SAMENVATTING AARDRIJKSKUNDE VWO5
HOOFDSTUK 2: WERELD
§2.1 KRIMPENDE WERELD
Mondialisering/ Globalisering= het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden &
samenlevingen op aarde toeneemt.
Tijd-ruimtecompressie= het proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen daalt,
vooral als gevolg v/d moderne transport- & communicatietechnologieën.
Absolute ligging veranderd niet, want van hier naar Parijs blijft altijd even lang.
Relatieve ligging veranderd wel, want met paard van hier naar Parijs is langer dan met
het vliegtuig.
In een korte periode kan een gebied/ stad in verval of opbloei raken, beslissend hiervoor:
- De positie van een gebied ten opzichte van belangrijke economische centra.
- De ligging ten opzichte van belangrijke vervoeras.
De interactie tussen gebieden neemt af naarmate de afstand toeneemt.
§2.2 TRANSPORT EN INFORMATIE
Een v/d belangrijkste motoren voor globalisering is de ontwikkeling v/d
transporttechnologie.
Vervoeren van goederen kan veranderen door:
- Het verbeteren v/d infrastructuur bereikbaarheid neemt toe.
- Het verdwijnen van politieke & economische barrières tussen gebieden.
- Innovaties op gebied van transport.
Welke factoren beïnvloeden de richting & intensiteit v/d internationale communicatie:
- UIT PRESENTATIE HALEN!!!
Volgens de interactietheorie moet er voor uitwisseling van goederen worden voldaan aan:
1. Complementariteit: het ene gebied moet iets kunnen leveren waar in het andere
gebied vraag naar is.
2. Transporteerbaarheid: de goederen moeten tegen een redelijke prijs en binnen
redelijke tijd van a naar b.
3. Geen tussenliggende mogelijkheden.
§2.3 GLOBALISERING TOT 1980
Verbetering van (zee)transport maakt de uitwisseling van goederen over grote afstanden
mogelijk.
Thema: Wereld
,Hegemoniale staat= een land stat gedurende een bepaalde periode grote delen v/d
wereld domineert op economisch, militair, financieel & cultureel gebied.
Verdrag van Tordesillas (1494) verdeelde de niet-Europese wereld tussen Spanje en
Portugal langs een denkbeeldige lijn door de Atlantische Oceaan.
Kolonialisme= een systeem van heerschappij over overzeese gebieden veelal door Eu
landen, vaak met als doel: grondstoffen winnen of handelsroutes beheersen.
- Exploitatiekolonie= de kolonie moest grondstoffen leveren en diende later als
afzetmarkt voor producten uit moederland.
- Vestigingskolonie= gebieden die door kolonisten als vaderland werden gezien.
Europeanisering= De beïnvloedding v/d koloniale gebieden op economisch, politiek &
cultureel gebied vanuit Eu vanaf de 16e eeuw.
Imperialisme= het proces waarbij landen hun macht in andere delen v/d wereld willen
uitbreiden door gebieden te veroveren & controleren.
Industriële revolutie toename van vraag naar grondstoffen in afzetgebieden &
verbetering van transport waardoor de reikwijdte toenam Britse overheersing.
Dekolonisatie= Het proces waarbij koloniën zelfstandige staten worden.
Bipolaire wereld= twee grootmachten domineren de wereld op economisch, politiek &
militair gebied.
§2.4 GLOBALISERING NA 1980
Ontwikkelingen door snelle globalisering:
1. MNO’S: fusie & overname groot netwerk wereldwijd.
2. Deregulering & liberalisering: internationale handel komt in een stroomversnelling
landen openen grenzen en worden een mondiale economie & landen sluiten
handelsakkoorden minder belemmeringen voor internationale handel.
3. Snelle ontwikkeling van informatie- & communicatietechnologie
Economische globalisering= het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden op
economisch gebied toeneemt.
Geografische gevolgen van snelle globalisering:
- Na 1980 verandert internationale arbeidsverdeling v/d maak industrie van
centrum naar (semi)perifeer ruimtelijk patroon duidelijk met hoofdkantoren van
mno’s in centrumlanden & uitvoering/ productie in (semi)perifere landen.
o Offshoring=het verplaatsen van werkzaamheden naar een ander
(semi)perifeer land.
- Mno’s proberen regionale & nationale afzetmarkten te veroveren in
(semi)periferie.
o Nieuwe industrielanden= land in de semiperiferie die een snelle
industrialisatie doormaakt en gedeeltelijk de rol v/d centrumlanden
overneemt.
- Uitschuiving & doorschuiving: locatie van bedrijven worden gewijzigd door lokale/
regionale situatie.
Thema: Wereld
, - Mno’s beperken zich tot core buisness: andere activiteiten worden afgesloten of
ingehuurd.
o Outsourcing= het uitbesteden van activiteiten die een bedrijf zelf eerst
ondernam, aan een ander bedrijf.
Neokolonisatie= uitbuiting van zelfstandig geworden vroegere koloniale gebieden door
centrumlanden.
