Materiële strafrecht: de vraag of en in welke vorm strafrechtelijke
aansprakelijkheid kan worden aangenomen of de daarvoor geldende
voorwaarden zijn vervuld.
Bronnen zijn de wetboek van het strafrecht en bijzondere wetten (zoals
opiumwet en wet wapens en munitie).
3 boeken in wetboek:
1. Algemene bepalingen
- Bepalingen die voor veel delicten van toepassing zijn: straffen,
maatregelen.
- Titel IX -> definities van verschillende termen
- Art. 91 Sr -> algemene bepalingen gelden ook voor bijzondere
wetten met straf
2. Misdrijven
- Iedere categorie heeft een eigen titel
- De volgorde gaat op ‘grootte’ van de delicten, eerst gaat het om
misdrijven tegen het hele land en wordt steeds specifieker, tot de
ambtsmidrijven. En op het einde komen die feiten die na een
strafbaar feit gebeuren.
3. Overtredingen
- ‘kleinere’, minder heftige feiten
- Opzet of schuld zijn niet van belang hier. Poging en voorbereiding
gelden hier ook niet. Ook soms bij dwangmiddelen van belang.
- Weer zelfde volgorde als bij misdrijven.
Structuur wetboek van strafvordering
Formele strafrecht: procedurele normen waarmee het materiële recht
wordt gehandhaafd.
Bronnen zijn de wetboek van het strafvordering en bijzondere wetten
(zoals opiumwet en wet wapens en munitie).
6 boeken in dit wetboek, chronologische volgorde van het strafproces:
1. Algemene bepalingen
- Dingen die handig zijn om te weten voor aanvang van
strafproces.
- Verdachtebegrip, raadsman, dwangmiddelen etc.
- Titel VI -> definities van verschillende termen
2. Strafvordering in eerste aanleg
- Vervolg van de zaak: wat wil de OvJ, seponeren of strafrecht
adiëren
, o Bij rechter zijn art. 348 en 350 sv belangrijk, de vragen die
de rechter moet beantwoorden.
3. Rechtsmiddelen
- Als OvJ of advocaat het er niet mee eens is.
- Algemene en buitengewone rechtsmiddelen
o Algemeen: hoger beroep, cassatie
o Buitengewoon: cassatie in belang der wet, herziening van
zaak
4. Rechtsplegingen van bijzondere aard
- Bijzondere zaken: jeugdstrafrecht, wraking/verschoning van
rechter.
5. Internationale en Europese strafrechtelijke samenwerking
- Rechtshulp verzoeken of verlenen, nummering is wat anders door
de vernieuwing van wvsv.
- Dit vinden we vaak ook in wetten die achter wvsv staan, cum
annexis.
6. Tenuitvoerlegging
- Gaat obviously over tenuitvoerlegging, helemaal aan het einde
van het proces
- Regels over vrijheidsbenemende straffen en maatregelen
bijvoorbeeld.
- Ook nieuwe nummering
Voorwaarden voor strafbaarheid
Alleen als er sprake is van een strafbaar feit, kan er gestraft worden. 1 en
2 zijn bijzondere voorwaarden, die zijn in elke situatie anders. 3 en 4 zijn
algemene voorwaarden, zij worden geacht aanwezig te zijn en hoeven ook
- in beginsel - niet bewezen te worden.
1. Menselijke gedraging
- (Rechts)personen, dieren zijn dus uitgesloten.
- Gedraging- of nalaten (commissie- of omissiedelict)
o Daadstrafdelict, gedachten zijn niet strafbaar.
2. Valt onder een wettelijke delictsomschrijving
- Wet moet aangeven dat iets strafbaar is (legaliteitsbeginsel)
- Voldoen aan alle bestanddelen van delictsomschrijving
o Soms ook vage termen (tongzoen = verkrachting?), dit
wordt uitgelegd door de rechter. Mag ook niet te vaag zijn,
in gedrang met legaliteit.
3. Wederrechtelijk
- Gedraging is in strijd met het recht. Op het moment dat er
voldaan is aan delictsomschrijving, nemen we aan dat het ook
wederrechtelijk is.
, 4. Verwijtbaar
- Schuld in strafrechtelijke zin. Deze wordt ook geacht aanwezig te
zijn, tenzij sprake van een schulduitsluitingsgrond.
- Schuld als element: verdachte kan enig verwijt gemaakt worden
- Schuld als bestanddeel = culpa = aanmerkelijke
onvoorzichtigheid
Soms kunnen elementen ook als bestanddeel opgenomen, zodat de
reikwijdte beperkt wordt.