100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Ondernemingsrecht (JUR-3ONDERNEMING)

Rating
-
Sold
3
Pages
136
Uploaded on
12-05-2025
Written in
2024/2025

Alles wat je moet kennen voor het tentamen Ondernemingsrecht. Uitgebreide samenvatting van het boek P. van Schilfgaarde/J. Winter, J.B. Wezeman & J. Schoonbrood, Van de BV en de NV (18e druk). De samenvatting is aangevuld met aantekening van de hoorcolleges en werkgroepen. Alle verplichte en aanbevolen jurisprudentie is behandeld.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
May 12, 2025
Number of pages
136
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Ondernemingsrecht – aantekeningen

Thema 1 – hoorcollege 1 (inleiding)
 Stof: Van de BV en de NV, Nrs. 1-5

Rechtspersoon: wordt gemaakt door het recht. Waarom? Om handel te drijven.
Een rechtspersoon is een wettelijke erkenning van een groep mensen die zich heeft verenigd om een
reden van doelmatigheid.

Kenmerken van een rechtspersoon
(1) rechtssubject (zelfstandig drager van rechten en plichten)
(2) vertegenwoordiging vereist – gedragingen/uitlatingen kan je toerekenen aan de
rechtspersoon. Zie hiervoor HR Kleuterschool Babbel
(3) beperking van de aansprakelijkheid. Een rechtspersoon kan strafbare feiten plegen  boete.
Bestuurders zijn niet aansprakelijk, want ze handelen namens de rechtspersoon. Ook leden
en aandeelhouders zijn niet aansprakelijk voor een tekort aan een vereniging (behalve bij de
informele vereniging, 2:29 lid 2 BW) of BV.

Hier ligt tussen de natuurlijke persoon en de rechtspersoon een belangrijk verschil. De natuurlijke
persoon wordt door het recht erkend als drager van rechten en plichten op grond van zedelijke en
maatschappelijke beginselen. Bij de rechtspersoon spelen deze beginselen geen rol. Hij wordt door
het recht ingevoerd niet om zichzelf maar om het rechtsleven van de natuurlijke persoon te dienen.

Een rechtspersoon kan bestuurder zijn van een andere rechtspersoon, vgl. art. 2:11 BW. Een
rechtspersoon kan echter geen commissaris of niet-uitvoerend bestuurder zijn, art. 2:250 (2:140) en
239a (129a).

Niet uit eigen kracht bestaat de vennootschap maar krachtens het optreden van de tot elkaar in het
verband van een deelrechtsorde staande personen (AVA en aandeelhouders, bestuur en bestuurders,
eventueel: RvC en commissarissen).

Deelrechtsorde: eigen juridische gemeenschap met eigen regels. De organisatie van de rechtspersoon
en de inrichting van de rechtspersoon wordt bepaalt door de wet, door de statuten, door de
reglementen, door besluiten van de organen en door de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 BW.
- De wet biedt de mogelijkheid om in statuten andere regels te treffen. ‘indien de statuten
anders bepalen’. Zie bijvoorbeeld 2:129 lid 4 BW: statuten kan bepalen dat …. Je moet dus
altijd kijken in de wet of de wet het wel toelaat om in de statuten af te wijken van de wet,
want als er iets in de statuten staat wat ook in de wet staat, maar afwijken niet mogelijk is,
dan geldt de statuten niet.

Soorten rechtspersonen  2:1, 2:2 en 2:3 BW.
Een politieke partij is ook een rechtspersoon (vereniging)
De VOC is de oudste rechtspersoon.

Een vennootschap is een soort rechtspersoon. Een rechtspersoon is een verzamelbegrip.

Een vennootschap en onderneming zijn twee verschillende figuren, die veel met elkaar in verband
zijn, maar niet altijd hetzelfde zijn. In een veel aangehangen opvatting is de vennootschap de
organisatie van de kapitaalverschaffers, de onderneming daarentegen de organisatie van werknemers
en leiding. In deze opvatting hebben de twee organisaties wel raakpunten, maar vallen zij niet samen,
zodat de een ook niet als rechtsvorm van de ander kan worden aangemerkt.


