NEONATOLOGIE – L.THEWISSEN
LES 1: BLOEDGASSEN – AHONDERSTEUNING OP DE NICU
FYSIOLOGIE VAN GASUITWISSELING
Wat gebeurt er bij de geboorte? =>Bij de geboorte worden de longen gebruikt voor
gasuitwisseling van zuurstof (O2) en koolzuurgas (CO2).
BLOEDGASSEN
Bij de AH zijn er 2 manieren van gasuitwisseling:
- Zuurstof wordt opgenomen door het bloed
- Koolzuur (CO2) word afgegeven
Tekort van zuurstof gaat gepaard met orgaanschade door ischemie
Zuurstof wordt vervoerd door hemoglobine. HbF (foetaal hemoglobine) zorgt voor een
linksverschuiving van de zuurstofdissociatiecurve
Intra-uterien is de zuurstofspanning in het bloed 25 mmHg, terwijl na de geboorte een
PaO2 (zuurstofspanning) van meer dan 50 mmHg nastreven. Bij volwassenen is dit >80-
100mmHg.
Na de geboorte is een zuurstofspanning van meer dan 50mmHg noodzakelijk
om een goede oxygenatie van de weefsels te bekomen
De opname van zuurstof in de longen hangt af van 2 factoren: de longblaasjes en de
bloedvaten (beide moeten optimaal zijn om een goede zuurstofopname te verkrijgen)
Ventilatie-percussie-mismatch: als een aantal longblaasjes samengevallen zijn
ontstaan er gebieden waar nog wel bloed doorkomt, doch die niet geventileerd worden
(geen O2 aangebracht)
Pulmonale hypertensie: ventilatie loopt perfect (normale zuurstofaanvoer), doch is er
geen goede perfusie. De zuurstof kan dan uiteraard ook niet opgenomen worden
Het koolzuurgas (CO2) wordt gevormd bij het metabolisme in alle organen. Deze
vergelijking is essentieel daarbij: H+ + HCO3- H20 + CO2
Glucose + O2 => energie + CO2+H2O
CO2= Kooldioxide = koolstofdioxide = koolzuurgas
Longpathologie beïnvloedt longblaasjes en
longbloedvaten
- Transiente tachypnee
- Respiratory distress syndroom of HMZ
- Meconium aspiratie syndroom
- Pneumonie
- Persisterende pulmonale hypertensie
- Pneumothorax
- Congenitale hart- of longdefecten
,De zuurtegraad in het lichaam wordt vooral geregeld door de AH en de nieren
Respiratoire aanpassing duurt minuten; koolzuurgas
Metabole aanpassing duurt uren-dagen; bicarbonaat
pH; zuurtegraad
- Acidose (bloed te zuur): < 7.35-7.45
- Alkalose (bloed te basisch): > 7.35-7.45
Respiratoire acidose = De gasuitwisseling van CO2 gebeurt ook in de longen. Indien er
slechte ventilatie is => weinig gasuitwisseling mogelijk, dan zal CO2 in het bloed
beginnen stijgen en zal het bloed zuurder worden, H+ zal stijgen en de pH dalen
Lage pH, hoge PCO2 (maat voor hoev CO2 ih bloed) , normaal HCO3
> 35-45 mmHg
Respiratoire alkalose = Indien men de pt te snel ventileert zal er teveel CO2 worden
uitgewisseld en zal CO2 in het bloed te laag zijn. H+ zal dalen en de pH stijgen.
Hoge pH, lage PCO2, normaal HCO3
< 35-45 mmHg
HCO3- wordt voornamelijk geregeld door de nier. Wanneer het bicarbonaat (HCO3) te laag
is, zal de nier meer zure urine uitscheiden zodat het HCO3- terug stijgt. Wanneer het HCO3-
te hoog is zal de nier meer alkalische urine uitscheiden.
Metabole acidose = Bij een shock, sepsis ernstige bloeding, .. zal de pt toenemend zuur
worden en het bicarbonaat zal dalen
Lage pH, normale PCO2, laag HCO3-
< 22-28 mmol/l
Metabole alkalose = wanneer er een teveel aan bicarbonaat wordt gegeven bv. zal de
pt alkalisch worden
Hoge pH, normale PCO2, hoog HCO3-
> 22-28 mmol/l
Je kan via bloedgassen zien of een probleem te maken heeft met de longen (respiratoir),
de stofwisseling (metabool) of de bloedsomloop (circulatoir).
Bijvoorbeeld:
- Als er te veel CO₂ is (respiratoire acidose), probeert het lichaam dit te compenseren
via de nieren door extra bicarbonaat aan te maken (metabole compensatie).
- Als er te weinig bicarbonaat is (metabole acidose), gaat de patiënt sneller ademen om
extra CO₂ uit te stoten (respiratoire compensatie).
