Samenvatting spijsvertering prof.
Topal
Tumoren van Slokdarm-Maag-Duodenum
1.Tumoren van de slokdarm
Herkomst
o Slokdarmmucosa heeft mapighiaans epiteel
geeft 2 soorten kanker: spinocellulair epithelioom = squameus cel
carcinoma
o Barrett-epitheel = metaplastisch epitheel dat malpighiaans epitheel
vervangt in distale slokdarm door langdurige reflux adenocarcinoom
Verhouding fraquentie
o Squameus celcarcinoom 3-4 keer frequenter dan adenocarcinoom (87%)
Squameus male/female ratio = 3/1
o In Westerse wereld stijgt adenocarcinoom thv gastro-oesofagale junctie
Incidentie Barret-slokdarm is 1,2-3/1000 per jaar veel frequenter
dan controlepopulatie
o In Oost-Azië frequenter dan in Europa
o Hoogste risico: man die rookt, obesitas heeft, overmatig alcohol drinkt en
reflux heeft
Presentatie
o Dysfagie (organisch) tumor obstrueert lumen
(eerst voor vast, uiteindelijk voor vloeistoffen
Eerste karakteristiek symptoom
Lumen vernauwt geleidelijk en niet plotseling
Treedt pas op bij 2/3 aantasting
o Odynofagie bij geülcereerde tumor
o Anorexia en vermagering (door dys- en odynofagie)
o Thoracale pijn door invasie neurale structuren in mediastinum
o Heesheid (bij aantasting n. recurrens)
o Hoesten bij speeksel slikken of drinken eventueel oesofagotracheale
fistel
o Door metastase kan ook algemeen kankerziektegevoel komen
Diagnose en stadiëring
o Endoscopie met biopsie voor diagnose
o Stadiëring via echo-endoscopie, CT-thorax/abdomen met peroraal
contrast, IV en PET(CT)
Echo voor diepte wandpenetratie, PET voor metastasen
Locoregionale uitbreiding en metastasering
o Afwezigheid serosa + sterk ontwikkeld lymfovasculair netwerk snelle
uitbreiding en vroegtijdige metastasering
o Soms fistelvorming naar luchtwegen
, Behandeling multidisciplinair management
o Endoscopische mucosale resectie (EMR)
Voldoende bij T1a N0 letsels met hooggradige dysplasie in Barret
Correct inschatten lymfeknopen moeilijk, dus bij T1a (want risico
moet klein)
o Primaire therapie
Chirurgie met totale of partiële oesofagecctomie met tubulatie
maag of interpositie van segment van dunnen darm/colon
Vaak voorafgegaan door neo-adjuverende chemoradiotherapie bij
gevorderde tumoren (T3 of meer en N+)
o Palliatieve therapie
Doel = dysfagie verhelpen dilataties van tumorale stenose met
Savary-bougies van progressief toenemende diameter
Kort effect, maar snellere verbetering dysfagie
Meestal self-expanding metalen stent geplaatst
Radiotherapie of palliatieve bestraling (langer effect)
Goedaardige oesofagale tumoren (waarschijnlijk geen examenvraag)
o Zeldzaam
o Leiomyoma
Meest voorkomend, gladde spier tumoor
Meestal asymptomatisch of een beetje ongemak
Geeft druk op andere organen
Potentieel maligne degeneratie
Symptomen: bloed, borstpijn, dysfagie, voedselimpact, odynofagie,
regurgitatie
o Diagnose: endoscopie, XR-oesophagram, CT-thorax, MRI-oesophagus
o Behaneling: EMR en surgicale resectie
2.Tumoren van maag en duodenum
Gastro-oesofagale junctie kanker
o Geen gestandaardiseerde definitie
o Verschillende soorten classificaties Siewert is meest gebruikte, maar
slaat enkel op tumor zelf (lokale classificatie)
o Behandeling = chirurgie
Type 1 = vnl in slokdarm en minder in maag proximale
gastrectomie + oesofagectomie is genoeg
Type 2 + type 3 tumor komt voornamelijk in de maag en distale
slokdarm tot 5cm weghalen + totale gastrectomie
, Maligne gastrische tumoren
o 99,5% van alle gastrische tumoren
o Epitheliaal adenocarcinoma (95% van alle maligne)
o Niet-epitheliaal (2-5%) GIST, Lymphoma, carcinoid, sarcoma
Gastrische adenocarcinoma
o Epidemiologie hoogste incidentie Oost-Azië, Zuid-Amerika, Oost-Europa
Wereldwijd 2de oorzaak overlijden aan kanker
Voornamelijk vanaf 50 jaar
Man-vrouwratio = 1,5 in West-Europa
o Risicofactoren
Gezouten of gerookte voeding en nitroseoverbindingen, nicotine,
alcohol, industrieproducten (carcinogenen) anti-oxidantia in fruit
en groenten zijn beschermend
Helicobacter pylori!!!