1

,Een onderneming is een vennootschap om de onderneming te drijven. Zie hieronder meer.
In de onderneming zitten werknemers. Deze werknemers hebben inspraak in de ondernemingsraad.
De ondernemingsraad heeft inspraak in de onderneming, maar kan ook inspraak hebben in de
vennootschap.

Een onderneming kan ook slapend zijn: er worden daar dan geen werkzaamheden verricht.

De onderneming heeft geen bestuur en/of aandeelhouders, maar de vennootschap heeft een bestuur
en/of aandeelhouders.

Een stichting/vereniging kan ook een onderneming hebben.
Een eenmanszaak heeft geen vennootschap boven zich.

Bijvoorbeeld: NEC is een vennootschap, en de voetballers (werknemers) zitten in de onderneming.

Het maatschappelijke kapitaal, geplaatst kapitaal en gestort kapitaal (zoals blijkt uit KvK uittreksel)
zegt niks over de waarde van het bedrijf, want het meeste geld zit in de ondernemingen, en dit blijkt
niet uit de uittreksels. Zelfde geldt voor de hoeveelheid werknemers die zijn opgenomen in het
uittreksel: de werknemers van de onderneming staan niet opgenomen, alleen de bestuurders van de
vennootschap.

Onderneming: Een zaak die men drijft om winst te maken.

Wanneer is er sprake van een onderneming? Verschillende definities:
1) Van Schilfgaarde/Winter, nr. 2  een onderneming is een organisatorisch verband (mensen
werken er samen) en dat verband is gericht op duurzame deelneming aan het economisch
verkeer (gericht op het maken van winst).
2) art. 1 lid 1 sub c WOR, drie elementen  De WOR ziet op de posities van de werknemer
(meer dan 50 werknemers, dan ondernemingsraad); (1) Een organisatorisch verband, (2) een
zelfstandige eenheid, (3) waarin krachtens arbeidsovereenkomst of publieke rechterlijk
aanstelling arbeid wordt verricht.
3) art. 1 lid 1 sub a SER-Fusiegedragsregels 2015  zelfde drie elementen van de WOR.
4) Handelsregisterwet 2007 (Hrgw)  als iets een onderneming is, dan moet het in een register
worden ingeschreven. In het Handelsregisterwet staat geen definitie van de onderneming,
maar de wetgever heeft ruimte open gelaten aan de praktijk om zelf dit begrip in te vullen;
iets is snel een onderneming (ruime uitleg), en dan moet je het inschrijven  twee
elementen: bedrijfsuitoefening en winstoogmerk (aan winstoogmerk is snel aan voldaan; ook
ruime opvatting – zie HR Stichting Accountants- en Belastingadviesbureau NCB).
5) Het BW: art. 2:239 (129) lid 5 en in art. 2:250 (140) lid 2. Weer een andere in art. 7:662 e.v.

In deze omschrijving is de parallel met wat een vennootschap is duidelijk. Want ook de vennootschap
– BV of NV – laat zich karakteriseren als een organisatorisch verband (deelrechtsorde), gericht op
duurzame deelneming aan het economisch verkeer.

Verhouding vennootschap-onderneming, drie benaderingen:
- Reële benadering, ‘hebben’: de onderneming behoort toe aan de vennootschap. In de reële
benadering wordt de onderneming gezien als een organisatorisch verband van goederen, wat
kan dienen als voorwerp van een rechtshandeling (zoals koop en verkoop) of een
rechtsverhouding (zoals eigendom). Dus de vennootschap als rechtspersoon kan worden
beschouwd als de ‘eigenaar’ van de ingebrachte of door haarzelf ontwikkelde onderneming.
In die zin kan men stellen dat de vennootschap de onderneming ‘heeft’.


