Kerndomeinen – ergotherapeutische modellen
PEO - model
1.1 Wat is het ?
= person - Environment - Occupation mode
Wederzijdse beïnvloeding van persoon, omgeving en activiteit/taak = occupational
performance
Het peo-model kan gedurende het gehele ergotherapeutische proces gebruiken.
het is een goed communicatiemiddel tussen jou als ergo en de persoon of tussen jou en
het team
Het Kan je ondersteunen bij
- het structureren van een kennismakingsgesprek
- bij de keuze van assement-instrumenten
- helpen bij het opstellen en uitvoeren van plan van aanpak.
1.2 achtergrond
Eerst waren er modellen die voornamelijk persoonlijke factoren bevatte en te weinig de
focus legde op de invloed van de omgeving op het dagelijks handelen.
Het peo-model is in 1996 ontwikkeld in canada door prof. Mary Law.
o Eerste model dat de rol van de omgeving benadrukt en dagelijks handelen als
uitkomst van de interactie tussen persoon, omgeving en activiteit centraal zet.
o Het is dus een ergotherapeutisch inhoudsmodel want bevat het paradigma:
occupation- based, context-based, client-centered,…
1.3 theoretische onderbouwing
Het peo-model is Gebaseerd op verschillende theorieën
= Occupational performance (het uitvoeren van handelen)
Een context-, persoons- en activiteitspecifiek proces
Resultaat van bepaald persoon die bepaalde dingen doet in een bepaalde tijd en plaats=
heel dynamisch proces
“O.P. is the outcome of the transaction between the Person, Environment and Occupation.
o It’s the dynamic experience of a person engaged in purposeful activities and tasks
within an environment.” (Turpin & Iwama)
1
,1.4 structuur van het peo-model
De centrale overlap= die occuaptional performance / peo-fit
Er zijn 3 basiscomponetneten: P-E-O
- person
- omgeving
- handelen
Er zijn 3 overlappingsgebieden
P/E: overlap persoon/ omgeving à op welke manier beïnvloed de omgeving de
persoon (nr4)
P/O: overlap persoon/ handelen à zijn de taken correct voor de persoon (lukken ze
wel of niet (nr5)
E/O: omgeving/ handelen à omgeving goed voor de activiteit? Biedt ze hulp voor de
taak? (nr6)
De centrale kern: O.P. (nr7)
Lees de richtvragen voor de overlapgebieden grondgeslagen p 274
1.5 visie op de ergotherapie
à Optimaliseren van PEO-fit
cirkels zijn dynamisch, je kan een grote of kleinere peo-fit hebben. Vaak komen mensen
met de 2de cirkel bij de ergotherapeut
à doel ergo vergoten van peo-fit
(dichter bij elkaar zoals de 1ste cirkels )
Kleine peo-fit= omgeving niet geschikt voor
persoon, handelen gaat niet soepel
Een verandering in 1 of meer componenten kan plotseling optreden waardoor heel het
geheel beïnvloed wordt
à het geheel blijft niet altijd hetzelfde, je kan niet alleen vandaag een doorsnede maken
van je peo-model, je kan dit op verschillende tijden maken in je leven = life span
In de life span kan je zien dat de betekenis van activiteiten en de mogelijkheden en of
belemmeringen om activiteiten uit te voeren en verder te ontwikkelen, gedurende het
hele leven veranderen.
2
, Er zijn 3 verschillende perspectieven ten aanzien van ontwikkeling
1. Rijpingstheorie
Stelt dat de ontwikkeling plaatsvindt in de persoon en dat de rijping van het
centrale zenuwstelsel verantwoordelijk is voor de veranderingen in gedrag.
Verschillende ontwikkelingsfasen, motorische mijlpalen
2. Omgevingstheorie
Invloed van omgeving op ontwikkeling
Invloed van omgeving op gedrag
3. Interactietheorie
Veranderingen in gedrag tot stand door continue interactie tussen de 3
elementen.
Hedendaagse ontwikkeling kan alleen begrepen worden als we naar de gehele
interactie tussen de 3 kijken.
Als 1 van de 3 verandert à veranderd alles
1.6 peo-fit: occupational performance
Minimale fit
= de persoon is weinig tevreden over het dagelijks handelen, zijn veel problemen.
Maximale fit
= de persoon is zeer tevreden en ervaart de persoon harmonie in het dagelijks handelen.
1.7 componenten van het peo-model
We gaan iets dieper in op de verschillende componenten.
Persoon
= dynamisch, gemotiveerd, ontwikkeld zich en staat continu in contact met de
omgeving.
o PEO-model kijkt holistisch naar de persoon: het is een geheel van geest, lichaam
en spirituele elementen.
o Bezit vaardigheden en levenservaringen die het DH bepalen.
o Mogelijkheden en beperkingen
Sensomotorisch vlak
psychosociaal
cognitief vlak
Omgeving
= Alle contextuele factoren die invloed hebben op de persoon
o Fysieke
o Cultureel
o Sociaal
o Institutioneel ( maatschappelijk)
3
PEO - model
1.1 Wat is het ?
= person - Environment - Occupation mode
Wederzijdse beïnvloeding van persoon, omgeving en activiteit/taak = occupational
performance
Het peo-model kan gedurende het gehele ergotherapeutische proces gebruiken.
het is een goed communicatiemiddel tussen jou als ergo en de persoon of tussen jou en
het team
Het Kan je ondersteunen bij
- het structureren van een kennismakingsgesprek
- bij de keuze van assement-instrumenten
- helpen bij het opstellen en uitvoeren van plan van aanpak.
1.2 achtergrond
Eerst waren er modellen die voornamelijk persoonlijke factoren bevatte en te weinig de
focus legde op de invloed van de omgeving op het dagelijks handelen.
Het peo-model is in 1996 ontwikkeld in canada door prof. Mary Law.
o Eerste model dat de rol van de omgeving benadrukt en dagelijks handelen als
uitkomst van de interactie tussen persoon, omgeving en activiteit centraal zet.
o Het is dus een ergotherapeutisch inhoudsmodel want bevat het paradigma:
occupation- based, context-based, client-centered,…
1.3 theoretische onderbouwing
Het peo-model is Gebaseerd op verschillende theorieën
= Occupational performance (het uitvoeren van handelen)
Een context-, persoons- en activiteitspecifiek proces
Resultaat van bepaald persoon die bepaalde dingen doet in een bepaalde tijd en plaats=
heel dynamisch proces
“O.P. is the outcome of the transaction between the Person, Environment and Occupation.
o It’s the dynamic experience of a person engaged in purposeful activities and tasks
within an environment.” (Turpin & Iwama)
1
,1.4 structuur van het peo-model
De centrale overlap= die occuaptional performance / peo-fit
Er zijn 3 basiscomponetneten: P-E-O
- person
- omgeving
- handelen
Er zijn 3 overlappingsgebieden
P/E: overlap persoon/ omgeving à op welke manier beïnvloed de omgeving de
persoon (nr4)
P/O: overlap persoon/ handelen à zijn de taken correct voor de persoon (lukken ze
wel of niet (nr5)
E/O: omgeving/ handelen à omgeving goed voor de activiteit? Biedt ze hulp voor de
taak? (nr6)
De centrale kern: O.P. (nr7)
Lees de richtvragen voor de overlapgebieden grondgeslagen p 274
1.5 visie op de ergotherapie
à Optimaliseren van PEO-fit
cirkels zijn dynamisch, je kan een grote of kleinere peo-fit hebben. Vaak komen mensen
met de 2de cirkel bij de ergotherapeut
à doel ergo vergoten van peo-fit
(dichter bij elkaar zoals de 1ste cirkels )
Kleine peo-fit= omgeving niet geschikt voor
persoon, handelen gaat niet soepel
Een verandering in 1 of meer componenten kan plotseling optreden waardoor heel het
geheel beïnvloed wordt
à het geheel blijft niet altijd hetzelfde, je kan niet alleen vandaag een doorsnede maken
van je peo-model, je kan dit op verschillende tijden maken in je leven = life span
In de life span kan je zien dat de betekenis van activiteiten en de mogelijkheden en of
belemmeringen om activiteiten uit te voeren en verder te ontwikkelen, gedurende het
hele leven veranderen.
2
, Er zijn 3 verschillende perspectieven ten aanzien van ontwikkeling
1. Rijpingstheorie
Stelt dat de ontwikkeling plaatsvindt in de persoon en dat de rijping van het
centrale zenuwstelsel verantwoordelijk is voor de veranderingen in gedrag.
Verschillende ontwikkelingsfasen, motorische mijlpalen
2. Omgevingstheorie
Invloed van omgeving op ontwikkeling
Invloed van omgeving op gedrag
3. Interactietheorie
Veranderingen in gedrag tot stand door continue interactie tussen de 3
elementen.
Hedendaagse ontwikkeling kan alleen begrepen worden als we naar de gehele
interactie tussen de 3 kijken.
Als 1 van de 3 verandert à veranderd alles
1.6 peo-fit: occupational performance
Minimale fit
= de persoon is weinig tevreden over het dagelijks handelen, zijn veel problemen.
Maximale fit
= de persoon is zeer tevreden en ervaart de persoon harmonie in het dagelijks handelen.
1.7 componenten van het peo-model
We gaan iets dieper in op de verschillende componenten.
Persoon
= dynamisch, gemotiveerd, ontwikkeld zich en staat continu in contact met de
omgeving.
o PEO-model kijkt holistisch naar de persoon: het is een geheel van geest, lichaam
en spirituele elementen.
o Bezit vaardigheden en levenservaringen die het DH bepalen.
o Mogelijkheden en beperkingen
Sensomotorisch vlak
psychosociaal
cognitief vlak
Omgeving
= Alle contextuele factoren die invloed hebben op de persoon
o Fysieke
o Cultureel
o Sociaal
o Institutioneel ( maatschappelijk)
3