Annotatie bij Uitspraak
Rechtbank Breda (AWB 11/3035)
ECLI:NL:RBBRE:2011:5507
22-04-2025
Naam: X
Aantal woorden: 911
Studentnummer: X
, 1. Deze uitspraak betreft een geschil tussen de eiseressen - Stichting Anti Dierproeven Coalitie
(hierna eiseres 1), Stichting Een Dier een Vriend (hierna eiseres 2) - en het college van burgemeester
en wethouders van de gemeente Tilburg (hierna verweerder). Eiseressen verzochten verweerder om
handhavend op te treden tegen de inrichting van BV X, waarin apen tijdelijk verbleven en verder
werden getransporteerd binnen Europa. Zij meenden dat de inrichting omgevingsvergunningplichtig
was op grond van bijlage 1, onderdeel C, cat. 8.3 sub e van het Bor. In dit artikel wordt bepaald dat je
vergunningplichting bent voor het houden of verhandelen van landbouwhuisdieren. Verweerder had
dit verzoek afgewezen, omdat BV X volgens hen niet vergunningplichtig was. Eiseressen maakten
bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard.
Volgens verweerder konden eiseressen niet worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van
artikel 1:2 Awb.
2. De rechtbank oordeelde in rechtsoverweging 3.1 dat eiseres 1 geen belanghebbende is. Haar
statutaire doelstelling en feitelijke werkzaamheden richtten zich op het welzijn van dieren in
onderzoeksinstellingen. Volgens de rechtbank kunnen de apen in de inrichting van BV X niet als
proefdieren worden aangemerkt, omdat zij daar slechts verblijven en verder worden getransporteerd
naar onderzoeksinstellingen. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht het bezwaar niet-
ontvankelijk had verklaard en dat eiseres 1 niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. In
rechtsoverweging 3.2 oordeelde de rechtbank dat eiseres 2 wel als belanghebbende kan worden
aangemerkt. Hun statutaire doelstelling bleek wat breder te zijn, namelijk het bevorderen van
dierenrechten in het algemeen. Door haar activiteiten, waaronder campagnes voeren tegen
dierenhandel en het verspreiden van informatie over dierenleed, werden zij wel als belanghebbende
aangemerkt. Ook verwijst de rechtbank voor het feit dat de territoriale begrenzing geen
doorslaggevende betekenis heeft naar eerdere uitspraken van de AbRS waarin de stichting wel als
belanghebbende werd aangemerkt.
3. In deze uitspraak staat het begrip belanghebbende centraal. Volgens artikel 1:2 lid 1 Awb is de
belanghebbende ‘Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken’. Volgens vaste
rechtspraak wordt er voldaan aan het begrip ‘rechtstreeks’, indien er sprake is van een objectief
bepaalbaar, persoonlijk, eigen, rechtstreeks en actueel belang (ofwel de OPERA-Criteria). 1 Onder het
begrip ‘degene’ worden zowel natuurlijke personen als rechtspersonen verstaan. 2 Rechtspersonen
konden op grond van de oude wet Arob naar de bestuursrechter stappen als zij opkwamen voor hun
statutaire belangen. Dit is uiteindelijk onderdeel geworden van het huidige recht, namelijk in artikel
1
Schlössers & Zijlstra 2024, p. 125.
2
Schlössers & Zijlstra 2024, p. 126.
Rechtbank Breda (AWB 11/3035)
ECLI:NL:RBBRE:2011:5507
22-04-2025
Naam: X
Aantal woorden: 911
Studentnummer: X
, 1. Deze uitspraak betreft een geschil tussen de eiseressen - Stichting Anti Dierproeven Coalitie
(hierna eiseres 1), Stichting Een Dier een Vriend (hierna eiseres 2) - en het college van burgemeester
en wethouders van de gemeente Tilburg (hierna verweerder). Eiseressen verzochten verweerder om
handhavend op te treden tegen de inrichting van BV X, waarin apen tijdelijk verbleven en verder
werden getransporteerd binnen Europa. Zij meenden dat de inrichting omgevingsvergunningplichtig
was op grond van bijlage 1, onderdeel C, cat. 8.3 sub e van het Bor. In dit artikel wordt bepaald dat je
vergunningplichting bent voor het houden of verhandelen van landbouwhuisdieren. Verweerder had
dit verzoek afgewezen, omdat BV X volgens hen niet vergunningplichtig was. Eiseressen maakten
bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard.
Volgens verweerder konden eiseressen niet worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van
artikel 1:2 Awb.
2. De rechtbank oordeelde in rechtsoverweging 3.1 dat eiseres 1 geen belanghebbende is. Haar
statutaire doelstelling en feitelijke werkzaamheden richtten zich op het welzijn van dieren in
onderzoeksinstellingen. Volgens de rechtbank kunnen de apen in de inrichting van BV X niet als
proefdieren worden aangemerkt, omdat zij daar slechts verblijven en verder worden getransporteerd
naar onderzoeksinstellingen. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht het bezwaar niet-
ontvankelijk had verklaard en dat eiseres 1 niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. In
rechtsoverweging 3.2 oordeelde de rechtbank dat eiseres 2 wel als belanghebbende kan worden
aangemerkt. Hun statutaire doelstelling bleek wat breder te zijn, namelijk het bevorderen van
dierenrechten in het algemeen. Door haar activiteiten, waaronder campagnes voeren tegen
dierenhandel en het verspreiden van informatie over dierenleed, werden zij wel als belanghebbende
aangemerkt. Ook verwijst de rechtbank voor het feit dat de territoriale begrenzing geen
doorslaggevende betekenis heeft naar eerdere uitspraken van de AbRS waarin de stichting wel als
belanghebbende werd aangemerkt.
3. In deze uitspraak staat het begrip belanghebbende centraal. Volgens artikel 1:2 lid 1 Awb is de
belanghebbende ‘Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken’. Volgens vaste
rechtspraak wordt er voldaan aan het begrip ‘rechtstreeks’, indien er sprake is van een objectief
bepaalbaar, persoonlijk, eigen, rechtstreeks en actueel belang (ofwel de OPERA-Criteria). 1 Onder het
begrip ‘degene’ worden zowel natuurlijke personen als rechtspersonen verstaan. 2 Rechtspersonen
konden op grond van de oude wet Arob naar de bestuursrechter stappen als zij opkwamen voor hun
statutaire belangen. Dit is uiteindelijk onderdeel geworden van het huidige recht, namelijk in artikel
1
Schlössers & Zijlstra 2024, p. 125.
2
Schlössers & Zijlstra 2024, p. 126.