Study Material: H1 – H5 & H15 & H16
Leerdoelen
1. De student is in staat de concepten van internationaal zakendoen en
globalisering uit te leggen.
2. De student is in staat de geschiedenis en huidige trends van globalisering
te onderzoeken en daarover te rapporteren.
3. De student verkrijgt basiskennis over klassieke en moderne theorieën
m.b.t. internationale handel.
4. De student verkrijgt basiskennis over de formele instituties (politiek,
economisch en juridisch), die van invloed zijn op internationale bedrijven,
zowel thuis als in het buitenland.
5. De student begrijpt het bestaan van deze instituties en de invloed die ze
hebben op het dagelijkse bestuur en de strategieën van die bedrijven.
6. De student verkrijgt basiskennis over de informele instituties (cultuur,
taal, religie), die van invloed zijn op internationale bedrijven, zowel thuis
als in het buitenland.
7. De student is in staat de invloed die deze informele instituties hebben op
het dagelijkse bestuur en de strategieën van die bedrijven te onderzoeken
en erover te rapporteren.
8. De student verkrijgt basiskennis over de juridische, fiscale en
organisatorische layout van internationale bedrijven over de hele wereld.
9. De student verkrijgt basiskennis over bedrijfseigen departementen,
NGO’s, IO's, overheden, regelgevende instanties en andere
belanghebbenden (stakeholders) die van invloed zijn op internationale
bedrijven, zowel thuis als in het buitenland.
10.De student begrijpt het bestaan van deze instituties en de invloed die ze
hebben op het dagelijkse bestuur en de strategieën van die bedrijven.
Wat is International Business?
bedrijven (ondernemingen) die zich bezighouden met internationale
grensoverschrijdende (cross-border) economische activiteiten
de activiteit van zakendoen in het buitenland.
,1.1 What is Globalisation
Globalisering is een proces dat leidt tot grotere onderlinge afhankelijkheid
en wederzijds bewustzijn tussen economische, politieke en sociale eenheden
in de wereld, en tussen actoren in het algemeen.
Voorbeeld: De smartphone-industrie
Ontwerp: Een smartphone wordt bijvoorbeeld ontworpen in de Verenigde
Staten (Apple, Google).
Productie van onderdelen: Verschillende componenten, zoals
microchips, worden geproduceerd in landen als Taiwan en Zuid-Korea.
Assemblage: De telefoon wordt in elkaar gezet in fabrieken in China.
Verkoop en distributie: De smartphone wordt wereldwijd verkocht in
winkels en webshops in Europa, Azië, Afrika en Noord-Amerika.
Klantendienst: Veel klantenservices worden uitgevoerd in landen als
India of de Filipijnen.
In dit voorbeeld zie je hoe bedrijven gebruikmaken van kennis, arbeid en
productiecapaciteit uit verschillende landen om een product te maken en
wereldwijd te distribueren. Dit is een duidelijk teken van globalisering: het
proces waarbij de wereldwijde economieën, culturen en bevolkingen steeds meer
met elkaar verweven raken.
1.2 Wat zijn de implicaties (gevolgen/invloed) van globalisering
voor bedrijven?
Denk wereldwijd
Denk lokaal
Integreer je wereldwijde en lokale kennis
Communiceer effectief met mensen die niet tot de wereldwijde elite
behoren
Waar bedrijven soms moeite mee hebben om Internationaal succesvol te worden:
Etnocentrisch perspectief = De wereld bekijken door de lens van je eigen
cultuur.
"Not invented here" syndroom = De neiging om nieuwe ideeën die van buiten
de eigen organisatie of gemeenschap komen te wantrouwen.
,1.3 Benoem één fundamentele vraag en twee kernperspectieven die de
basis vormen voor het bestuderen van het wereldwijde bedrijfsveld.
Fundamentele vraag: Wat bepaalt het succes en falen van bedrijven
over de hele wereld?
Twee kernperspectieven:
1. Institution based view:
Formele en informele regels die gelden binnen de markt.
