Geschiedenis samenvatting: Duitsland in Europa
Lieke Janssen V6
Voorkennis
Het Duitse Rijk bestond eeuwenlang uit zelfstandige vorstendommen. In de 19e eeuw kreeg Pruisen
meer invloed. De Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) leidde na de Duitse overwinning tot de vorming
van het Duitse Keizerrijk. Wilhelm I was de Pruisische koning en werd keizer. Otto von Bismark was
de rijkskanselier.
- Bismarck vormde allianties (alliantiepolitiek) om het machtsevenwicht te bewaren, zoals bij
de Conferentie van Berlijn (1884-1885), waar Afrika onder Europese grootmachten werd
verdeeld.
- Wilhelm II streefde naar overzees imperialisme en wilde Duitsland een grotere rol geven op
het wereldtoneel, bekend als Weltpolitik.
De Eerste Wereldoorlog (Mutterkatastrophe)
De Eerste Wereldoorlog ontstond door spanningen veroorzaakt door Wilhelm II’s Weltpolitik, wat
leidde tot een wapenwedloop en bondgenootschappen tussen grootmachten. De moord op
kroonprins Frans Ferdinand was de directe aanleiding. Nationalisme, militarisme en het geloof in een
snelle overwinning (superioriteit) zorgden voor enthousiasme voor de oorlog.
Duitsland, onder leiding van Wilhelm II, begon in 1914 de Eerste Wereldoorlog. De verwachte snelle
overwinning leidde echter tot een loopgravenoorlog. In 1917 sloot de VS zich aan bij de geallieerden,
en vanaf 1918 werden zij een beslissende factor op het slagveld.
De Duitse legerleiding zag in dat de oorlog niet gewonnen kon worden en adviseerde een
wapenstilstand. In de laatste dagen van de oorlog heerste er chaos in Duitsland, waar de publieke
steun voor de oorlog verdween. Op 9 november 1918 trad de zojuist aangestelde regering af uit
angst voor een communistische revolutie. Friedrich Ebert vormde een nieuwe socialistische regering
en riep de Duitse republiek uit. Keizer Wilhelm II werd afgezet en vluchtte naar Nederland. Op 11
november 1918 werd de wapenstilstand ondertekend, waarmee de Eerste Wereldoorlog eindigde.
De Eerste Wereldoorlog, ook wel die Mutterkatastrophe genoemd, leidde tot miljoenen doden,
nieuwe landen, politieke instabiliteit en de Russische Revolutie. Op lange termijn groeide het
communisme, voelden Duitsland en Italië zich vernedert, wat de opkomst van het
nationaalsocialisme en fascisme bevorderde. Frankrijk en Engeland verloren hun grootmacht, en de
economische crisis van 1929 leidde tot WO II.
Paragraaf 1: Zwakke plekken van de Republiek van Weimar
Vanwege de onrust in Duitsland (Berlijn) kiest de regering ervoor om in Weimar bijeen te komen.
Deze Republiek van Weimar zou blijven bestaan van 1919 tot 1933. De republiek had vanaf het begin
af aan al enkele problemen.
- De sociaaldemocratische regering moest de wapenstilstand tekenen voor de verloren oorlog
van het keizerrijk.
, - Een groot deel van de bevolking had weinig vertrouwen in de leiders van de Republiek.
De communisten (KPD) deden alleen mee om propaganda te maken voor eigen ideaal,
wilden zelf alle macht. Ze wilden een revolutie naar het voorbeeld van Rusland.
Nationalisten en conservatieven wilden het keizerrijk terug met minder macht voor de
politieke partijen en meer voor henzelf. Ze waren van mening dat de oorlog was verloren
doordat de socialisten het keizerrijk ten val hadden gebracht en een zeer nadelige vrede
hadden gesloten, terwijl het leger nog in staat was verder te strijden (dolkstootlegende).
Veel teleurgestelde ex-soldaten sloten zich aan bij communistische, conservatieve of
fascistische groepen.
- De Duitse economie was in slechte staat door de oorlog, hoge herstelbetalingen en het
verlies van grondstofrijke gebieden.
Bepalingen Vrede van Versailles:
- Duitsland kreeg de schuld van de oorlog, de Alleinschuld, en kreeg enorme
herstelbetalingen opgelegd.
- Duitsland moest grondgebied afstaan: aan België, Polen, Frankrijk (Elzas-Lotharingen, door
Duitsland verovert in 1871) en de Duitse koloniën werden verdeeld onder de geallieerden.
- Duitsland moest ontwapenen: het leger mocht uit maximaal 100.000 soldaten bestaan, de
marine en luchtmacht werden ontmanteld.
Duitsland verloor Elzas-Lotharingen, een economisch waardevol gebied. Door hoge
herstelbetalingen kon niet in de eigen economie worden geïnvesteerd, wat leidde tot hyperinflatie.
Duitsland had moeite met het voldoen aan de herstelbetalingen. Vanaf 1921 bezetten de Fransen en
Belgen herhaaldelijk het Ruhrgebied, het industriële centrum van Duitsland, om hun geld te innen.
Duitsland riep arbeiders op tot staken met doorbetaling van lonen, wat leidde tot extra gelddruk,
waardoor inflatie toenam.
De economie bloeide op vanwege:
- Een verzoeningspolitiek met Frankrijk.
- Het Dawesplan bedacht door Charles Dawes (1924):
Het jaarlijkse aandeel in de aflossing van de herstelbetalingen werd gekoppeld aan de
economische draagkracht van Duitsland
De VS gingen vanaf 1925 leningen aan Duitsland verstrekken om de Duitse economie weer
op de been te helpen.
Paragraaf 2: De nazi’s profiteren van de economische crisis van 1929
Lieke Janssen V6
Voorkennis
Het Duitse Rijk bestond eeuwenlang uit zelfstandige vorstendommen. In de 19e eeuw kreeg Pruisen
meer invloed. De Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) leidde na de Duitse overwinning tot de vorming
van het Duitse Keizerrijk. Wilhelm I was de Pruisische koning en werd keizer. Otto von Bismark was
de rijkskanselier.
- Bismarck vormde allianties (alliantiepolitiek) om het machtsevenwicht te bewaren, zoals bij
de Conferentie van Berlijn (1884-1885), waar Afrika onder Europese grootmachten werd
verdeeld.
- Wilhelm II streefde naar overzees imperialisme en wilde Duitsland een grotere rol geven op
het wereldtoneel, bekend als Weltpolitik.
De Eerste Wereldoorlog (Mutterkatastrophe)
De Eerste Wereldoorlog ontstond door spanningen veroorzaakt door Wilhelm II’s Weltpolitik, wat
leidde tot een wapenwedloop en bondgenootschappen tussen grootmachten. De moord op
kroonprins Frans Ferdinand was de directe aanleiding. Nationalisme, militarisme en het geloof in een
snelle overwinning (superioriteit) zorgden voor enthousiasme voor de oorlog.
Duitsland, onder leiding van Wilhelm II, begon in 1914 de Eerste Wereldoorlog. De verwachte snelle
overwinning leidde echter tot een loopgravenoorlog. In 1917 sloot de VS zich aan bij de geallieerden,
en vanaf 1918 werden zij een beslissende factor op het slagveld.
De Duitse legerleiding zag in dat de oorlog niet gewonnen kon worden en adviseerde een
wapenstilstand. In de laatste dagen van de oorlog heerste er chaos in Duitsland, waar de publieke
steun voor de oorlog verdween. Op 9 november 1918 trad de zojuist aangestelde regering af uit
angst voor een communistische revolutie. Friedrich Ebert vormde een nieuwe socialistische regering
en riep de Duitse republiek uit. Keizer Wilhelm II werd afgezet en vluchtte naar Nederland. Op 11
november 1918 werd de wapenstilstand ondertekend, waarmee de Eerste Wereldoorlog eindigde.
De Eerste Wereldoorlog, ook wel die Mutterkatastrophe genoemd, leidde tot miljoenen doden,
nieuwe landen, politieke instabiliteit en de Russische Revolutie. Op lange termijn groeide het
communisme, voelden Duitsland en Italië zich vernedert, wat de opkomst van het
nationaalsocialisme en fascisme bevorderde. Frankrijk en Engeland verloren hun grootmacht, en de
economische crisis van 1929 leidde tot WO II.
Paragraaf 1: Zwakke plekken van de Republiek van Weimar
Vanwege de onrust in Duitsland (Berlijn) kiest de regering ervoor om in Weimar bijeen te komen.
Deze Republiek van Weimar zou blijven bestaan van 1919 tot 1933. De republiek had vanaf het begin
af aan al enkele problemen.
- De sociaaldemocratische regering moest de wapenstilstand tekenen voor de verloren oorlog
van het keizerrijk.
, - Een groot deel van de bevolking had weinig vertrouwen in de leiders van de Republiek.
De communisten (KPD) deden alleen mee om propaganda te maken voor eigen ideaal,
wilden zelf alle macht. Ze wilden een revolutie naar het voorbeeld van Rusland.
Nationalisten en conservatieven wilden het keizerrijk terug met minder macht voor de
politieke partijen en meer voor henzelf. Ze waren van mening dat de oorlog was verloren
doordat de socialisten het keizerrijk ten val hadden gebracht en een zeer nadelige vrede
hadden gesloten, terwijl het leger nog in staat was verder te strijden (dolkstootlegende).
Veel teleurgestelde ex-soldaten sloten zich aan bij communistische, conservatieve of
fascistische groepen.
- De Duitse economie was in slechte staat door de oorlog, hoge herstelbetalingen en het
verlies van grondstofrijke gebieden.
Bepalingen Vrede van Versailles:
- Duitsland kreeg de schuld van de oorlog, de Alleinschuld, en kreeg enorme
herstelbetalingen opgelegd.
- Duitsland moest grondgebied afstaan: aan België, Polen, Frankrijk (Elzas-Lotharingen, door
Duitsland verovert in 1871) en de Duitse koloniën werden verdeeld onder de geallieerden.
- Duitsland moest ontwapenen: het leger mocht uit maximaal 100.000 soldaten bestaan, de
marine en luchtmacht werden ontmanteld.
Duitsland verloor Elzas-Lotharingen, een economisch waardevol gebied. Door hoge
herstelbetalingen kon niet in de eigen economie worden geïnvesteerd, wat leidde tot hyperinflatie.
Duitsland had moeite met het voldoen aan de herstelbetalingen. Vanaf 1921 bezetten de Fransen en
Belgen herhaaldelijk het Ruhrgebied, het industriële centrum van Duitsland, om hun geld te innen.
Duitsland riep arbeiders op tot staken met doorbetaling van lonen, wat leidde tot extra gelddruk,
waardoor inflatie toenam.
De economie bloeide op vanwege:
- Een verzoeningspolitiek met Frankrijk.
- Het Dawesplan bedacht door Charles Dawes (1924):
Het jaarlijkse aandeel in de aflossing van de herstelbetalingen werd gekoppeld aan de
economische draagkracht van Duitsland
De VS gingen vanaf 1925 leningen aan Duitsland verstrekken om de Duitse economie weer
op de been te helpen.
Paragraaf 2: De nazi’s profiteren van de economische crisis van 1929