2

,  Echter, de reële benadering heeft een belangrijk praktisch aspect: de onderneming is niet
slechts een verzameling van goederen. Essentieel is dat er met deze goederen een
bepaalde activiteit wordt uitgeoefend, waarmee de onderneming in stand wordt
gehouden. Alleen een ‘lopende onderneming’ (of ‘going concern’) kan waarde genereren.
Bijvoorbeeld, de goodwill is een waardecomponent die verloren gaat zodra de
ondernemersactiviteit wordt gestaakt. Bij de inbreng of verkoop van een onderneming is
het dan ook cruciaal dat de uitgeoefende activiteiten onverminderd doorgaan.
Daarom is het niet zomaar mogelijk om de onderneming als losse onderdelen te
verkopen (In de onderneming zit alles (behalve bestuur en aandeelhouders)). Het is
praktischer om de aandelen van de vennootschap te verkopen, omdat hierdoor de
vennootschap zelf, inclusief de bijbehorende onderneming, wordt overgedragen.
- Instrumentele benadering, ‘drijven’: de onderneming wordt gezien als een middel om het
economische doel van de eigenaar te realiseren. De eigenaar wordt in deze benadering als
primair ondernemer gezien, die de onderneming ‘drijft’. De vennootschap is de zelfstandige
drager van rechten en plichten, terwijl de onderneming zelf geen rechtssubject is. De
vennootschap kan failliet gaan, maar de onderneming niet, omdat deze geen juridische
entiteit is. De onderneming staat in dienst van de vennootschap en de onderneming wordt
dus gezien als een instrument voor het behalen van het door de eigenaar gestelde doel. Dit
doel is vaak winst maken, maar kan per situatie verschillen
- Institutionele benadering, ‘in stand houden’: de onderneming wordt gezien als een
organisatie van mensen die deelneemt aan het economisch verkeer, gebaseerd op de
beslissingen binnen die organisatie. De vennootschap mag de onderneming in stand houden,
zoals ook staat in de WOR. Belangrijk is dat niet alleen de eigenaar, maar ook de werknemers
betrokken zijn bij de beslissingen. De eigenaar is niet eigenaar van de onderneming, maar
eigenaar in de onderneming, waarbij het eigendom zich richt op de goederen die de
organisatie dienen.

Dus: De vennootschap heeft of drijft een onderneming of houdt een onderneming in stand, al naar
gelang men een bepaalde onderneming vanuit de reële, de instrumentele of de institutionele
gezichtshoek beziet.

De waarde van een bedrijf wordt bepaald door stakeholders. Zij zijn allemaal belanghebbenden en
het bedrijf moet hier rekening mee houden. Het bedrijf moet bijvoorbeeld hierdoor onderzoek doen
naar verduurzaming, maar als hier geld naar toe gaat, dan kan dat geld niet worden geïnvesteerd aan
uitkering dividend.

Aard van rechtspersoonlijkheid brengt beperkingen van de rechtsbevoegdheid met zich mee:
 art. 2:5 BW: een rechtspersoon staat met een natuurlijk persoon gelijk. Dus wat een
natuurlijk persoon met zijn vermogen kan doen, kan een rechtspersoon ook doen. Een
natuurlijk persoon kan wel dingen doen die een rechtspersoon niet kan doen, zoals trouwen
en testament opstellen. En een rechtspersoon kan dingen die een natuurlijk persoon niet kan,
zoals splitsen of fuseren.
 beperkingen in boek 2 BW, bijvoorbeeld 2:30 BW: een informele vereniging kan geen
registergoederen krijgen, of 2:140/150 BW: een rechtspersoon kan geen commissaris zijn.
Een raad van commissarissen bestaat altijd uit natuurlijke personen.
 doelomschrijving in de statuten, art. 2:7 BW. Zie volgend college ‘doeloverschrijding’.

Een rechtspersoon kan wel bestuurder zijn van een andere rechtspersoon, 2:11 BW. Maar uit artikel
11 volgt dat je net zo lang de bestuurders mag doorlopen totdat je een natuurlijk persoon tegenkomt
als bestuurder om die aansprakelijk te stellen (‘doorbrakbepaling’).
Maar rechtspersonen kunnen niet over en weer elkaars bestuurder zijn.


