Door Fien Elegheert
STAATSRECHT – SAMENVATTING
DEEL 2: CONSTITUTIONALISME
>Hoofdstuk 4 en 5: zie lesopname 22 oktober 2024
> Grondwettelijk systeem waarin fundamentele regels extra worden beschermd die toelaten dat als er een
machthebber overlijdt of als er een wissel is van de macht, dat die fundamentele regels blijven gelden én die
ervoor zorgen dat er een grondwet is die een visie op mens en maatschappij blijft uitdragen. Die visie zijn de
burgerschapsmodellen.
INLEIDING: FUNCTIES VAN DE GRONDWET
Wat doet de grondwet?
Het is de uiteenzetting van politieke macht in legitiem gezag
We hebben een grondwet waarmee we allemaal hebben ingestemd om de macht op
die manier te organiseren
Je kan zien wat de bron is van alle macht
Hoe wordt die macht gelegitimeerd? (dit is waarover we het gaan hebben)
De formulering van leidende principes voor de uitoefening van die macht
Hoe worden de publieke instellingen georganiseerd
Hoe dat die publieke instellingen zich ten aanzien van elkaar verhouden, maar ook ten
aanzien van de burgers (= de grondrechten)
HOOFDSTUK 4: BRONNEN VAN STAATSMACHT EN BURGERSCHAPSMODELLEN
De grondwet legt de regels neer die bepalen wie staatsmacht kan uitoefenen en op welke wijze.
Overheidshandelingen vinden hun grondslag dus terug in die regels. Maar wat bepaald op haar beurt de
bindende kracht van die grondwettelijke regels? Waarop is de bevoegdheid gebaseerd om het hoogste
staatsgezag in België uit te oefenen? Dit is de vraag naar de bron van alle staatsmacht.
In democratische rechtstaten ga je de bron van alle macht op één of andere manier terugbrengen
naar de bevolking, naar de concrete mensen die onderworpen zijn aan de regels
Welke visie heeft men op burgerschap? Wie hoort daarbij en wie niet?
Welk burgerschapsmodel een grondwet heeft een impact op wat ons juridisch oordeel is over
bepaalde maatregelen (referenda, genderquota op kieslijsten)
o Antwoord grondwet zelf in artikel 33: ‘alle macht gaat uit van de natie’
Maar: idee van één ondeelbare natie waarin alle macht besloten ligt = achterhaald
Het land is opgesplitst in taalgroepen, taalgebieden en deelstaten
o Verschillende grondwetsherzieningen hebben vervolgens een verward beeld achtergelaten met
sporen van verschillende opvattingen van de bron van staatsmacht
Die opvattingen hangen telkens samen met verschillende visies van burgerschap
Hieronder volgt een overzicht van die opvattingen over staatsmacht met het
bijhorende burgerschapsmodel
Daaruit blijkt dat in de Belgische grondwet verschillende concepten naast
elkaar leven (zelfs als ze elkaar tegenspreken)
Vervolgens wordt er besproken wat dit telkens betekent voor de
geoorloofdheid van het referendum en voor de rechtmatigheid van
genderquota
,Door Fien Elegheert
SOEVEREINITIETSMODELLEN: NATIONALE SOEVEREINITEIT, VOLKSSOEVEREINITEIT EN PARITAIRE
DEMOCRATIE
o Nationale soevereiniteit
Soevereiniteit wordt bij een abstracte en ondeelbare entiteit gelegd, nl: de natie
Hierin is het niet: ‘We, The People’ maar ‘Wij, de Natie’
Verwijst naar de burgers in abstracto, als één ondeelbare entiteit
Heel abstract model: burgers hebben hun nationaliteit met elkaar gemeen: al wie
Belg is de andere kenmerken zijn niet van belang
Los van gender, religie of eender welk identiteitskenmerk behalve
nationaliteit: het is de nationaliteit die burgers verenigt binnen een staat
Natie representeert abstract idee van ‘de rationele burger’
Vertegenwoordiging door Parlement
Parlement vertegenwoordigt enkel burgers die als verstandig genoeg
worden gezien (de ideale, rationele burger)
Begonnen in 1831 met een zeer functioneel en beperkt model van
stemrecht: enkel de rijke mensen konden stemmen
stemrecht kwam enkel toe aan wie een rationale stem kan
uitbrengen
Parlement dat daaruit voortkomt heeft een heel vrij mandaat
Door onderlinge discussie zal het gaandeweg de nationale wil
vinden: die wet die het meest verstandig is voor het hele land
Gaat gepaard met een heel universele benadering van mensenrechten
Twee afgeleiden van het idee van nationale soevereiniteit:
o Volkssoevereiniteit
Meer liberaal model: hier is het ‘We, The People’
Hier gaat het wel over de concrete mensen, maar toch gaat men die nog steeds als in hun
abstractie zien
Abstracte natie geleidelijk vervangen door tastbare notie van ‘het volk’
Wel bleef het representatieve karakter van het systeem behouden
‘de ondeelbaarheid van het volk’
Je kan dan geen functioneel stemrecht hebben, dit wordt een algemeen stemrecht
Deelname aan het publieke leven = individueel mensenrecht
o Paritaire democratie
Vinden we in Frankrijk terug: in het Franse systeem zit men nog heel erg met dat idee van
nationale soevereiniteit.