Respiratoire acidose met metabole compensatie; normale pH, hoge PCO2, hoog
HCO3
Metabole acidose met respiratoire compensatie; normale pH, lage PCO2, laag HCO3
, HYALIENE MEMBRAANZIEKTE EN BEADEMING
Hyaliene membraanziekte of RDS ontstaat door surfactanttekort bij prematuren, het
is de belangrijkste oorzaak van respiratoire problemen
Toepassing surfactant: werkt opppervlaktespanningsverlagend en zorgt ervoor dat
de longblaasjes openblijven tijdens de uitademing
Antenatale corticosteroïden (medicijnen die aan zwangere vrouwen worden gegeven
wanneer er een verhoogd risico is op een vroeggeboorte (voor 37 weken zwangerschap).
Ze helpen de longrijping van de baby te versnellen en complicaties te verminderen.)
versnelt surfactant aanmaak: minder RDS
Behandeling met CPAP en surfactanttoediening
Soms andere vormen van beademing (conventioneel of HFO) nodig
Ook soms surfactanttekort bij a term geboren zuigelingen
Een verminderde gasuitwisseling een vermindering van de PO2 (zuurstofspanning) en
dit geeft een vasoconstrictie van de longbloedvaten waardoor de zuurstofuitwisseling nog
meer bemoeilijkt wordt.
CPAP
= continuous positive airway pressure (nasale OF endotracheale)
Geeft een continue positieve druk zodat de longen niet dichtvallen bij het uitademen
Ter preventie van intubatie, overgang na extubatie
Met tube of prongs => belangrijk dat de tube grootst mogelijk is en liefst ook kort
Baby blijft zelf ademen 5-7 cm H2O (bij nasale CPAP)
Complicaties:
- Nasale irritatie
- Pneumothorax
- Opgezet abdomen
- Secreties bij tube
De beslissing tot beademing wordt genomen obv kliek, zuurstofnood, bloedgaswaarden
en RX thorax
Indicaties om een pt te beademen:
- Respiratoire insufficiëntie
Klinische parameters: apnees, ademhalingsinspanning, RX thorax
Zuurstofnood FiO2 > 50% en PaO2 < 40 mmHg
Bloedgaswaarden PaCO2 > 60 mmHg
- Onvoldoende ademhalingsdrive
Neurologisch
Sedatie
Immaturiteit
- Bescherming van de luchtweg
LES 1: BLOEDGASSEN – AHONDERSTEUNING OP DE NICU
FYSIOLOGIE VAN GASUITWISSELING
Wat gebeurt er bij de geboorte? =>Bij de geboorte worden de longen gebruikt voor
gasuitwisseling van zuurstof (O2) en koolzuurgas (CO2).
BLOEDGASSEN
Bij de AH zijn er 2 manieren van gasuitwisseling:
- Zuurstof wordt opgenomen door het bloed
- Koolzuur (CO2) word afgegeven
Tekort van zuurstof gaat gepaard met orgaanschade door ischemie
Zuurstof wordt vervoerd door hemoglobine. HbF (foetaal hemoglobine) zorgt voor een
linksverschuiving van de zuurstofdissociatiecurve
Intra-uterien is de zuurstofspanning in het bloed 25 mmHg, terwijl na de geboorte een
PaO2 (zuurstofspanning) van meer dan 50 mmHg nastreven. Bij volwassenen is dit >80-
100mmHg.
Na de geboorte is een zuurstofspanning van meer dan 50mmHg noodzakelijk
om een goede oxygenatie van de weefsels te bekomen
De opname van zuurstof in de longen hangt af van 2 factoren: de longblaasjes en de
bloedvaten (beide moeten optimaal zijn om een goede zuurstofopname te verkrijgen)
Ventilatie-percussie-mismatch: als een aantal longblaasjes samengevallen zijn
ontstaan er gebieden waar nog wel bloed doorkomt, doch die niet geventileerd worden
(geen O2 aangebracht)
Pulmonale hypertensie: ventilatie loopt perfect (normale zuurstofaanvoer), doch is er
geen goede perfusie. De zuurstof kan dan uiteraard ook niet opgenomen worden
Het koolzuurgas (CO2) wordt gevormd bij het metabolisme in alle organen. Deze
vergelijking is essentieel daarbij: H+ + HCO3- H20 + CO2
Glucose + O2 => energie + CO2+H2O
CO2= Kooldioxide = koolstofdioxide = koolzuurgas
Longpathologie beïnvloedt longblaasjes en
longbloedvaten
- Transiente tachypnee
- Respiratory distress syndroom of HMZ
- Meconium aspiratie syndroom
- Pneumonie
- Persisterende pulmonale hypertensie
- Pneumothorax
- Congenitale hart- of longdefecten
,De zuurtegraad in het lichaam wordt vooral geregeld door de AH en de nieren
Respiratoire aanpassing duurt minuten; koolzuurgas
Metabole aanpassing duurt uren-dagen; bicarbonaat
pH; zuurtegraad
- Acidose (bloed te zuur): < 7.35-7.45
- Alkalose (bloed te basisch): > 7.35-7.45
Respiratoire acidose = De gasuitwisseling van CO2 gebeurt ook in de longen. Indien er
slechte ventilatie is => weinig gasuitwisseling mogelijk, dan zal CO2 in het bloed
beginnen stijgen en zal het bloed zuurder worden, H+ zal stijgen en de pH dalen
Lage pH, hoge PCO2 (maat voor hoev CO2 ih bloed) , normaal HCO3
> 35-45 mmHg
Respiratoire alkalose = Indien men de pt te snel ventileert zal er teveel CO2 worden
uitgewisseld en zal CO2 in het bloed te laag zijn. H+ zal dalen en de pH stijgen.