Hoofdoorzaak van maagkanker
Infectie en familiale voorgeschiedenis maagkanker
grootste risicofactoren
Globale prevalentie bij volwassenen = 50%
Precancereuze aandoeningen
Adenomateuze poliep (groot risico bij diameter >1,5cm)
Chronische atrofische gastritis met percinieuze anemie en
achloorhydrie
Hypertrofische gastritis (ziekte van Ménétrier)
FAP-syndroom (erfelijke aandoening veel poliepen in dikke
darm)
HNPCC (erfelijke dikke darmkanker)
20 jaar of langer na ingrepen met maagzuurreductie en
duodenogastrische reflux
o Klinische presentatie
Vaak asymptomatisch tot in gevorderd stadium
Anorexie, gewichtsverlies, dyspepsie, foetor (slechte adem)
Bloeding, symptomen van anemie vermoeidheid, bleke tot
strogele gelaatskleur
Epigastrisch opzettingsgevoel
Typische afschuw voor vlees (horror carnis)
Gastric outlet
Uitzaaïngstekenen obstructieve icterues en tenesmen
Klinisch onderzoek meestal negatief, tenzij in laattijdige fase
palpabele tumor voelbaar, PPA douglasmeta’s voelbaar
o Diagnose
Endoscopie en biopsie 8 biopsies nemen ook bij zogenaamde
maagulcus
Geen RX-SMD meer, waarbij lacunair beeld met
onregelmatige aflijning zichtbaar was
Bij >50%, tumormerkers CEA en CA 19.9 verhoogd
o Stadiëring
Spiraal CT thorax en abdomen
, PET-CT (cTNM)
Endo-echografie voor kleine tumor, verdenking linitis plastica of
pancreas invasie
o Differentiaal diagnose
Onderscheid goedaardit peptische of medicamenteuze maagulcus
Maaglymfoom
o Classificatie
Endoscopisch:
Histopathologie
Fel woekerende tumor, geülcereerd, infiltrerend,…
Lokalisatie hele maagoppervlak, maar voornamelijk
antrum
Intestinaal type
o 50-65%
o Chronishce HP-infectie
o Klieratrofie
o Intestinale metaplasie
Diffuus type
o 30-35%
o Afzonderlijke cellen of kleine celgroepen infiltreren
diffus maagwand
o Typisch in jonge personen, vaak in corpus
o Kan familiaal voorkomen
Onbepaald
o 5-20%
o Gemengde, histologische kenmerken
Uitzaaiingen
Lymfogeen 60-75%, eerst lokaal , later regionaal
Hematogeen lever, soms longen, hersenen en
botmetastasen
Cavitair douglas of krukenbergtumor, ovaria
TNM-classificatie
o Behandeling
Bij maagulcus geen medicamenteuze proeftherapie opzetten voor
endoscopisch onderzoek met biopsies
CURATIEVE behandeling
Radicale R0 resectie enige adequate oplossing, maar
multidisciplinaire aanpak!!!
Metastasen zijn contra-indicatie
Samen met chemo, radio of immunotherapie
PALLIATIEVE behandeling
Vanaf metastasen
80% van de patiënten
Chemotherapie
Targeted therapie
, Bij stenosen endoscopische coagulatie of dilatatie met
bougis + gastro-enterostomie
o Prognose globaal slecht (hangt wel af van stadium van ziekte)
Benigne maagtumoren
o 0,5% van alle gastrische tumoren
o Epitheliaal = poliepen
75% is hyperplastisch
Ontstaat door langdurife gastritis
Fose foveolaire hyperplasie, oedeem, congestie,
aanwezigheid onstekingsfiltraat
20% dysplasie (precancereus)
Resectie bij poliep >1,5 cm
Hamartomateuze poliepen
Abnormale combinatie van weefsels die normaal in maag
voorkomen
Fundic-gland poliepen = frequenste
Meestal sporadisch, soms ook bij FAP-syndroom
Peutz-Jeghers syndroom verhoogd risico op maligne
degeneratie
Adenomateuze poliepen
Omschreven letsels afgelijnd door dysplastisch epitheel
Meestal verheven, dus polypeus
Metaplastisch intestinaal epitheel, zelden uit
maagepitheel/mengeling
Precancereus want 100% dysplasie
Endoscopische resectie
o Niet-epitheliaal
Leiomyoma
Swhannoma
Fibroma
Lipoma
Angioma
o Symptomen geen, bloeding, sub-stenose
o Diagnose endoscopie met biopsie, EUS, CT
o Behandeling resectie (endoscopie > chirurgie)
GIST
o Gastro-intestinale stromale tumor
Stromale originge
Maligne metastase potentieel
Komen voort uit c-kit positief kleurende interstitiële cellen van
Cajal
o Incidentie
