Inhoud
Introductie op ondernemen (les 1)..................................................................2
Ondernemen: Invloed maatschappij................................................................................2
Uitdagingen in de non – profitsector................................................................................8
Privatisering................................................................................................................... 10
Invloed op organisaties en het beroep...........................................................................13
5 Rollen als ondernemende, coachende manager.........................................................15
sociaal ondernemen (les 2)...........................................................................18
Ondernemen.................................................................................................................. 18
sociaal ondernemen: ontstaan.......................................................................................19
Maatschappelijke uitdagingen: startpunt sociaal ondernemen......................................20
idee-ontwikkeling........................................................................................................... 21
Vormen van sociaal ondernemen (leerpad) (les 5)..........................................22
Maatschappelijk verantwoord ondernemen = MVO.......................................................22
Sociale economie = SE.................................................................................................. 23
Sociaal ondernemen = SO............................................................................................. 27
Ideevorming/design thinking........................................................................28
profiel............................................................................................................................ 28
stappen.......................................................................................................................... 28
Sociale marketing (les 3)..............................................................................29
sociale marketing: Wat is er anders aan?......................................................................29
marketing: is er een markt?........................................................................................... 29
Marketing: stp – model.................................................................................................. 31
Sociale marketing: mogelijke veranderingen.................................................................37
Theory of chance: impact meten (zelfstandig wegens ziekte) (les 4)...............38
Impact maken................................................................................................................ 39
Businessmodeling (zelfstandig wegens ziekte) (les 4)....................................39
Waarom een model?...................................................................................................... 39
Businessplan.................................................................................................................. 39
3 niveaus in een model.................................................................................................. 40
Sociale businessmodels................................................................................................. 41
Businessmodels............................................................................................................. 41
Financieel management (leerpad) (les 6).......................................................42
FINANCIËLE VERSLAGGEVING........................................................................................42
Financieringsmix............................................................................................................ 42
1
, Externe bronnen............................................................................................................ 44
interne bronnen............................................................................................................. 45
Juridische structuren (leerpad) (les 7)...........................................................46
verenigingen.................................................................................................................. 46
eenmanszaak................................................................................................................ 49
vennootschap................................................................................................................ 50
(student-)ondernemer................................................................................................... 52
Presenteren/pitchen (leerpad) (les 8)............................................................53
Presenteren................................................................................................................... 53
Pitchen........................................................................................................................... 55
Powerpoint..................................................................................................................... 56
Gastsprekers 10/03......................................................................................57
Ondernemen in de zorg – Delia garciacoto....................................................................57
vzwkadee - Anissa......................................................................................................... 57
Werken in de sociale economie - Chris de Roos.............................................................58
Ghent Basketbal............................................................................................................ 58
INTRODUCTIE OP ONDERNEMEN (LES 1)
ONDERNEMEN: INVLOED MAATSCHAPPIJ
- Evolutie van managementmodellen
o Reductie van complexe werkelijkheid
o Afspiegeling van samenleving
o Constante vernieuwing
Levenslang leren
1900 – 1925: RATIONEEL – DOELMODEL
- = Productiviteit en winst
o Duidelijke leiding winst
- Rationeel economisch klimaat geen emoties, harde beslissingen om winst
maximaal te houden, harde bestuurden en producent
Tijdsperiode van heel grote contrasten
Rationeel Doel Model: Dit model legt de nadruk op productiviteit en
winstmaximalisatie. Het symbool is het dollarteken, en het gaat uit van de overtuiging
dat duidelijke leiding en rationele besluitvorming tot productieve resultaten leiden.
Frederick Taylor's wetenschappelijk management speelde een belangrijke rol in dit
model, met technieken zoals de lopende band van Henry Ford.
RIJKEN VS ARMEN
Vele feestjes, extravagant Hoe komt dat?
- Rijkdom kwam van uitbuiten arbeidsklassen
2
, o Armen: arbeidsklasse, verschrikkelijk leven, veel ongedierte, kinderarbeid
is de norm
HENRY FORD
Henry ford: lopende band werk veel efficiënter
T-model auto, betaalbaar voor verschillende klassen dit door de lopende band
Van 93 dagen naar 1u30 voor de productie van 1 wagen, tijd drastisch ingeperkt, hoe
meer geproduceerd hoe minder werkuren, hoe minder moeten uitbetalen, de
middenklasse kon dus ook gaan kopen, grotere markt = meer winst.
In fabriekshallen: sociaal darwinisme, survival of the fittest, wie fit was en kon werken
tegen 100% kon blijven werken, maar kon je minder snel werken dan was je minder
nuttig en kon je je job verliezen.
- Zorgde voor stress en hoge werkdruk
1900 – 1925: INTERN PROCES MODEL
- = stabiliteit & continuïteit
o routines efficiëntie
- hiërarchische cultuur & structuur
- = controleur & coördinator
Niet kijken naar comfort, als je je job wou behouden moest je zorgen dat je mee kon
Streven naar hoge productie
- Geen moment verloren aan twijfel
- Alles moest duidelijk zijn = controleur & coördinator
Zekere mate van stabiliteit en hiërarchie= hiërarchische cultuur & structuur
Er is niks stabieler dan een driehoek! Stabiliteit & continuïteit
Intern Procesmodel: Dit model richt zich op stabiliteit en continuïteit, met een
hiërarchische structuur en nadruk op documentatie en controle. Het symbool is een
piramide, en het model werd later verder ontwikkeld door Max Weber en Henri Fayol.
BEURSCRASH 1929:
Heel veel rijken veel geld verloren, geen geld om arbeiders te betalen, veel meer
werkloosheid, nog langere wachtrijen aan fabrieken
3
, Andere generatie werknemers: wij hebben al zoveel voor ons land gedaan, nu gaat ons
land iets voor ons moeten doen, rechtenbeweging begon te komen
- Veel meer vakbonden, druk op fabrieken, kreeg een werknemersvolk dat voor
zichzelf begon op te komen
- Kinderarbeid verbieden
- Vrouwenrechten, mochten gaan stemmen (1948)
Meer vrouwen thuis, mannen gaan werken…
Technologische vooruitgang in fabrieken ging door, maar ook in het gewone leven
- Stofzuiger, koelkast, wasmachine
o Goed voor de economie, vrouwen konden meer doen buiten huishouden,
vrouwen gingen meer gaan consumeren, meer naar buiten
1926 – 1950: HUMAN-RELATIONSMODEL
- = inzet, samenhang & moreel
- lichtexperiment betrokkenheid
- participatie – consensus – teamgerichtheid
- = mentor & stimulator
Heel andere maatschappij
In deze periode werd duidelijk dat de eerste twee modellen niet voldeden aan de
behoeften van de tijd. Het Human Relations Model ontstond, waarbij de nadruk lag op
menselijke relaties, motivatie en moreel. Het symbool is een cirkel, en het model
benadrukt participatie, teamgerichtheid en betrokkenheid. De Hawthorne-experimenten
van Elton Mayo en Fritz Roethlisberger toonden aan dat sociale factoren een grote
invloed hebben op productiviteit.
LICHTEXPERIMENT:
1. Groep meer licht
2. Groep minder licht
Groep met meer licht werkte beter met en zonder licht Dit omdat er hen werd
gevraagd aan het einde van de werkdag hoe de dag geweest was. De werknemers
voelden zich beter en meer betrokken.
- De werknemers wilden geapprecieed worden, interesse tonen
- Cirkel: teken van verbinding
o Als werkgever werd je een mentor en stimulator
= cirkel
4