§2.5 GLOBALISERING ECONOMISCH BEKEKEN
Instorting v/h communisme & toetreding van China in Wereldhandelsorganisatie (WTO)
(=organisatie opgericht door westerse landen, met als doel de bevordering v/d internationale handel, de
beslechting van handelsconflicten & opheffing van handelsbarrières; de WTO streeft naar liberalisering v/d
wereldmarkt.) Vrijemarkteconomie (= economisch stelsel waarbij functioneren v/d markt bepaald wordt
leidend in economische systeem
door principe van vraag-aanbod met een bescheiden rol v/d overheid.)
geworden toename van liberalisering internationaler worden van productie &
uitwisseling van goederen & diensten.
Mno’s worden gesteund door:
- Enorme verbetering van transport- & communicatietechnologieën.
- Overheden die handelsbelemmeringen (= belemmeringen in internationale
goederenverkeer dat niet een gevolg is van invoertarieven, maar bijv
veiligheidsvoorschriften of administratieve bepalingen.) Grotendeels afschaften
meer vrijhandel (= handel waarbij zo weinig mogelijk handelsbelemmeringen,
zoals invoerrechten bestaan.)
- Deregulering v/d financiële markten banken & beurzen internationaal kunnen
opereren.
Gevolgen van economische globalisering zijn af te lezen v/d stijgende buitenlandse
investeringen/ Foreign Direct Investment (FDI)(=een instroom van kapitaal of investering leidend tot
invloed op bedrijven in andere landen.)
Belastingtarieven= het % belasting dat wordt opgelegd aan een individu, onderneming of
instelling.
Ruilvoet= de verhouding tussen prijs v/d export & import van een land.
Productieketen (= de route die een product aflegt van idee of grondstof tot dienst of eindproduct.) van
goederen meer verspreiding van producten over landen & gebieden groot deel v/d
wereldhandel vindt plaats op verschillende onderdelen van eigen multinational handel
& vervoer sneller gegroeid dan productie kapitaalstromen (= geldstroom die door de
globalisering zich in hoger tempo over de wereld verplaatst.) over de hele wereld.
§2.6 GLOBALISERING POLITIEK BEKEKEN.
Globalisering afnamen v/d macht van een soevereine staat. Met instemming van
staten is er verschuiving:
- Internationale organisaties
- Transnationale organisaties= organisaties die zich inzetten voor landelijke
overheden te onderdrukken.
o Non-gouvermentele organisaties (ngo’s)
o Internationale actiegroepen
Thema: Wereld
HOOFDSTUK 2: WERELD
§2.1 KRIMPENDE WERELD
Mondialisering/ Globalisering= het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden &
samenlevingen op aarde toeneemt.
Tijd-ruimtecompressie= het proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen daalt,
vooral als gevolg v/d moderne transport- & communicatietechnologieën.
Absolute ligging veranderd niet, want van hier naar Parijs blijft altijd even lang.
Relatieve ligging veranderd wel, want met paard van hier naar Parijs is langer dan met
het vliegtuig.
In een korte periode kan een gebied/ stad in verval of opbloei raken, beslissend hiervoor:
- De positie van een gebied ten opzichte van belangrijke economische centra.
- De ligging ten opzichte van belangrijke vervoeras.
De interactie tussen gebieden neemt af naarmate de afstand toeneemt.
§2.2 TRANSPORT EN INFORMATIE
Een v/d belangrijkste motoren voor globalisering is de ontwikkeling v/d
transporttechnologie.
Vervoeren van goederen kan veranderen door:
- Het verbeteren v/d infrastructuur bereikbaarheid neemt toe.
- Het verdwijnen van politieke & economische barrières tussen gebieden.
- Innovaties op gebied van transport.
Welke factoren beïnvloeden de richting & intensiteit v/d internationale communicatie:
- UIT PRESENTATIE HALEN!!!
Volgens de interactietheorie moet er voor uitwisseling van goederen worden voldaan aan:
1. Complementariteit: het ene gebied moet iets kunnen leveren waar in het andere
gebied vraag naar is.
2. Transporteerbaarheid: de goederen moeten tegen een redelijke prijs en binnen
redelijke tijd van a naar b.
3. Geen tussenliggende mogelijkheden.
§2.3 GLOBALISERING TOT 1980
Verbetering van (zee)transport maakt de uitwisseling van goederen over grote afstanden
mogelijk.
Thema: Wereld
,Hegemoniale staat= een land stat gedurende een bepaalde periode grote delen v/d
wereld domineert op economisch, militair, financieel & cultureel gebied.
Verdrag van Tordesillas (1494) verdeelde de niet-Europese wereld tussen Spanje en
Portugal langs een denkbeeldige lijn door de Atlantische Oceaan.
Kolonialisme= een systeem van heerschappij over overzeese gebieden veelal door Eu
landen, vaak met als doel: grondstoffen winnen of handelsroutes beheersen.