De grondwet schrijft dat uitdrukkelijk neer (net zoals in BEL): het idee dat alle macht
niet bij God ligt, niet bij het volk ligt maar bij de natie
Tegelijkertijd stelde men vast in Frankrijk dat er heel weinig vrouwen in het
parlement zaten
Dus zochten vrouwen een manier om vrouwenquota in te voeren, maar wel
op zodanige wijze om dat te kunnen verzoenen met het idee van een
soevereiniteitsmodel (want in een soevereiniteitsmodel maakt het niet uit
welk geslacht je hebt)
Ze kwamen met volgende filosofie: kinderen die worden geboren uit een
man en een vrouw. Mannen en vrouwen zijn nodig voor het voortbestaan
van de mensheid. Dit is een biologisch feit, en hieruit halen ze: het is zo in
de biologie & dus moet het ook zo zijn in politieke en maatschappelijke
instituten
,Door Fien Elegheert
Met andere woorden: we houden het idee van soevereiniteit,
maar we gaan het ‘genderen’
> het onderscheidt tussen man en vrouw is zo essentieel, dat ook
de natie gegenderd is elk ander onderscheid is ondergeschikt en
daar kijken we niet naar
Werd geïntroduceerd om vrouwen aanspraak te geven op een grotere vertegenwoordiging
Strategie: universele concept van nationale soevereiniteit bewaren, maar op een gegenderde
wijze
Wil zeggen dat gender (anders dan de andere kenmerken) inherent werd geacht aan
de notie van burgerschap
Ook werd gesteld dat democratie beschouwd moet worden als een in essentie
gegenderd concept: geen democratie zonder genderpariteit
Grondslag daarvan werd gevonden in het idee van genderdualiteit: de
mensheid bestaat, noodzakelijk en uitsluitend, uit mannen en vrouwen die
interdependent zijn.
SPOREN IN DE BELGISCHE GRONDWET
o Nationale soevereiniteit
Vindt een duidelijke neerslag in de Belgische grondwet
Artikel 33, artikel 42, artikel 8 tweede lid
Soevereiniteit ligt bij de natie, dus ze kan niet zomaar verplaatst worden naar supranationale
instellingen (zoals bv. de EU) daarom artikel 34 Gw.: uitoefening van bepaalde machten
kan worden opgedragen aan die instellingen (maar geen overdracht van macht)
We zijn begonnen met een heel nationalistisch soevereiniteitsmodel, en we zien daar de
sporen nog altijd van terug in de grondwet
Artikel 8, derde en vierde lid laat toe dat stemrecht wordt gegeven aan niet-Belgen
Wel enkel voor zover de Unie dit voorschrijft voor Unieburgers
Men kan wel stellen dat de idee van de nationale soevereiniteit daardoor
vermengd werd met de idee van volkssoevereiniteit
Vandaag hebben we een algemeen, universeel, enkelvoudig
stemrecht & niet meer een functioneel stemrecht
o Paritaire democratie
Dit idee vormde de drijvende kracht achter de electorale genderquota in België = drijvende
filosofie achter artikel 11bis Grondwet.
