VROUWLIJK GESLACHTSORGAAN
geboortekanaal – bekkenkanaal
- Afgeknotte kegel
- Grootste doorsnede craniaal
- Stugge, gesloten, beenderige ring
- Kleinste doorsnede caudaal
- Zitbeenboog, brede bekkenbanden, kruisbeen en eerste staartwervels
- Iets vervormbaar (oiv hormoon relaxine) = bel bij geboorte!!
craniale ring
- Verticale doorsnede > horizontale
- Horizontale doorsnede dorsaal > ventraal
- Bevordert doorschuiven v vrucht (schouders, boeg en heupen)
- Veulen: breedst verticaal
- Kalf: breedst horizontaal
Wat bepaald de craniale ring bij het geboortekanaal:
- ilium, pubis, sacrum
caudale ring
- ischium, staartwervels, brede bekkendband
eierstok/ovarium
- klein
- ovaal/plat
- bilateraal
functie: gametogenese (oögenese) en hormoonproductie!
paard
- dieper gelegen
- minder te voelen
- sterk bindweefsel
tunica albuginea
varken
- druiven trosvormig
- zeer sterk doorbloed
,rund / kleine herkauwers + hond en kat
- liggen IN de bekken
- zacht aanvoelend
- goed voelbaar rectaal
eileider / salpinx - oviduct - fallopian tube
- verbinding tss ovarium en uterus
- symmetrisch
- dun, sterk gekronkeld
- niet voelbaar
- lumen - muceuze membraan met veel vouwen
- trilharen aanwezig in epitheel - transport eicel nr uterus
- bevruchting thv ampulla
Bestaat uit 4 onderdelen:
1. Het infundibulum: trechtervormige verwijding met franjes (fimbriae) omsluit het
ovarium
2. De ampulla: omvat grootste deel van de eileider en vormt het deel van de eileider
met de grootste diameter, plaats van bevruchting
3. De isthmus: omvat het deel van de eileider met de nauwste diameter en verbindt de
ampulla met het intramuraal deel van de uterus
4. Het intramuraal deel van het oviduct is het laatste gedeelte en zorgt voor een
verbinding tussen de isthmus en de uterus
uterus en tubae uterinae/ baarmoeder
- 1 uterus, 1 corpus, 2 baarmoederhoornen → uterus bicornis
- uteruswand: sterk gepsierd
1. Sereuze membraan = buitenste laag
2. Myometrium = spierlaag
(gladde spiercellen: zeer gevoelig aan hormonale en neurogene prikkels —> partus
en bronst)
— Binnenste circulaire spierlaag
— Midden: tussenlaag of vaatrijke laag
— Buitenste longitudinale spierlaag
3. Endometrium = binnenste laag: klierrijk en bindweefsel (innesteling)
,konijn
- 1 vagina
- 2 aparte cervices
- 2 aparte uteri
→ uterus DUPLEX
mens
- geen hoornen
- alleen corpus
→ uterus SIMPLEX
herkauwers (koe, schaap, geit)
- 2 hoornen gekruld
- corpus (klein)
→ uterus bicornis
merrie
- 2 hoornen T-vormig
- corpus (goed ontwikkeld)
→ uterus bicornis
zeug
- 2 KORTE kronkelende hoornen
→ uterus bicornis
hond en kat
- langwerpig
- 2 langwerpige hoornen
→ uterus bicornis
, cervix - baarmoederhals
= Sterk geplooide spier met veel (hard) bindweefsel
- groot secretorisch oppervlak
- geen kraakbeen
→slijm varieert ngl cyclus stadium
- hoeveelheid (oestrus: veel, di-oestrus: weinig)
- viscositeit (oestrus: vloeibaar, di-: taai)
Functie:
Tijdens niet-bronst (di-oestrus) en tijdens dracht
- Sluit baarmoeder (binnen) af vd vagina (buiten)
- wegnemen cervix-prop → abortus
- KI op drachtig dier → abortus
Tijdens bronst
- Maaktpassagevanspermamogelijk (bronst)
Tijdens de partus
- Opent baarmoeder voor passage vrucht tijdens partus (=geboorte) - Diersoortverschillen!
