het recht:
- In hoeverre houdt recht verband met moraal en rechtvaardigheid?
- In hoeverre is recht louter een machtsinstrument?
- Hoe kun je juridische dwang rechtvaardigen?
- Wanneer moet men aan het recht gehoorzamen?
- Tot welke grens mag de overheid zich met het leven van haar burgers bemoeien?
Juristen buiten het kader:
- Strafrechter: is het strafrecht wel de geschikte manier om mensen te bewegen regels
na te leven?
- Wetgevingsjurist: welke zaken moeten wel en niet door de overheid geregeld
worden?
- Rechter: moet ik wetten toepassen die fundamenteel onrechtvaardig zijn of tot een
onrechtvaardige uitkomst leiden?
à Deze vragen zijn niet beantwoordbaar binnen het recht zelf.
Er moet een link zijn tussen de rechtspraktijk en de rechtsfilosofie. Omdat recht in praktijk
niet altijd het perfecte antwoord biedt.
De filosofische benadering
- Geen ander onderwerp dan juristen: bijvoorbeeld ook nadenken over recht en
milieu, euthanasie, alternatieve straffen
- Wel door andere benadering en ander perspectief kijken naar hetzelfde probleem
o Niet alleen een intern perspectief, vragen vanuit het terrein van het recht
o Maar een extern perspectief van buiten, van een afstand, over het recht
o Zinvol voor juristen om van tijd tot tijd de eigen activiteit kritisch van afstand
te bekijken
- Jurist: gaat kijken naar de regels om het probleem op te lossen – vanuit het recht
- Filosoof: neemt een extern perspectief, denkt meer na over de rol van het recht –
neemt een afstand van die materie
2
,Filosofie & wetenschap
- Wetenschap: bepaalde stabiele beschrijving of verklaring van de werkelijkheid (ook
sociologie of sociale wetenschap)
o Willen een oorzaak voor dingen waarom ze zo zijn
- Filosofie: bepaalde visie op de wereld voorstellen en daarvoor beargumenteren
o Willen een soort denken en kijken introduceren in de wereld
o Gebruiken als materiaal argumenten (debat)
- Verschillende benaderingen tussen filosofen (stromingen)
- Typisch: Debat tussen filosofen en kriYek op andere visies
- Filosofie als zoektocht naar grondslagen (basis)
o Ethiek: van morele oordelen over goed en kwaad
o Wetenschap: van wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke kennis
o Recht: van juridische en niet-juridische regels
Recht, ethiek en politiek
- Juridische regels als deelverzameling van sociale regels die zien op het samenleven
tussen mensen in de maatschappij (religieuze regels, etiquette, sociale regels,
gewoonte, morele regels)
- Recht deels als autonoom systeem is historische ontwikkeling: ontwikkeling van
aparte beroepsgroep met eigen taal, gebruiken, kleding en ceremonie
- Niet in isolatie te zien van andere praktijken en maatschappij, vragen van moreel en
politiek
Rechtsfilosofie: Een poging om enigszins geordend en systematisch na te denken over aard,
functie, rijkwijdte en legitimiteit van het recht (Westerman).
Deel 1: historische ontwikkeling van de rechtsfilosofie – van de Middeleeuwen tot de 20e
eeuw
Middeleeuwen: God & Recht
Relatie tussen God en het Recht
Thema’s:
- Verhouding van recht, moraal en godsdienst
- Hoger Recht
- (Goddelijk) Natuurrecht
- Grondslagen van de staat & legitimatie staatsmacht
- Soevereiniteit
Achtergrond:
- Historisch begrip van grondslagen van onze huidige democratische rechtstaat
- Inzicht in de legitimatie van staat en recht
- Terug naar de Middeleeuwen waar er heel anders over het doel van staat en recht
werd gedacht dan nu
- Geen basis in vrijheid en gelijkheid
3
, - 2 denkers: Augustinus & Thomas van Aquino
Feodalisme
- Chaos door ineenstorten maatschappelijke orde West-Romeinse rijk in vierde eeuw
- Consolidatie van 2 machten
• Wereldlijke macht bij de keizer
• Geestelijke macht bij Rooms-Katholieke kerk
- Feodale maatschappij opgedeeld in kleinere eenheden onder leiding van de adel
• Standenmaatschappij: geestelijken, adel, boeren & burgers
- Complex stelsel van wederzijdse verplichtingen tussen standen.
- In dit hiërarchisch systeem heeft individu zelf geen rechten en plichten
- Mens niet als autonoom individu, maar ontleent identiteit aan de stand waartoe men
behoort
- Vrijheidsrechten als groepsrechten van een stand: voorrechten van bepaalde groep
tegen opkomende centrale macht van vorst
- Verdragen als Magna Carta (1215): bescherming collectieve privileges van adel tegen
aanspraken koning
Res Publica Christiana (RPC)
- Internationale gemeenschap van Christelijke volkeren en staten
- Geestelijke macht beruste bij de Rooms-Katholieke kerk
- Augustinus van Hippo (354 – 430 na Christus) schrijft het boek Stad van God begin 5e
eeuw
- Introduceert het begrip res publica Christiana: de internationale gemeenschap van
christelijke volkeren en staten
• Bestuur is gebaseerd op rechtvaardigheid en welzijn van de mensen
- Christelijke kerk positief afgezet tegen de aanspraken van het Romeinse Rijk op de
res publica (re-publiek/publieke zaak als de gemeenschap en haar welzijn).
- Betwisting legitimiteit van Rome als staat omdat het rijk was veroverd met geweld en
niet door rechtvaardigheid
- Christelijke kerk wel als echte res publica, opgericht voor welzijn van mensheid.
RPC als denkkader impliceerde:
- Geloofseenheid
- Erkenning van het overkoepelend geestelijk gezag van de Paus
- Het heilige recht van de kerk om ketterij, desnoods te vuur en te zwaard, te
bestrijden en de wereldlijke overheid te verplichten daaraan mee te werken.
Soevereiniteit
- Augustinus introduceert de notie soevereiniteit
- Augustinus ook vaak geassocieerd met doctrine van goddelijke soevereiniteit
- Soevereiniteit: het recht om het hoogste gezag uit te oefenen, zonder
verantwoording aan anderen.
4