SCANDEREN
Latijnse verzen hebben een bepaald metrum of ritme, gebaseerd op een regelmatige afwisseling
van zware en lichte lettergrepen. Dit wordt gedaan volgens de dactylische hexameters.
Een dactylische hexameter bestaat uit 6 (hex) keer een metrum van een dactylus (lang, kort, kort)
of spondee (lang, lang).
□ Dactylus
□ Spondee ——
De start en het einde van elke zin staat vast. De eerste lettergreep van elk vers en van elke
voet is lang. De laatste twee voeten (van de zes voeten) zijn ook altijd hetzelfde. Voet 5 en 6 kun je
direct scanderen, want voet 5 is maar zelden een spondee. De laatste voet is altijd eens
spondee, maar duiden we aan met — X. Ook de eerste lettergreep kun je direct lang maken.
Bepaal altijd als eerste wat lang moet:
□ De eerste lettergreep van een voet
□ Een tweeklank (2 klinkers die als 1 klank worden uitgesproken = 1 lettergreep): ae, oe, au
□ Een klinker die voor 2 of meer medeklinkers staat
De uitzonderingen:
□ De H is geen medeklinker en telt nergens voor mee
□ QU telt als 1 medeklinker
□ X (ks) en Z tellen als 2 medeklinkers
□ De I wordt als J uitgesproken, telt als medeklinker
□ Woordeinde op klinker of klinker +m, begint het volgende woord met (h+) klinker
= woordeinde geen waarde toekennen = elisie (weglating van eindletter(s))
vb: atque ita : klinkt als atquita
Bron: wb p.38 – 40
https://www.youtube.com/watch?v=metrieklatijn
Latijnse verzen hebben een bepaald metrum of ritme, gebaseerd op een regelmatige afwisseling
van zware en lichte lettergrepen. Dit wordt gedaan volgens de dactylische hexameters.
Een dactylische hexameter bestaat uit 6 (hex) keer een metrum van een dactylus (lang, kort, kort)
of spondee (lang, lang).
□ Dactylus
□ Spondee ——
De start en het einde van elke zin staat vast. De eerste lettergreep van elk vers en van elke
voet is lang. De laatste twee voeten (van de zes voeten) zijn ook altijd hetzelfde. Voet 5 en 6 kun je
direct scanderen, want voet 5 is maar zelden een spondee. De laatste voet is altijd eens
spondee, maar duiden we aan met — X. Ook de eerste lettergreep kun je direct lang maken.
Bepaal altijd als eerste wat lang moet:
□ De eerste lettergreep van een voet
□ Een tweeklank (2 klinkers die als 1 klank worden uitgesproken = 1 lettergreep): ae, oe, au
□ Een klinker die voor 2 of meer medeklinkers staat
De uitzonderingen:
□ De H is geen medeklinker en telt nergens voor mee
□ QU telt als 1 medeklinker
□ X (ks) en Z tellen als 2 medeklinkers
□ De I wordt als J uitgesproken, telt als medeklinker
□ Woordeinde op klinker of klinker +m, begint het volgende woord met (h+) klinker
= woordeinde geen waarde toekennen = elisie (weglating van eindletter(s))
vb: atque ita : klinkt als atquita
Bron: wb p.38 – 40
https://www.youtube.com/watch?v=metrieklatijn