INFORMATIE OVER HET EXAMEN
- Allergologie behoort tot het OPO chronische aandoeningen
o OLA allergologie: 0,3 studiepunten van de 7 studiepunten
o Je moet geslaagd zijn op dit OLA om op het volledige OPO te slagen
- Examendeel allergologie
o Examen: schriftelijk MPC met giscorrectie
o Te kennen leerstof voor het examen = slides + wat in de les gezegd wordt
o Blokwijzer is achtergrondinformatie/verdiepend materiaal
- Nadruk ligt op inzichten in de mechanismen van allergische reacties, diagnostiek en behandeling
- Theorie uit ‘case based learning’ behoort ook tot de leerstof!
- Deze samenvatting bestaat uit
o Slides
o Notities uit de les
o Alle uitgewerkte casussen
ONDERWERPEN EN LEERDOELEN
- Theoretische achtergrond
o Basisbegrippen
o IgE-gemedieerde allergie
o Diagnostiek
o Desensibilisatie
o Anafylaxie
o Urticaria
o Angio-oedeem
o Voedingsallergie
o Medicatie allergie
- Case based learning
o Hoe herken ik klachten gelinkt aan allergie en welke differentieel diagnoses moet ik kennen?
o Hoe verloopt een allergie nazicht? Wie moet ik verwijzen?
o Wat zijn gevaarlijke uitingen van een allergie?
,HET IMMUUNSYSTEEM
- Functie van het immuunsysteem
o Verdediging tegen pathogenen, schadelijke agentia, tumoren
o Onderscheid: lichaamseigen >< lichaamsvreemd
o Onderscheid: gevaarlijk >< ongevaarlijk
o Niet alles wat lichaamsvreemd is gevaarlijk, bv. voeding!
- Defect immuunsysteem
o Kan zich richten tegen lichaamseigen antigenen (auto-antigeen) auto-immuniteit
o Kan zich richten tegen ongevaarlijke, lichaamsvreemde antigenen (allergeen) allergie
Allergie: 3 voorwaarden!
- Immunologische overgevoeligheidsreactie, gemedieerd door het adaptief immuunsysteem
o IgE - of IgG- cellen met allergeenspecifieke T-celreceptor
o T-lymfocyten
- Gericht op een lichaamsvreemd, ongevaarlijk antigeen (= “allergeen”)
- De reactie is symptomatisch
Mensen kunnen IgE antistoffen hebben gericht op een bepaald allergeen, maar hier geen last van ondervinden
(= geen allergie, maar sensibilisatie).
De klachten kunnen ook optreden op niet-immunologische wijze, door directe stimulatie van de mastcellen
zonder betrekking van IgE moleculen (= geen allergie, maar pseudo-allergie).
BASISBEGRIPPEN
Allergie = symptomatische overgevoeligheidsreactie tov allergeen gemedieerd door componenten van het
adaptief immuunsysteem (IgE, IgG, TCR)
Allergeen = lichaamsvreemde ongevaarlijke stof/molecule die een respons door het adaptief immuunsysteem
kan veroorzaken.
Type I allergische reacties = veroorzaakt door allergenen die mastcellen en basofielen zullen aanzetten tot
degranulatie door cross-linking van IgE molecule. Typisch ‘onmiddellijk’ reacties, maar soms ook evolutie naar
chroniciteit (bv bij allergische rhinitis).
Type IV allergische reacties = veroorzaakt door allergenen die T-cellen activeren. Diverse klinische uitingen:
milde/ernstige reacties op medicatie, contactallergie. Typisch ‘laattijdige’ reacties.
Pseudo-allergische reacties = typisch ‘onmiddelijke’ reacties waarbij géén componenten van het verworven
immuunsysteem oorzakelijk zijn, maar een rechtstreekse prikkeling van de mast cellen.
,Sensitisatie (sensibilisatie)* = aanwezigheid van specifiek IgE ten opzicht van een allergeen.
Atopie = aanleg van een persoon om een TH2-gemedieerde immuunrespons te vormen. Dit gaat o.a. gepaard
met de productie van specifiek IgE ten opzichte van onschuldige stoffen in de omgeving (allergenen).
Anafylaxie = een plotse levensbedreigende systemisch reactie met variabel mechanisme, klinische presentatie
en ernst, dat een gevolg is van plotse degranulatie van mastcellen en basofielen.
* Deze term wordt ook gebruikt om het proces te beschrijven waarbij een patiënt zich sensibiliseert voor een
bepaald allergeen.
KLINIEK VAN EEN ALLERGIE: TIJDSVERLOOP EN ERNST
2 belangrijke vragen die je je moet stellen bij een allergische reactie:
- Tijdsverloop: onmiddellijke >< laattijdige reactie
- Ernst: mild >< (potentieel) levensbedreigend
Onmiddellijk Laattijdig
Mild Allergische rhinitis Contactallergie
Oraal allergie syndroom Mild maculopapuleus
exantheem (medicatie)
(Potentieel) levensbedreigend Allergisch astma Ernstig T-cel
Voedingsallergie gemedieerde reacties
Medicatie allergie (medicatie)
Hymenoptera allergie
Mechanisme: Mechanisme:
IgE-gemedieerd T-cel gemedieerd
DD: pseudoallergie DD: irritatief
DD: intrinsiek mastcel DD: idiopathisch
probleem
DD: idiopathisch
Onmiddelijke reacties zijn IgE-gemedieerde reacties, maar DD is mogelijk (bv. pseudoallergie).
Laattijdige reacties zijn T-cel gemedieerde reacties, maar ook hier is DD mogelijk (bv. irritatief, idiopathisch)
De oranje entiteiten bespreken we tijdens de lessen.
DE CENTRALE SPELER IN ‘ONMIDDELLIJKE’ REACTIES: DE MAST CEL
De mast cel speelt een centrale rol in IgE gemedieerde reacties:
- Heeft op zijn oppervlak verschillende receptoren om de omgeving te ‘sensen’
o Oa de Fcε R1 waardoor IgE moleculen uit de circulatie kunnen binden aan de mast cel. Als er
een allergeen in de buurt komt – herkenning - cross linking – mast cel activatie – degranulatie
- Degranulatie
o Vrijzetting van histamine, maar ook andere mediatoren
o Lokale klachten
Allergische rhinitis: niezen, zwelling neusmucosa, slijmontwikkeling
Wheal and flare bij huidtest: jeuk, roodheid, rash, …
Oraal allergie syndroom
o Systemische klachten: anafylaxie
, - In lichte mate, chronische blootstelling aan een allergeen (bv. huisstofmijt) kan zorgen voor chronische
allergische klachten
o Allergische rhinitis
o Allergische astma
o CSU: chronische spontane urticaria
o Idiopathisch histaminerg angio-oedeem
- Voorbeelden van IgE-gemedieerde reacties: aeroallergenen, voeding, medicatie, insectengif
o Vooral eiwitten zullen herkend worden
Foto:
Links van blauwe lijn = IgE-gemedieerde allergische reactie
Rechts van blauwe lijn = pseudo-allergie: mast cellen kunnen
degranuleren zonder IgE moleculen, bv. via een receptor (bv.
PRGPRX2 receptor – bepaalde medicatie).
Mastcel aandoeningen: aanwezigheid van overmatige en
hyperactieve mast cellen, die gemakkelijk degranuleren, zelfs
zonder allergeen
Idiopathisch: mast cellen spelen een belangrijke rol – maar nog
niet goed begrepen, bv. chronische spontane urticaria
IGE-GEMEDIEERDE ALLERGIE – TYPE I OVERGEVOELIGHEID
PATHOGENESE