100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Exam (elaborations)

Examenvragen Ecosysteembeheer met oplossingen

Rating
-
Sold
1
Pages
33
Grade
9-10
Uploaded on
14-05-2025
Written in
2023/2024

Examenvragen van januari 2024 met oplossing

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 14, 2025
Number of pages
33
Written in
2023/2024
Type
Exam (elaborations)
Contains
Questions & answers

Subjects

Content preview

EXAMENVRAGEN
ECOSYSTEEMBEHEER
1. In het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt er veel
subsidies voorzien voor herstel van biodiversiteit in
landbouwlandschappen door het aanleggen en beheren van bloemenrijke
randen langs akkers. Op basis van de bijgesloten grafiek, beargumenteer
of dit een kosteneffectieve maatregel zou zijn. /4

Groot deel nectar productie gaat achteruit door verhoogde
stikstofdepositie en verhoogde bodemfosfor. Pollinatore bestuivers
(hommels, bijen, …) hebben hierdoor minder nectar en gaan hierdoor
achteruit. (Pesticidegebruik heeft ook invloed, maar kern achteruitgang is
de afname van nectar, ook verergerd door pesticide)
Nectar blijft aanwezig, maar de kwaliteit is minder goed (vergelijking
McDonalds voor mensen).
Positieve gevolgen:
 Aanwezigheid van meer nectar
 Als bloemenstrook niet bemest is:
o Zonder bemesting minder inbreeding (bestuiving met 1 zelfde
plant)
 Met bemesting: insecten blijven langer op zelfde plant
om voldoende nectar binnen te krijgen (door lagere
kwaliteit)
o Planten hebben kruisbestuiving nodig (bestuiving met andere
plant)
o Heeft effect op het zaad van de plant en dus ook op het
voortbestaan en de voortplanting van de plant
Negatieve gevolgen:
 Als pollen en nectar van slechte kwaliteit zijn door bemesting 
ecologische val, hoge mortaliteit
o Bemesting zorgt voor hogere mortaliteit via voedselkwaliteit
o Bestuivers kunnen maar een bepaalde hoeveelheid nectar per
dag drinken, maar van slechtere kwaliteit
o Planten kunnen verdwijnen door bemesting  verdwijnen
voedselkwantiteit
o Onrechtstreeks zal de kwaliteit van de overblijvende planten
achteruitgaan
 Beter zorgen dat bloemenrijkdom in voedselarme systemen hersteld
wordt

2. Palmolie is een bijzonder productief gewas voor onder andere
biobrandstoffen, veel meer dan bijvoorbeeld winnen van olie uit koolzaad.
Je hebt dus voor dezelfde oppervlakte van landbouw meer olieproductie in
palmolieplantages dan in koolzaadakkers. Is palmolie dan een
klimaatvriendelijk gewas? Waarom wel/niet? Beargumenteer ook


1

, randvoorwaarden waar palmolieplantages voor biobrandstoffen moeten
aan voldoen om klimaatvriendelijk te zijn. /4

Palmolie is geen klimaatvriendelijk gewas, er worden vaak kostbare
veengebieden voor gedraineerd. De effecten van de drainage zijn hoge
CO2-emissies (die vrijkomen bij de drainage), veenbodemdaling, de daaruit
voortvloeiende overstromingen en productiviteitsverlies. De watertafel
zakt dus en hierdoor is er veel meer kans op branden. Deze veenbranden
gebeuren voornamelijk ondergronds en zorgen voor extra CO2 uitstoot. Dit
is een vicieuze cirkel, door de klimaatopwarming (CO2 uitstoot) gaan er
meer veenbranden voorkomen, die dan weer CO2 uitstoten. Meer dan 5
procent van de wereldwijde CO2-emissies wordt veroorzaakt door de
aantasting van veengebieden als gevolg van ontwatering.

3. Gegeven de volgende verstoring in een voedsel web (trofisch web).
Beschrijf wat het resultaat zou zijn voor de ecosysteemkwaliteit en -functie
(bv ecosysteemdienst). Welke beheeringreep zou je voorstellen om de
ecosysteemkwaliteit/functie te verbeteren. /4

Trofische cascade: een effect in een ecosysteem dat optreedt wanneer er
op verschillende trofische niveaus soorten verdwijnen door een verstoring
van het ecosysteem.
Cascade in zoetwatersysteem:
 Door hogere of lagere input nutriënten
 Invloed op water:
o Troebel water= te veel fytoplankton  zuurstofloos water (te
hoge consumptie van zuurstof ’s nachts)  vissterfte
o Helder water= te weinig fytoplankton  meer ruimte voor
grote waterplanten  concurreren algen weg  voedselarm

Cascade in zoutwatersysteem:
 Voorbeeld zeeotter
 Als een soort door jacht of andere reden vermindert/verdwijnt 
trofische cascade
 Biomassa van voedsel van deze soort neemt toe

Cascade door verzuring en stikstofdepositie (in terrestrische systemen):
 Door atmosferische componenten van verzuring zoals ammoniak,
nitraat en zwavel
 Bij atmosferische depositie spoelen basen/mineralen in de bodem uit
 toxiciteit treedt op in de bodem
 Aluminium: voor meeste planten giftig in oplossing + minder
mineralen beschikbaar
 Verzuring gevoelige planten verdwijnen  trofische cascade van
planten
 Voorbeeld: verzuring in heide
o Heidesoorten worden gevoeliger voor ziekte
o Gevoeliger voor competitie met grassen
o Toxiciteit  bepaalde bloemplanten verdwijnen uit de heide
o Hierdoor vlindersoorten die verdwijnen (door vermindering
voedselkwaliteit)



2

, o Kuikens en grond broedende vogels verbruiken te veel
energie om aan insecten te geraken: minder insecten en
moeilijker om door gras te gaan)

 Beheer ingreep: sturing trofische cascade

4. Veronderstel voldoende voedsel van voldoende kwaliteit en zeer beperkte
predatie in een ecosysteem met grond broedende vogels. Toch gaan deze
vogels achteruit. Beschrijf de mogelijke verandering in de structuur van
het ecosysteem dat dan toch de populatie aantast, waarom de populatie
achteruitgaat, en stel een beheermaatregel voor om dit tegen te gaan. /6

Mogelijke oorzaak: verzuring ten gevolge van stikstofdepositie
 Voorbeeld: verzuring in heide
o Heidesoorten worden gevoeliger voor ziekte
o Gevoeliger voor competitie met grassen
o Toxiciteit  bepaalde bloemplanten verdwijnen uit de heide
o Hierdoor vlindersoorten die verdwijnen (door vermindering
voedselkwaliteit)
o Kuikens en grond broedende vogels verbruiken te veel
energie om aan insecten te geraken: minder insecten en
moeilijker om door gras te gaan)
1. Gevoeligheid van heidesoorten voor ziekten: Verzuring kan
heidesoorten gevoeliger maken voor ziekten, waardoor de diversiteit en
beschikbaarheid van planten die belangrijk zijn voor de voedselketen van
grond broedende vogels afneemt.
2. Toename van competitie met grassen: Door verzuring kunnen grassen
gedijen ten koste van heidesoorten, waardoor er meer competitie ontstaat.
Dit kan de beschikbaarheid van geschikte nestplaatsen verminderen en de
voedselbronnen voor vogels beïnvloeden.
3. Toxiciteit en verdwijnen van bepaalde bloemplanten: Verzuring kan
leiden tot toxiciteit in de bodem, wat resulteert in het verdwijnen van
bepaalde bloemplanten. Dit heeft gevolgen voor de insectenpopulatie,
waardoor de voedselkwaliteit voor grond broedende vogels afneemt.
4. Verlies van vlindersoorten: Aangezien bepaalde bloemplanten
verdwijnen, zullen ook de vlindersoorten die afhankelijk zijn van deze
planten verdwijnen, wat op zijn beurt de beschikbaarheid van insecten
voor vogels vermindert.
5. Energieverlies bij kuikens en grond broedende vogels: Grond
broedende vogels en hun kuikens zullen meer energie moeten verbruiken
om aan insecten te komen, vooral als deze moeilijk bereikbaar zijn door de
groeiende grassen. Dit kan leiden tot een afname van de
overlevingskansen van kuikens en een verminderde reproductiesucces.

Beheermaatregels:
 Verminderen van stikstofdepositie en het herstellen van de
zuurgraad in het ecosysteem. Door verminderen van emissies van
stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) uit bronnen zoals
landbouw en verkeer.
 Het herstel van de zuurgraad kan worden bevorderd door het
stimuleren van vegetatieherstel en het verminderen van
bodemverdichting.

3

, Als de stikstofdepositie niet direct te beïnvloeden is op kleinere schaal, zijn
er nog steeds enkele beheermaatregelen die op lokaal niveau genomen
kunnen worden om de omstandigheden voor grond broedende vogels te
verbeteren:
1. Habitatverbetering: Creëer of herstel geschikt broedgebied voor grond
broedende vogels. Dit kan het verwijderen van ongewenste begroeiing, het
aanleggen van nestplekken en het behoud van open ruimtes omvatten.
Door specifieke behoeften van deze vogels in overweging te nemen,
kunnen lokale beheersinspanningen gericht zijn op het bieden van
geschikte leefomstandigheden.
2. Monitoring van populaties: Voer regelmatige monitoring uit van de
vogelpopulatie en hun broedsucces. Dit helpt bij het identificeren van
specifieke problemen waarmee de populatie wordt geconfronteerd. Op
basis van deze informatie kunnen aanpassingen aan het lokale beheer
worden gedaan.
3. Educatie en betrokkenheid van de gemeenschap: Betrek lokale
gemeenschappen bij het begrijpen en beschermen van grond broedende
vogels. Educatieve programma's en bewustmakingscampagnes kunnen
helpen bij het verminderen van menselijke verstoring en het bevorderen
van positieve acties voor het behoud van deze vogels.
4. Insectenhabitatbehoud: Aangezien grond broedende vogels afhankelijk
zijn van insecten als voedselbron, kan het behouden of creëren van
habitats die gunstig zijn voor insecten, zoals bloemrijke gebieden, de
beschikbaarheid van voedsel voor vogels vergroten.
5. Herstel van bodemstructuur: Indien mogelijk kan lokaal bodemherstel
de impact van de verzuring verminderen. Het toevoegen van
kalkhoudende materialen kan helpen de zuurgraad te neutraliseren en de
bodemstructuur te verbeteren.

Andere mogelijke oorzaak: Habitatfragmentatie & habitatverlies.
- MVP
- Kan dat kleine populaties zijn en als kleiner dan MVP vr die soort
kunnen stochastische toevalsfactoren leiden tot extinctie.
(Demografische, genetische en omgevingsfactoren en
problemen)
o Demografisch: Random variaties in geboorte & sterfte
snelheden: in kleine pop kunnen fluctuaties ervr zorgen dat
soort sneller uitsterft
o Omgeving: branden, koude, …  als soort hier gevoelig aan is
+ als het een kleine pop is zal deze sneller uitsterven
o Genetisch: Als met weinig: minder heterozigositeit (
homozig: zelfde variant hebben (inteelt)  kans groter dat
negatieve varianten tot expressie komen (inteeltproblemen
veroorzaken etc)) (DUS kans op genetische defecten groter in
kleinere pop), verlies genetische variatie
- DUS als habitatverlies  daling opp = daling populatie aantal
- DUS als hab fragmentatie  isolatie, kan niet geherkoloniseerd w +
subpopulaties in fragmenten kunnen uitsterven dr toevalsfactoren.

Beheermaatregel:


4
$6.66
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
freyahoremans Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
43
Member since
3 year
Number of followers
17
Documents
21
Last sold
1 week ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions