AARDRIJKSKUNDE
KLIMATEN:
In een klimatogram zitten de temperatuur- en neerslaggegevens samengevoegd.
Droog klimaat: Nj < 400 mm
Nat klimaat: Nj ≥ 400 mm
Koud klimaat: Tw < 10°C
Gematigd klimaat: Tw ≥ 10°C en Tk < 18°C
Warm klimaat: Tk ≥ 18°C
Droge maand: minder neerslag dan tweemaal de waarde van de gemiddelde
maandtemperatuur van dezelfde maand. Nm < 2 Tm
Natte maand: meer neerslag dan tweemaal de waarde van de gemiddelde
maantemperatuur van dezelfde maand. Nm ≥ 2 Tm
Droog klimaat: geen boomgroei mogelijk, bijna geen natuurlijke plantengroei
Nat klimaat: boomgroei mogelijk
Koud klimaat: geen boomgroei mogelijk
Gematigd klimaat: boomgroei met groeistop tijdens de koude periode
Warm klimaat: boomgroei het hele jaar door mogelijk
SCHAAL:
1. Noteer de breukschaal.
2. Meet de afstand tussen de plaatsen.
3. Vermenigvuldig de afstand met de noemer van de schaal.
4. Zet om in de gepaste eenheid. (meestal km)
KLIMATEN:
In een klimatogram zitten de temperatuur- en neerslaggegevens samengevoegd.
Droog klimaat: Nj < 400 mm
Nat klimaat: Nj ≥ 400 mm
Koud klimaat: Tw < 10°C
Gematigd klimaat: Tw ≥ 10°C en Tk < 18°C
Warm klimaat: Tk ≥ 18°C
Droge maand: minder neerslag dan tweemaal de waarde van de gemiddelde
maandtemperatuur van dezelfde maand. Nm < 2 Tm
Natte maand: meer neerslag dan tweemaal de waarde van de gemiddelde
maantemperatuur van dezelfde maand. Nm ≥ 2 Tm
Droog klimaat: geen boomgroei mogelijk, bijna geen natuurlijke plantengroei
Nat klimaat: boomgroei mogelijk
Koud klimaat: geen boomgroei mogelijk
Gematigd klimaat: boomgroei met groeistop tijdens de koude periode
Warm klimaat: boomgroei het hele jaar door mogelijk
SCHAAL:
1. Noteer de breukschaal.
2. Meet de afstand tussen de plaatsen.
3. Vermenigvuldig de afstand met de noemer van de schaal.
4. Zet om in de gepaste eenheid. (meestal km)