Er moeten maatregelen worden genomen om de gelijke toegang tot verkozen
mandaten voor man en vrouw te bewerkstelligen en in de uitvoerende organen
moeten personen zitten van beide geslachten
Wanneer dit artikel in de grondwet werd ingevoerd, hebben we ook het huwelijk
open gezet voor mensen met hetzelfde geslacht
Op een gegeven moment komt er een advocaat dat zegt: paritaire
democratie gaat niet enkel over het parlement, dat gaat ook over onze
maatschappelijke instellingen (met andere woorden: het huwelijk = enkel
man en vrouw, adoptie = enkel door man en vrouw)
Maar het Grondwettelijk Hof leest geen paritaire democratie als drijvende
inspiratie in die grondwetsbepalingen
Het idee van de fundamentele tweeslachtigheid van de mens zie je
nergens als uitgangspunt in de Belgische grondwettelijke orde
Idee van paritaire democratie werd verworpen door het
Grondwettelijk hof -> we hebben dus geen sporen van paritaire
,Door Fien Elegheert
democratie in onze grondwet! (wel van nationale soevereiniteit en
volkssoevereiniteit)
PLURALISTISCH BURGERSCHAPSMODEL
Noemt men ook het meerderheidsmodel
o Pluralistisch (liberaal) concept van democratie
Gaat over concrete mensen in contingente situaties
Mensen zijn heel verschillend, hebben verschillende kenmerken en zitten in heel
verschillende situaties. Dit gaat ook bepalend zijn voor hun (politieke) voorkeuren,
preferenties, noden en behoeften
De bron van alle staatsmacht ligt bij het volk (net zoals bij volkssoevereiniteit)
Pluralisme of differentiatie = sleutelbegrip voor de organisatie van een democratisch systeem
Kernprobleem: hoe kan je de algemene wil halen uit een veelheid van particuliere
belangen? = onmogelijk
Hierdoor spreekt men van de relativiteit van de volkswil
Tussen al die mensen zoek je een meerderheid om achter een
bepaalde wet te staan. Deze wet wordt dan gestemd, maar die kan
altijd weer opnieuw veranderen.
Je kan altijd een nieuwe meerderheid vormen om die wet
weer aan te passen of af te schaffen
op elk moment kan een nieuwe meerderheid gevormd
worden die de wet weer kan wijzigen
De uitsluiting van de minderheid is dus tijdelijk
en fragmentair
Meerderheidsregel = basisprincipe (super belangrijk!)
Zie artikel 53 Gw.
Wel enkel de gewone meerderheidsregel
vanaf je een 2/3de meerderheid vraagt geef je een
vetorecht aan een minderheid
Bijzondere meerderheden zouden de wil van de
meerderheid kunnen blokkeren en voor een
minderheidsveto kunnen zorgen
Gaat gepaard met sets aan individuele democratische rechten
Hoe je tot die meerderheid komt, daarvoor hoef je niet noodzakelijk in het
parlement te zitten -> je kunt ook je stem laten horen en een meerderheid vormen
op andere manieren
Door druk te zetten, door vrijheid van meningsuiting, door op straat te
komen
SPOREN IN DE BELGISCHE GRONDWET
o Formeel verwijst de Belgische grondwet naar het nationaal soevereiniteitsmodel
maar de grondwet transformeert naar een liberaal pluralistisch model:
door de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht – artikel 61 Gw.
door de erkenning van diversiteit – artikel 11bis Gw.
Grondwet verwijst naar kenmerken van personen, heeft het over
taalgroepen
,Door Fien Elegheert
CORPORATISTISCH BURGERSCHAPSMODEL
Gaat over het idee dat specifieke groepsbelangen een permanente vertegenwoordiging vereisen.
Welke dan als zodanig erkend worden dat daar een specifieke vertegenwoordiging voor nodig is, is
afhankelijk van land tot land (soms gaat dat over geslacht, etnische afkomst, religie, taal, in Rwanda en
Burundi is er zo een specifieke vertegenwoordiging van mensen met een handicap)
Dit is vooral van belang bij identiteitskenmerken: kenmerken die een gemeenschap vormen
De subgroepen worden betrokken bij de besluitvorming
o meerderheidsmodel gaat ervanuit dat minderheden en meerderheden wisselen
= niet vanzelfsprekend in heterogene samenlevingen
In de praktijk komt de meerderheidsregel dan neer op de permanente uitsluiting van
een bepaalde groep ondermijnt het democratisch systeem
Oplossing: consensusdemocratie
Is er op gericht om minderheidsgroepen in het
besluitvormingsproces te betrekken
o Milde vorm van consensusdemocratie
Systeem erkent groepen met specifieke belangen -> het gaat om groepsbelangen waarmee
men permanent rekening moet houden
Idealiter biedt het parlement een descriptieve en substantieve vertegenwoordiging:
Descriptief: het parlement weerspiegelt de samenleving in al haar variëteit
Substantief: de groepen moeten kunnen wegen op het besluitvormingsproces om
hun belangen te beschermen
o Doorgedreven vorm van consensusdemocratie
Grondwet geeft bijzondere erkenning aan subgroepen die onderscheiden worden op grond
van identiteitskenmerken (taal, etniciteit, religie)
Meer drastische maatregelen:
Voorbehouden plaatsen
Bijzondere meerderheden en vetorechten
Het opnemen van deze groepen in het besluitvormingsproces is van vitaal
belang voor de stabiliteit van het land
Zo wordt bijvoorbeeld zelfs oververtegenwoordiging aanvaardbaar
geacht om het evenwicht tussen de subgroepen in een verdeelde
samenleving te verzekeren
Om die reden achtte het Belgische Grondwettelijk Hof de
oververtegenwoordiging van Vlamingen in het Brusselse
Parlement gerechtvaardigd
SPOREN IN DE BELGISCHE GRONDWET
o De Belgische grondwet is doorgedrongen van het corporatistische consensusmodel
De erkenning van subgroepen op basis van taal beheerst de volledige inrichting van de
staatsinstellingen
Opdeling van België in taalgebieden – artikel 4 Gw.