Zeldzaam
50-60 jaar, V=M
o Localisatie
Maag 70%
Dunne darm 20-30%, duodenum 4%
Slokdarm, colon, rectum <10%
o Symptomen
Geen of aspecifiek
, Obstructie, bloeding, hypovolemische shock
o Diagnose
Endoscopie, vooral endoscopische echografie
Preoperatief PET-scan voor stadiëring
o Behandeling
Curratieve chirurgicale resectie met C-kit tyrosinekinase inhibitor
geven
Palliatief systemisch (oraal) van c-kit tyrosinekinase inhibitor
o Prognose
Over de laatste jaren verbeterd door imatinib (inhibitor)
Hangt af van tumor stadium
Histopathologische classificatie: laag, intermediair risico, hoog
risico
Primair maaglymfoom
o Komt van MALT dat geactiveerd wordt door H.pylori
Mucosa Associated Lymphoid tissue
Na lymfoïde hyperplasie (door activatie HP) monoklonale
proliferatie van B-cellen MALT lymfoma
o Presentatie
Ulceratief letsel, verdikte hypertrofische maagplooien, roodheid
met erosies
o Maag = grootste risico lymfoom door hoge aantal B-cellymfomen
o Meer bij jonge pt. dan adenocarcinoom
o Behandeling
Laaggradig (T1) = oppervlakkig + zonder adenopathie curatief
door eradicatie
Goede prognose
Hooggradig heelkundig of met chemo or radiotherapie
Duodenumtumoren
o Zeldzaam
o Symptomen
Geen, of geavanceerde kanker symptomen
Obstructie
Ulceratie, pijn, bloeding
Icterus
o Diagnose: endoscopie, biopsie, CT thorax/abdomen
o Goedaardig
Adenomateuze poliepen (+ leiomyoom, galgliocytair
paraganglioom, neurofibroom,…)
Zelden solitair voorkomend, meestal bij familiale polyposis
Symptomen
Ontaarding van adenoom
Duodenumstenose
Ulceratie en bloedingen
Diagnose door duodenoscopie en biopsies
Behandeling
Endoscopische resectie
Stricte endoscopische follow-up = noodzakelijk
Ernstige dysplasie of vergevorderde ontaarding
heelkundige excisie!
, o Maligne = adenocarcinoom
Behandeling systemische chemo met eventueel chirurgische
resectie
Overleving is afhankelijk van stadium
Goedaardige aandoeningen van galblaas en
extrahepathische galwegen
1.Cholecystolithiasis en galkolieken
Anatomie is belangrijk!
Presentatie: koliekachtige pijn in het
rechterhypochonder
Prevalentie:
o 15% bevolking toenemend met leeftijd
o Vrouw > man
25% van vrouwen ouder dan 50 jaar
Soorten:
o 75% = cholesterolstenen
Harde kristallijne stenen
o Pigmentstenen voornamelijk bij pt. met chronische
hemolyse
Amorfe stenen van calciumbilirubine
o Klinische presentatie en behandeling hetzelfde
o Kleine stenen zijn de gevaarlijkste
Klinische manifestaties
o Symptomatisch 70-75% pt.:
Heel hevige koliekpijnen in rechterhypochondrium net aan de
ribbenboog
Door voeding wil galblaas pompen, maar gaat niet door
obstructie
Duurt enkele minuten tot max. 30min.
Kan uitstraling geven naar schouderbladen
Typisch gepaard met bewegingsdrang en nausea
Uitgelokt door vettige maaltijd
Positief teken van Murphy enkel wanneer pijn aanwezig
70% pt. recidief binnen het jaar
Atypische symptomen
Ongemak, misselijk, dyspepsie, opgeblazen gevoel
Ook complicaties mogelijk
15% van gevallen ernstige complicaties
o Asymptomatisch 20% pt.:
Meeste mensen
Toevallig gevonden bij abdominale radiologie
Geen behandeling nodig als diameter <2cm
, Risicofactoren:
o Toegenomen leeftijd
o Oestrogeen of progestageengebruik
o Zwangerschap
o Familiale en raciale factoren
o Obesitas en snelle vermagering
o Hypertriglyceridemie
o Behandeling hyperlipemie met fibraten en parenterale nutritie
Diagnose
o Echo transabdominaal kliniek enkel echo (geen CT enzo, tenzij pt.
comorbiditeiten heeft)
98% sensitiviteit en specificiteit kan stenen en sludge
vaststellen
Patiënt moet nuchter zijn (anders galblaas in contractie)
Zwarte caviteit met hyperechogene zones met retro-acoustische
schaduw
Als patiënt beweegt, bewegen stenen mee
Ook complicaties checken
Zijn er galstenen?
