100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

samenvatting ontwikkelingspsychologie van boek deel 1 en deel 2 +ppt

Rating
-
Sold
1
Pages
73
Uploaded on
10-05-2025
Written in
2024/2025

dit is een complete samenvatting van het boek en ppt, tot 65 jaar. het document heeft 70 pagina's en heeft alles wat je nodig hebt om er door te zijn voor het vak

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
May 10, 2025
Number of pages
73
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

1. Behavioristisch Perspectief

Definitie

Het behaviorisme richt zich op waarneembaar gedrag en stelt dat leren
een blijvende verandering in gedrag is, veroorzaakt door ervaringen
(stimuli en responsen). Mentale processen worden genegeerd.

A. Klassieke Conditionering (Pavlov)

Definitie: Leren door associatie tussen een neutrale stimulus en een
natuurlijke reflex.

Kernbegrippen

 Ongeconditioneerde Stimulus (UCS): Prikkel die automatisch
een reflex oproept (bijv. voedsel).

 Ongeconditioneerde Respons (UCR): Automatische reactie op de
UCS (bijv. speekselafscheiding).

 Neutrale Stimulus (NS): Prikkel die eerst geen reactie oproept
(bijv. een bel).

 Geconditioneerde Stimulus (CS): NS die na koppeling aan de
UCS een reactie oproept (bijv. bel → speeksel).

 Geconditioneerde Respons (CR): De geleerde reactie op de CS
(speeksel bij horen van de bel).

Proces

1. Verwerving: Herhaalde koppeling van NS + UCS (bel + voedsel)
leidt tot CR.

2. Extinctie: Als de CS (bel) vaak zonder UCS (voedsel) wordt
aangeboden, verdwijnt de CR.

3. Spontaan Herstel: Na een pauze kan de CR tijdelijk terugkeren. De
cr is dan wel minder sterk.

4. Generalisatie: De uitbreiding van een aangeleerde respons naar
stimuli die lijken op de geconditioneerde stimulus (bel, toeter,
stemvork)

5. Discriminatie: Het leren van een nieuwe respons op een specifieke
stimulus, maar niet op andere daarop gelijkende stimuli

Voorbeelden

 Pavlov’s honden: Geluid (CS) → speeksel (CR) na koppeling met
voedsel (UCS).

,  Angst bij ‘Little Albert’: Witte rat (CS) → angst (CR) na koppeling
met hard geluid (UCS).

 Reclame: Merklogo (CS) → positief gevoel (CR) door associatie met
leuke beelden (UCS).

 Invloed van nature en nurture: geconditioneerde aversie heeft
een biologische basis en is niet enkel aangeleerd.



B. Operante Conditionering (Skinner)

Definitie: Leren door gevolgen van gedrag (beloning/straf), waardoor de
kans op herhaling verandert.

Kernbegrippen



 Bekrachtiging: een situatie (het aanbieden of verwijderen van een
stimulus) die op een respons volgt en die versterkt

 Positieve Bekrachtiging: : het aanbieden van een aangename
stimulus na een respons, waardoor de kans dat die respons zich
herhaalt toeneemt

 Negatieve Bekrachtiging: het weghalen van een vervelende of
aversieve stimulus na een respons, waardoor de kans toeneemt dat
die respons zich herhaalt.

 Straf: een situatie (het aanbieden of verwijderen van een stimulus)
die op een respons volgt en die de respons in frequentie doet
afnemen

 Positieve Straf: het toedienen van een aversieve stimulus na een
respons. Toevoegen van iets slecht

 Negatieve Straf: het weghalen van een aantrekkelijke stimulus na
een respons.



Bekrachtigingsschema’s

 Vast Ratio (FR): Beloning na vast aantal responsen (bijv. loon per
10 verkochte producten).

 Variabel Ratio (VR): Beloning na wisselend aantal (bijv. gokken).

 Vast Interval (FI): Beloning na vaste tijd (bijv. salaris elke maand).

,  Variabel Interval (VI): Beloning na onvoorspelbare tijd (bijv.
vishengsten).

Voorbeelden

 Skinner-box: Rat drukt op knop → krijgt voedsel (positieve
bekrachtiging).

 Ouderschap: Kind krijgt sticker (beloning) voor opruimen.

 Straf: Time-out (negatieve straf) bij agressie.

 Premack-principe: Eerst huiswerk maken (minder leuk), dan
gamen (leuk).



2. Cognitief Perspectief

Definitie

Het cognitivisme benadrukt mentale processen (denken, geheugen,
inzicht) en stelt dat leren niet altijd zichtbaar is in gedrag.

A. Inzichtelijk Leren (Köhler)

 Definitie: Een vorm van cognitief leren, waarbij het oplossen van
problemen plaatsvindt door een plotselinge reorganisatie van
percepties.

Voorbeeld

 Köhler’s chimpansees: Sultan plaatst stokken in elkaar om bij een
banaan te komen, zonder trial-and-error.

B. Cognitieve Plattegronden (Tolman)

Definitie: Mentale kaarten helpen navigeren, zelfs zonder directe
beloning.

Voorbeeld

 Latent leren: Een rat leert een doolhof, maar toont dit pas als er
een beloning is.

 Mensen: Je kent de route naar school, maar rijdt hem pas als het
nodig is.

C. Sociaal Leren (Bandura)

Definitie: Leren door observatie en imitatie van anderen (modeling).

Voorbeelden

,  Bobo-pop experiment: Kinderen imiteren agressief gedrag na het
zien van een volwassene.

 Media-effect: Gewelddadige games → meer agressie bij spelers.

 Positieve modeling: Een arts in opleiding leert door een ervaren
chirurg te observeren.



3. Systematisch & Evolutionair Perspectief

A. Systematisch Perspectief

 Leren wordt beïnvloed door interacties in een systeem (gezin,
school, cultuur).

 Voorbeeld: Een kind leert gedrag via ouders (operante
conditionering) én imitatie (sociaal leren).

 Systematisch perspectief: perspectief waarbij je kijkt naar
verschijnselen binnen de gehele context waarin ze zich tonen of
afspelen.

 De sociale culturele theorie van Vygotsky:

-sociaal culturele theorie: benadering binnen de psycgologie die het
verloop van de cognitieve ontwikkeling ziet als het resultaat van sociale
interacties tussen de mens binnen een cultuur. Je moet dus rekening
houden met de cultuur om inzicht te hebben in de ontwikkeling van
kinderen.



 Bio- ecologisch model van Bronfenbrenner: model gaat uit van
5 omgevingsniveaus die elk organisme gelijktijdig beïnvloeden.

1. microsysteem: dagelijkse directe systeem waarin we leven. BV:
thuis, ouders, vrienden, leraren, grootouders, de school, allemaal
onderdeel van microssyteem

2. mesosysteem: bestaat uit relaties tussen de verschillende
onderdelen van het microsysteem. Zo hebben de relatie tussen de
ouders, tussen de broer/zus, tussen de ouders en de leraar en de
relaties in de buurt bv een directe invloed op een kind.

3. exosysteem: systemen waar de zich ontwikkelde persoon geen
deel van uitmaakt maar wel invloed hebben. Een indirecte invloed. BV:
de organisatie waarvoor de ouders werken, bepalen de vrije tijd van de
ouders en hebben dus indirecte invloed op het kind
$5.45
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lukasgoovaerts57

Get to know the seller

Seller avatar
lukasgoovaerts57 Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
7 months
Number of followers
0
Documents
2
Last sold
6 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions