Functies van belastingheffing:
Budgettaire of financieringsfunctie (klassieke functie): ter
bekostiging van overheidsuitgaven.
Herverdelende functie: inkomensherverdeling tussen personen,
personen en bedrijven, generaties.
Instrumentele of regulerende functie: sturen van gedrag van burgers
en ondernemingen ten behoeve van beleidsdoelstellingen bv op
gebied van economie, klimaat, gezondheid, kunst en cultuur
(fiscalisten:nevendoelstellingen)
Materiële definitie Gedwongen financiële bijdragen van burgers en
bedrijven aan de overheid zonder individuele tegenprestatie, ter
financiering van collectieve uitgaven die geheven worden volgens
democratisch tot stand gekomen regels (belastingwetten en -
verordeningen)
Formele definitie belasting is elke heffing die door de wet zo wordt
genoemd.
Belang: art 104 GW: belastingen mogen slechts uit kracht van een wet
worden geheven (legaliteitsbeginsel).
Legaliteitsbeginsel begin: 1215: Magna
Carta England. 1909: UK Women’s Tax
Resistance Leage: ‘No Vote, No Tax’. 1773:
Boston Tea Party: ‘no taxation without
representation.
Belastingbeginselen: Hoe wordt de
‘belastingdruk’ verdeeld over de burgers?
→ bijdrage ‘fair share’ aan
overheidsuitgaven
- Primair politieke keuze
Algemene beginselen eisen in ieder geval dat belasting:
- Rechtvaardig is (volgens maatschappelijke opvattingen van het
moment)
- Effectief
- Efficiënt
Draagkrachtbeginsel: tariefsprogressie: IB en LB tarief progressief
(art. 2.10 Wet IB + premies volksverzekeringen)
, Herverdelen, maar mensen moeten niet worden ontmoedigd (meer) te
gaan werken.
!!: Bedragen in tussenstappen fiscaal afronden in voordeel van de
belastingplichtige.
Wetgever vond ongewenst dat belastingplichtige met hoger inkomen meer
profijt had van aftrekposten zoals hypotheekrenteaftrek Correctie
artikel 2.10, lid 2: 12,02% bijtellen van bedrag waarmee aftrekposten lid
3 €76.817 te boven gaan. Hier: 20.000.
Dus bijtellen: 0,1202x20.000=2404.
Verschuldigde belasting = tarief x grondslag
Tendens laatste jaren:
1. Tariefsverlagingen.
2. Grondslagverbredingen (schrappen en beperken aftrekposten).
3. Streven naar meer belasting op consumptie (BTW-verhoging) en
minder belasting op inkomen.
Spelers in het fiscale veld:
Fiscale wetgever: Staatssecretaris van Financiën (één voor
Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane en één voor Toeslagen): zorgt
in beginsel voor wetsvoorstellen. Tweede Kamer en Eerste Kamer
keuren wetten goed (of af). Probleem: snel handelen noodzakelijk
indien sprake is van ‘heffingslek’. soms met ‘terugwerkende kracht’:
veel kritiek, want tegen legaliteitsbeginsel.
Uitvoerder van de belastingwet: Belastingdienst Inspecteur
regelt de belastingheffing. Ontvanger regelt de belastinginning
(Invorderingswet). Staatssecretaris van Financiën Stuurt
inspecteurs aan (maakt beleid). Neemt besluiten die openbaar
worden gemaakt → op uitlatingen als uitvoerder te vertrouwen (itt
uitlatingen als medewetgever), DUS: Dubbele pet.
Belastingrechter: Zorgt voor rechtsbescherming: moet
belastingwet uitleggen. Belastingrecht is een vorm van
bestuursrecht. Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.
Bezwaar en beroepstermijn 6:7 Awb van 6 weken. Specifieke
bepalingen en Awb afwijkingen in AWR. Art 22j AWR:
aanvangsttijdstip bezwaartermijn wijkt af van 6:8 Awb. Fiscale
rechtsgang ook anders dan in bestuursrecht:
- Bezwaar bij inspecteur (alleen tegen aanslagen en voor bezwaar
vatbare beschikkingen: art 26, lid 1 AWR)
- Beroep bij rechtbank (5 aangewezen rechtbanken)
- Hoger beroep bij gerechtshof (alle 4 hebben een belastingkamer)
- Cassatieberoep (geen feiten) bij Hoge Raad
Belastingplichtige (evt. met gemachtigde: bv
belastingadviseur/ advocaat-belastingkundige): Heeft neiging
om eigen belastingdruk zo laag mogelijk te houden. Heeft
verplichtingen jegens fiscus (AWR) → niet aan voldaan: omkering
bewijslast. Mag zelf procederen in belastingzaken:
- Geen verplichte procesvertegenwoordiging
- Alleen voor pleiten bij Hoge Raad is advocaat nodig (29c AWR)