Hoe ziet de galblaaswand eruit?
Hoe zien de galwegen eruit?
Enkel betrouwbaar voor inflammatie na 24u
begin klacht
o Biochemie voornamelijk om complicaties te checken
Inflammatie
Leverfunctie testen
Lipase-amylase
Differentieel diagnoses:
o Gastroduodenale ulcera
o Hiatus hernia
o IBD
o Renaal/urologie
o Musculoskeletaal
o Myocardinfarct
, o Pleuraal
o Hepatisch
o Pancreatisch
o Bulbair ulcus
Behandeling
o Behandelen zelfs bij niet-verwikkelingen (in sommige landen niet
behandeld)
o België elke patiënt
o Pijnbestrijding + spasmolyticum / niet-steroïdale antiflogistica
o Laparoscopische cholecystectomie
Er is geen vena cystica (alles via vena porta naar lever)
Indien heel kleine ductus cysticus geen cholangiogram nodig
Normaal maken om te zien of er geen steentjes in ductus
choledocus zitten
Complicaties:
o Cholecystitis (met perforatie of bilio-enterische fistel)
o Coledolithiasis acute cholangitis of acute pancreatitis
o Lever abces
o Andere zeldzame (galblaas kanker, galblaas ileus, Mirizzi syndroom)
2.Cholecystitis
Chronisch
o Recidiverende korte episoden van inflammatie van galblaaswand
Komt door recurrente bilaire kolieken of een langdurige CCL
o Asymptomatisch, tenzij pijnepisode
o Diagnose: echografie (transthoracaal
o Behandeling = cholecystectomie
Ook ursodiol therapie (oplossen van koliek)
Inhibitie van cholesterol secretie
15% is kandidaat hiervoor
Ca. 50% opgelost over 2 jaar, ca.50% herval binnen 5 jaar
Lithotripsy (ESWL) + oplossen
25% succes van 9 maand in patiënten met klene stenen
(<5mm)
Acuut
o Oorzaak:
Calculleus (>95%)
Obstructie van ductus cysticus door steen
Acalculeus (<5%)
Vooral bij langdurig zieke patiënten
Occlusie van a. cystica
, Obstructie ductus cysticus door tumor
Primaire bacteriële infectie door traditionele darmbacteriën
o Presentatie:
Wel pijn kolieken gaan over in constante pijn + lichte koorts
Ontdubbelde galblaaswant
o Klinisch onderzoek:
Gelokaliseerde peritonitis in rechter hypochondrium
Murphyteken = positief
Galblaas palpabel
10% heeft milde geelzucht
o Biochemie:
Leukcocytose (15 000)
Bilirubine normaal (4 mg%)
Alkalische fosfaten hebben milde elevatie
o Diagnostiek: transthoracale echografie
o Behandeling:
Laparoscopische cholecystectomie bij vroegtijdige diagnose (<48u-
72u)
Laattijdige diagnose behandeling in 2 dagen
Pericholecystitis met plastronvorming bemoeilijkt urgente
ingreep
o Behandeling eerst breedspectrum AB
Na 6-12 weken electieve laparoscopische
cholecystectomie
o Complicaties:
Inflammatie veroorzaken van ductus cysticus
Biliodigestieve fistel (door perforatie van steen naar colon of
duodenum)
Gastric outlet-obstructie kan ontstaan
Als steen lager in dunne darm blokkeert dunne
darmobstructie
o Kans op verwikkeling en mortaliteit 20%
o Kliniek dunne darmobstructie + CT met lucht in
galwegen
= suggestief
o Dubbeldiagnose: ulcer-perforatie, pancreatitis, appendicitis,…
3.Galblaas hypdrops
Bilaire koliek gevolgd door continu pijn ZONDER koorts of geelzucht
o Geeft zelden aanleiding tot laterale compressie op hoofdgalweg waardoor
wel icterus onstaat
Steen zit vast in ductus cysticus
Volume galblaas begint op te zetten staat onder
spanning
Palpabele massa in rechter hypochondrium
Er komt een surinfectie op met empyeem
draineren + AB
o Spontane resolutie is mogelijk
BEHANDELING: laparoscopische cholecystectomie
DIAGNOSE: echorafie
Topal
Tumoren van Slokdarm-Maag-Duodenum
1.Tumoren van de slokdarm
Herkomst
o Slokdarmmucosa heeft mapighiaans epiteel
geeft 2 soorten kanker: spinocellulair epithelioom = squameus cel
carcinoma
o Barrett-epitheel = metaplastisch epitheel dat malpighiaans epitheel