Hoge pH, lage PCO2, normaal HCO3
< 35-45 mmHg
HCO3- wordt voornamelijk geregeld door de nier. Wanneer het bicarbonaat (HCO3) te laag
is, zal de nier meer zure urine uitscheiden zodat het HCO3- terug stijgt. Wanneer het HCO3-
te hoog is zal de nier meer alkalische urine uitscheiden.
Metabole acidose = Bij een shock, sepsis ernstige bloeding, .. zal de pt toenemend zuur
worden en het bicarbonaat zal dalen
Lage pH, normale PCO2, laag HCO3-
< 22-28 mmol/l
Metabole alkalose = wanneer er een teveel aan bicarbonaat wordt gegeven bv. zal de
pt alkalisch worden
Hoge pH, normale PCO2, hoog HCO3-
> 22-28 mmol/l
Je kan via bloedgassen zien of een probleem te maken heeft met de longen (respiratoir),
de stofwisseling (metabool) of de bloedsomloop (circulatoir).
Bijvoorbeeld:
- Als er te veel CO₂ is (respiratoire acidose), probeert het lichaam dit te compenseren
via de nieren door extra bicarbonaat aan te maken (metabole compensatie).
- Als er te weinig bicarbonaat is (metabole acidose), gaat de patiënt sneller ademen om
extra CO₂ uit te stoten (respiratoire compensatie).
Respiratoire acidose met metabole compensatie; normale pH, hoge PCO2, hoog
HCO3
Metabole acidose met respiratoire compensatie; normale pH, lage PCO2, laag HCO3
, HYALIENE MEMBRAANZIEKTE EN BEADEMING
Hyaliene membraanziekte of RDS ontstaat door surfactanttekort bij prematuren, het
is de belangrijkste oorzaak van respiratoire problemen
Toepassing surfactant: werkt opppervlaktespanningsverlagend en zorgt ervoor dat
de longblaasjes openblijven tijdens de uitademing
Antenatale corticosteroïden (medicijnen die aan zwangere vrouwen worden gegeven
wanneer er een verhoogd risico is op een vroeggeboorte (voor 37 weken zwangerschap).
Ze helpen de longrijping van de baby te versnellen en complicaties te verminderen.)
versnelt surfactant aanmaak: minder RDS
Behandeling met CPAP en surfactanttoediening
Soms andere vormen van beademing (conventioneel of HFO) nodig
Ook soms surfactanttekort bij a term geboren zuigelingen
Een verminderde gasuitwisseling een vermindering van de PO2 (zuurstofspanning) en
dit geeft een vasoconstrictie van de longbloedvaten waardoor de zuurstofuitwisseling nog
meer bemoeilijkt wordt.
CPAP
= continuous positive airway pressure (nasale OF endotracheale)
Geeft een continue positieve druk zodat de longen niet dichtvallen bij het uitademen
Ter preventie van intubatie, overgang na extubatie
Met tube of prongs => belangrijk dat de tube grootst mogelijk is en liefst ook kort
Baby blijft zelf ademen 5-7 cm H2O (bij nasale CPAP)
Complicaties:
- Nasale irritatie
- Pneumothorax
- Opgezet abdomen
- Secreties bij tube
De beslissing tot beademing wordt genomen obv kliek, zuurstofnood, bloedgaswaarden
en RX thorax
Indicaties om een pt te beademen:
- Respiratoire insufficiëntie
Klinische parameters: apnees, ademhalingsinspanning, RX thorax
Zuurstofnood FiO2 > 50% en PaO2 < 40 mmHg
Bloedgaswaarden PaCO2 > 60 mmHg
- Onvoldoende ademhalingsdrive
Neurologisch
Sedatie
Immaturiteit
- Bescherming van de luchtweg