Inrichting van de federale staat in gemeenschappen en gewesten die grotendeels
gebaseerd zin op die taalgebieden – artikel 1 Gw.
De taalgroepen in het parlement – artikel 43 Gw.
De taalpariteit in de Ministerraad – artikel 99, tweede lid Gw.
Aanwezigheid van personen van elk geslacht is vereist in publieke organen – artikel
11bis Gw.
Dit wijst erop dat het vrouwen ziet als een bijzondere groep met eigen
belangen die steeds vertegenwoordigd moeten worden
, Door Fien Elegheert
Je kan dit zien als iets van het corporatistisch model of het
meerderheidsmodel
TOEPASSING OP HET REFERENDUM
o Referenda?
Dit zijn volksstemmingen over een bepaald onderwerp
Het resultaat daarvan kan bindend zijn of louter adviserend
Wanneer het een louter adviserende functie heeft, spreken we ook wel over
‘volksraadplegingen’
o Raad van State, afdeling wetgeving: grondwet verzet zich tegen de organisatie van een bindend
referendum drie argumenten:
1. Uit artikel 33, eerste lid van de Grondwet volgt dat de grondwetgever heeft gekozen voor
een zuiver vertegenwoordigend en parlementair stelsel
Dit argument hangt samen met de idee van nationale soevereiniteit
2. Dergelijke referenda staan haaks op de specifieke inrichting en werking van België als een
consensusdemocratie
Dit argument hangt samen met het corporatistisch model
3. Artikel 33, tweede lid van de Grondwet stelt dat de machten worden uitgeoefend op de
wijze bij de grondwet bepaald.
De grondwet regelt dus op een uitputtende wijze de wetgevende bevoegdheid die is
toegewezen aan de grondwettelijke machten
Om referenda toe te laten is daarom een expliciete grondslag nodig in de
Grondwet (en deze bestaat enkel voor gewestelijke volksraadplegingen (en
gemeenten en provincies) – zie artikel 39bis Gw. (niet voor nationale))
NATIONALE SOEVEREINITEIT EN PARITAIRE DEMOCRATIE
o Referenda = verboden
De concrete bevolking wordt niet gerepresenteerd, en dus ook niet wat die concrete
bevolking nu wel of niet wil
Wat een rationele burger nu eigenlijk wil, kan enkel ontdekt worden door de vrije
deliberatie van de volksvertegenwoordigers in het parlement
Legt nadien verantwoordelijkheid af via verkiezingen
Niet gebonden door wil van actuele, concrete burgers
Wie in het parlement zit verdedigd de natie in haar geheel, én wat ons bindt is die
nationaliteit: het is het parlement dat gaat bepalen wat die burgers nu eigenlijk willen
VOLKSSOEVEREINITEIT
o Minder bezwaren tegen referenda
Soevereiniteit ligt namelijk bij de concrete bevolking: het gaat over de meer concrete
bevolking
Dan is het aanvaardbaar om de mening van die mensen, gezien als een abstract
homogeen geheel, af te tasten
Bevolking wordt gezien als één vormloos geheel -> het is dan als geheel dat
de bevolking bij referenda een stem uitbrengt
Maar men is hier heel voorzichtig mee, want het representatieve model
staat wel voorop
De raad van state geeft daarom toe dat een referendum te
combineren valt met het representatieve systeem
STAATSRECHT – SAMENVATTING
DEEL 2: CONSTITUTIONALISME
>Hoofdstuk 4 en 5: zie lesopname 22 oktober 2024
> Grondwettelijk systeem waarin fundamentele regels extra worden beschermd die toelaten dat als er een
machthebber overlijdt of als er een wissel is van de macht, dat die fundamentele regels blijven gelden én die
ervoor zorgen dat er een grondwet is die een visie op mens en maatschappij blijft uitdragen. Die visie zijn de
burgerschapsmodellen.
INLEIDING: FUNCTIES VAN DE GRONDWET
Wat doet de grondwet?
Het is de uiteenzetting van politieke macht in legitiem gezag
We hebben een grondwet waarmee we allemaal hebben ingestemd om de macht op
die manier te organiseren
Je kan zien wat de bron is van alle macht
Hoe wordt die macht gelegitimeerd? (dit is waarover we het gaan hebben)
De formulering van leidende principes voor de uitoefening van die macht
Hoe worden de publieke instellingen georganiseerd
Hoe dat die publieke instellingen zich ten aanzien van elkaar verhouden, maar ook ten
aanzien van de burgers (= de grondrechten)
HOOFDSTUK 4: BRONNEN VAN STAATSMACHT EN BURGERSCHAPSMODELLEN
De grondwet legt de regels neer die bepalen wie staatsmacht kan uitoefenen en op welke wijze.
Overheidshandelingen vinden hun grondslag dus terug in die regels. Maar wat bepaald op haar beurt de
bindende kracht van die grondwettelijke regels? Waarop is de bevoegdheid gebaseerd om het hoogste
staatsgezag in België uit te oefenen? Dit is de vraag naar de bron van alle staatsmacht.
In democratische rechtstaten ga je de bron van alle macht op één of andere manier terugbrengen
naar de bevolking, naar de concrete mensen die onderworpen zijn aan de regels
Welke visie heeft men op burgerschap? Wie hoort daarbij en wie niet?
Welk burgerschapsmodel een grondwet heeft een impact op wat ons juridisch oordeel is over
bepaalde maatregelen (referenda, genderquota op kieslijsten)
o Antwoord grondwet zelf in artikel 33: ‘alle macht gaat uit van de natie’
Maar: idee van één ondeelbare natie waarin alle macht besloten ligt = achterhaald
Het land is opgesplitst in taalgroepen, taalgebieden en deelstaten
o Verschillende grondwetsherzieningen hebben vervolgens een verward beeld achtergelaten met
sporen van verschillende opvattingen van de bron van staatsmacht
Die opvattingen hangen telkens samen met verschillende visies van burgerschap
Hieronder volgt een overzicht van die opvattingen over staatsmacht met het
bijhorende burgerschapsmodel
Daaruit blijkt dat in de Belgische grondwet verschillende concepten naast
elkaar leven (zelfs als ze elkaar tegenspreken)
Vervolgens wordt er besproken wat dit telkens betekent voor de
geoorloofdheid van het referendum en voor de rechtmatigheid van
genderquota
,Door Fien Elegheert
SOEVEREINITIETSMODELLEN: NATIONALE SOEVEREINITEIT, VOLKSSOEVEREINITEIT EN PARITAIRE
DEMOCRATIE
o Nationale soevereiniteit
Soevereiniteit wordt bij een abstracte en ondeelbare entiteit gelegd, nl: de natie
Hierin is het niet: ‘We, The People’ maar ‘Wij, de Natie’
Verwijst naar de burgers in abstracto, als één ondeelbare entiteit
Heel abstract model: burgers hebben hun nationaliteit met elkaar gemeen: al wie
Belg is de andere kenmerken zijn niet van belang
Los van gender, religie of eender welk identiteitskenmerk behalve
nationaliteit: het is de nationaliteit die burgers verenigt binnen een staat
Natie representeert abstract idee van ‘de rationele burger’
Vertegenwoordiging door Parlement
Parlement vertegenwoordigt enkel burgers die als verstandig genoeg
worden gezien (de ideale, rationele burger)
Begonnen in 1831 met een zeer functioneel en beperkt model van
stemrecht: enkel de rijke mensen konden stemmen
stemrecht kwam enkel toe aan wie een rationale stem kan
uitbrengen
Parlement dat daaruit voortkomt heeft een heel vrij mandaat
Door onderlinge discussie zal het gaandeweg de nationale wil
vinden: die wet die het meest verstandig is voor het hele land
Gaat gepaard met een heel universele benadering van mensenrechten
Twee afgeleiden van het idee van nationale soevereiniteit:
o Volkssoevereiniteit
Meer liberaal model: hier is het ‘We, The People’
Hier gaat het wel over de concrete mensen, maar toch gaat men die nog steeds als in hun
abstractie zien
Abstracte natie geleidelijk vervangen door tastbare notie van ‘het volk’
Wel bleef het representatieve karakter van het systeem behouden
‘de ondeelbaarheid van het volk’
Je kan dan geen functioneel stemrecht hebben, dit wordt een algemeen stemrecht
Deelname aan het publieke leven = individueel mensenrecht
o Paritaire democratie
Vinden we in Frankrijk terug: in het Franse systeem zit men nog heel erg met dat idee van
nationale soevereiniteit.