vervangt in distale slokdarm door langdurige reflux adenocarcinoom
Verhouding fraquentie
o Squameus celcarcinoom 3-4 keer frequenter dan adenocarcinoom (87%)
Squameus male/female ratio = 3/1
o In Westerse wereld stijgt adenocarcinoom thv gastro-oesofagale junctie
Incidentie Barret-slokdarm is 1,2-3/1000 per jaar veel frequenter
dan controlepopulatie
o In Oost-Azië frequenter dan in Europa
o Hoogste risico: man die rookt, obesitas heeft, overmatig alcohol drinkt en
reflux heeft
Presentatie
o Dysfagie (organisch) tumor obstrueert lumen
(eerst voor vast, uiteindelijk voor vloeistoffen
Eerste karakteristiek symptoom
Lumen vernauwt geleidelijk en niet plotseling
Treedt pas op bij 2/3 aantasting
o Odynofagie bij geülcereerde tumor
o Anorexia en vermagering (door dys- en odynofagie)
o Thoracale pijn door invasie neurale structuren in mediastinum
o Heesheid (bij aantasting n. recurrens)
o Hoesten bij speeksel slikken of drinken eventueel oesofagotracheale
fistel
o Door metastase kan ook algemeen kankerziektegevoel komen
Diagnose en stadiëring
o Endoscopie met biopsie voor diagnose
o Stadiëring via echo-endoscopie, CT-thorax/abdomen met peroraal
contrast, IV en PET(CT)
Echo voor diepte wandpenetratie, PET voor metastasen
Locoregionale uitbreiding en metastasering
o Afwezigheid serosa + sterk ontwikkeld lymfovasculair netwerk snelle
uitbreiding en vroegtijdige metastasering
o Soms fistelvorming naar luchtwegen
, Behandeling multidisciplinair management
o Endoscopische mucosale resectie (EMR)
Voldoende bij T1a N0 letsels met hooggradige dysplasie in Barret
Correct inschatten lymfeknopen moeilijk, dus bij T1a (want risico
moet klein)
o Primaire therapie
Chirurgie met totale of partiële oesofagecctomie met tubulatie
maag of interpositie van segment van dunnen darm/colon
Vaak voorafgegaan door neo-adjuverende chemoradiotherapie bij
gevorderde tumoren (T3 of meer en N+)
o Palliatieve therapie
Doel = dysfagie verhelpen dilataties van tumorale stenose met
Savary-bougies van progressief toenemende diameter
Kort effect, maar snellere verbetering dysfagie
Meestal self-expanding metalen stent geplaatst
Radiotherapie of palliatieve bestraling (langer effect)
Goedaardige oesofagale tumoren (waarschijnlijk geen examenvraag)
o Zeldzaam
o Leiomyoma
Meest voorkomend, gladde spier tumoor
Meestal asymptomatisch of een beetje ongemak
Geeft druk op andere organen
Potentieel maligne degeneratie
Symptomen: bloed, borstpijn, dysfagie, voedselimpact, odynofagie,
regurgitatie
o Diagnose: endoscopie, XR-oesophagram, CT-thorax, MRI-oesophagus
o Behaneling: EMR en surgicale resectie
2.Tumoren van maag en duodenum
Gastro-oesofagale junctie kanker
o Geen gestandaardiseerde definitie
o Verschillende soorten classificaties Siewert is meest gebruikte, maar
slaat enkel op tumor zelf (lokale classificatie)
o Behandeling = chirurgie
Type 1 = vnl in slokdarm en minder in maag proximale
gastrectomie + oesofagectomie is genoeg
Type 2 + type 3 tumor komt voornamelijk in de maag en distale
slokdarm tot 5cm weghalen + totale gastrectomie
, Maligne gastrische tumoren
o 99,5% van alle gastrische tumoren
o Epitheliaal adenocarcinoma (95% van alle maligne)
o Niet-epitheliaal (2-5%) GIST, Lymphoma, carcinoid, sarcoma
Gastrische adenocarcinoma
o Epidemiologie hoogste incidentie Oost-Azië, Zuid-Amerika, Oost-Europa
Wereldwijd 2de oorzaak overlijden aan kanker
Voornamelijk vanaf 50 jaar
Man-vrouwratio = 1,5 in West-Europa
o Risicofactoren
Gezouten of gerookte voeding en nitroseoverbindingen, nicotine,
alcohol, industrieproducten (carcinogenen) anti-oxidantia in fruit
en groenten zijn beschermend
Helicobacter pylori!!!