Koe
- 5-8 cm
- Hard bindweefsel (kraakbeen vormig)
- In 3 harde ‘ringen’: craniale, middelste & caudale ring
- Cervix: ‘gebroken’ en geen rechte lijn = problemen bij KI
- Omvang neemt toe met leeftijd
Merrie
- 5-8cm
- Zacht
- Zeer makkelijk te passeren want:
● Geen dwarse ringen
● Wel longitudinale groeven
- Puilt uit in vagina (portio vaginalis)
- Bij hengstigheid: slap, week en op bodem vagina
geboortekanaal – bekkenkanaal
- Afgeknotte kegel
- Grootste doorsnede craniaal
- Stugge, gesloten, beenderige ring
- Kleinste doorsnede caudaal
- Zitbeenboog, brede bekkenbanden, kruisbeen en eerste staartwervels
- Iets vervormbaar (oiv hormoon relaxine) = bel bij geboorte!!
craniale ring
- Verticale doorsnede > horizontale
- Horizontale doorsnede dorsaal > ventraal
- Bevordert doorschuiven v vrucht (schouders, boeg en heupen)
- Veulen: breedst verticaal
- Kalf: breedst horizontaal
Wat bepaald de craniale ring bij het geboortekanaal:
- ilium, pubis, sacrum
caudale ring
- ischium, staartwervels, brede bekkendband
eierstok/ovarium
- klein
- ovaal/plat
- bilateraal
functie: gametogenese (oögenese) en hormoonproductie!
paard
- dieper gelegen
- minder te voelen
- sterk bindweefsel
tunica albuginea
varken
- druiven trosvormig
- zeer sterk doorbloed
,rund / kleine herkauwers + hond en kat
- liggen IN de bekken
- zacht aanvoelend
- goed voelbaar rectaal
eileider / salpinx - oviduct - fallopian tube
- verbinding tss ovarium en uterus
- symmetrisch
- dun, sterk gekronkeld
- niet voelbaar
- lumen - muceuze membraan met veel vouwen
- trilharen aanwezig in epitheel - transport eicel nr uterus
- bevruchting thv ampulla
Bestaat uit 4 onderdelen:
1. Het infundibulum: trechtervormige verwijding met franjes (fimbriae) omsluit het
ovarium
2. De ampulla: omvat grootste deel van de eileider en vormt het deel van de eileider
met de grootste diameter, plaats van bevruchting
3. De isthmus: omvat het deel van de eileider met de nauwste diameter en verbindt de
ampulla met het intramuraal deel van de uterus
4. Het intramuraal deel van het oviduct is het laatste gedeelte en zorgt voor een
verbinding tussen de isthmus en de uterus
uterus en tubae uterinae/ baarmoeder
- 1 uterus, 1 corpus, 2 baarmoederhoornen → uterus bicornis
- uteruswand: sterk gepsierd
1. Sereuze membraan = buitenste laag
2. Myometrium = spierlaag
(gladde spiercellen: zeer gevoelig aan hormonale en neurogene prikkels —> partus
en bronst)
— Binnenste circulaire spierlaag
— Midden: tussenlaag of vaatrijke laag
— Buitenste longitudinale spierlaag
3. Endometrium = binnenste laag: klierrijk en bindweefsel (innesteling)
,konijn
- 1 vagina
- 2 aparte cervices
- 2 aparte uteri
→ uterus DUPLEX
mens
- geen hoornen
- alleen corpus
→ uterus SIMPLEX
herkauwers (koe, schaap, geit)
- 2 hoornen gekruld
- corpus (klein)
→ uterus bicornis
merrie
- 2 hoornen T-vormig
- corpus (goed ontwikkeld)
→ uterus bicornis
zeug
- 2 KORTE kronkelende hoornen
→ uterus bicornis
hond en kat
- langwerpig
- 2 langwerpige hoornen
→ uterus bicornis
, cervix - baarmoederhals
= Sterk geplooide spier met veel (hard) bindweefsel
- groot secretorisch oppervlak
- geen kraakbeen
→slijm varieert ngl cyclus stadium
- hoeveelheid (oestrus: veel, di-oestrus: weinig)
- viscositeit (oestrus: vloeibaar, di-: taai)
Functie:
Tijdens niet-bronst (di-oestrus) en tijdens dracht
- Sluit baarmoeder (binnen) af vd vagina (buiten)
- wegnemen cervix-prop → abortus
- KI op drachtig dier → abortus
Tijdens bronst
- Maaktpassagevanspermamogelijk (bronst)
Tijdens de partus
- Opent baarmoeder voor passage vrucht tijdens partus (=geboorte) - Diersoortverschillen!
Koe
- 5-8 cm
- Hard bindweefsel (kraakbeen vormig)
- In 3 harde ‘ringen’: craniale, middelste & caudale ring
- Cervix: ‘gebroken’ en geen rechte lijn = problemen bij KI
- Omvang neemt toe met leeftijd
Merrie
- 5-8cm
- Zacht
- Zeer makkelijk te passeren want:
● Geen dwarse ringen
● Wel longitudinale groeven
- Puilt uit in vagina (portio vaginalis)
- Bij hengstigheid: slap, week en op bodem vagina