ORGAAN
De 2 Transdiagnostische factoren die met elkaar verbonden zijn, zijn touch & psychofysiologische
zelfregulatie.
Invalshoeken
Psychofysiologie
Evolutionaire perspectief
Ontwikkelingspsychologie
Sociale psychologie
Nervus vagus zorgt voor parasympatische regulatie & autonoom functioneren
BELANGRIJK = Verbinding tussen autonoom zenuwstelsel & centraal
zenuwstelsel.
HET BELANG VAN AUTONOOM ZENWUSTELSEL IN PSYCHOFYSIOLOGIE
Het autonoom zenuwstelsel is belangrijk als link tussen psychologie & fysiologie. Het is een
aanpassingsmechanisme aan onze veranderende omgeving.
Integratief beeld
= we gaan niet hyperspecialiseren op afzonderlijke beschrijving van enkele systemen maar vooral
kijken naar de links tussen centraal en autonoom zenuwstelsel (periferie).
Autonoom zenwustelsel
FUNCTIE= stressrespons.
HOMEOSTASE (stabiliteit door gelijkheid)
= we willen steeds terugkomen naar een bepaald evenwicht
Bv: heel warm, zweten, opdrogen op de huid en terug naar zelfde temperatuur gaan als
ervoor.
ALLOSTASE (stabiliteit door verandering)
= we willen niet naar baseline teruggaan maar zullen ons flexibel aanpassen aan de
veranderende omstandigheden (=dynamische regulatie)
→ Bv: In psychologie: Om goed psychisch te functioneren moet je ook flexibel kunnen zijn. Wanneer
je reacties verstarren en rigide worden (angst, depressie), kan dit leiden tot een pathologie.
→ Het gaat dus over zowel zelfregulatie (ANS) als adaptief gedrag (psychologie). Emotieregulatie
, DE STRESSRESPONS
Dus, wanneer we in contact komen met een stressor, en ons lichaam moet zich aanpassen, dan zijn er
2 dingen die belangrijk zijn:
1) De reactie die zich situeert in de HPA-as
= leidt tot de secretie van cortisol in de bijnieren
2) De rol van de prefrontale cortex
= die is verantwoordelijk voor cognitieve controle, emotieregulatie, en impulsbeheersing. De
PFC reguleert ook de amygdala, die heel belangrijk is bij angst en dreigingsdetectie. Dus er zijn
connecties tussen de hogere, corticale structuren, en de subcorticale structuren.
Link tussen beide?
➔ Bij langdurige blootstelling aan cortisol heb je een verlies aan synapsen en neurale connecties
➔ Locus coeruleus secreteert noradrenaline: belangrijk voor arousal, aandacht. Deel van het
PNS. Wordt geactiveerd door de hypothalamus. Wordt door de negatieve feedbackloop en
cortisol geremd.
Chronische stress
1) PFC → langdurige cortisol overspoelt de PFC, die verliest de controle & verzwakt de negatieve
feedbackloop
2) Amygdala → amygdala krijgt vrij spel waardoor HPA’s onder hyperactivatie staan
Therapie toepassing: window of tolerance
= illustreert het bereik van onze fysiologische & emotionele arousal waarbinnen je optimaal functioneert.
Chronische stress beschadigt onze PFC, waardoor ons window verkleint en we daar sneller
buiten stappen.
o Hyperarousal = veel te actief
o Hypoarousal = te veel in rusttoestand
Binnen de window is er sprake van een goeie balans tussen parasympatisch zenuwstelsel &
sympathisch zenuwstelsel
NEUROVISCERALE INTEGRATIE
Connectie centraal & autonoom zenwustelsel.
➢ Hpa’as start in hypothalamus
➢ Herstenstam bevat nervus vagus
➢ PFC speelt belangrijke rol in regulatie van dit systeem
➢ Subcorticale routes die heel snel zijn
➢ Corticale routes die heel traag zijn
Heel belangrijk dat we niet te veel denken dat enkel de corticale routes
belangrijkste zijn, we doen niet alles heel bewust maar we moeten meer
bewegen naar visie waarin het een dynamisch systeem is. er is een continue
feedback tussen corticale en subcorticale structuren en tussen ons autonoom
en centraal ZNS.
HR= heart rate
BR = breating
,Onderzoek : subcortical face processing
→ Stelling “ Subcorticale structuren veel meer aan het werk dan voordien gedacht: ze
ondersteunen corticale functies
→ Stelling ‘Subcorticale routes werken als precursor voor het vastleggen van de corticale regio’s in
het volwassen sociale brein’
BEWIJS
➔ Bij baby’s nog niet veel corticale processen. Je ziet dat we vanaf de geboorte bijvoorbeeld een
onbewuste aantrekking hebben tot gezichten. Dus dat maakt dat we evolutionair worden
meegesleurd in sociale interacties, wat nodig is om dan dat sociale brein verder te gaan
ontwikkelen.
➔ Volwassenen: subcorticale processen ondersteunen het corticale functioneren
Vb. gesprek voeren met of zonder oogcontact is veel geïntegreerder (oogcontact is iets
subcortico-gestuurd); is het verschil tussen subcorti en corti
CONCLUSIE
➔ De ontogenese (ontwikkeling van het individu) volgt de fylogenese (evolutionaire ontwikkeling van
de soort
HET SOCIALE BREIN
“the social brain hypothesis”
➔ Evolutionaire kracht van de mens
• = Onze overlevingsmodus als mens doorheen de evolutie was door ons in sociale groepen te
bewegen, en die werden groter en groter, en daarmee is ons sociaal brein ook gegroeid om aan
die groter wordende sociale groepen waarin we ons bewogen, te kunnen voldoen en die
complexe interacties en structuren te kunnen volgen.
➔ Hechting
➔ Belang van zintuigen
= het succes van ons huidige brein is eigenlijk mee bepaald door ingebouwde strategieën die
betrekking hebben op sociale relaties, vb. we gaan elkaar aanraken als strategie om in relatie te
gaan met elkaar
INTEGRATIE: neuroviscerale integratie + sociaal brein
Subcorticaal Corticaal
Amygdala (emoties) FFA
Hypothalamus (hpa) pSTS (oogcontact, lichaamstaal)
Striatum (beloning) ACC (integratie)
Insula
mPFC (theory of mind)
er is dus overlap in beide systemen → een goede emotieregulatie wijst op goede controle van de PFC.
, Wat is het idee van regulatie?
~autonome flexibiliteit
➔ Mogelijkheid van de mens om heel flexibel te kunnen reageren om omgevingsuitdagingen. We
kunnen afhankelijk van wat de omgeving van ons vraagt switchen tussen sympathisch en
parasympathisch systeem. Dit vormt enerzijds een biomarker voor een gezond functioneren
maar anderzijds is dit het probleem bij veel ziektebeelden.
➔ We zijn hier niet mee geboren!
= we moeten dit ontwikkelen doorheen ons leven.
Hoe kunnen we dit meten?
HRV (= hart ritme variabiliteit)
➔ We hebben een onregelmatigheid in onze hartslag, deze heeft te maken met de sympathische en
parasympatische controle over ons hart.
Hartslag bestaat uit QRS complex. Rechts zien we dat deze
hartslagen niet altijd even ver uit elkaar liggen → afstand in R-
pieken waarbij RR interval belangrijk is.
HRV is dus een weergave van de top-down regulatie van de PFC + autonome regulatie.
Sterke HRV = verhoogde vagale controle (= parasympatische controle) en dus betere
psychofysiologische regulatie, je hebt een geïntegreerd goede balans bij functioneren
Zwakke HRV = verlaagde vagale controle = verhoogde stress, minder flexibel,…
RSA (= respiratory sinus arrhythmia)
➔ Hartslag zal vertragen bij uitademen en versnellen bij inademen. Hartslag en ademhaling zijn dus
altijd gekoppeld aan elkaar. het hart en de longen zijn zowel functioneel, mechanisch als
anatomisch gekoppeld met elkaar.
➔ En hiermee kan je ook begrijpen waarom ademhaling dus een bottom-up, bewuste toegangspoort
is tot ons ANS!
= longen zijn enige deel van autonoom zenuwstelsel waar wij bewust een impact op kunnen
hebben.
Bv: in therapie gebruik van buikademhalingsoefeningen
BEREKENING: ademhalingsfrequentie + RR interval – ECG = RSA
Nervus vagus
➔ Deze werkt heel snel (rem loslaten is sneller dan gaspedaal induwen)
➔ Inademen = vagus los, hartslag omhoog
➔ Uitademing = vagus activatie, hartslag omlaag
RSA = Directe maat voor vagale controle over het hart, want de variatie in de hartslag tijdens in- en
uitademing wordt vrijwel volledig gestuurd door de nervus vagus