Het institutionele perspectief wil zeggen dat het succes en falen van
bedrijven mogelijk wordt gemaakt en beperkt door verschillende
regels binnen de markt.
o Voorbeeld van formele regels: Vereisten om binnenlandse en
buitenlandse bedrijven gelijk te behandelen, wat de kansen op
succes voor buitenlandse bedrijven kan vergroten.
o Informele regels: Cultuur, normen en waarden.
Richt zich voornamelijk op de externe omgeving.
Resource-based view:
Betekent bedrijfsspecifieke middelen en capaciteiten.
o Het resource-based perspectief richt zich op de interne middelen en
capaciteiten van een bedrijf.
o Nadeel van eigendom: Het aangeboren nadeel dat
buitenstaanders ervaren in een nieuwe omgeving vanwege een
gebrek aan bekendheid.
Factoren:
Het bedrijf komt uit een totaal andere regio/cultuur
Gebrek aan lokale ervaring
= Gebrek aan nabijgelegen ervaring
= Dit resulteert in een gebrek aan bekendheid, netwerken en
legitimiteit in de lokale context.
Deze factoren beschrijven de uitdagingen waarmee bedrijven of individuen
worden geconfronteerd wanneer ze proberen te opereren in een nieuwe
buitenlandse markt.
, 1.4 De belangrijkste huidige trends in globalisering zijn:
1. Bevolkingstrends:
o Afnemende bevolking in ontwikkelde landen, terwijl de bevolking in
ontwikkelingslanden toeneemt, en een verhoogde
levensverwachting.
2. Wetenschap en technologie:
o Dit omvat het internet en de bijbehorende computercomponenten,
evenals GPS en genetisch gemodificeerd voedsel.
3. Toenemende integratie en onderlinge afhankelijkheid:
o Dit omvat alle gebieden van economisch leven, evenals een
toenemende uitwisseling van producten en diensten over nationale
grenzen door middel van handel.
4. Overheid:
o Hoe nationale en internationale wetten economische activiteit en
transnationale instellingen reguleren.
Leerdoelen
1. De student is in staat de concepten van internationaal zakendoen en
globalisering uit te leggen.
2. De student is in staat de geschiedenis en huidige trends van globalisering
te onderzoeken en daarover te rapporteren.
3. De student verkrijgt basiskennis over klassieke en moderne theorieën
m.b.t. internationale handel.
4. De student verkrijgt basiskennis over de formele instituties (politiek,
economisch en juridisch), die van invloed zijn op internationale bedrijven,
zowel thuis als in het buitenland.
5. De student begrijpt het bestaan van deze instituties en de invloed die ze
hebben op het dagelijkse bestuur en de strategieën van die bedrijven.
6. De student verkrijgt basiskennis over de informele instituties (cultuur,
taal, religie), die van invloed zijn op internationale bedrijven, zowel thuis
als in het buitenland.
7. De student is in staat de invloed die deze informele instituties hebben op
het dagelijkse bestuur en de strategieën van die bedrijven te onderzoeken
en erover te rapporteren.
8. De student verkrijgt basiskennis over de juridische, fiscale en
organisatorische layout van internationale bedrijven over de hele wereld.
9. De student verkrijgt basiskennis over bedrijfseigen departementen,
NGO’s, IO's, overheden, regelgevende instanties en andere
belanghebbenden (stakeholders) die van invloed zijn op internationale
bedrijven, zowel thuis als in het buitenland.
10.De student begrijpt het bestaan van deze instituties en de invloed die ze
hebben op het dagelijkse bestuur en de strategieën van die bedrijven.
Wat is International Business?
bedrijven (ondernemingen) die zich bezighouden met internationale
grensoverschrijdende (cross-border) economische activiteiten
de activiteit van zakendoen in het buitenland.
,1.1 What is Globalisation
Globalisering is een proces dat leidt tot grotere onderlinge afhankelijkheid
en wederzijds bewustzijn tussen economische, politieke en sociale eenheden
in de wereld, en tussen actoren in het algemeen.
Voorbeeld: De smartphone-industrie
Ontwerp: Een smartphone wordt bijvoorbeeld ontworpen in de Verenigde
Staten (Apple, Google).
Productie van onderdelen: Verschillende componenten, zoals
microchips, worden geproduceerd in landen als Taiwan en Zuid-Korea.
Assemblage: De telefoon wordt in elkaar gezet in fabrieken in China.
Verkoop en distributie: De smartphone wordt wereldwijd verkocht in
winkels en webshops in Europa, Azië, Afrika en Noord-Amerika.
Klantendienst: Veel klantenservices worden uitgevoerd in landen als
India of de Filipijnen.
In dit voorbeeld zie je hoe bedrijven gebruikmaken van kennis, arbeid en
productiecapaciteit uit verschillende landen om een product te maken en
wereldwijd te distribueren. Dit is een duidelijk teken van globalisering: het
proces waarbij de wereldwijde economieën, culturen en bevolkingen steeds meer
met elkaar verweven raken.
1.2 Wat zijn de implicaties (gevolgen/invloed) van globalisering
voor bedrijven?
Denk wereldwijd
Denk lokaal
Integreer je wereldwijde en lokale kennis
Communiceer effectief met mensen die niet tot de wereldwijde elite
behoren
Waar bedrijven soms moeite mee hebben om Internationaal succesvol te worden:
Etnocentrisch perspectief = De wereld bekijken door de lens van je eigen
cultuur.
"Not invented here" syndroom = De neiging om nieuwe ideeën die van buiten
de eigen organisatie of gemeenschap komen te wantrouwen.
,1.3 Benoem één fundamentele vraag en twee kernperspectieven die de
basis vormen voor het bestuderen van het wereldwijde bedrijfsveld.
Fundamentele vraag: Wat bepaalt het succes en falen van bedrijven
over de hele wereld?
Twee kernperspectieven:
1. Institution based view:
Formele en informele regels die gelden binnen de markt.
Het institutionele perspectief wil zeggen dat het succes en falen van
bedrijven mogelijk wordt gemaakt en beperkt door verschillende
regels binnen de markt.
o Voorbeeld van formele regels: Vereisten om binnenlandse en
buitenlandse bedrijven gelijk te behandelen, wat de kansen op
succes voor buitenlandse bedrijven kan vergroten.
o Informele regels: Cultuur, normen en waarden.
Richt zich voornamelijk op de externe omgeving.
Resource-based view:
Betekent bedrijfsspecifieke middelen en capaciteiten.
o Het resource-based perspectief richt zich op de interne middelen en
capaciteiten van een bedrijf.
o Nadeel van eigendom: Het aangeboren nadeel dat
buitenstaanders ervaren in een nieuwe omgeving vanwege een
gebrek aan bekendheid.
Factoren:
Het bedrijf komt uit een totaal andere regio/cultuur
Gebrek aan lokale ervaring
= Gebrek aan nabijgelegen ervaring
= Dit resulteert in een gebrek aan bekendheid, netwerken en
legitimiteit in de lokale context.
Deze factoren beschrijven de uitdagingen waarmee bedrijven of individuen
worden geconfronteerd wanneer ze proberen te opereren in een nieuwe
buitenlandse markt.
, 1.4 De belangrijkste huidige trends in globalisering zijn:
1. Bevolkingstrends:
o Afnemende bevolking in ontwikkelde landen, terwijl de bevolking in
ontwikkelingslanden toeneemt, en een verhoogde
levensverwachting.
2. Wetenschap en technologie:
o Dit omvat het internet en de bijbehorende computercomponenten,
evenals GPS en genetisch gemodificeerd voedsel.
3. Toenemende integratie en onderlinge afhankelijkheid:
o Dit omvat alle gebieden van economisch leven, evenals een
toenemende uitwisseling van producten en diensten over nationale
grenzen door middel van handel.
4. Overheid:
o Hoe nationale en internationale wetten economische activiteit en
transnationale instellingen reguleren.
