100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting POMCI 2024/2025 Prof. Maesschalck en Prof. Mergaerts GESLAAGD MET ONDERSCHEIDING

Rating
5.0
(1)
Sold
12
Pages
144
Uploaded on
22-05-2025
Written in
2024/2025

Volledige samenvatting van POMCI, zowel het onderdeel omci en pmci zijn hierin verwerkt. De samenvatting bevat slides + aanvulling van de reader + alle gastcolleges. Veel succes!! Door enkel deze samenvatting te studeren ben ik in eerste zit geslaagd met onderscheiding.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 22, 2025
Number of pages
144
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

SAMENVATTING POMCI
ONDERDEEL OMCI




DEEL I: DE ORGANISATIE




HOOFDSTUK 1: ORGANISATIESTRUCTUUR EN INTERORGANISATIONELE SAMENWERKING


1.1 ORGANISATIESTRUCTUUR


1.1.1 WAT IS EEN ORGANISATI E(STRUCTUUR)?


WAT IS EEN ORGANISATIE? (DAFT, MURPHY & WILLMOTT, 2017)

• Sociale entiteit: menselijke component
o Organisaties brengen mensen samen met eigen ideeën, opvattigen, competenties en vaardigheden bewust bij elkaar om
een gemeenschappelijk doel te bereiken
o Een sociale entiteit veronderstelt meerdere mensen; je kan geen organisatie zijn op je eentje
• Doelgericht: bewust samenbrengen om doelen (“missie”) te bereiken
• Bewust gestructureerd en gecoördineerd: er worden functies gdedefinieerd, de uit te voeren activiteiten worden geclusterd
• In relatie tot externe omgeving: organisatie haalt haar bestaansreden uit de externe omgeving

Voorbeelden:

• Mensen in een wagon: geen organisatie
• Studenten 2e bac: geen organisatie
• Crimen: wel een organisatie (bewust gestructureerd en gecoördineerd)


1.1.2 VIJF STRUCTURELE DIMENSIES


WAT IS ORGANISATIESTRUCTUUR? (DAFT, 2016)


1. FORMALISATIE

• Mate waarin gewenst gedrag en activiteiten formeel gedocumenteerd en uitgeschreven zijn ( ‘regeltjes’)
• Vaak veel formalisatie bij publieke organisaties
o O.m. omwille van nood aan transparantie, gelijke behandeling, legaliteit, etc.
▪ Transparantie: waarom worden bepaalde beslissingen genomen
• Formalisatie gaat vaak samen met standaardisatie:
o Steeds zelfde verloop van processen
o Met als doel steeds dezelfde kwaliteit
o Continuïteit dienstverlening door kennisborging
▪ Continuïteit dienstverlening: garanderen dat de diensten die an klanten, burgers of cliënten worden geleverd,
niet onderbroken worden
▪ Kennisborging: vastleggen en toegankelijk maken van cruciale kennis, zodat die niet verloren gaat als bv. een
collega ziek is


1

, • Kan ook te veel worden: overmatige formalisatie of red tape: een teveel aan formele regels en procedures die het goed functioneren
van de publieke organisatie in gedrang brengen


2. SPECIALISATIE

• Mate van arbeidsverdeling
o Hoge mate van specialisatie: taken en activiteiten worden sterk opgedeeld en verspreid over afdelingen en medewerkers
o Lage mate van specialisatie: een medewerker of afdeling voert een brede waaier van activiteiten of taken uit
• Verdeelde taken moeten wel terug gecoördineerd worden in functie van het hogere doel van de organisatie
o Iedereen heeft zijn eigen taak, maar die taken moeten wel op elkaar afgestemd zijn zodat ze samen richting hetzelfde
einddoel werken


