STRUCTUUR, BINDINGEN, ACIDITEIT EN
BASICITEIT
Organisch: stoffen die C bevatten Staat in het centrum van de 2de rij: even
graag e- afgeven als opnemen elektronen
delen = covalente binding
STRUCTUUR ATOOM
Kern: protonen + neutronen e- bewegen errond
Atoomnummer: # protonen = # elektronen
Massagetal: # protonen + # neutronen
Isotopen: zelfde atoomnummer, verschillend massagetal verschillend #
neutronen
Atoommassa: gemiddelde massa atoom
Moleculaire massa: som atoommassas
ELEKTRONENDISTRIBUTIE
Kwantummechanica: gebruikt golfvergelijking om beweging van e- rond kern
te karakteriseren
geeft energie en ruimte waarin e- kan
gevonden worden
oplossing = orbitalen: s, p, d en f
Elk orbitaal heeft zijn eigen vorm en energie
Hoe dichter orbitaal bij de kern, hoe lager de energie
Gedegeneerde orbitalen: orbitalen die een andere vorm of ligging hebben
maar dezelfde energie
Bv. px en py andere oriëntatie maar zelfde energie
Aufbau-orde: eerst orbitalen vullen met laagste energie-inhoud
Pauli-verbod: 2 elektronen nooit 4 dezelfde kwantumgetallen, minstens andere
spin
Regel van Hund: eerst 1 e- per orbitaal als orbitalen met zelfde energie
LEWISTHEORIE
= Een atoom zal elektronen afgeven, opnemen of delen om gevulde buitenste
schil te hebben (octet)
Metaal: geeft elektronen af ° kation
, Niet-metaal: neemt elektronen op ° anion
Ionbinding: Covalente binding:
Elektronen overdracht Delen van elektronen
Aantrekking tussen positieve en Binding door
negatieve ionen gemeenschappelijke e-
Ionrooster bij groot aantal
ELEKTRONEGATIVITEIT (EN)
Maat voor mogelijkheid van atoom om bindingselektronen naar zich toe te
trekken
Gelijk verdeeld = apolaire binding
Verschillende EN-waarde = polaire binding
Hoe groter verschil in EN, hoe groter polariteit
Zorgt voor partieel positieve en partieel negatieve lading
Dipoolmoment ( μ) = e . d e = sterkte lading d = afstand
tussen ladingen
“Elektronenrijke atomen worden aangetrokken door elektronenarme atomen!”
Blauw = lage elektronendensiteit = aantrekking tot
negatieve lading
Rood = hoge elektronendensiteit = aantrekking tot
positiebe lading
LEWISSTRUCTUREN
Gedelde elektronenparen voorgesteld als 2 bolletjes Kékuléstructuur = als
streep
# gedeelde elektronenparen = # covalente bindingen
= [# e- voor edelgasconfiguratie – (# valentie-e- - effectieve
ladingen)] / 2
FCN = [3.8 – (7 + 4 + 5)]/2 = 4 4 bindingen
Formele lading
= # valentie-e- - (# elektronen in vrije elektronenparen + ½ #
bindingselektronen)
NO2+: N heeft 4 e- ipv 5
Valentieschaalexpansie: vanaf n ≥ 3
Gecondenseerde structuren: bindingsplaats al beetje weergeven
Resonantiestructuren = kanonieken: verschillen alleen in plaats van p- en
niet-bindende elektronen
Kernen wel op dezelfde positie
ATOOMORBITALEN
Geeft ruimte weer waarin je met 90% kans een e - kan vinden
BASICITEIT
Organisch: stoffen die C bevatten Staat in het centrum van de 2de rij: even
graag e- afgeven als opnemen elektronen
delen = covalente binding
STRUCTUUR ATOOM
Kern: protonen + neutronen e- bewegen errond
Atoomnummer: # protonen = # elektronen
Massagetal: # protonen + # neutronen
Isotopen: zelfde atoomnummer, verschillend massagetal verschillend #
neutronen
Atoommassa: gemiddelde massa atoom
Moleculaire massa: som atoommassas
ELEKTRONENDISTRIBUTIE
Kwantummechanica: gebruikt golfvergelijking om beweging van e- rond kern
te karakteriseren
geeft energie en ruimte waarin e- kan
gevonden worden
oplossing = orbitalen: s, p, d en f
Elk orbitaal heeft zijn eigen vorm en energie
Hoe dichter orbitaal bij de kern, hoe lager de energie
Gedegeneerde orbitalen: orbitalen die een andere vorm of ligging hebben
maar dezelfde energie
Bv. px en py andere oriëntatie maar zelfde energie
Aufbau-orde: eerst orbitalen vullen met laagste energie-inhoud
Pauli-verbod: 2 elektronen nooit 4 dezelfde kwantumgetallen, minstens andere
spin
Regel van Hund: eerst 1 e- per orbitaal als orbitalen met zelfde energie
LEWISTHEORIE
= Een atoom zal elektronen afgeven, opnemen of delen om gevulde buitenste
schil te hebben (octet)
Metaal: geeft elektronen af ° kation
, Niet-metaal: neemt elektronen op ° anion
Ionbinding: Covalente binding:
Elektronen overdracht Delen van elektronen
Aantrekking tussen positieve en Binding door
negatieve ionen gemeenschappelijke e-
Ionrooster bij groot aantal
ELEKTRONEGATIVITEIT (EN)
Maat voor mogelijkheid van atoom om bindingselektronen naar zich toe te
trekken
Gelijk verdeeld = apolaire binding
Verschillende EN-waarde = polaire binding
Hoe groter verschil in EN, hoe groter polariteit
Zorgt voor partieel positieve en partieel negatieve lading
Dipoolmoment ( μ) = e . d e = sterkte lading d = afstand
tussen ladingen
“Elektronenrijke atomen worden aangetrokken door elektronenarme atomen!”
Blauw = lage elektronendensiteit = aantrekking tot
negatieve lading
Rood = hoge elektronendensiteit = aantrekking tot
positiebe lading
LEWISSTRUCTUREN
Gedelde elektronenparen voorgesteld als 2 bolletjes Kékuléstructuur = als
streep
# gedeelde elektronenparen = # covalente bindingen
= [# e- voor edelgasconfiguratie – (# valentie-e- - effectieve
ladingen)] / 2
FCN = [3.8 – (7 + 4 + 5)]/2 = 4 4 bindingen
Formele lading
= # valentie-e- - (# elektronen in vrije elektronenparen + ½ #
bindingselektronen)
NO2+: N heeft 4 e- ipv 5
Valentieschaalexpansie: vanaf n ≥ 3
Gecondenseerde structuren: bindingsplaats al beetje weergeven
Resonantiestructuren = kanonieken: verschillen alleen in plaats van p- en
niet-bindende elektronen
Kernen wel op dezelfde positie
ATOOMORBITALEN
Geeft ruimte weer waarin je met 90% kans een e - kan vinden