3

, Er bestaan uitvoerende bestuurders (ub) en niet uitvoerende bestuurders (nub)
2:239a BW: een rechtspersoon mag geen nub zijn, want een nub is een soort van commissaris en een
rechtspersoon mag geen commissaris zijn.

Vereniging: 2:45 BW
NV: 2:130 BW e.v.
BV: 2:240 BW e.v.
Stichting: 2:292 BW

Het bestuur vertegenwoordigd de rechtspersoon, maar in de statuten kan je andere
vertegenwoordigers aanwijzen bijvoorbeeld hoofd management.

Iemand met een volmacht moet je ook inschrijven in het handelsregister. Het bestuur geeft de
volmacht om te handelen namens de BV. Het geven van een volmacht is dus ook een
vertegenwoordigingshandeling.

Organen van de rechtspersoon (art. 2:78a/189a BW):
- ava/alv: aandeelhouders vormen samen de algemene vergadering van aandeelhouders (er
ook kunnen ook andere vergadergerechtigde aanwezig zijn) en bij de stichting vormen de
bestuurders de algemene ledenvergadering. Zij hebben rechten/plichten en bevoegdheden.
De AVA vertegenwoordigt het kapitaal en het eigenaarsbelang. De beslissingen die zij neemt
liggen vooral op het gebied van de structuur van de vennootschap (statutenwijziging,
ontbinding etc.). Daarnaast heeft zij – tenzij het gaat om een structuurvennootschap – het
recht tot benoeming van bestuurders en commissarissen.
- bestuur: is belast met de centrale leiding en vertegenwoordigd de rechtspersoon.
- rvc (ook wel raad van toezicht genoemd). In de statuten staat opgenomen wat hun
bevoegdheden zijn.
- vergadering van bijzondere soort: wordt later nog besproken.
- gemeenschappelijke vergadering van het bestuur en de rvc, art. 2:189a BW.
- de groepsvergadering van art. 2:96 lid 2 en art. 2:99 lid 5 BW.
- de aandeelhouderscommissie in de zin van art. 2:268 (158) lid 11 BW.
- ondernemingsraad: als de bv een onderneming heeft, en er zijn meer dan 50 werknemers,
dan moet er een ondernemingsraad zijn. De vraag of dit een orgaan is wordt negatief
beantwoord. De ondernemingsraad is een orgaan van de onderneming, en niet van de
rechtspersoon. Als de or een besluit neemt, dan is dat niet een besluit van de BV. De or zelf is
ook geen rechtspersoon.  met name van belang voor art. 2:14-16 BW en 2:8 BW; or valt
hier dus niet onder.
(Vóór dat standpunt dat het een orgaan is: pleit dat dit lichaam belangrijke bevoegdheden
heeft op het gebied van de beleidsvoorbereiding en -controle, voorts bij de benoeming en het
ontslag van bestuurders.)

Een stichting heeft geen leden, maar slechts een bestuur en soms een raad van toezicht.

Het vennootschapsbelang wordt vaak geassocieerd met het streven naar het bestendige succes en de
continuïteit van de onderneming, met name ten behoeve van de aandeelhouders. Er zijn
verschillende visies op dit belang, zoals de continuïteitsopvatting, die het belang ziet als de
bescherming van de gezonde voortgang van de vennootschap, en de resultantebenadering, waarbij
het vennootschapsbelang als de afgeleide uit meerdere deelbelangen wordt beschouwd, zoals die
van de aandeelhouders en werknemers. De Hoge Raad heeft in een uitspraak aangegeven dat het
vennootschapsbelang afhankelijk is van de specifieke omstandigheden, zoals het type vennootschap
en de doelen van de aandeelhouders. Het vennootschapsbelang moet altijd afgewogen worden tegen
de belangen van andere betrokkenen, zoals werknemers en andere belanghebbenden. In besloten

4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Chris26 Hogeschool Arnhem en Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
158
Member since
4 year
Number of followers
120
Documents
17
Last sold
1 week ago

4.2

10 reviews

5
4
4
4
3
2
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions