Hoofdstuk 12: defeceren- stomazorg
Begrippen VAKJARGON
- Produceren feces (stoelgang)= defeceren/ defecatie
o Feces= fecaliën
- Autonoom zenuwstelsel bevat 2 systemen:
o Parasympatisch systeem
o Orthosympatisch systeem
o Deze 2 werken samen, ze vallen nooit volledig uit
Ene is wel altijd actiever, wanneer andere passiever is
- Peristaltiek= golvende voortstuwingsbewegingen brengen stoelgang naar
rectum door middel van uitrekking maag en duodenum, waarna er een
gastrocolische reflex optreedt reflexmatig, niet onder invloed van wil)
o Gastrocolische reflex= reflex wordt getriggerd door uitrekking maag en
duodenum
- Defecatiedrang= feces is in rectum, de rectumwand wordt uitgetrokken, zorgt
voor defecatiereflex, de externe anale sfincter ontspant (onder invloed van wil),
dit zorgt voor defecatie
Observatie van feces
- Hoeveelheid
o Afhankelijk van de opgenomen hoeveelheid en samenstelling van het
voedsel
o Normale hoeveelheid feces: tussen 125 en 300gram per 24uur
o De hoeveelheid stoelgang kan toenemen door:
Darmaandoeningen: bv. colitis (ontsteking dikke darm), enteritis
(ontsteking dunne darm)
Pancreasaandoeningen: bv. chronische pancreatitis
Resorptiestoornissen: bv. coeliakie (glutenintolerantie)
o Bij obstipatie is er weinig tot geen stoelgang.
- Frequentie
o Normale frequentie= zeer individueel bepaald
Ene persoon ‘normaal” defecatiepatroon 1/dag
Andere persoon 1 keer om 3 dagen
o Als vpk: navragen aan ptn of observeren of de ptn defecatie gehad heeft
en dit noteren in het verpleegdossier
o Bij diarree en obstipatie: ‘normale’ frequentie zal afwijkend zijn
Bij diarree veel
Weinig tot niets bij obstipatie
- Vorm
o Normale stoelgang: halfvast, rond en langgerekt (worstvormig) volgens de
vorm van het colon
o Afwijkende vormen:
Harde, knobbelige en droge feces, het gevolg van verkeerde
voeding en/ of te weinig lichaamsbeweging
Fecale impactie, fecaalstenen of fecalomen bij langdurige
constipatie= type 1 Bristol Stoelgangkaart
Waterige feces= type 7 Bristol Stoelgangkaart
Diverse darmaandoeningen, bv. colitis, paratyphus
Eten van jonge, verse groenten
Besmette voeding, bv. Sammonella
1
, Nervositeit
Vernietiging van darmflora, bv. door antibioticagebruik
Brijige feces
Koolhydraatgisting
Gestoord vetmetabolisme
Darmtumoren
Versnelde peristaltiek
Pijpensteelvormig, lintvormig, potloodvormig: bij vernauwingen van
het darmlumen, bv. door coloncarcinomen
o Bristol stoelgangkaart
Geobstipeerd: type
1(fecaalstenen), 2
Normaal: type 3, 4
en 5
Diarree: type 6, 7
- Kleur
o Normale kleur bij gevarieerde voeding= bruin
Kleur ontstaat door omzetting van bilirubine (afbraakproduct
hemoglobine) in de dunne darm
o Normale afwijkingen
Melkdieet: lichtbruin tot geel
Vleesrijke (bloed) voeding: donkerbruin
Rode bieten: rode kleur
Bladrijke groenten (spinazie, zurkel…): groen
Oraal gebruik ijzerpreparaten: zwart
Na drinken van bariumpap (contrastmiddel voor röntgenfoto’s): wit
o Pathologische afwijkingen (vetgedrukte= VAKJARGON)
Ontvoldoende vetvertering (tekort aan galvloeistof/ galkleurstoffen):
stopverfkleur (mastiek) (licht grijs)
Coeliakie en vetresorptiestoornissen: grijze zalfachtige feces
Bloeding bovenste deel gastro-intestinaal stelsel: zware ontlasting