3. GEZAGSHIËRARCHIE

• Verticale rapporteringsrelaties: wie rapporteert aan wie in de organisatie en over wat?
• Verwijst ook naar ‘Span of control’:
o Het aantal werknemers dat rechtstreeks wordt aangestuurd door en rapporteert aan één leidinggevende
o Meetbaar: kan groot of klein zijn
▪ Beperkte span of control in steile organisaties: bv. een team van vier dossierbeheerders met één coördinator
▪ Grotere span of control in vlakke organisaties: bv. een team van twintig dossierbeheerders met één coördinator
o De optimale span of control hangt onder andere af van:
▪ Kenmerken van de werkinhoud (complexiteit, nood aan uniformiteit, mate van routine, …)
• Bv. Een team dat routinematig administratief werk doet, kan makkelijk door één manager geleid
worden (brede span of control).
▪ Kenmerken en persoonlijkheid van de manager
• Bv. Een ervaren en stressbestendige manager kan meer medewerkers tegelijk aansturen dan een
onzekere of onervaren leidinggevende.
▪ Kenmerken en persoonlijkheid van de medewerker
• Bv. Zelfstandige medewerkers hebben minder begeleiding nodig, waardoor één manager meer mensen
kan opvolgen.
▪ Kenmerken van de organisatie (geografische opbouw, middelen, …)
• Bv. Als medewerkers verspreid zitten over meerdere locaties, is het moeilijker voor één manager om
alles op te volgen, wat een kleinere span of control vereist.
o Technologische ontwikkelingen maken een grotere span of control mogelijk
▪ Bv. dankzij digitale dossieropvolging met digitale feedback (werknemers hoeven niet meer voortdurend te
modelleren of individueel contact te hebben met de coördinator)


4. COMPLEXITEIT

• Verwijst naar het aantal verschillende afdelingen en activiteiten in een organisatie
• Gevat in drie dimensies
o Verticale complexiteit (depth of control): aantal hiërarchische niveaus
▪ Hoe meer niveaus, hoe complexer
o Horizontale complexiteit: aantal nevengeschikte afdelingen
▪ Hoe meer nevengeschikte afdelingen, hoe complexer
o Ruimtelijke complexiteit: aantal fysieke locaties
▪ Hoe meer de werknemers ruimtelijk gespreid zijn, hoe complexer
• Naargelang de doelen en middelen van de organisatie zal een organisatie op één of meerdere niveaus meer of minder complex
opgebouwd zijn


5. CENTRALISATIE

• Welke beslissingsbevoegdheid ligt op welk niveau binnen de organisatie?
• Enerzijds centralisatie
o Veel bevoegdheid bij het topmanagement (in extremis hypercentralisatie)
o Voordelen
▪ Eenheid van leiding en bevel (duidelijk en krachtdadig optreden)
▪ Beschermen van het algemeen organisatiedoel
▪ Uniformiteit, gelijke behandeling
2

, ▪ In overheid: laat sterke politieke aansturing toe
o Nadelen
▪ Niet flexibel
▪ Overbelasting van topmanagement
▪ Topmanagement heeft niet altijd overzicht

• Anderzijds decentralisatie
o Veel autonome beslissingen op werkvloer
o Voordelen
▪ Sneller en flexibel werken
▪ Hogere leercapaciteit van lagere niveaus
▪ Inspelen op lokale behoeften
o Nadelen
▪ Organisatiedoel en doel van decentrale diensten kunnen verschillen
▪ Belangen van centrale en decentrale diensten kunnen verschillen
▪ Mogelijk grotere weerstand bij verandering
▪ Stimuleert diversiteit i.p.v. gelijkheid
▪ Gemiste schaaleffecten (en dus hogere kosten door kleinere schaal)
• Door autonomie op lagere niveaus benut je de voordelen van maatwerk, maar verlies je de financiële
en organisatorische voordelen van "groots inkopen, groots organiseren”

• Belangrijk is het zoeken naar een optimale balans tussen beide, afhankelijk van de context: welke beslissingen moeten centraal
gehouden worden en welke kunnen decentraal genomen worden?


1.1.3 HET ORGANOGRAM

• Visuele weergave van de formele structuur van een organisatie: toont de posities in de organisatie, hoe ze gegroepeerd zijn en wie
aan wie rapporteert
• Vaak moeilijk/gevoelig om te wijzigen
• Verschilt van de feitelijke relaties en verhoudingen
o Bv. machtsverhoudingen kunnen anders zijn dan het organogram laat vermoeden. Sommigen hebben meer macht dan
anderen, terwijl ze in het organogram op hetzelfde niveau staan.
• Voorbeelden: zie powerpoint


1.1.4 VERTICALE EN HORIZONTALE VERBINDINGEN

• Verticale verbindingen: coördineren de activiteiten van top tot werkvloer
o Wat op de werkvloer gebeurt moet passen in de doelen zoals afgesproken op topniveau
o Kan op verschillende manieren, bv.
▪ Door doorgeven van vragen en antwoorden
• Bv. de grote baas stelt vragen aan medewerkers, medewerkers stellen vragen aan de baas
▪ Door regels en plannen (bv. budget)
▪ Door verticale informatiesystemen (bv. managementrapportage)
• Technologische ontwikkelingen, bv. real time informatie opvragen
• Bv. vormen van rapportering: wat doen we, hoeveel mensen zijn gecontroleerd op de luchthaven?