De grondwet schrijft dat uitdrukkelijk neer (net zoals in BEL): het idee dat alle macht
niet bij God ligt, niet bij het volk ligt maar bij de natie
Tegelijkertijd stelde men vast in Frankrijk dat er heel weinig vrouwen in het
parlement zaten
Dus zochten vrouwen een manier om vrouwenquota in te voeren, maar wel
op zodanige wijze om dat te kunnen verzoenen met het idee van een
soevereiniteitsmodel (want in een soevereiniteitsmodel maakt het niet uit
welk geslacht je hebt)
Ze kwamen met volgende filosofie: kinderen die worden geboren uit een
man en een vrouw. Mannen en vrouwen zijn nodig voor het voortbestaan
van de mensheid. Dit is een biologisch feit, en hieruit halen ze: het is zo in
de biologie & dus moet het ook zo zijn in politieke en maatschappelijke
instituten
,Door Fien Elegheert
Met andere woorden: we houden het idee van soevereiniteit,
maar we gaan het ‘genderen’
> het onderscheidt tussen man en vrouw is zo essentieel, dat ook
de natie gegenderd is elk ander onderscheid is ondergeschikt en
daar kijken we niet naar
Werd geïntroduceerd om vrouwen aanspraak te geven op een grotere vertegenwoordiging
Strategie: universele concept van nationale soevereiniteit bewaren, maar op een gegenderde
wijze
Wil zeggen dat gender (anders dan de andere kenmerken) inherent werd geacht aan
de notie van burgerschap
Ook werd gesteld dat democratie beschouwd moet worden als een in essentie
gegenderd concept: geen democratie zonder genderpariteit
Grondslag daarvan werd gevonden in het idee van genderdualiteit: de
mensheid bestaat, noodzakelijk en uitsluitend, uit mannen en vrouwen die
interdependent zijn.
SPOREN IN DE BELGISCHE GRONDWET
o Nationale soevereiniteit
Vindt een duidelijke neerslag in de Belgische grondwet
Artikel 33, artikel 42, artikel 8 tweede lid
Soevereiniteit ligt bij de natie, dus ze kan niet zomaar verplaatst worden naar supranationale
instellingen (zoals bv. de EU) daarom artikel 34 Gw.: uitoefening van bepaalde machten
kan worden opgedragen aan die instellingen (maar geen overdracht van macht)
We zijn begonnen met een heel nationalistisch soevereiniteitsmodel, en we zien daar de
sporen nog altijd van terug in de grondwet
Artikel 8, derde en vierde lid laat toe dat stemrecht wordt gegeven aan niet-Belgen
Wel enkel voor zover de Unie dit voorschrijft voor Unieburgers
Men kan wel stellen dat de idee van de nationale soevereiniteit daardoor
vermengd werd met de idee van volkssoevereiniteit
Vandaag hebben we een algemeen, universeel, enkelvoudig
stemrecht & niet meer een functioneel stemrecht
o Paritaire democratie
Dit idee vormde de drijvende kracht achter de electorale genderquota in België = drijvende
filosofie achter artikel 11bis Grondwet.