Hoofdoorzaak van maagkanker
Infectie en familiale voorgeschiedenis maagkanker
grootste risicofactoren
Globale prevalentie bij volwassenen = 50%
Precancereuze aandoeningen
Adenomateuze poliep (groot risico bij diameter >1,5cm)
Chronische atrofische gastritis met percinieuze anemie en
achloorhydrie
Hypertrofische gastritis (ziekte van Ménétrier)
FAP-syndroom (erfelijke aandoening veel poliepen in dikke
darm)
HNPCC (erfelijke dikke darmkanker)
20 jaar of langer na ingrepen met maagzuurreductie en
duodenogastrische reflux
o Klinische presentatie
Vaak asymptomatisch tot in gevorderd stadium
Anorexie, gewichtsverlies, dyspepsie, foetor (slechte adem)
Bloeding, symptomen van anemie vermoeidheid, bleke tot
strogele gelaatskleur
Epigastrisch opzettingsgevoel
Typische afschuw voor vlees (horror carnis)
Gastric outlet
Uitzaaïngstekenen obstructieve icterues en tenesmen
Klinisch onderzoek meestal negatief, tenzij in laattijdige fase
palpabele tumor voelbaar, PPA douglasmeta’s voelbaar
o Diagnose
Endoscopie en biopsie 8 biopsies nemen ook bij zogenaamde
maagulcus
Geen RX-SMD meer, waarbij lacunair beeld met
onregelmatige aflijning zichtbaar was
Bij >50%, tumormerkers CEA en CA 19.9 verhoogd
o Stadiëring
Spiraal CT thorax en abdomen
, PET-CT (cTNM)
Endo-echografie voor kleine tumor, verdenking linitis plastica of
pancreas invasie
o Differentiaal diagnose
Onderscheid goedaardit peptische of medicamenteuze maagulcus
Maaglymfoom
o Classificatie
Endoscopisch:
Histopathologie
Fel woekerende tumor, geülcereerd, infiltrerend,…
Lokalisatie hele maagoppervlak, maar voornamelijk
antrum
Intestinaal type
o 50-65%
o Chronishce HP-infectie
o Klieratrofie
o Intestinale metaplasie
Diffuus type
o 30-35%
o Afzonderlijke cellen of kleine celgroepen infiltreren
diffus maagwand
o Typisch in jonge personen, vaak in corpus
o Kan familiaal voorkomen
Onbepaald
o 5-20%
o Gemengde, histologische kenmerken
Uitzaaiingen
Lymfogeen 60-75%, eerst lokaal , later regionaal
Hematogeen lever, soms longen, hersenen en
botmetastasen
Cavitair douglas of krukenbergtumor, ovaria
TNM-classificatie
o Behandeling
Bij maagulcus geen medicamenteuze proeftherapie opzetten voor
endoscopisch onderzoek met biopsies
CURATIEVE behandeling
Radicale R0 resectie enige adequate oplossing, maar
multidisciplinaire aanpak!!!
Metastasen zijn contra-indicatie
Samen met chemo, radio of immunotherapie
PALLIATIEVE behandeling
Vanaf metastasen
80% van de patiënten
Chemotherapie
Targeted therapie
, Bij stenosen endoscopische coagulatie of dilatatie met
bougis + gastro-enterostomie
o Prognose globaal slecht (hangt wel af van stadium van ziekte)
Benigne maagtumoren
o 0,5% van alle gastrische tumoren
o Epitheliaal = poliepen
75% is hyperplastisch
Ontstaat door langdurife gastritis
Fose foveolaire hyperplasie, oedeem, congestie,
aanwezigheid onstekingsfiltraat
20% dysplasie (precancereus)
Resectie bij poliep >1,5 cm
Hamartomateuze poliepen
Abnormale combinatie van weefsels die normaal in maag
voorkomen
Fundic-gland poliepen = frequenste
Meestal sporadisch, soms ook bij FAP-syndroom
Peutz-Jeghers syndroom verhoogd risico op maligne
degeneratie
Adenomateuze poliepen
Omschreven letsels afgelijnd door dysplastisch epitheel
Meestal verheven, dus polypeus
Metaplastisch intestinaal epitheel, zelden uit
maagepitheel/mengeling
Precancereus want 100% dysplasie
Endoscopische resectie
o Niet-epitheliaal
Leiomyoma
Swhannoma
Fibroma
Lipoma
Angioma
o Symptomen geen, bloeding, sub-stenose
o Diagnose endoscopie met biopsie, EUS, CT
o Behandeling resectie (endoscopie > chirurgie)
GIST
o Gastro-intestinale stromale tumor
Stromale originge
Maligne metastase potentieel
Komen voort uit c-kit positief kleurende interstitiële cellen van
Cajal
o Incidentie
Zeldzaam
50-60 jaar, V=M
o Localisatie
Maag 70%
Dunne darm 20-30%, duodenum 4%
Slokdarm, colon, rectum <10%
o Symptomen
Geen of aspecifiek
, Obstructie, bloeding, hypovolemische shock
o Diagnose
Endoscopie, vooral endoscopische echografie
Preoperatief PET-scan voor stadiëring
o Behandeling
Curratieve chirurgicale resectie met C-kit tyrosinekinase inhibitor
geven
Palliatief systemisch (oraal) van c-kit tyrosinekinase inhibitor
o Prognose
Over de laatste jaren verbeterd door imatinib (inhibitor)
Hangt af van tumor stadium
Histopathologische classificatie: laag, intermediair risico, hoog
risico
Primair maaglymfoom
o Komt van MALT dat geactiveerd wordt door H.pylori
Mucosa Associated Lymphoid tissue
Na lymfoïde hyperplasie (door activatie HP) monoklonale
proliferatie van B-cellen MALT lymfoma
o Presentatie
Ulceratief letsel, verdikte hypertrofische maagplooien, roodheid
met erosies
o Maag = grootste risico lymfoom door hoge aantal B-cellymfomen
o Meer bij jonge pt. dan adenocarcinoom
o Behandeling
Laaggradig (T1) = oppervlakkig + zonder adenopathie curatief
door eradicatie
Goede prognose
Hooggradig heelkundig of met chemo or radiotherapie
Duodenumtumoren
o Zeldzaam
o Symptomen
Geen, of geavanceerde kanker symptomen
Obstructie
Ulceratie, pijn, bloeding
Icterus
o Diagnose: endoscopie, biopsie, CT thorax/abdomen
o Goedaardig
Adenomateuze poliepen (+ leiomyoom, galgliocytair
paraganglioom, neurofibroom,…)
Zelden solitair voorkomend, meestal bij familiale polyposis
Symptomen
Ontaarding van adenoom
Duodenumstenose
Ulceratie en bloedingen
Diagnose door duodenoscopie en biopsies
Behandeling
Endoscopische resectie
Stricte endoscopische follow-up = noodzakelijk
Ernstige dysplasie of vergevorderde ontaarding
heelkundige excisie!
, o Maligne = adenocarcinoom
Behandeling systemische chemo met eventueel chirurgische
resectie
Overleving is afhankelijk van stadium
Goedaardige aandoeningen van galblaas en
extrahepathische galwegen
1.Cholecystolithiasis en galkolieken
Anatomie is belangrijk!
Presentatie: koliekachtige pijn in het
rechterhypochonder
Prevalentie:
o 15% bevolking toenemend met leeftijd
o Vrouw > man
25% van vrouwen ouder dan 50 jaar
Soorten:
o 75% = cholesterolstenen
Harde kristallijne stenen
o Pigmentstenen voornamelijk bij pt. met chronische
hemolyse
Amorfe stenen van calciumbilirubine
o Klinische presentatie en behandeling hetzelfde
o Kleine stenen zijn de gevaarlijkste
Klinische manifestaties
o Symptomatisch 70-75% pt.:
Heel hevige koliekpijnen in rechterhypochondrium net aan de
ribbenboog
Door voeding wil galblaas pompen, maar gaat niet door
obstructie
Duurt enkele minuten tot max. 30min.
Kan uitstraling geven naar schouderbladen
Typisch gepaard met bewegingsdrang en nausea
Uitgelokt door vettige maaltijd
Positief teken van Murphy enkel wanneer pijn aanwezig
70% pt. recidief binnen het jaar
Atypische symptomen
Ongemak, misselijk, dyspepsie, opgeblazen gevoel
Ook complicaties mogelijk
15% van gevallen ernstige complicaties
o Asymptomatisch 20% pt.:
Meeste mensen
Toevallig gevonden bij abdominale radiologie
Geen behandeling nodig als diameter <2cm
, Risicofactoren:
o Toegenomen leeftijd
o Oestrogeen of progestageengebruik
o Zwangerschap
o Familiale en raciale factoren
o Obesitas en snelle vermagering
o Hypertriglyceridemie
o Behandeling hyperlipemie met fibraten en parenterale nutritie
Diagnose
o Echo transabdominaal kliniek enkel echo (geen CT enzo, tenzij pt.
comorbiditeiten heeft)
98% sensitiviteit en specificiteit kan stenen en sludge
vaststellen
Patiënt moet nuchter zijn (anders galblaas in contractie)
Zwarte caviteit met hyperechogene zones met retro-acoustische
schaduw
Als patiënt beweegt, bewegen stenen mee
Ook complicaties checken
Zijn er galstenen?