(melana)
Komt door de inwerking van zoutzuur uit de maag op het
hemoglobine
2
, Tyfus (besmettelijke bacteriële infectie): groene kleur (erwtensoep)
Cholera: rijstwaterkleur
- Geur
o Normale stoelganggeur
o Afwijkende geur
Zeer onaangename geur bij gistingsdiarree (koolhydraten) en
rottingsdiaree (eiwitten) door abnormale bacteriewerking
Typische geur van oud bloed bij melana
Sterke geur na het eten van bepaalde voedingsmiddelen (ajuin,
look)
Sterke geur door bepaalde medicatie, bv. salicylzuurpreparaten
- Bijmengingen
o Stoelgang kan bijmengingen bevatten en kunnen met het blote oog
waarneembaar zijn
Meestal gaat het over slecht gekauwd of slecht toebereid voedsel,
kan ook gaan over pitten van vruchten
o Afwijkende bijmengingen:
Ingeslikte onverteerde voorwerpen (bij kinderen)
Galstenen
Mucus (bij overmatige slijmproductie)
Bloed (verlengd, bv. bij tumoren, niet vermengd, bij bv. hemorroïden
(aambeien, opgezwollen uitgezakte stokjes weefsel)
Onverteerde voedselresten bij diarree
Pus bij ernstige colitis
Parasieten of eitjes van parasieten
Onderzoeken van feces: staalopname
- Algemeen onderzoek
o Een algemeen labo-onderzoek is gericht op de samenstelling van de
feces
o Staalopname:
Specifiek staalbekertje voor fecesstaal gebruiken
Let op: feces mogen niet vermengd zijn met urine
Let op: staalpotje goed afsluiten
o Algemene instructies staalopname in acht nemen:
Identificatie: naam ptn, kamernummer en afdeling, datum, soort
specimen (staal)
Ingevuld en ondertekend aanvraagformulier
Staal koel bewaren
Uitzondering: onderzoek op parasieten: het staal op
lichaamstemperatuur bewaren in de broedstoof
o Aandachtspunten:
Recipiënt (wel/niet steriel?), wisser
Staal niet vermengen met urine!
Staalname midden in stoelgang
Identificatie staal en aanvraagformulier
Instructies bewaren/transport opvolgen:
Koel bewaren max 24u 2° - 8°C
Opgelet bij parasitair onderzoek
o Direct (20min) naar labo?
o Niet in koelkast bij bepaalde parasieten
3
Begrippen VAKJARGON
- Produceren feces (stoelgang)= defeceren/ defecatie
o Feces= fecaliën
- Autonoom zenuwstelsel bevat 2 systemen:
o Parasympatisch systeem
o Orthosympatisch systeem
o Deze 2 werken samen, ze vallen nooit volledig uit
Ene is wel altijd actiever, wanneer andere passiever is
- Peristaltiek= golvende voortstuwingsbewegingen brengen stoelgang naar
rectum door middel van uitrekking maag en duodenum, waarna er een
gastrocolische reflex optreedt reflexmatig, niet onder invloed van wil)
o Gastrocolische reflex= reflex wordt getriggerd door uitrekking maag en
duodenum
- Defecatiedrang= feces is in rectum, de rectumwand wordt uitgetrokken, zorgt
voor defecatiereflex, de externe anale sfincter ontspant (onder invloed van wil),
dit zorgt voor defecatie
Observatie van feces
- Hoeveelheid
o Afhankelijk van de opgenomen hoeveelheid en samenstelling van het
voedsel
o Normale hoeveelheid feces: tussen 125 en 300gram per 24uur
o De hoeveelheid stoelgang kan toenemen door:
Darmaandoeningen: bv. colitis (ontsteking dikke darm), enteritis
(ontsteking dunne darm)
Pancreasaandoeningen: bv. chronische pancreatitis
Resorptiestoornissen: bv. coeliakie (glutenintolerantie)
o Bij obstipatie is er weinig tot geen stoelgang.
- Frequentie
o Normale frequentie= zeer individueel bepaald
Ene persoon ‘normaal” defecatiepatroon 1/dag
Andere persoon 1 keer om 3 dagen
o Als vpk: navragen aan ptn of observeren of de ptn defecatie gehad heeft
en dit noteren in het verpleegdossier
o Bij diarree en obstipatie: ‘normale’ frequentie zal afwijkend zijn
Bij diarree veel
Weinig tot niets bij obstipatie
- Vorm
o Normale stoelgang: halfvast, rond en langgerekt (worstvormig) volgens de
vorm van het colon
o Afwijkende vormen:
Harde, knobbelige en droge feces, het gevolg van verkeerde
voeding en/ of te weinig lichaamsbeweging
Fecale impactie, fecaalstenen of fecalomen bij langdurige
constipatie= type 1 Bristol Stoelgangkaart
Waterige feces= type 7 Bristol Stoelgangkaart
Diverse darmaandoeningen, bv. colitis, paratyphus
Eten van jonge, verse groenten
Besmette voeding, bv. Sammonella
1
, Nervositeit
Vernietiging van darmflora, bv. door antibioticagebruik
Brijige feces
Koolhydraatgisting
Gestoord vetmetabolisme
Darmtumoren
Versnelde peristaltiek
Pijpensteelvormig, lintvormig, potloodvormig: bij vernauwingen van
het darmlumen, bv. door coloncarcinomen
o Bristol stoelgangkaart
Geobstipeerd: type
1(fecaalstenen), 2
Normaal: type 3, 4
en 5
Diarree: type 6, 7
- Kleur
o Normale kleur bij gevarieerde voeding= bruin
Kleur ontstaat door omzetting van bilirubine (afbraakproduct
hemoglobine) in de dunne darm
o Normale afwijkingen
Melkdieet: lichtbruin tot geel
Vleesrijke (bloed) voeding: donkerbruin
Rode bieten: rode kleur
Bladrijke groenten (spinazie, zurkel…): groen
Oraal gebruik ijzerpreparaten: zwart
Na drinken van bariumpap (contrastmiddel voor röntgenfoto’s): wit
o Pathologische afwijkingen (vetgedrukte= VAKJARGON)
Ontvoldoende vetvertering (tekort aan galvloeistof/ galkleurstoffen):
stopverfkleur (mastiek) (licht grijs)
Coeliakie en vetresorptiestoornissen: grijze zalfachtige feces
Bloeding bovenste deel gastro-intestinaal stelsel: zware ontlasting
(melana)
Komt door de inwerking van zoutzuur uit de maag op het
hemoglobine
2
, Tyfus (besmettelijke bacteriële infectie): groene kleur (erwtensoep)
Cholera: rijstwaterkleur
- Geur
o Normale stoelganggeur
o Afwijkende geur
Zeer onaangename geur bij gistingsdiarree (koolhydraten) en
rottingsdiaree (eiwitten) door abnormale bacteriewerking
Typische geur van oud bloed bij melana
Sterke geur na het eten van bepaalde voedingsmiddelen (ajuin,
look)
Sterke geur door bepaalde medicatie, bv. salicylzuurpreparaten
- Bijmengingen
o Stoelgang kan bijmengingen bevatten en kunnen met het blote oog
waarneembaar zijn
Meestal gaat het over slecht gekauwd of slecht toebereid voedsel,
kan ook gaan over pitten van vruchten
o Afwijkende bijmengingen:
Ingeslikte onverteerde voorwerpen (bij kinderen)
Galstenen
Mucus (bij overmatige slijmproductie)
Bloed (verlengd, bv. bij tumoren, niet vermengd, bij bv. hemorroïden
(aambeien, opgezwollen uitgezakte stokjes weefsel)
Onverteerde voedselresten bij diarree
Pus bij ernstige colitis
Parasieten of eitjes van parasieten
Onderzoeken van feces: staalopname
- Algemeen onderzoek
o Een algemeen labo-onderzoek is gericht op de samenstelling van de
feces
o Staalopname:
Specifiek staalbekertje voor fecesstaal gebruiken
Let op: feces mogen niet vermengd zijn met urine
Let op: staalpotje goed afsluiten
o Algemene instructies staalopname in acht nemen:
Identificatie: naam ptn, kamernummer en afdeling, datum, soort
specimen (staal)
Ingevuld en ondertekend aanvraagformulier
Staal koel bewaren
Uitzondering: onderzoek op parasieten: het staal op
lichaamstemperatuur bewaren in de broedstoof
o Aandachtspunten:
Recipiënt (wel/niet steriel?), wisser
Staal niet vermengen met urine!
Staalname midden in stoelgang
Identificatie staal en aanvraagformulier
Instructies bewaren/transport opvolgen:
Koel bewaren max 24u 2° - 8°C
Opgelet bij parasitair onderzoek
o Direct (20min) naar labo?
o Niet in koelkast bij bepaalde parasieten
3