Er moeten maatregelen worden genomen om de gelijke toegang tot verkozen
mandaten voor man en vrouw te bewerkstelligen en in de uitvoerende organen
moeten personen zitten van beide geslachten
Wanneer dit artikel in de grondwet werd ingevoerd, hebben we ook het huwelijk
open gezet voor mensen met hetzelfde geslacht
Op een gegeven moment komt er een advocaat dat zegt: paritaire
democratie gaat niet enkel over het parlement, dat gaat ook over onze
maatschappelijke instellingen (met andere woorden: het huwelijk = enkel
man en vrouw, adoptie = enkel door man en vrouw)
Maar het Grondwettelijk Hof leest geen paritaire democratie als drijvende
inspiratie in die grondwetsbepalingen
Het idee van de fundamentele tweeslachtigheid van de mens zie je
nergens als uitgangspunt in de Belgische grondwettelijke orde
Idee van paritaire democratie werd verworpen door het
Grondwettelijk hof -> we hebben dus geen sporen van paritaire
,Door Fien Elegheert
democratie in onze grondwet! (wel van nationale soevereiniteit en
volkssoevereiniteit)
PLURALISTISCH BURGERSCHAPSMODEL
Noemt men ook het meerderheidsmodel
o Pluralistisch (liberaal) concept van democratie
Gaat over concrete mensen in contingente situaties
Mensen zijn heel verschillend, hebben verschillende kenmerken en zitten in heel
verschillende situaties. Dit gaat ook bepalend zijn voor hun (politieke) voorkeuren,
preferenties, noden en behoeften
De bron van alle staatsmacht ligt bij het volk (net zoals bij volkssoevereiniteit)
Pluralisme of differentiatie = sleutelbegrip voor de organisatie van een democratisch systeem
Kernprobleem: hoe kan je de algemene wil halen uit een veelheid van particuliere
belangen? = onmogelijk
Hierdoor spreekt men van de relativiteit van de volkswil
Tussen al die mensen zoek je een meerderheid om achter een
bepaalde wet te staan. Deze wet wordt dan gestemd, maar die kan
altijd weer opnieuw veranderen.
Je kan altijd een nieuwe meerderheid vormen om die wet
weer aan te passen of af te schaffen
op elk moment kan een nieuwe meerderheid gevormd
worden die de wet weer kan wijzigen
De uitsluiting van de minderheid is dus tijdelijk
en fragmentair
Meerderheidsregel = basisprincipe (super belangrijk!)
Zie artikel 53 Gw.
Wel enkel de gewone meerderheidsregel
vanaf je een 2/3de meerderheid vraagt geef je een
vetorecht aan een minderheid
Bijzondere meerderheden zouden de wil van de
meerderheid kunnen blokkeren en voor een
minderheidsveto kunnen zorgen
Gaat gepaard met sets aan individuele democratische rechten
Hoe je tot die meerderheid komt, daarvoor hoef je niet noodzakelijk in het
parlement te zitten -> je kunt ook je stem laten horen en een meerderheid vormen
op andere manieren
Door druk te zetten, door vrijheid van meningsuiting, door op straat te
komen
SPOREN IN DE BELGISCHE GRONDWET
o Formeel verwijst de Belgische grondwet naar het nationaal soevereiniteitsmodel
maar de grondwet transformeert naar een liberaal pluralistisch model:
door de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht – artikel 61 Gw.
door de erkenning van diversiteit – artikel 11bis Gw.
Grondwet verwijst naar kenmerken van personen, heeft het over
taalgroepen
,Door Fien Elegheert
CORPORATISTISCH BURGERSCHAPSMODEL
Gaat over het idee dat specifieke groepsbelangen een permanente vertegenwoordiging vereisen.
Welke dan als zodanig erkend worden dat daar een specifieke vertegenwoordiging voor nodig is, is
afhankelijk van land tot land (soms gaat dat over geslacht, etnische afkomst, religie, taal, in Rwanda en
Burundi is er zo een specifieke vertegenwoordiging van mensen met een handicap)
Dit is vooral van belang bij identiteitskenmerken: kenmerken die een gemeenschap vormen
De subgroepen worden betrokken bij de besluitvorming
o meerderheidsmodel gaat ervanuit dat minderheden en meerderheden wisselen
= niet vanzelfsprekend in heterogene samenlevingen
In de praktijk komt de meerderheidsregel dan neer op de permanente uitsluiting van
een bepaalde groep ondermijnt het democratisch systeem
Oplossing: consensusdemocratie
Is er op gericht om minderheidsgroepen in het
besluitvormingsproces te betrekken
o Milde vorm van consensusdemocratie
Systeem erkent groepen met specifieke belangen -> het gaat om groepsbelangen waarmee
men permanent rekening moet houden
Idealiter biedt het parlement een descriptieve en substantieve vertegenwoordiging:
Descriptief: het parlement weerspiegelt de samenleving in al haar variëteit
Substantief: de groepen moeten kunnen wegen op het besluitvormingsproces om
hun belangen te beschermen
o Doorgedreven vorm van consensusdemocratie
Grondwet geeft bijzondere erkenning aan subgroepen die onderscheiden worden op grond
van identiteitskenmerken (taal, etniciteit, religie)
Meer drastische maatregelen:
Voorbehouden plaatsen
Bijzondere meerderheden en vetorechten
Het opnemen van deze groepen in het besluitvormingsproces is van vitaal
belang voor de stabiliteit van het land
Zo wordt bijvoorbeeld zelfs oververtegenwoordiging aanvaardbaar
geacht om het evenwicht tussen de subgroepen in een verdeelde
samenleving te verzekeren
Om die reden achtte het Belgische Grondwettelijk Hof de
oververtegenwoordiging van Vlamingen in het Brusselse
Parlement gerechtvaardigd
SPOREN IN DE BELGISCHE GRONDWET
o De Belgische grondwet is doorgedrongen van het corporatistische consensusmodel
De erkenning van subgroepen op basis van taal beheerst de volledige inrichting van de
staatsinstellingen
Opdeling van België in taalgebieden – artikel 4 Gw.