Hoe ziet de galblaaswand eruit?
Hoe zien de galwegen eruit?
Enkel betrouwbaar voor inflammatie na 24u
begin klacht
o Biochemie voornamelijk om complicaties te checken
Inflammatie
Leverfunctie testen
Lipase-amylase
Differentieel diagnoses:
o Gastroduodenale ulcera
o Hiatus hernia
o IBD
o Renaal/urologie
o Musculoskeletaal
o Myocardinfarct
, o Pleuraal
o Hepatisch
o Pancreatisch
o Bulbair ulcus
Behandeling
o Behandelen zelfs bij niet-verwikkelingen (in sommige landen niet
behandeld)
o België elke patiënt
o Pijnbestrijding + spasmolyticum / niet-steroïdale antiflogistica
o Laparoscopische cholecystectomie
Er is geen vena cystica (alles via vena porta naar lever)
Indien heel kleine ductus cysticus geen cholangiogram nodig
Normaal maken om te zien of er geen steentjes in ductus
choledocus zitten
Complicaties:
o Cholecystitis (met perforatie of bilio-enterische fistel)
o Coledolithiasis acute cholangitis of acute pancreatitis
o Lever abces
o Andere zeldzame (galblaas kanker, galblaas ileus, Mirizzi syndroom)
2.Cholecystitis
Chronisch
o Recidiverende korte episoden van inflammatie van galblaaswand
Komt door recurrente bilaire kolieken of een langdurige CCL
o Asymptomatisch, tenzij pijnepisode
o Diagnose: echografie (transthoracaal
o Behandeling = cholecystectomie
Ook ursodiol therapie (oplossen van koliek)
Inhibitie van cholesterol secretie
15% is kandidaat hiervoor
Ca. 50% opgelost over 2 jaar, ca.50% herval binnen 5 jaar
Lithotripsy (ESWL) + oplossen
25% succes van 9 maand in patiënten met klene stenen
(<5mm)
Acuut
o Oorzaak:
Calculleus (>95%)
Obstructie van ductus cysticus door steen
Acalculeus (<5%)
Vooral bij langdurig zieke patiënten
Occlusie van a. cystica
, Obstructie ductus cysticus door tumor
Primaire bacteriële infectie door traditionele darmbacteriën
o Presentatie:
Wel pijn kolieken gaan over in constante pijn + lichte koorts
Ontdubbelde galblaaswant
o Klinisch onderzoek:
Gelokaliseerde peritonitis in rechter hypochondrium
Murphyteken = positief
Galblaas palpabel
10% heeft milde geelzucht
o Biochemie:
Leukcocytose (15 000)
Bilirubine normaal (4 mg%)
Alkalische fosfaten hebben milde elevatie
o Diagnostiek: transthoracale echografie
o Behandeling:
Laparoscopische cholecystectomie bij vroegtijdige diagnose (<48u-
72u)
Laattijdige diagnose behandeling in 2 dagen
Pericholecystitis met plastronvorming bemoeilijkt urgente
ingreep
o Behandeling eerst breedspectrum AB
Na 6-12 weken electieve laparoscopische
cholecystectomie
o Complicaties:
Inflammatie veroorzaken van ductus cysticus
Biliodigestieve fistel (door perforatie van steen naar colon of
duodenum)
Gastric outlet-obstructie kan ontstaan
Als steen lager in dunne darm blokkeert dunne
darmobstructie
o Kans op verwikkeling en mortaliteit 20%
o Kliniek dunne darmobstructie + CT met lucht in
galwegen
= suggestief
o Dubbeldiagnose: ulcer-perforatie, pancreatitis, appendicitis,…
3.Galblaas hypdrops
Bilaire koliek gevolgd door continu pijn ZONDER koorts of geelzucht
o Geeft zelden aanleiding tot laterale compressie op hoofdgalweg waardoor
wel icterus onstaat
Steen zit vast in ductus cysticus
Volume galblaas begint op te zetten staat onder
spanning
Palpabele massa in rechter hypochondrium
Er komt een surinfectie op met empyeem
draineren + AB
o Spontane resolutie is mogelijk
BEHANDELING: laparoscopische cholecystectomie
DIAGNOSE: echorafie