• Horizontale verbindingen: om te vermijden dat afdelingen en diensten als eilanden gaan operenen die enkel in verticale zin met het
management communiceren
o Doel: verbinding maken om samen aan het maatschappelijk doel van de publieke organisatie te werken
o Veel moeilijker af te lezen in het organogram, maar van groot belang
o Kan op verschillende manieren, bv.
▪ Informatiesystemen (bv. platformen of databanken) om vanuit verschillende afdelingen samen een dossier op te
volgen
▪ Overleg via verbindingsmanagers
▪ Tijdelijke task forces rond een bepaald thema
• Bv. rond de problemen aan Brussel-Zuid worden taskforces aangesteld
• = politiediensten die tijdelijk samenzitten om problemen op te lossen
▪ (Virtuele) teams met medewerkers uit verschillende diensten
• Politiediensten die permanent samenwerken om problemen op te lossen
3

, ▪ Een cultuur met heel vlotte, probleemoplossende communicatie over afdelingen heen
• = met elkaar praten, elkaar kennen


1.1.5 KLASSIEKE EN RECENTE ORGANISATIEMODELLEN


KLASSIEKE ORGANISATIEMODELLEN


INLEIDING

Heel goed kennen! Regelmatig een examenvraag over

• Basismodellen gevormd door twee assen
o Verticaal: mate van functionele specialisatie
o Horizontaal: mate van focus op producten, diensten en/of klanten


1. EENVOUDIGE STRUCTUUR

• Zeer kleine organisaties bestaande uit enkele mensen
• Weinig specialisatie: de organisatie is te klein om taken te kunnen opdelen in afdelingen
o Iedereen doet van alles, medewerkers helpen elkaar, meestal kan iedereen alles
• Geen bijzondere focus om activiteiten te groeperen op basis van producten, diensten en/of klanten
• Kan een goede structuur zijn, maar succes hangt sterk af van de leidinggevende:
o Als hij/zij hierin tekortschiet, ontstaan er problemen.
o De verantwoordelijke is cruciaal.
• Laag op de verticale en laag op de horizontale as


2. FUNCTIONELE STRUCTUUR

• Specialisatie op basis van functies/taken
o Doel: functies in zoveel mogelijk diensten onderbrengen
• Coördinatie hoofdzakelijk aan de top van de organisatie

• Sterkten
o Schaalvoordelen binnen elke afdeling: voordelen die je haalt uit het feit dat je een grote groep hebt
o Ontwikkeling gespecialiseerde vaardigheden: door het grote aantal medewerkers kunnen medewerkers zich specialiseren
o Goed voor de functionele doelen: Bv. een goed uitgewerkte financiële dienst dankzij gespecialiseerde medewerkers

• Zwakten
o Moeilijke horizontale coördinatie tussen afdelingen
▪ Risico dat afdelingen langs elkaar heen werken
▪ Medewerkers overleggen of communiceren niet met elkaar
o Afdelingen zijn meer gericht op hun eigen functionele doelen dan op organisatiedoelen
▪ Afdelingen opereren als eilanden of silo’s
▪ Bij ondersteunende afdelingen (zoals personeel, financiën, ICT, logistiek) is er een risico op een ‘ivoren
torenmentaliteit’
• Ze zitten als het ware “in hun eigen toren”, ver van de realiteit van de operationele diensten
▪ Men focust vooral op het eigen functionele doel en houdt minder rekening met doelen die daarbuiten vallen
o Veranderingen die coördinatie vereisen zijn moeilijk te realiseren
▪ Binnen een dienst is verandering niet zo moeilijk
▪ Als een directeur echter de hele organisatie wil hervormen, is er veel meer weerstand
▪ Samenwerking is moeilijker wanneer afdelingen op eilanden zitten
o Risico op information overload bij het topmanagement
▪ Kan deels worden opgevangen door horizontale verbindingen
• Deze structuur scoort hoog op functionele organisatie, maar laag op focus op producten en diensten
• Bv. een hoogtechnologische organisatie met 20 medewerkers, een directeur, mensen in R&D, marketing, productie en financiën




4
$14.54
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
6 months ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
criminologie100 Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
233
Member since
1 year
Number of followers
38
Documents
18
Last sold
1 day ago

4.1

21 reviews

5
11
4
4
3
5
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions