H1: kennismaking met de psychologie
1. wat is psychologie
1.1 definitie
Psychologie
= is de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert
Taak van de psychologie
• Beschrijven: feitenmateriaal verzamelen m.b.v. vragenlijsten, enquêtes,..
• Verklaren: Oorzaken van een fenomeen proberen te verklaren
• Voorspellen: waterdichte voorspellingen niet mogelijk binnen psychologie, wel binnen
natuurkunde
• Beïnvloeden: menselijk gedrag en cognitie beïnvloeden op vraag van de cliënt
Definitie bestaat uit wetenschap en gedrag:
1. wetenschap
- Objectieve kennis verzamelen: waarnemingen en ervaringen over een bepaald domein ordenen
- Theorie (verklaren en voorspellen)
- Systematisch onderzoek
Wettenschappelijke onderzoek bestaat uit 5 stappen (VB dia 21)
1. Hypothese
o Heeft koffie effect op studenten?
2. Experiment
o De ene helft van de klas krijgt koffie, de andere water
3. Controle
o Het experiment ook op andere klassen doen
4. Resultaat
o Bekijken vat het resultaat, lijkt het accuraat of niet? Zijn er uitschieters?
5. Voorspelling
o Opnieuw naar hypothese (als je het experiment een beetje wil veranderen) bv: koffie en
thee
2. gedrag
Gedrag is zinvolle reactie op een zinvolle situatie ( SOR). Eenzelfde prikkel (S) kan zorgen voor
verschillende reacties (R) van een persoon (O).
Kenmerken van gedrag ( bv: dia 23-26)
- Globaliteit ( lichamelijke, cognitieve en emotionele toestand)
- Doelgerichtheid of intentionaliteit (er is geen zinloos gedrag)
- Gedrag is persoonlijk (het experiment van ash)
- Multicausaliteit
= gedrag word beïnvloed door verschillende factoren ( slaap, -/+ ervaringen, omgeving,
temperament, opvoeding, leeftijd,…)
1
,1.2 psychologie en mensenkennis
Het verschil tussen mensenkennis en psychologie
Psychologie Mensenkennis
= De ziel, onze geest bepaalt ons gedrag = Het gedrag van anderen kunnen voorzien
- Objectief en begrijpen
- Wetenschappelijk onderzoek - Bevat fouten, Selectieve blootstelling,
- Theorie selectief onthouden en selectieve perceptie
- Kennis over één onderwerp - Subjectief
- Geen wetenschappelijk onderzoek
maar ervaringsdeskundige
- Geen theorie wel beschrijvingen
- Voorschrijvend, hoe omgaan met…
Het DOEL van mensen kennis en psychologie
• Beschrijven
o Karakteriseren van hoe mensen denken, voelen en handelen
o Wat gebeurt er? Wanneer gebeurt het en hoe vaak?
• Verklaren
o Waarom denken, voelen en handelen mensen zoals ze doen
o Waarom gebeurt het?
• Voorspellen
o Op voorhand stellen hoe mensen zullen voelen denken en zich gedragen
o Wat zal er gebeuren?
• Beinvloeden en Controleren
o Beïnvloeden hoe mensen zullen denken, voelen en zich gedragen
o Hoe kunnen we beïnvloeden wat er gebeurt?
1.3 onderzoek methoden in de psychologie
Methodes in de psychologie
het experiment / wetenschappelijk onderzoek
- Hypothese: inductief of deductief
- Operationalisatie
➢ Onafhankelijke variabele: Variabele die de proefleider manipuleert, men verwacht dat de
onafhankelijke variabele effect heeft op het gedrag
➢ Afhankelijke variabele: Variabele die het gedrag meet om te zien of de onafhankelijke
variabele effect heeft gehad
- Experiment uitvoeren
o experimentele groep > bv de geen die koffie drinken
o controle groep > bv de gene die water drinken
- Gegevens verwerken
- Gegevens interpreteren
- Gegevens rapporteren
2
, De observatie
- One way-screen (= jij ziet de persoon, maar de persoon u niet)
- Natuurlijke situatie ( bv: een eet situatie observeren)
- Speelkamer
o Voordeel:
- veel personen individueel bekijken
- interactie tussen persoon en situatie
De vragenlijst/ survey/ enquête/ peiling
Vraag naar eventueel: Interesse, Motivatie, Studierichting, Persoonlijkheid etc.
De gevalsstudie
=onderzoek methode waarbij er 1 persoons grondig word geobserveerd
> Gedetailleerde analyse van één bepaalde persoon : gebaseerd op observatie, testonderzoek en
levensgeschiedenis.
BV. Anne Frank op basis van haar dagboeken tijdens de oorlog
De test
Dit kan een IQ-test zijn of een vaardigheidsonderzoek.
3
, 2. stroming in de psychologie ( boek p69-74 ) .
1. overzicht van de stromingen in de psychologie
Psychoanalyse, behaviorisme, cognitieve psychologie, humanistische psychologie, systeem- en
communicatie denken
1. psychoanalyse
= diepte psychologie. Met overdracht van gevoelens
Freud ging er vanuit dat
→ onbewuste wensen en drijfveren het gedrag bepalen, het is subjectief t wat mensen
voelen/denken/verwachten). Hij gaat ervan uit dat het gedrag gestuurd word door aangeboren
driften of verlangens.
→ Methodes volgen Freud:
o traditionele genezingswijze = medicatie
o hypnose = situaties of herinneringen die vroeger zijn gebeurt terug omhoog halen
bv: ruzie met ouders
o vrije associatie = vragen over de personen in de omgeving zodat er beeld is van de band
bv: band met vader/ moeder afhv hoe de persoon er over praat
o Droomanalyse = dromen die iets willen zeggen
bv: in je droom naar ouderlijk huis gaan > op zoek naar gezin van
herkomst
Therapie
Symptomen hebben geen lichamelijke oorsprong maar zijn te wijten aan conflicten, trauma’s,
herinneringen uit het verleden die onopgelost zijn
Onbewuste (conflicten) aan de oppervlakte brengen en bewust maken zodat spanningen en klachten
verminderen. Intensieve en langdurige exploratie van het onbewuste van de patiënt
➔ Kritiek: het is teveel gericht op gestoorde mensen, er is geen wetenschappelijke waarde, graden
van bewustzijn
Vroege – late psychoanalyse
Vroege psychoanalyse
= dit zijn Onbewuste conflicten vanuit de Kinderjaren en je Persoonlijkheid
Moderne psychoanalyse
= het gaan om het Belang van huidige sociale omgeving en de Invloed van levenservaring tijdens de
volwassenheid. De Rol van sociale en interpersoonlijke relaties en Belang van het zelfbeeld staat
centraal.
ERGO:
- Communicatie is belangrijk: gevoelens en gedachten uiten
- Interpersoonlijke relaties zijn belangrijk
- Symbolische en projectieve activiteiten om wensen, motieven en conflicten te herkennen
- Werken aan het zelfbeeld
➢ Zelfportret
➢ Koken (orale behoefte)
➢ Houtbewerking (vijandige gevoelens)
4