- Exploitatiekolonie= de kolonie moest grondstoffen leveren en diende later als
afzetmarkt voor producten uit moederland.
- Vestigingskolonie= gebieden die door kolonisten als vaderland werden gezien.
Europeanisering= De beïnvloedding v/d koloniale gebieden op economisch, politiek &
cultureel gebied vanuit Eu vanaf de 16e eeuw.
Imperialisme= het proces waarbij landen hun macht in andere delen v/d wereld willen
uitbreiden door gebieden te veroveren & controleren.
Industriële revolutie toename van vraag naar grondstoffen in afzetgebieden &
verbetering van transport waardoor de reikwijdte toenam Britse overheersing.
Dekolonisatie= Het proces waarbij koloniën zelfstandige staten worden.
Bipolaire wereld= twee grootmachten domineren de wereld op economisch, politiek &
militair gebied.
§2.4 GLOBALISERING NA 1980
Ontwikkelingen door snelle globalisering:
1. MNO’S: fusie & overname groot netwerk wereldwijd.
2. Deregulering & liberalisering: internationale handel komt in een stroomversnelling
landen openen grenzen en worden een mondiale economie & landen sluiten
handelsakkoorden minder belemmeringen voor internationale handel.
3. Snelle ontwikkeling van informatie- & communicatietechnologie
Economische globalisering= het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden op
economisch gebied toeneemt.
Geografische gevolgen van snelle globalisering:
- Na 1980 verandert internationale arbeidsverdeling v/d maak industrie van
centrum naar (semi)perifeer ruimtelijk patroon duidelijk met hoofdkantoren van
mno’s in centrumlanden & uitvoering/ productie in (semi)perifere landen.
o Offshoring=het verplaatsen van werkzaamheden naar een ander
(semi)perifeer land.
- Mno’s proberen regionale & nationale afzetmarkten te veroveren in
(semi)periferie.
o Nieuwe industrielanden= land in de semiperiferie die een snelle
industrialisatie doormaakt en gedeeltelijk de rol v/d centrumlanden
overneemt.
- Uitschuiving & doorschuiving: locatie van bedrijven worden gewijzigd door lokale/
regionale situatie.
Thema: Wereld
, - Mno’s beperken zich tot core buisness: andere activiteiten worden afgesloten of
ingehuurd.
o Outsourcing= het uitbesteden van activiteiten die een bedrijf zelf eerst
ondernam, aan een ander bedrijf.
Neokolonisatie= uitbuiting van zelfstandig geworden vroegere koloniale gebieden door
centrumlanden.
§2.5 GLOBALISERING ECONOMISCH BEKEKEN
Instorting v/h communisme & toetreding van China in Wereldhandelsorganisatie (WTO)
(=organisatie opgericht door westerse landen, met als doel de bevordering v/d internationale handel, de
beslechting van handelsconflicten & opheffing van handelsbarrières; de WTO streeft naar liberalisering v/d
wereldmarkt.) Vrijemarkteconomie (= economisch stelsel waarbij functioneren v/d markt bepaald wordt
leidend in economische systeem
door principe van vraag-aanbod met een bescheiden rol v/d overheid.)
geworden toename van liberalisering internationaler worden van productie &
uitwisseling van goederen & diensten.
Mno’s worden gesteund door:
- Enorme verbetering van transport- & communicatietechnologieën.
- Overheden die handelsbelemmeringen (= belemmeringen in internationale
goederenverkeer dat niet een gevolg is van invoertarieven, maar bijv
veiligheidsvoorschriften of administratieve bepalingen.) Grotendeels afschaften
meer vrijhandel (= handel waarbij zo weinig mogelijk handelsbelemmeringen,
zoals invoerrechten bestaan.)
- Deregulering v/d financiële markten banken & beurzen internationaal kunnen
opereren.
Gevolgen van economische globalisering zijn af te lezen v/d stijgende buitenlandse
investeringen/ Foreign Direct Investment (FDI)(=een instroom van kapitaal of investering leidend tot
invloed op bedrijven in andere landen.)
Belastingtarieven= het % belasting dat wordt opgelegd aan een individu, onderneming of
instelling.
Ruilvoet= de verhouding tussen prijs v/d export & import van een land.
Productieketen (= de route die een product aflegt van idee of grondstof tot dienst of eindproduct.) van
goederen meer verspreiding van producten over landen & gebieden groot deel v/d
wereldhandel vindt plaats op verschillende onderdelen van eigen multinational handel
& vervoer sneller gegroeid dan productie kapitaalstromen (= geldstroom die door de
globalisering zich in hoger tempo over de wereld verplaatst.) over de hele wereld.
§2.6 GLOBALISERING POLITIEK BEKEKEN.
Globalisering afnamen v/d macht van een soevereine staat. Met instemming van
staten is er verschuiving:
- Internationale organisaties
- Transnationale organisaties= organisaties die zich inzetten voor landelijke
overheden te onderdrukken.
o Non-gouvermentele organisaties (ngo’s)
o Internationale actiegroepen
Thema: Wereld