DEEL 2
Inhoudsopgave
INLEIDING TOT HET RECHT | DEEL 2...................................................................... 1
DEEL 5 | BURGERLIJK RECHT................................................................................. 2
2. PERSONEN.......................................................................................................2
2.1. NATUURLIJKE PERSONEN............................................................................................................ 2
2.2. RECHTSPERSONEN.................................................................................................................... 5
3. GOEDEREN EN ZEKERHEDEN.............................................................................7
................................................................................................................................................... 7
3.1. INDELING VAN DE GOEDEREN...................................................................................................... 7
3.2. ZELFSTANDIGE ZAKELIJKE RECHTEN............................................................................................ 10
3.3. INTELLECTUELE RECHTEN......................................................................................................... 12
3.4. ZEKERHEDEN........................................................................................................................ 12
4. VERBINTENISSEN...........................................................................................13
5. FAMILIE EN GEZIN..........................................................................................13
5.3. GEZINSVERMOGEN................................................................................................................. 13
HOOFDSTUK 2. PERSONEN.......................................................................................16
2.2. RECHTSPERSONEN.................................................................................................................. 16
1
,DEEL 5 | BURGERLIJK RECHT
2. PERSONEN
2.1. Natuurlijke personen
2.1.2 Bestaan van personen
Begin: geboorte
• Principe
• Uitzondering: ongeboren vrucht ~ persoon
- in het belang van de toekomstige persoon
- Voorwaarde: levend en levensvatbaar
Einde: dood
• Principe
• Vanaf je niet meer ademt en je hart niet meer klopt
• Uitzondering: overledene ~ persoon
- In het belang van familieleden, erfgenamen, SE
Afwezigheid
• Onzekerheid over bestaan goederen?
• Procedure inzake afwezigheid
• Vermiste personen
2.1.3 Bekwaamheid EXAMENVRAAG
Rechtsbekwaamheid:
• Geschikt drager te zijn van R&P
• Iedereen is rechtsbekwaam (toch uitzonderingen)
Handelingsbekwaamheid:
• Geschikt om RH te stellen
- zelf rechten uit te oefenen
- zelf plichten (verbintenissen) aan te gaan
• Beginsel: iedereen is handelingsbekwaam
• Uitzonderingen: onbekwaamheden
2
,2.1.6 Naam
A. Identiteit van de persoon
Belang: identificatie van personen
- In het maatschappelijk verkeer
- Voor (overheids)administratie
B. Aard van de naam
Van openbare orde
C. Soorten:
C.1. Familienaam: Verkrijging afstamming
-> Keuzerecht:
- naam vader
- naam moeder
- samengestelde naam (zelf gekozen volgorde)
C.2 Voornaam
C.3 Ondernemingsnaam
D. Naamsverbetering en naamsverandering
- Naamsverbetering: vergissing rechtzetten: RECHT
- Naamsverandering: geen verwarring of schade berokkenen: GUNST
2.1.7 Woonplaats
A. Begrip en belang :
• (Juridische) woonplaats:
“Plaats waar een persoon zijn hoofdverblijf heeft en geacht wordt te
verblijven om zijn rechten uit te oefenen en zijn plichten na te
komen.”
• Te onderscheiden van de (feitelijke) verblijfplaats
• Belang woonplaats: juridische gevolgen
B. Keuze Woonplaats
OEFENING
• Principe: vrije keuze
Marie verblijft 3 dagen van de week in Brugge in een
huurwoning, 2 dagen per week is ze in haar appartement
in Mechelen. Daar is ze gaan stemmen in oktober. Tijdens
C. Bijzondere gevallen het weekend gaat ze meestal naar haar chalet in Namen.
De deurwaarder moet aan Marie een dagvaarding te
betekenen. Waar moet hij naartoe?
A) Brugge, want daar brengt Marie procentueel de meeste
tijd door.
3 B) Mechelen, want daar is ze gaan stemmen
C) Namen, want daar is ze eigenaar van een huisje.
, 2.1.8 Nationaliteit
= Juridische band tussen persoon en staat
waartoe hij behoort
• Vreemdeling?
• 2.1.8a en 2.1.8b niet te kennen
2.1.9 Burgerlijke stand
A. Begrip en Belang
- Publiciteitsregelingen
- Burgerlijke stand: gemeentedienst
- Verzamelen van gegevens omtrent bestaan, staat en bekwaamheid
- Opmaken akten van burgerlijke stand
- Publiciteit geven aan die akten
B. Akten van burgerlijke stand
- Authentieke bewijswaarde
- Geboorteakte; huwelijksakte; overlijdensakte
C. Publiciteit
- Registers van de burgerlijke stand: thans elektronisch in DABS
- Uittreksel
- Afschrift (kopie)
- Privacy-wetgeving
2.1.10 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer
Principe: algeheel verbod verbod voor ondernemingen op het verwerken en bewaren
van persoonsgegevens van natuurlijke personen
Uitzonderingen:
• Toestemming betrokkene
• Wet verplicht verwerking gegevens (sociale zekerheid, fiscus)
• Noodzakelijke informatie om contract te sluiten
Beperkingen:
- Enkel verwerken gegevens noodzakelijk voor het doel
- Gegevens enkel gebruiken voor dit doel
- Niet langer bewaren dan nodig
Principieel verbod om gegevens bij te houden aangaande: seksuele voorkeur,
afkomst, politieke opvatting, religie, gezondheid, gerechtelijke gegevens, …
Informatieplicht: aan betrokken persoon en aan Gegevensbeschermingsautoriteit
(vroegere Privacycommissie)
4