Inrichting van de federale staat in gemeenschappen en gewesten die grotendeels
gebaseerd zin op die taalgebieden – artikel 1 Gw.
De taalgroepen in het parlement – artikel 43 Gw.
De taalpariteit in de Ministerraad – artikel 99, tweede lid Gw.
Aanwezigheid van personen van elk geslacht is vereist in publieke organen – artikel
11bis Gw.
Dit wijst erop dat het vrouwen ziet als een bijzondere groep met eigen
belangen die steeds vertegenwoordigd moeten worden
, Door Fien Elegheert
Je kan dit zien als iets van het corporatistisch model of het
meerderheidsmodel
TOEPASSING OP HET REFERENDUM
o Referenda?
Dit zijn volksstemmingen over een bepaald onderwerp
Het resultaat daarvan kan bindend zijn of louter adviserend
Wanneer het een louter adviserende functie heeft, spreken we ook wel over
‘volksraadplegingen’
o Raad van State, afdeling wetgeving: grondwet verzet zich tegen de organisatie van een bindend
referendum drie argumenten:
1. Uit artikel 33, eerste lid van de Grondwet volgt dat de grondwetgever heeft gekozen voor
een zuiver vertegenwoordigend en parlementair stelsel
Dit argument hangt samen met de idee van nationale soevereiniteit
2. Dergelijke referenda staan haaks op de specifieke inrichting en werking van België als een
consensusdemocratie
Dit argument hangt samen met het corporatistisch model
3. Artikel 33, tweede lid van de Grondwet stelt dat de machten worden uitgeoefend op de
wijze bij de grondwet bepaald.
De grondwet regelt dus op een uitputtende wijze de wetgevende bevoegdheid die is
toegewezen aan de grondwettelijke machten
Om referenda toe te laten is daarom een expliciete grondslag nodig in de
Grondwet (en deze bestaat enkel voor gewestelijke volksraadplegingen (en
gemeenten en provincies) – zie artikel 39bis Gw. (niet voor nationale))
NATIONALE SOEVEREINITEIT EN PARITAIRE DEMOCRATIE
o Referenda = verboden
De concrete bevolking wordt niet gerepresenteerd, en dus ook niet wat die concrete
bevolking nu wel of niet wil
Wat een rationele burger nu eigenlijk wil, kan enkel ontdekt worden door de vrije
deliberatie van de volksvertegenwoordigers in het parlement
Legt nadien verantwoordelijkheid af via verkiezingen
Niet gebonden door wil van actuele, concrete burgers
Wie in het parlement zit verdedigd de natie in haar geheel, én wat ons bindt is die
nationaliteit: het is het parlement dat gaat bepalen wat die burgers nu eigenlijk willen
VOLKSSOEVEREINITEIT
o Minder bezwaren tegen referenda
Soevereiniteit ligt namelijk bij de concrete bevolking: het gaat over de meer concrete
bevolking
Dan is het aanvaardbaar om de mening van die mensen, gezien als een abstract
homogeen geheel, af te tasten
Bevolking wordt gezien als één vormloos geheel -> het is dan als geheel dat
de bevolking bij referenda een stem uitbrengt
Maar men is hier heel voorzichtig mee, want het representatieve model
staat wel voorop
De raad van state geeft daarom toe dat een referendum te
combineren valt met het representatieve systeem